dit punt geen gebiedend voorschrift bevat en zelfs de vrijheid des wetgevers in 't minst niet beperkt. De Regering is het laatste gevoelen toegedaan. Mogt.dit ontwerp lot stand komen, dan zal het middelbaar onderwijs een punt van behandeling kunnen uitmaken, en vervolgens het hooger onderwijs. Het eene ontwerp zal zich alzoo ontwikkelen uit het andere; inmiddels kan hel reeds vastgestelde uitvoering erlangenen langs dien door de Grondwet niet verboden weg zal eindelijk de wettelijke regeling van het geheele on derwijs kunnen plaats grijpen. Bij het derde gevoelen was evenwel de wensch kenbaar gemaakt, dat de Regering, schoon slechts de wettelijke regeling van e'e'n der lakken voordragendelevens haar stelsel omtrent ieder der drie lakkenalthans in hoofdtrekken zou blootleggen. Hiertoe zal zij bij de behandeling der tweede vraag overgaanof name lijk de afbakening der grenzen vail de drie takken van het onderwijs aan nemelijk was. Nagenoeg algemeen is men opgekomen legen de omschrijving van hel middelbaar onderwijs, die zij alleen in haar vorig ontwerp zoo be perkt heeft omschreven, 0111 zich vrij te waren van de beschuldiging, dat zij tegen den geest der Grondwet handelde. Naardien deze voordragt zich alleen tot hel lager onderwijs beperkt, zonden verdere beschouwingen om trent het middelbaar onderwijs 1111 achterwege kunnen blijven, ware het niet, dat de Regering bij de beantwoording der eerste vraag zich bereid had verklaard, haar stelsel omtrent de inrigling van de drie takken van hel onderwijs, te dezer plaatse nader in hoofdtrekken bloot te leggen. Het mid delbaar onderwijs moet, behalve lot verdere ontwikkeling en beschaving, tot. opleiding dienen zoowel voor handel, scheepvaart, landbouw en nijverheid, als voor de Universiteit en daarmede gelijkstaande instellingen voor hooger onderwijs. Dusverre bleef het middelbaar onderwijs schier geheel buiten eene regeling, waardoor het wat het technische en industriële gedeelte be treft, op enkele loffelijke pogingen na van vereenigingen en particulieren, geheel verwaarloosd is en als het ware nog geschapen moet worden. Er zullen voor dat onderwijs scholen moeten worden opgerigt, waaraan de alge- meene naam van industrie-scholen gegeven zou kunnen worden, en waarvan, ter aanmoediging, en vermits de zaak nog grooiendeels onbekend is, de Regering het voorbeeld zal belmoren te gevenaanzienlijke gemeenten zullen tot het opriglen en onderhouden van dergelijke scholen verpligt moeten wor den op die scholen zalbehalve in de hooger opgevoerde vakken van het lager onderwijs, onderwijs moeten gegeven worden in de meest gebruikelijke levende talen in de handelswetenschappen de zeevaartkunde de mathema tische wetenschappen de natuurkunde, de algemeene en toegepaste schei kunde, de beginselen der mineralogie, geologie, botanie eri zoölogie, vooral wat betreft de toepassing op landbouw en nijverheid, en de beginselen der technologie; tot op zekere hoogte zal het onderwijs voor alle leerlingen ge meen moeten zijn, later in twee hoofdafdeelingen worden gesplitst, de eene voor handel en scheepvaart, de andere voor landbouw en nijverheid. Ook het middelbaar onderwijs, voor zooverre dit op de gymnasiën gegeven wordt, zal op vele plaatsen verbetering moeten ondergaan, zoo door vermeerdering van bet onderwijzend personeelals door uitbreiding van de vakken van het onderwijs. Beide, industrie-scholen en gymnasiën, zullen onder toezigt moeten staan van personenvoor die taak ten volle berekend. Het hooger onderwijs eindelijk moet strekken tot hoogere beoefening der wetenschap om haar zelve en tot vorming voor betrekkingen in den Staat, waartoe eene wetenschappelijke voorbereiding wordt vereischt. Dat onderwijs zal en in dit opzigt denkt de Regering eenstemmig met de Staats-commissie van 1849, voor zooverre het van rijkswege gegeven wordt, plaats moeten hebben in universiteiten en in scholenbestemd ter opleiding en vorming voor een of meer speciale