Art. 3. Het tegenwoordige verdrag zal bekrachtigd en de ratification zullen uitgewisseld worden binnen 14 dagen of eerder, zoo mogelijk. Gedaan te Parijsden IS11™ April 1856. Onder stonden de volgende namen: Clarendon, Cowley, Buol-Scliauen- slein, Hubner, A. Walewski, Bourqueney. In de beide Huizen zal, volgens gebruik, voorgesteld worden, bij een adres aan II. M. de blijdschap der beide Huizen over het herstel des vredes te betuigen. Het bij de Pairs voor te stellen adres luidt aldus: Terwijl wij het ons ten pligt geacht zouden hebbenaan H. M. blijmoedig de ruimste ondersteuning te verlecnen in geval het ongelukkig noodzakelijk bevonden ware den oorlog voort te zetten, hebben wij met vreugde en ge noegen vernomen dat 11. M. in slaat gesteld is geworden ora den vrede te herstellen op voorwaarden die zoo eervol voor de kroon zijn en de groole bedoelingen, waarmede de oorlog ondernomen werd, zoo geheel verwezent- lijken. liet verblijdt ons dat, terwijl die bondgenootschappen, welke zoo veel tot de krachtige en gelukkige doorzetting des oorlogs hebben bijgedragen, even dienstig voor het verwerven van een duurzamen vrede geweest zijn; Stalenwelke geen werkdadig aandeel aan den oorlog genomen hadden zich aan de oorlog gevoerd hebbende Mogendheden aangesloten hebben, om door luinnc toetreding en bekrachtiging nog te meer vastheid bij te zetten aan de schikkingen die bestemd zijn om Europa's rust in het vervolg van tijd voor storing te behoeden. Het verheugt ons dat, in weerwil der groole inspanningen, welke de afgeloopen oorlog noodzakelijk gemaakt heeft, de hulpbronnen van dit rijk ongedeerd gebleven zijn. Wij hopen dal de nu gesloten vrede onder Gods zegen langen lijd voorlga zijne zegeningen over Europa uit te storten, en dat goede verstand houding tusschen de Regeringen, vriendschappelijk verkeer tusschen de natiën bestendig den voortgang der beschaving bevorderen en het welzijn en geluk des menschdoms verzekeren mogen." He Times zegt omtrent heigeen in het Congres van 8 April door den Franschen Minister van Buitenl. Zaken betrekkelijk de Belgische dagbladpers gezegd is. Be Belgische nieuwspapieren (zegt de Times) behelzen leeringen die builenlandsche Regeringen, inzonderheid de Franscheniet aanstaan; en hetgeen in België onder de bescherming eener vrije staatsregeling wordt gedruktwordt door den Graaf Walewski schier als eenc reden van oorlog beschouwd. De oorlog is geëindigd; maar hij noodigt ons uit tol een nieuwen kruislogl om op liet vaste land van Europa alle overblijfselen van persoon lijke en politieke vrijheid te verdelgen; hij wil dat wij de vcreeniging der Monarchen aangrijpen als eene gelegenheid om de vrijheden en regten der volken te besnoeijen. «Wanneer zal men dan toch begrijpen dat geweld met geweld, maar redenering met redenering te keer gegaan moet worden? Eene Regering welke op de publieke opinie steunt, behoeft zulke dwangmaatregelen niet om zich staande te houdeneene op geweld gegronde Regering behoorde zich zoo spoedig mogelijk vrij te maken van de hatelijke noodzakelijkheid om eene gewelddadige handelwijze met gewelddadige middelen vol te houden. «Wij hebben eenen krnistogt tegen eene gewelddadige en heerschzuchtige Mogendheid ten einde gebragt; zullen wij nu een anderen beginnen tegen menschen wier misdrijf is, dat hunne vrijheid te groot is voor de rust hun ner naburenen dat zij te veel eerbied voor de wet hebben om die vrijheid willekeurig te laten besnoeijen?" FRANKRIJK. PARIJS, 4 Mei. De Koning van Wurtcmberg is gisteren alhier aangekomen, om er in cognito eenige dagen door te brengen. Z. M. is, gelijk men weet, met de familie van den Keizer verzwagerd. De voordragt, om aan den Keizer het regt te geven, aan hooge amb tenaren of hunne weduwen eigenmagLig pensioen te verleenen, vindt bij het Wetgevend Ligchaaui nog al tegenkanting, liet zal intusschen wel niet noodig zijn te zeggen, dat het ontwerp ten slotte door de meerderheid zal worden aangenomen. Naar men verneemt, zal de Graaf