LEYDSCHE
COURANT.
WOENSDAG 16 JANÜARIJ.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zat ut dag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het
de afzonderlijke Hommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BINNENLANDSCÏIE BERIGTEN.
LEY DEN15 Januarij.
Door de aanzienlijkste handelshuizen te Rotterdam wordt deel geno
men in de loterij van den Heer Mielingten behoeve van de noodlijdenden
op Banda en Ternata. Er zijn er, die voor 20, 30, 40 en 100 loten ge-
tcekend hebben.
Door Jonkvrouwe J. L. G. Gregory, op 1 llee. 1855 te 'sGravenhage
overleden, is bij testament, op den 22sle" Maart 1855 aan den Notaris Mr.
J. de Bas Jz. aldaar aangeboden, o. a. een legaat besproken aan het alhier
te lande gevestigd Genootschap ter verspreiding van den Bijbel. Vermits
hiermede niet kunnen bedoeld zijn het Nederl. Bijbelgenootschap of de 'sGra-
venhaagsche llijbelvereeiiigingaan welke beide instellingen afzonderlijke
legaten zijn gemaakt, zoo worden, ingevolge aankondiging in de Staats-C
de Bestuurders van hel Genootschaphetwelk onder den voormelden naam
mogt bestaanof anderzins vermeenen mogt op dit legaat aanspraak te kun
nen maken, wegens executeuren-testamentair bij deze opgeroepen om zich
aan te melden ten kantore van voornoemden Notaris.
Te Amsterdam is bij het Athenaeum Illustre een laboratorium voor
physiologische en pathologische onderzoekingen ingerigt. Dr. A. lleynsitts is
door den Gemeenteraad tol Directeur aangesteldzoodat de werkzaamheden
spoedig zullen beginnen.
Uit Hoorn wordt gemeld: Twee zoons van eenen bakker begaven zich
te bed in de bakkerij en vergaten den doofpot te sluiten; men vond beide
des morgens door de kolendamp gestikt. Beide jongelingen waren zeer op
passend en arbeidzaam; de een was 17 en de andere 18 jaren oud.
In den Gemeenteraad van Alkmaar is door een der leden het voorstel
gedaan om zich bij adres tot den Koning te wendenmet verzoek om
gunstig te willen beschikken op hel adres van den Amsterdamsehen Ge
meenteraad vroeger door ons medegedeeld.
Het volgende treurige voorval beeft te Schardam (Noordholland) plaats
gehad. P. 'L. zijne sigaar aan een lucifer willende aansteken, had het on
geluk, dat een weinigje phosphorus er van afspatte en in een aan zijne kin
zittend puistje geraakte, met het ongelukkig gevolg, dat hij na hel lijden
van hevige pijnendaaraan spoedig is bezweken.
In de zitting van den stedelijken Raad van Utrecht is ingekomen eene i
missive van Gedeputeerde Statenhoudende goedkeuring van de door den
Raad aangenomen geldleening van ƒ100,000. Na de ter tafelbrenging van
dit stuk, zijn Burgemeester en Wethouders bereids gemagtigd, om aanvan
kelijk eene som van ƒ50,000 te negotiëren.
Door den Gemeenteraad van Leeuwarden is tot Rector bij het stede
lijk Gymnasium aldaar benoemd Dr. D. C. Pieyte, thans Rector der La-
tijnsche school te Zalt-Boemel.
De militair Dijkman, die onlangs voor de tweede maal van zijn corps
deserteerde, doch zich vrijwillig weder in arrest begaf, is door den Krijgs
raad van Friesland veroordeeld tot 6 maanden detentie, 8 dagen cacliot-
straf en verlies der kokarde, gedurende den tijd van 1 jaar.
De Arrondissements-Reglbank te Assen, heeft tegen de Asser Cour.
rcglsingang verleendter zake van laster tegen den Heer Zylker.
