attribnten ik bekleed was, naauwer toe te balen. Ik zoude niet durven ver zekeren, dat mijne vurige wcnschen en mijn opregte wil vervuld zijn; de tijd is nog niet gekomen er het oordeel over in te roepen van de menschen, en van de gestrenge reglhank, welke eenmaal door de stem der geschiedenis haar onherroepelijk oordeel zal uitspreken. »De zeldzame gaven, welke de Voorzienigheid den jeugdigen Vorst geschon ken heeft, de zorgen welke wij, zijne moeder en ik, aan hem gewijd heb ben doen ons bopendat Don Pedro V de liefde en den eerbied zijner onder danen waardig zal zijn; dat hij de hechtste steuri zal zijn hunner reglen en privilegiën, en dat, binnen de grenzen zijner constitutionele prerogatieven, bij krachtig er toe zal bijdragen de regten der natie, haren roem en hare waardigheid te handhaven, en zal trachten met al de hem ten dienste staande middelen de algetneene welvaart te bevorderen, waarvan inderdaad de glans van den troon afhangt." De rede des Konings bij zijne Troonbestijging luidde als volgt: »Waardige Pairs en Afgevaardigden van het Portugesche volkOvereen komstig den door mij afgelegden eed, zullen mijne krachtige pogingen strek ken tot verzekering van het heil des volks aan welks hoofd ik mij bevind. Getrouw aan de beginselen van den verlegenwoordigendcn regeringsvorm, en met verschuldigdcn eerbied voor de heilige voorschriften van de grondwet des Rijks, zal ik voor hare opregte uitvoering waken. Zooveel in mijn vermogen is zal ik de regten, waarborgen en vrijheden der Portugesche onderdanen bandhaven. Ik zal alle onder het bereik der Kroon vallende middelen aan wenden tot bevordering der openbare welvaart. Ik hoop dal de Cortes voort durend met mijne regering zullen blijven medewerken en aan hetzelve den ■noodigen steun zullen verleenen, ten einde datgene lot stand te brengen wat liet volk behoeft, om de voordeelen der beschaving te genieten en de vruch ten te plukken van die nuttige werkzaamheden, welke de bron zijn van des- zelfs geluk en van den roem des troons. Ik herhaal, dat ik grootelijks ver trouw op de Vertegenwoordigers des volks, op het karakter en het doorzigt der Portugezen, alsmede op de zachtheid onzer zeden, die zelfs in de moeijc- lijkste omstandigheden nooit heeft opgehouden een krachtigen invloed uit te oefenen. Laat ons hopen dat de Regering, welke heden aanvangt, met den zegen des Almagtigen bekroond zal worden: dat de onderdanen dezer mo narchie, die zich nog over de verschillende deelen der wereld uitstrekt, hun nen Koning en zijne regering zullen zegenendat reglvaardigheid en vrijheid met mij zullen regerendat ik mij zeiven gelukkig zal kunnen rekenen in het geluk van allen. SPANJE. De deelneming van Spanje aan het Westerschc verbond, hoewel door de Regering beslotenis nog ver van verwezentlijkt te worden. Frankrijk en Engeland beschouwen de aangeboden hulp voor het tegeuwoordigc niet strikt noodzakelijk en vreezen dal bij den ongelukkigen staat der financiënde kosten alleen op hen zoude nederkomen waartoe beide Regeringen ongenegen zijn. De Carlisten die eenige dagen geleden eene afdeeling troepen hebben verslagen, zijn thans op hunnen beurt door eene andere afdeeling onder Don Pcriquet uit elkander gejaagd. ITALIË. De Pauselijke Staten worden bij voortduring door roovers verontrust. Onlangs deed de Prelaat Sinnati, in de omstreken van Imola, een toglje, waarbij zijn rijtuig door de roovers in beslag en bij gevangen genomen werd. Hij was verpligt zijn bediende weg te zenden om 1000 kroonen te halen als losprijs voor zijn ontslag. De Ridder Silvestri, de oudste der boekdrukkers te Milaan, is aldaar