de Morny Frankrijk niet uitsluitend voor de krooning te Petersburg vertegenwoordigen; hij zou, zoo al niet als bepaald Gezant, er gedurende langen lijd blijven. Men heeft gezegd, dat voor den Graaf 800,000 fr. beschikbaar waren gesteld. Die som zal echter veel hooger zijn, en schijnt men alles te willen doen, om aan dat gezantschap luister bij te zetten. Behalve de rijtuigen, door den Graaf zeiven besteld, schijnt de Keizer nog zes zijner rijtuigen voor hem beschik baar te stellen, ten einde die bij de plegtigheid te bezigen. Een dagblad zegt, dat de Graaf met den titel van Prins van het Keizerrijk zou ver trekken. Zoo veel is zeker, dat een ontwerp nopens de adellijke titels wordt voorbereid. Tot uitlegging van art. 22 van het Scnalus-Consult van 12 Dec. 1852, betreffende de civiele lijst en de dotatie der kroon, is een nieuw Senalus- Consnlt den 17den April jl. door den Senaat vastgesteld en den 23ste" daar aanvolgende door den Keizer bekrachtigd. Bij het eenige artikel wordt de bevoegdheid van den Administrateur der dotatie van de kroon zeer uitgebreid. De Minister van Eeredienst heeft de Afgescheiden gemeenten van het Prolcstanlsche kerkgenootschap in het departement van de Opper-Vienne doen welen., dat hare godsdienstoefeningen niet langer belemmerd maar we der op denzelfden voet, als vóór hel besIuiL van 25 Maart 1852, toegelaten zullen worden. Dat besluit had de vergunning van den departemcnls-prcfect tot een vercischte ook voor godsdienstige bijeenkomsten gemaakt. Het instituut en de schoone kunsten hebben een smartelijk verlies ge leden, door het plotseling afsterven van den componist Adolphe Adam. Gisteren nog in de opera, werd hij door eene plotselinge beroerte overval len en heden morgen dood in zijn bed gevonden. Tweede gedeelte of vervolg en slot van het vredestractaatwaarvan het eerste gedeelte in het vorig nommer is medegedeeld. Art. 19. Ten einde de uilvoering der verordeningen te verzekerenwelke met gemeen overleg zullen zijn vastgesteld, naar de beginselen, hierboven aangewezenzal elk der partijen het regt hebbenten alle tijde twee ligte vaartuigen aan de monden van den Donau post te doen houden. Art. 20. In ruiling der steden, havens en het grondgebied, in art. 4 van het tegenwoordig tractaat opgesomden ten einde de vrijheid der vaart op den Donau beter te verzekerenstemt Z. M. de Keizer aller Russen toe in de wijziging zijner grenzen in Bessarabië. - De nieuwe grens zal aan vangen bij de Zwarte zee op eene el ten oosten van het meer Boerna-Sola, lijnregt loopen naar den weg van Akerman, dien weg volgen tot het dal van Trajanus, ten zuiden langs Belgrado, de rivier volgen van Yalpoek tot de hoogte van Saralsika, en eindigen te Katamori aan de Prutli. Opwaarts van dit punt, zal de oude grens tusschen de beide Rijken geene wijziging ondergaan. De afgevaardigden der Mogendheden zullen den loop dezer nieuwe grens in de bijzonderheden regelen. Art. 21. Het grondgebieddoor Rusland afgestaanzal bij het Vorsten dom Moldavië, onder het leenheerschap der Verhevene Porie, worden ge voegd. De bewoners van dat gebied zullen de regten en voorregten, aan de Vorstendommen verzekerd, genieten, en gedurende den tijd van drie jaren zal het hun geoorloofd zijn, hunne woonplaats elders over te brengen en vrijelijk over hunne eigendommen te beschikken. Art. 22. De Vorstendommen Wallachye en Moldavië zullen, onder het leenheerschap der Verhevene Porie en onder den waarborg der Mogendhe den, dezelfde voorregten en vrijdommen, welke zij thans bezitten, blijven genieten. Geene uitsluitende bescherming over hen zal door eene der waar borgende Mogendheden worden uitgeoefend. Er zal geenerlei bijzonder regt van inmenging in hunne inwendige aangelegenheden bestaan. Art. 23. De Verhevene Porte verbindt zich, aan gezegde Vorstendom men een onafhankelijk en nationaal bestuur te laten behoudenevenzeer als volle vrijheid van godsdienst, wetgeving, koophandel en scheepvaart. De wetten en bepalingen, thans van kracht, zullen