Dezer dagen had te Zwolle eene zeldzame verkooping plaats, van 400
bunders hooge vcenen, toebehoord hebbende aan de familie Eeckhout aldaar,
bij de verdeeling der eigendommen van wijlen den Heer G. W. van Marie.
Laatstgenoemde maakte in 1791 reeds een plan om de Dedemsvaart te doen
graven. De schoonzoon, Mr. W. J. Baron van Dedem vroeg in 1809 ver
gunning er toe, en liet hel kanaal, naar hem de Dedemsvaart genoemd, gra
ven, meer dan 2 tonnen gouds eigen vermogen daaraan opofferende. De
bovenvermelde veencn hebben thans in veiling opgebragt 181,000. In
1809 was het grond zonder waarde; in 1830 zijn dergelijke gronden ver
kocht voor 40 de bunder, in 1840 werden 475 bunders der compagnie
verkocht voor 148 de bunder, en nu in 1856 de 400 bunders voor ƒ181,000
of 425.75 de bunder. Opmerkelijk is het, dat al de veenen zijn gekocht
door opgezetenen der Dedemsvaart, die uit de aldaar thans heerschende
welvaart, het vermogen daartoe hebben. Het Rijk ontvangt jaarlijks aan
belastingen, ten gevolge dezer vaart, ruim 2 tonnen gouds, de provincie
ruim 5 pCt. winst van den aankoop, en de oude grondbezitter van een
nietig kapitaal eene onbegrijpelijke rente, dat alles is men verschuldigd aan
de nijverheid van wijlen de Heeren G. AV. van Marie en Mr. W. J. Ba
ron van Dedem. [A. C.)
Het is ons aangenaam eene onderscheidiug te kunnen mcdedeelenaan
een onzer landgenoolen in het buitenland ten deel gevallen. De Heer Phi-
lippus Holm namelijk is den 23slc° Dec. jl. door de Association polytechni-
qne te Parijs, in het vak der meetkunde bekroond met een eersten en een
tweeden prijs, benevens een eerste loffelijke vermelding. Dezelfde Heer
Holm, die op deze wijze blijken zijner bekwaamheid heeft gegeven, ontving
reeds voor twee jaren een eerediploma van het Almee te Brussel. (A. C.)
Vervolg en Slot onzer mededeeling uit de Memorie van Toelichting,
op de wet van het lager onderwijs. (Zie het vorig nommer).
De derde vraag of de inrigting, die volgens het ontwerp aan het openbaar
middelbaar onderwijs gegeven zou worden, bijval verdiende, behoeft geen
onderzoek meer, nu de Regering aan het middelbaar onderwijs eene andere
strekking wil geven dan in het vorig ontwerp. Maar aangenomen dat dit
onderwijs behoort te zijn verdere voortzetting van heilager, met bijvoeging
van eenige andere vakken, moesten toch de meeste bepalingen omtrent het
lager ouderwijs ook op het middelbare betrekking hebben, zoodat dit laat
ste bijna geene afzonderlijke regeling vereischte.
