Koningin van Groot-Briltanje en den Koning van Sardinië, ingevolge de overeenkomsten te Konstantinopel gesloten, den 12den Maart 1854, tusschen Frankrijk, Groot-Britlanje en de Verhevene Porte, den 14dcr* Junij van dat zelfde jaar, tusschen Oostenrijk en de Verhevene Porte, en den 15dcn Maart 1855 tusschen Sardinië en de Verhevene Porte, zal, zoodra mogelijk na de uitwisseling der ratification van dit tractaat, ontruimd worden. De tijdsbepalingen en de middelen van uitvoering zullen het onderwerp eener schikking uitmaken tusschen de Verhevene Porte en de Mogendheden, wier troepen zijn gebied bezetten. Art. 32. Zoolang niet de tractaten of overeenkomsten, welke vóór den oorlog tusschen de slrijdvoerende Mogendheden bestonden, hernieuwd of door andere vervangen zullen zijn, zal de in- en uitvoerhandel wederzijds plaats hebben op den voel der vóór den oorlog van kracht zijnde verorde ningen, en hunne onderdanen zullen in elke andere zaak van weerszijden op den voet der meest begunstigde natiën worden behandeld. Art. 33. De overeenkomst, tusschen HH. MM. den Keizer der Franschen, de Koningin van Groot-Brittanje, ter eenre, Z. M. den Keizer aller Russen, ter andere, betrekkelijk de Alands-eilanden gesloten, is en blijft aan het tegenwoordig tractaat gehecht en zal dezelfde kracht en waarde hebben alsof zij daarvan een deel uitmaakte. Art. 34. liet tegenwoordig tractaat zal worden geratificeerd, en de rati- ficatiën zullen binnen den tijd van vier weken, of eerder, indien dit moge lijk is, te Parijs uitgewisseld worden. Ten blijke hiervan hebben de Gevolmagtigden het onderleekcnd en er hun zegel aan gehecht. Gedaan te Parijs den 30slcn Maart 1856. Geleekcnd: Walcwski, Bour- queney, Buol-SchauensleinIfubner, Clarendon, Cowley, Manieuffel, Hatz- fcldt, Orloff, Brunow, Cavour, de Villamarina, Aali, Mehemed Djémil. De 3 bijgevoegde overeenkomsten betreffen de beperking der zeemagt aan den Donau, in de Zwarte zee en het niet weder versterken der Alands-eilanden. Wij deelen hieronder mede het protocol van de zitting van 8 April, hetwelk in den Moniteur van 1 Mei is openbaar gemaakt. Het slot luidt aldus »De Graaf Walewski zegt dal het hem verblijdt, de gevolmagtigden tot eene gedachtenwisseling over de behandelde punten genoopt te hebben. Hij had gedacht dat men zich, welligt niet zonder nut, meer volledig had kun nen verklaren over ecnige van de punten die de aandacht van het Congres op zich hebben gevestigd. Maar ook zoo als zij heeft plaats gehad, is die gedachtenwisseling niet zonder nut, zegt hij. Immers daaruit isgelijk de eerste gevolniagligde van Frankrijk doet uitkomengebleken1°. dat de noodzakelijkheid van bedachtzame bemoeijin- gen ter verbetering van Griekenlands gesteldheid door niemand betwist is, en dat de drie beschermende hoven het wensehelijke eener onderlinge afspraak dienaangaande erkend hebben2°. dat de Oostenrijksche gevolmagtigden zich vereenigd hebben met den wensch der Fransche om de Fransche en Oosten rijksche troepen den Kerkdijken Staat te zien ontruimen, zoodra zulks zal kunnen geschieden zonder bezwaar voor de rust des lands en voor de be vestiging van het gezag van den Heiligen Stoel; 3°. dat de krachtige invloed, dien maatregelen van goedertierenheid, naar eisch der omstandigheden door de Regeringen van het Italiaansche Schiereiland en inzonderheid door de Napelsche genomen, zouden hebben, door het meerendeel van de gevolmag tigden niet is betwist4°. dat al dc gevolmagtigdenook zelfs die welke gemeend hebben het beginsel der drukpersvrijheid te moeten vrijwaren, niet geaarzeld hebben krachtig hunne verontwaardiging te betuigen over de bui tensporigheden waaraan de Belgische dagbladen zich straffeloos overgeven daarhij de noodzakelijkheid erkennende van middelen tot verhelping van de wezentlijke bezwaren, voortkomende uit de teugclloozc losbandigheid, waar van in Belgic zoo groolelijks misbruik gemaakt wordt; en eindelijk 5°. dat het denkbeeld om de werkzaamheden van het Congres met eene verklaring van beginselen in zake van zeeregt te besluiten, door al de gevolmagtigden opgenomen is op eene wijze, welke grond geeft om