herzien worden. Ten einde volledige eenstemmigheid omtrent deze herziening te doen plaats heb ben, zal zich eene bijzondere commissie, omtrent welker zamenstelling Partijen zich zullen verstaan, onverwijld te Bucharest vereenigenmeteen' commissaris der Verhevene Porie. Deze commissie zal ten laak hebben, een onderzoek te doen naar den tegenwoordigen staat der Vorstendommen en nieuwe grondslagen hunner aanslaande organisatie voor te stellen. Art. 24. Z. M. de Sultan belooft, onmiddellijk, in elk der beide pro vinciën, een Divan ad hoe bijeen te roepen, op zoodanige wijze zamenge- stcld, dat die kan beschouwd worden als op de meest naauwgezette wijze de belangen van alle klassen der maatschappij te vertegenwoordigen. Deze Divans zullen geroepen wordenom de wenschen der bevolkingenbetrek kelijk de bepaalde organisatie der Vorstendommenuit te drukkan. Eene instelling van het congres zal de betrekkingen der commissie met deze Di vans regelen. Art. 25. De meening, door de beide Divans uitgedrukt, in overweging nemende, zal de commissie den uitslag van haren eigen arbeid onverwijld aan den tegenwoordigen zetel der eonferentien overleggen. De eindschik- king met de leenheerschappelijke Mogendheid zal nader geregeld worden door eene te Parijs tusschen de hooge Partijen geslolene overeenkomst, en een hatti-cheriffovereenkomstig de bepalingen van deze zal bepaaldelijk de organisatie dezer provinciën vaststellen, welke voortaan onder den veree- nigden waarborg van al de ondertcekencnde Mogendheden geplaatst zijn. Art. 26. Er is overeengekomendat er in de Vorstendommen eene na tionale gewapende magt zal zijn, met het doel, om de veiligheid binnen 's lands te handhaven en die der grenzen te verzekeren. Er zal geene hin dernis mogen in den weg gelegd worden aan de buitengewone verdedigings maatregelen, welke zij in overeenstemming met de Verhevene Porte, geroe pen zouden zijn te nemen, ten einde eiken vreemden aanval af te weren. Art. 27. Indien de inwendige rust der Vorstendommen bedreigd werd, of gevaar liep, zal de Verhevene Porte zich met de andere Mogendheden verstaan omtrent de te nemen maatregelen, lot handhaving of herstel dei- wettige orde. Geene gewapende tusschenkomst kan zonder voorafgaande overeenstemming met die Mogendheden plaats hebben. Art. 28. Het Vorstendom Servië zal onderhoorig blijven aan de Verhe vene Porte, overeenkomstig de Keizerlijke hats, waarbij zijne regten en vrijdommen worden geregeld, en welke voortaan onder den vereenigden waarborg der Mogendheden worden gesteld. Gezegd Vorstendom zal dien ten gevolge zijn onafhankelijk en nationaal bestuur behouden, evenzeer als de volkomen vrijheid van godsdienst, wetgeving, koophandel en scheepvaart. Art. 29. Het regt der Verhevene Porte om garnizoen te leggenzooda nig als dit door de vroegere verordeningen is bepaald, blijft gehandhaafd. Geene gewapende tusschenkomst kan in Servië plaats hebbenzonder voor afgaande toeslemming der Mogendheden. Art. 30. Z. M. de Keizer aller Russen en Z. M. de Sultan behouden on geschonden hunne bezittingen in Azië, zoodanig als die vóór de uitbarsting van den oorlog bestonden. Ten einde ellten plaatselijke mocijclijkheid te voorkomen, zal de grenslijn worden gewaarmerkt, en, zoo noodig geregeld, zonder dat daaruit eenig nadeel van grondgebied voor eene der beide par tijen zal kunnen ontstaan. Te dien einde zal, onmiddelijk na hel herstel der diplomatische betrekkingen tusschen het Hof van Rusland en de Ver hevene Porte, eenc gemengde Commissie, zamengesteld uil twee Russische Commissarissen, twee Turksehe, een Franschen en een Eugelschen derwaarts gezonden worden, llaar arbeid zal binnen den lijd van acht maanden moe ten zijn afgeloopen, te rekenen van den dag der uitwisseling van de ratifi- catiën van het tegenwoordig tractaat. Art. 31. Het grondgebiedgedurende den oorlog bezet door de troepen van HH. MM. den Keizer der Franschen, den Keizer van Oostenrijk, dc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 2