betrekkingen of beroepen. Hij de voordragt tot wettelijke regeling van het hooger onderwijs zal de Regering hare inzigten betrekkelijk de daartoe behoorende onderwerpen doen kennen en dan is het oogenblik gekomen dienaangaande van gedachten te wisselen. Voor het te genwoordige mag eene algemeene aanwijzing voldoende worden geacht; bovendien kan uil de meer uitvoerige vermelding van den inhoud van het lager en van het middelbaar onderwijs nader afgeleid worden wat tol het hooger behoort, daar alles wat verder gaat dan het middelbare, tot het hoogere is te brengen. Vervolg in een volgend Nomrner.) 'sGRAVENÏIAGE, 12 Januarij. Z. M. heeft benoemd tol Officier van Justitie hij de Arr.-Regtbank te Utrecht, Mr. J. W. Rümer, thans Substituut-Officier bij die Regtbank. Z. M. heeft benoemd bij het reg. grenadiers en jagers, tol ls,cn Lui tenant, den 2den Luitenant J. J. G. Hennequin, van bet corps, en bij liet instructie bataillonlot lsteD Luitenant, den 2dcn Luitenant J. W. Boellaard, van het batailion. Z. M. beeft aanzienlijke giften doen ter band stellen aan besluurderen van onderscheidene op bel Loo gevestigde liefdadige inrigtingen. Ook heeft II. M. de Koningin voor de algemeene loterijten voordeele der nood lijdenden op Randa en Ternate, twee prachtige vazen en een kostbaar kanapékussen geschonken. Z. K. II. Prins Frederik heeft tien loten genomen in de loterij van den Heer Mieling, ten behoeve van de ongelukkigen op Randa en Ternate, met bepaling dat deze 10 loten voor 100 zullen worden betaald. Volgens de Arnst. C. bevindt zich het ontwerp van wet lol organi satie van den Raad van Slale in handen des Konings. He Minister van Finautien heeft onder het postmerk 's Herlogenhosch door lusschenkomst van een 11. K. Priester, ƒ100 in bankpapier, als te ruggave aan de schatkist ontvangen. De Koning van Denemarken heeft ƒ100 geschonken aan P. Verburg, die in de maand October 11. zich bijzonder heeft onderscheiden bij de red ding van de bemanning van het Deensche schip Anna Maria Dorothea onder Loosduinen gestrand. Herhaaldelijk leest men in de dagbladen waarschuwingen wegens na gemaakte of vervalschte coupons, welke in omloop worden gebragt. Wij hebben wederom dergelijk geval te vermelden, daar ons onder de oogen is gekomen dusdanige couponaan een' geaebten stadgenoot in handen ge speeld. Het is eene 4 pCls couponvoor 6 maanden renteverschenen 1 April 1854van een kapitaal groot 1000. Het woord Honderd aan het hoofd ter linkerzijde, is veranderd in Huizendbij het cijfer 2, ter reg- terzijde is eene nul gevoegd, waardoor het 20 wordt. Achter het woord «betaalbaar", is in plaats van Een gulden acht en negentig, gesteld: Ne gentien tachtig. Gelijke verandering is in het cijfer gebragt, terwijl ein delijk in het corps der coupon 100 is veranderd in 1000. Een en ander is met zoo veel behendigheid veranderd en bijgevoegddat er een geoefend oog toe noodig isom deze coupon van eene echte te onderscheiden. D. v. 's G.) BU1TENLANDSCHE BEItfGTEN. re K Ij E §5. BRUSSEL, 11 Januarij. Bij gelegenheid dat de Gentsclie Hoogleeraar Brasseur door 4 van zijne leerlingen beschuldigd werd van anti-katholieke en onchristelijke leeringen, hebben de overige studenten der Gentsclie Hoogescliool levendig en zelfs luidruchtig voor hunnen 1? era ar partij gelrokken. De studenten van de Brusselsche Hoogeschool hebben in eene vergadering, die door omstreeks 200 van hen bijgewoond werdeenstemmig beslotenopentlijk hunne tevre denheid over het gedrag der Gentsclie studenten te betuigen, en een daartoe strekkend adres door eenige Afgevaardigden naar Gent te doen brengen. In dat adres zeggen de Brusselsche studenten dat zij het regt om hunne leermeesters te berispen of, juister gezegd, te bespieden, niet begeeren; dat vrijheid tot het wezen zelf van het hooger onderwijs behoort; dat het hier een strijd is lusschen de vrijheid van onderwijs en hel theocratische stelsel van de middeneeuwen lusschen de denkbeelden