te hopen, dat zij in de eerstvolgende zitting met eene magtiging van hunne Regering zullen voorzien zijn, om zich te vereenigen met eene verklaring, die op het werk van het Parijsche Congres de kroon zou zetten, en eene onzen tijd waardige schrede voorwaarts zou zijn." Hier volgen de naamteekeningen. ITALIË. liet schijnt dat in de Congres-zitting van 8 April, Oostenrijk zich heeft vereenigd met de door het Congres uitgedrukte meening betrekkelijk tot de in Italië in te voeren hervormingen. Graaf Buol heeft verklaard dat het niet lang zal duren of Oostenrijk zal door daden van zijne goede bedoelin gen blijk geven. Inderdaad verneemt men dat het Weener-Kabinet reeds stappen heeft gedaan bij de Regering der Beide Siciliën, met het doel haar van goeden raad te dienen. Keizer Frans Jozef moet zelf aan Koning Ferdinand een brief hebben geschreven, waarin hij hem in krachtige doch gemoedelijke taal vermaant gehoor te geven aan liet verlangen zijner onder danen levens den wensch van geheel Europa. De Oostenrijksche Regering zou zich voorts met Frankrijk hebben vereenigd, om den Pauselijken Stoel te bewegen tot hervormingen over te gaan. Al deze pogingen moeten be reids eenig gevolg hebben opgeleverd. Te Napels is er sprake van kwijt schelding van straf; ook te Rome zou tot dien maatregel zijn of worden besloten, en verwacht men de bewilliging der Regering lot dc oprigling van ecnige liberale instellingen. PRCI§SE1V. 114 kiezers van BonnKatholiekenProtestanten en Israëlilenhebben den Afgevaardigde Peter Reichensperger een adres gezonden, waarbij zij hem hunne erkentelijkheid betuigen voor de warmtewaarmede hij in de zitting van het Huis der Afgevaardigden van 6 Maart jl. de bij de grond wet gewaarborgde en door eenige Volksvertegenwoordigers aangevallen godsdienstvrijheid verdedigde; en de verklaring alleggen van hunne sympathie voor den inhoud zijner belangrijke redevoering, RUSLAND. Sedert de terugkomst des Keizers te Petersburg, wordt er met dubbelen ijver aan diplomatieke en flnancieële aangelegenhedenen ook aan plannen van binnenlandsche hervorming gearbeid. Zoo is er bij het Ministerie van Binnenl. Zaken eene Commissie benoemd, om alle rekeningen van het de partement van policievan het jaar 1837 af, te onderzoeken, dewijl die uitgaven niet in de algemeene staats-rekening begrepen zijn. Blijkbaar ge voelt men de behoefte aan meer toezigt op dien tak van het algemeen be stuur, die zijne bemoeijingen in dc laatste jaren veel te ver heeft uitgebreid. De censuur over gedrukte stukken wordt thans met meer spoed en minder strengheid uitgeoefend, en ook in den dagelijkschen omgang hoort men vrijer spreken dan vroeger. De Minister van Binnenl. Zaken heeft eene zeer belangrijke circulaire aan alle Gouverneurs gezonden, waarin dezen met den meesten aandrang op 'thart wordt gedrukt, om voor het zedelijk en stoffelijk welzijn der bevolking te zorgen, en herinnerd, van hoeveel belang het is, dat de Auto riteiten regt en geregtigheid uitoefenen en door een goed voorbeeld, een gezegenden invloed verkrijgen op de burgers. Sedert den vrede zijn te Petersburg een aantal builenlandsche koop lieden fabrikanten en werkliedenaangekomen. De Russische gezantschap pen zijn thans zeer bereidwillig om reispassen te geven aan ieder die met handels-ondernemingen in betrekking staat. TÜKHÏE. Nu Eupaloria door de bondgenooten ontruimd wordt, geeft liet meeren deel van de Tartaarschc bevolking dier stad den wensch te kennen om zich met der woon in Turkye te vestigen. De landstreek Dobroedseha is aan die lieden tot woonplaats aangewezen, en zij zijn reeds begonnen derwaarts te verhuizen. Eenige Fransche Staf-Officierendie dezer dagen hier langs naar Klein-Azie gereisd zijn, hadden ook in last rond te zien naar oorden afwaai de Tartaarsche bevolking van de Krim zich zou kunnen nederzetten. VEÏtEENKGIÏE STATEN. De verbodsbepalingen tegeu het vervaardigen en verkoopen van slcrke dranken, zijn uitgegaan van den Slaat Maine. Thans zijn in dien Staat door de beide Kamers der Wetgevende Magt nieuwe bepalingen dienaan gaande aangenomen, waarbij het prohibitive beginsel afgeschaft is. Het getal landverhuizers gedurende 1855 hier te lande aangekomen bedraagt 230,000, waarvan meer dan 160,000 te New-York aankwamen. Duilschland leverde 66,000, Ierland 49,000 en Engelaud 39,000. Sedert 1843 kwamen er 3,400,000 landverhuizers in Amerika aan. Een en ander volgens opgave van den Staats-Secrelaris in hel Huis der Vertegenwoordigers. Te Valparaiso heeft een geweldige orkaan, behalve andere schade aan te rigten, den ijzermolen van Conzeno en Garland weggerukt, hetwelk een verlies van 200,000 dollars veroorzaakt. Er vielen tevens zware stortregens. STABS BERICTEK. 