's GRAVENHAGE13 Maart.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot Ridders der 4Je klasse van de Militaire
Willems-Ordede Sergeant F. L. Deioof, ook genoemd P. de Loef of P. de
Loof, en de bier te lande teruggekeerde gegageerde walbusschutter J. A.
Brunold, ten regte genaamd J. J. Baehr, beiden van het wapen der inf.
van het leger in Ned. Indie, wegens hunne krijgsverrigtingen gedurende
1853 in de Wester-afdeeling van Borneo.
Ook is tot Broeder der Orde van den Ned. Leeuw benoemd de Zende-
ling-Leeraar J. G. Schwartzte Langewanin de Menahassaresidentie
Menado.
Aan den lieer J. Franco Mendes, solo-violoncellist van Z. M. den
Koning, is vergunning verleend tot het aannemen der onderscheidingsleeke-
nen van de Ridder-Orde van Isabella la Catoücahem door de Koningin
van Spanje geschonken; alsmede aan den Kap.-Luit. ter Zee J. A. B. Tadsen,
Equipagemeester der Marine te Amsterdamhet aannemen van de Zwaard-
Orde, hem door den Koning van Zweden en Noorwegen geschonken; en
aan den Kolonel der Artillerie E. van Löben-Sels, het aannemen van de
Ridder Orde van den Rooden Adelaar 2de kl.hem door den Koning van
Pruissen geschonken.
Aan Mr. D. J. van Ewijck, gewezen Commissaris des Konings in de
provincie Noordholland, is een pensioen verleend ten laste van den Staat,
ten bedrage van ƒ4000 'sjaars.
Z. M. heeft benoemd tot President der Arr.-Regtbank te Deventer,
Mr. J. G. de Witt Hamer, thans Kantonregler te Oostburg, en tot Kan-
tonregter te Gouda Mr. J. II. van Gennep, thans Kantonregter te Culenborg.
Tot Ontvangers zijn door Z. M. benoemd: te Scherpenzeelde Heer
P. A. Rendorp, Surnumerair; te Wijhe, de Heer F. A. von Schmid, thans
te Eethen c. a.en te Eelhen c. a.de Heer G. D. P. S. Hubar, Surnumerair.
Door Z. M. zijn benoemd bij het reg. grenadiers en jagerstot lslen
Luit.-Kwartiermeester den 2de" Luit.-Kwartiermeester J. W. Muller, van
het corps; bij het lste reg. infanterie, tot 2den Luit.-Kwartiermeester den
Opperwachtmeester J. Milder, van het 2de reg. dragonders.
Bij den Minister van Financiën is ontvangen ƒ80door een R. K.
Kapelaanonder het postmerk 's Hertogenboschvoor 's Rijks schatkist
ingezonden.
Bij het Ministerie van Koloniën is als voorloopige opbrengst van de
loterij ten behoeve van de noodlijdenden op Banda en Ternate, door den
Heer C. W. Mieling alhier, ƒ12,000 gestort.
Gisteren heeft de Ilooge Raad uitspraak gedaan in de zaak van den
Heer de Lom de Berg, lid van de Tweede Kamer; heeft de Raad, bij
arrest, dien beklaagde vrijgesproken van de aanklagt ter zake van te lage
aangifte van de huurwaarde van zijn woonhuis, maar hem schuldig ver
klaard wegens de te geringe aangifte van belastbare deuren en vensters en
van haardsteden, en hem ter dier zake veroordeeld tot twee geldboeten te
zamen van ƒ149 58, en in de kosten.
Tweede Kamer der Stateii'GeneraaJ.
Zitting van Dingsdag 11 Maart.
In deze zitting is ingekomen eene overeenkomst, gesloten met Bremen
betrekkelijk de toelating van consulaire agenten in de overzeesche bezittin
gen, welk stuk in handen eener commissie van 5 leden tot onderzoek ge
steld is.
De Kamer heeft beslist dat op aanstaanden Donderdag, 13 dezer, zullen
plaats hebben de vroeger vermelde interpellatien van den Heer Thorbecke,
aan de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Koloniën.
Daarna zullen achtereenvolgens in beraadslaging worden gebragt de wets
ontwerpen tot amortisatie en inkoop van rentegevende nationale schuld;
tot verhooging van Hoofdstuk Vil der Staatsbegrooting van 1855 (pensioe
nen), en lot verbooging van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1850,
betrekkelijk den Haarlemmermeer-polder; omtrent welke drie wets voorstel
len de eindverslagen heden werden uitgebragl.