De vierde vraag was, of aan de regeling van het lager onderwijs hij hel
vorig ontwerp de lof van volledigheid was toe te kennen. Hierop op heeft
de Kamer in ontkennenden zin geantwoord. De Regering verlangt geens
zins de grenzen barer bevoegdheid ie buiten te gaan; maar hoever strekken
zich die grenzen uit en wat is het kenmerkend onderscheid tusschcn de be
palingen in de wet en die in de reglementen op te nemen Wie is bevoegd
hierin te beslissen? De Regering heeft, bij het zamenstellen van het vorig
ontwerp, gemeend al wat ervoor vatbaar was, builen de medewerking van
den wetgever te moeten houden. Zij gelooft nog, dat uit dat ontwerp niets
is weggelaten van hetgeen alleen de wetgever kon regelen, en nu hel haar
blijkt, dat eene meerdere volledigheid dier wet raadzaam wordt geacht,
ziet zij er geen overwegend bezwaar in, het vorig ontwerp aan te vullen
met onderscheidene bepalingendie zij anders voor reglementaire verordenin
gen had bestemd. Daar dit evenwel nog niet in allen deele zoo volledig is
geschied als vvelligt wordt verlangdacht zij het noodig hare handelwijze
nader toe te lichten en doel dit op tien aangewezen onderwerpen, te weten:
A. De opleiding der onderwijzers. B. Het examen der onderwijzers. C. De
verzekering van een behoorlijk bestaan aan den onderwijzer der openbare
lagere school. D. Beveiliging van den openbaren onderwijzer tegen gebrek
in zijnen ouden dag. E. Het beginsel der sc'noolpligtighcid. F. Gezondheids
maatregelen op het gebied der school. G. Bewaar- en herhalingsscholen
11. De band tusschen het openbaar lager onderwijs en de bedrijvigheid van
het volksleven. I. De geheel onvoldoende regeling van het schoolloezigt.
K. liet door vreemdelingen le geven onderwijs.
De vijfde vraag eindelijk luidde, of het niet als een hoofdgebrek in liet
wets ontwerp was te beschouwendat daarin de vermelding van het Cliris-
lelijk beginsel als grondslag van alle onderwijs ten eenen male ontbrak.
Hierbij zijn drie hoofdgevoelens ontwikkeld. Eenige leden wensehten dat
afzonderlijke openbare scholen voor Protestanten, R. Katholieken en Israë
liten wierden opgerigl, terwijl in die plaatsen, waar de omstandigheden de
splitsing der openbare school niet gedoogden, het beginsel, neergelegd in
artt. 22 en 23 van het reglement van 1806, voor de gemengde school be
houden zou moeten blijven. Een veel grooler aantal leden verlangde, dat
de wet, óf, op het voorbeeld van die van 1806, de opleiding lol Christe
lijke en maatschappelijke deugden a's een hoofddoel van het lager onderwijs
aanwees, óf, zoo het woord Christelijk vermeden moest wordenalthans
liet doorstralen, dal hel godsdienstig element niet was uitgesloten, terwijl
deze leden zich met allen nadruk moesten verklaren legen het denkbeeld
eener facultative oprigting van openbare gezindheidsscholen. Verscheidene
leden eindelijk beschouwden het geenszins als een gebrek in de wetdat
daarin niet van het Christelijk beginsel als grondslag van het onderwijs ge
wag werd gemaakt, terwijl enkelen van lien met eene facultative splitsing
der openbare scholen in grootere gemeenten wel zonden kunnen genoegen
nemen, maar zonder dat deze schikking in de wet behoorde geworteld te zijn.
Het vraagstuk is van le gewigtigen aard en grijpt te zeer in de meest
leedere belangendan dat de hoop gekoesterd zou mogen worden om de
verschillende zienswijzen tot een te brengen. Daarom heeft de Regering
gemeend bij het zamenstellen van haar vorig ontwerp alleen te moeten on
derzoeken wat de Grondwet te dezen aanzien voorschreef, en de uitslag
was, dat, naar haar inzien, de geest en bedoeling van deze en de gelijk
heid van reglen door haar aan de belijders der onderscheidene gezindheden
verzekerdgeen ander stelsel toelieten dan dal der gemengde school. Wordt
dit aangenomen, dan moet het ook in zijne volle uitgestrektheid worden
toegepasthel te beperken tot slechts enkele gezindheden zou eene onregl-
vaardigheid wezen ten eenzien der uilgeslolene; allen hebben dezelfde aan
spraken. Het hoofdbezwaar tegen dit stelsel ingebragt, is, dat dien ten
gevolge de bevordering van Christelijke beginselen op de openbare school
onmogelijk zou zijn, terwijl noglans de zin onzer natie een godsdienstig
en wel een Christelijk-godsdienstig onderwijs vordert; dat dan ook tevens