1IER-IJ li. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente LEYDEiV, gezien heb bende de Notificatie van Gedep. Staten van Zuidbolland, in dato den 8 Januarij ji., Prov.-Blad N». 6) betreffende den Herijk der Maten en Gewigten in Zuidbolland, en gelet op de voordragt van den Arrondissernents-IJkcr alhier, van den 22 dezer maand, geven mits deze den Ingezetenen dezer Gemeente hunne verpligting te ken nen, tot het doen herijken van alle de bereids te voren geijkte Lengte- en Inhouds maten en Gewigtenbenevens de bij de Inhoudsmaten van dioogc waren hehoorende strijksels, waarmede deze, overeenkomstig Art. 3 van Z. M. Besluit van den 21 Decem ber 1822 StaatsLlN°. 54), moeten worden afgestreken. En worden zijlieden ten dien einde opgeroepen ter bezorging der gemelde Maten en Gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan liet Lokaal van den Ijk, in de Lange Schoolstee" zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd: Voor Wijk Iop den 8 en 9 April. 11,» 10 en 11 April. y> III, 14, 15, 16 en 17 April. y> IV, 13, 21, 22, 23 en 24 April. V, d 25, 28, 29, 30 April en 2 Mei. y> VI, d 5, 6, 7, 8 en 9 Mei. VII, 13, 14, 15, 16, 19 en 20 Mei. VIII, 21, 22, 23, 26 en 27 Mei. liet Buitenwijk op den 28 Mei. met uitzondering echter van de Goud- en Ziiversmids-, henevens de Apolhekers-, of Mcdieinale-gewiglen, voor welker herijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden te welen: Voor de Goud- en Zilversmids-gewigtenvoor Wijk I, II, 111 en IV op den 1 April. V, VI, VII, VilI en het Buitenwijk op den 2 April. Voorde Medicinale-gewigtenvoor Wijk 1, II, III en IV, op den 3 April. i> V en VI, op den 4 April. VII, VIII en het Buitenwijk op den 7 April, telken dage des morgens van 9 tot des namiddags 1 ure. En waarschuwen Burgemeester en Weihouders voornoemd, allen en een' iegelijk wien het aangaat, met heiinnering tevens aan Art. 2 van Zr. Ms. Besluit, in dato 30 Maart 1827 StaatsblN°. 13), om op bovengemelde dagen, na welke de Arrondis sementsijker zich, overeenkomstig Art. 10 der Notificatie van Gedep. Staten van Zuidholland, in dato 18 Januarij 1822, tot het verrigten van den Herijk naar de Buitengemeenten van zijn Ressort moet begeven, en alzoo huiten dc mogelijkheid is, om gereedelijk aan het verlangen der verzuimdhebbenden Ie voldoen, zich overeen komstig hunne verpligting omtrent dezen Herijk stiplelijk te gedragen, ten einde buiten bekeuring te blijven; zullende er, na den bepaalden termijn, ingevolge dispositie van Gedep. Staten van Zuidholland, in dato 22 November 1831, gecne verlenging van tijd, of zoogenaamde nadagen, gegeven worden. Wordende aan de belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd de Notificatie van Gedep. Slaten van Zuidholland in dato 4 Augustus 1820, volgens welke de ijkpligtigheid zich uitstrekt tot alle handel en neringdoende lieden, Fabriekeurs en Ambachtslieden, die in bunnen handel of hun bedrijf, eenige maten of gewigten gebruiken, en de Apothekers of Medicijnbereiders in het bijzonder, aan Art. 3 en 5 van Z. M. Besluit dato 21 October 1819 [StaatsLl. N°. 52), bepalende hunne gehoudenheid tot het bezit van een vol stel gewigten, en medeverpligting tot den jaarlijkschen Herijk van hetzelve, alsmede aan het Koninkl. Besluit van den 5 Fe- brnarij 1826, N°. 153, volgens hetwelk de, hij derzelver eersten Ijk gestempelde greingewigtcn, zonder die eene nadere stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door den Ijker moeten worden nagezien en onderzocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 3