Na afloop daarvan zal de Kamer nog eene beslissing nemen omtrent de
conclusien der rapporten betrekkelijk de overeenkomst met Belgie lot uit
levering van boosdoeners, en de inlichtingen op hel adres van den kerke-
raad der Christelijke Afgescheidene gemeente te Kockengen, betrekkelijk de
stichting van een kerkgebouw aldaar.
Zitting van Donderdag 13 Maart.
Aan de orde van den dag is de interpellatie van den Heer Thorbecke,
nopens de belemmeringen der vaart op de Maas en het Zuidwillemskanaal
door waterwerken in België.
De Heer Thorbecke zet deze zaak uiteen, de Ministers van Binnenl. en
Bnilenl. Zaken antwoorden. De stukken ter inlichting zullen ter griffie tot
inzage worden neergelegd, waarmede die interpellatie is afgeloopen.
Telegrafisch Kerigt, 6 uur 20 minuten.
De interpellatie van den Heer Thorbecke aan den Minister van Ko
loniën is mede afgeloopen. Daarna is de amortisatie van 10 millioen aan
genomen. Vervolgens is de zaak van Kockengen besproken door de Heeren
van Reede van Oudshoorn de BrauwIloffman en Elout. De Ministers
van Justitie en R. K. Eeredienst hebben aangelooud, dat zij naar wet en
billijkheid hebben gehandeld.
De Kamer is daarop voor 3 weken uiteengegaan.
AMSTERDAM, 12 Maart.
De Letterkundige afdeeling der Kon. Academie hield eergisteren alhier
eene gewone vergadering. Tegenwoordig de Heeren Bake, Koenen, Kars-
ten, de Vries, de Bosch Kemper, de Wal, Jansseri, Moll, Kist, Ackersdyck,
Juynboll, Rutgers, van den BerghDelprat, Bakhuizen van den Brink,
Leemans, Iloflmann, Cobet, var. Hall, Holtius en Roorda, en van de na
tuurkundige afdeeling de Heer Staring.
De Heer Cobct deed een motie van orde, om het voorstel van den Heer
Bake, betreffende het staats-examente doen voorafgaan aan voordragten
der Heeren Juynboll en Roorda. De motie werd bij gemis van genoegzame
ondersteuning, niet in omvraag gebragt.
De Heer Roorda hield eene voordragt over het onderscheid tusschen de
spreek- en schrijftaal, vooral in het Nederduitse!). Spr. helderde de strek
king zjjner vroegere rede door taalkundige voorheelden op en betoogde dat
de grammatische vormen in de spreektaal vast zijnmaar dat er in onze
schrijftaal vele kunstmatige vormen zijn op te merken, die, aan het Hoog-
duilsch ontleend, niet zuiver Nederlandsch zijn en met het waar karakter
onzer taal strijden. Wegens de uitvoerigheid dezer rede, verzocht de Voor
zitter den spr. het tweede gedeelte tot eene volgende vergadering uit te
stellenwaarmede spr. zich volgaarne vereenigde.
De Heer Juynboll deed eene mcdedeeling betreffende een Arabisch geogra
fisch woordenboekwaarvan het handschrift in de bibliotheek der Leydsche
Academie aanwezig isen dat door hem eerlang zal worden in het licht gegeven,
j De Heer Bake deed een voorstel, dal de letterkundige afdeeling zich met
een adres tot de Regering wende, waarin zij hare overtuiging te kennen
geve omtrent de al of niet voorwaardelijke toelating van jongelieden lot de
j Academische lessen. De redenen lot dit voorstel, waren: 1°. omdat de
natuurkundige afdeeling zich minder geneigd beloonde zich aan te sluiten
en te vereenigen met de beslissing, door de zuster-afdeeling omtrent het
voorstel des Heeren Cobet tot herstel van het staatsexamen, ten vorigen
jare genomenen 2". in de verkeerde opiniën en beschouwingendie door
sommige leden van de Tweede Kamer bij de behandeling van de zaak van
het hooger onderwijs, ten vorigen jare zijn geuit. Spr. stelde voor dit zijn
voorstel te stellen in handen eener Commissie (de Heeren Kemper, Delprat en
Roorda), ten einde daarover in eene volgende vergadering te rapporteren.
De Heer de Bosch Kemper motiveerde de redenenwaarom hij zich verpligt
rekende voor die Commissie te bedanken.
Met 12 tegen 8 stemmen werd het voorstel aangenomen. (De Heer Lee
mans hield zich buiten stemming). Tot leden dier Commissie zijn benoemd
de Heeren Bake, Delprat en Roorda.