der wijsbegeerte van onzen tijd en de dweepzucht, lusschen de rede en de kerkleer; dat in dezen strijd de Brusselsche Hoogeschool steeds voor de wetenschap en de vrijheid zal strijden tegen hen die 's mensehen geest kortwiekenzijnen gezigtskring beperken willen. In de schoone St. Gudule kerk is gisteren avond brand onstaan, door eenige vonken die aan het vuur door de orgelmakers gebruikt, zijn ontsnapt. Gelukkig is de brand spoedig bedwongen, het orgel echter is vernield. AS I®. LONDEN, 10 Januarij. De Graaf van Vlaanderen, zoon van den Koning van Belgie, bevindt zich thans alhier, om een bezoek hij de Koningin af te leggen. De Hertog van Cambridge, Sir Edmund Lyons, Sir R. Airey, Sir R. Jones en de Admiraal Dundas, zijn naar Parijs vertrokken, 0111 den grooten krijgsraad bij te wonen, welke van den lldcn tot den 15den aldaar gehouden zal worden. Alhier is uitgekomen een stukje getiteld: What nextand next? Wat dan? en dan? van R. Cobden. Als man des vredes heeft hij bijna de gansche Engelsehe pers tegen zichen ontziet men zich niet hem op allerlei wijze te beschimpen. Maar niettemin beval dit stuk uitnemend goede zaken, en die 'tonbevooroordeeld leest, zal, al neemt hij niet al de denkbeelden aanmoeten erkennen dat het met veel oordeel is geschreven en eene verstandige kritiek bevat der door ieder een begane misslagen sedert het begin der Oostersche verwikkeling. Er is reeds een aanvang gemaakt met de vernieling van de dokken van Sebastopol. Reeds is er een vernietigd door middel van 1000 Ned. ffi bruid. Als antwoord daarop rigtlen de Russen uit dc noordelijke forten een verschrikkelijk vuur, in die rigling. Wekelijks worden omstreeks 100 man uit het leger afgedankt, ten gevolge van ontvangen wonden of andere gebreken. De pensioenen daaraan verbonden zijn 30 cenls tot ƒ1 50 per dag. Elk soldaat, die in Turkye landt, kost, 11a goed uitgerust en gedrild te zijn, zoodal hij voor de dade lijke dienst gereed is, ruim ƒ3000. In de eerste 11 maanden van het afgeloopen jaar zonden de manschap pen van het 57stc regement ƒ29,000 aan hunne vrouwen en kinderen. Volgens den berigtgever van den Moning Herald uit de Krimis een Engelsch artillerist den 22 Dec. te Balaklava wegens dronkenschap met 50 zweepslagen gestraft zijnde, in weerwil dat hij ongesteld was, aan de ge volgen van deze straf bezweken. Het te Southampton herstelde stoomschip La Belgique van Antwerpen is op nieuw met aanmerkelijke schade te Plymouth binnengeloopen. FIEAlVKIiEJ PAKIJS, 10 Januarij. De Krijgsraad is heden ouder voorzitting des Keizers vergaderd geweest. Hij bestond uit Prins Jeröme, de Hertog van Cambridge, Prins Napoleon, Lord Cowley, de Admiraals Lyons, Dundas, Hamelin, Jurien, Penaud en de Generaals Aurey, Jones, la Marmora, CanroberL, Bosquet en Wiel. De krijgsraad is niet belegd om een plan voor den volgenden veldlogt vast te stellenmaar alleen om de verhonden regeringen met; betrekking tot ver schillende plannen in te lichten, in mogelijke gebeurtenissen te voorzien, en eenige eischen van het oogenblik te regelen. De inlogt van de twee regementen der troepen uit de Krim, heeft op de bepaalde wijze plaats gehad. Onder het bevel van den Generaal Niel op hel plein der Tuilcriën aangekomenhebben zij aldaar voor den Keizer gedefileerd, die door een aanzienlijke staf was omgeven, waarbij men de Generaals Canrobert en Dosquet opmerkte. Oek de Keizerin was op het balkon van het paleis verschenen. De straten waren op dezelfde wijze ver sierd als op 29 Dcc. 11. Aan ieder Onder-Officier en soldaat van de heide regementen, was eene toelage van 2 fr. geschonken. De krijgstoerustingen in al onze militaire zeehavens worden op grooten schaal voortgezet. De zeilschepen worden meest allen van sloomvermogen voorzienmaar hel trekt bijzonder de aandacht dat er een Iandings- materieel wordt bijeengebragt, noodig tot ontscheping van 100,000 man.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1856 | | pagina 2