De Heeren Hoffmann, Koenen en Roorda boden der Academie exemplaren
aan van door hen uitgegeven werken.
Niets meer aan de orde zijnde, werd de vergadering gesloten.
Het Hof van Noordholland heeft het vonnis van de Arr.-Regtbank,
bij 't welk Jhr. M. Salvador, ter zake van het hoonen der Haarlemsche
Reglbank, tot cellulaire gevangenisstraf van 15 dagen en eene geldboete
van ƒ100 is veroordeeld, bevestigd.
UTRECHT, 12 Maart.
Z. M. heeft benoemd tot Rector-Magnificus bij de Hoogeschool alhier
voor het Academiejaar 185G1857 den Hoogleeraar L. G. Visscher.
Het verjaarfeest der Hoogeschool, gewoonlijk invallende 26 Maart,
zal ter zake van de Paaschvacanlie dit maal op den 4dCQ April gevierd wor
den. Als eene opmerkelijke bijzonderheid voegen wij daarbijdat de 5
Professoren, in 1831 uit België tot ons overgekomen, en alle nog in volle
werkzaamheid, op dien dag hun 25-jarig verblijf aan de Akademie zullen
herdenken, te welen: de Heeren Holtius en Visscher, uit Leuven; van Rees
en Ackersdijk, uil Luik, en Bergsma, uit Gent; allen ten gevolse der om
wenteling naar deze stad verplaatst. [Vtr. C.)
BIHKNLANDSCHK BKRIGTEV.
BKLCie.
Uil Bergen in Henegouwen wordt gemelddat de groote steenlang
8 Ned. ellen en wegende 14,000 Ned ffi, die op de tentoonstelling te Parijs
heeft geschitterd en waarvoor den inzender, de Heer Wincqz, eene me
daille van de 2de kl. werd verleendbij de terugzending is gebroken. Deze
steen was op de bovenzijde bnitengewoon schoon gebeiteld en kon als eene
kunstproeve van steenhouwerswerk beschouwd worden. Hij koste 10,000 fr.
Uit Henegouwen en Brabant zijn dezer dagen 560 landlieden naar
New-York vertrokken.
EW«EIi AR'D.
LONDEN, 11 Maart.
De Koning van Belgie wordt heden alhier verwacht.
Eenige dagen geleden is de vrouw van Isaac Hughes of Nortsyddion
van vier kinderen bevallen, drie meisjes en een jongen. Moeder en kinde
ren zijn volmaakt welvarend.
Alhier is een prospectus uitgegeven van eene maatschappij voor Turk-
sclie gas-verlichlingwelke Konslantinopel en andere groote steden van het
Turksche rijk door gas wil verlichten. Tot dat doel zal een kapitaal van
100,000 in aandeelen bijeengebragt worden.
FRANKRIJK.
PARIJS, 11 Maart.
De Pauselijke Nuntius en de Heer Manderstroembuitengewoon Gezant
van den Koning van Zweden, zijn bij den Keizer ten gehoore geweest, ten
einde hem brieven van hunne lastgevers te overhandigen. Men leidt daaruit
de gevolgtrekking af, dat de Paus en de Koningin van Zweden, eene
dochter van Prins Eugene deBeauharnais, aangenomen hebben, om als peter
en meter bij den doop van het kind van den Keizer op te treden.
De toestand van Prins Jeróme blijft steeds zorgwekkend. Hij heeft
verzocht, zoo hij mogt overlijden, hem naast zijn broeder, Napoleon I, te
begraven.
Eenige dagen geleden heeft men aan den Heer A. FerrerSecretaris
der Napelsche legatie, 4000 fr. ontvreemd, en wel uit zijn vertrek in het
hólel du Louvre alhier. Dit geld bevond zich in eene beurs welke in eene
reiszak was weggesloten; men heeft de reiszak opengesneden en daarna de
beurs weggenomen.
Dezer dagen is een werk van Capefigue verschenengetiteld Cathe
rine de Médicis. Dat werk bevat vele tot nu toe onuitgegeven stukken
waaronder men opmerkt de correspondentie van de hoofden der Hugenoten
met de Hervormden in Vlaanderen, Belgie en Holland.
Gisteren is de zevende vergadering van het vredes-congres gehouden.
Men zegt dat alles naar wensch gaat en dat men den einduitslag binnen
weinige dagen mag verwachten. Van vele zaken worden, om tijd te win
nen, slechts de hoofdstukken vastgesteld, om nader te worden uitgewerkt.
Op die wijze zou ook reeds de grensscheiding in Bessarabië zijn geregeld.