in 78-jarigcn ouderdom overleden. Hij beeft, behalve 500 werken over verschillende onderwerpen, eene bibliotheek uitgegeven van 736 deelen, uil de werken van Italiaanschc en ook buitenlandsche schrijvers beslaande. De Koning van Sardinië neemt in beterschap toe, zoodat hij waarschijn lijk zijn reisplan naar Parijs en Londen zal kunnen volbrengen. De Sardinische Regering is voornemens weder 5000 man naar de Krim te zenden. DEAEIIARHEIV. In tegenwoordigheid van den Koning zijn onlangs opgra\ingen gedaan, onder den vloer der kerk van het vroegere klooster van den H. Benedictus, in Ringsted (Seeland), volgens overlevering, de grafplaats van verschillende Koningen, uit het stamhuis der Waldemars. Reeds zijn de lijkkisten ontdekt van Canut VI, van Waldemar I, bijge naamd de Groote, van Waldemar II, bijgenaamd de Overwinnaar en van •hunne gemalinnen; van Waldemar 111; van Koning Eric-Mcndveden van Magnus-Birger, Koning van Zweden, die in 1287 door zijne broeders van den Troon werd verjaagd. De lijkkist van Waldemar 1 is van graniet, met een van metaal gegoten deksel; het hoofd van dien Vorst rustte op een monnik gewaad, 'l welk in elkander gerold als kussen diende; in het binnenste van dit gewaad bevond zich eene looden plaat, met opschrift, hetwelk vertaald aldus luidt: «Hier rust Waldemar I, Koning der Denen, zoon van den heiligen Canut; edele overwinnaar der Sclaven, grootmoedig bevrijder van het onderdrukte vaderland. Hij heeft de bewoners van bet eiland IVvgen overwonnen, en hij was de eerste, die, nadat hij hunne afgoden bad verbro ken, hun tot het Christendom heeft bekeerd. Hij heeft, ter verdediging van het geheele Koningrijk, den slccnen muur opgetrokken, welke den naam van Danevirke draagt, en hij heeft de vesting Sprogoe (op den grooten Belt.) ge bouwd. Hij is gestorven in het jaar des tlecrcn 1182, het 2Gslc zijner rege ring, den 12den dag der maand Mei." De lijkkist der Koningin Sophia, echtgenoot van Waldemar I, bevatte filechls een geraamte, waarvan de beenderen los en door elkander lagen. Het hoofd der Koningin Bergjerdeene der schoonste vrouwen van haren tijd, onderscheidt zich door twee rijen buitengewone fraaije nog ongeschon den tanden. Naast het ligchaam lag eene zeer lange vlecht hlond haar. Het geraamte van Koning Canut VI, heeft de buitengewone lengte van zes voeten vijf en een halven duim. De Koning heeft bevel gegevende opgravingen voort te zetten. RU SLAJV 19. De Keizer is met zijne broeders den 25sten te Nicolajeff aangekomen. Prins Menzikoff is ook naar die plaats ontboden. Hoewel er nog geene officiële bekendmaking is geschied, begroot men het verlies der Russen bij den aanval op Sebastopol op 12,000 man. Onder de gewonden bevinden zich de Generaals Oslen-SackenChrulelF en Kotsebue. Men zegt dat sedert den aanvang van den oorlog in de Krim 320,000 man Russen derwaarts zijn gezonden en dat daarvan iets ineer dan een derde, namelijk 120.000 man, overgebleven is, en wel in een toestand van uitputting, welke hunne waarde zeer vermindert. De bondgenoolen kunnen thans 200,000 man daar tegenover stellen. Even buiten Petersburg is een trein uit het spoor geraakt, waarbij 11 personen gedood en 40 gekwetst zijn. Onder de laatste telt men vele aanzien lijke personen. TIIRHÏE. De betrekkingen met de Grieksche Regering schijnen thans weder van vriendschappelijken aard te zijn. Koning Otto heeft aan verscheidene Turksche Ambtenaren de Orde van den Verlosser geschonken. De Beij van Tunis heeft, op het vernemen der belangrijke overwin ning, laatstelijk door de bondgenooten in de Krim behaald, bevel gegeven, dat er salvos zouden worden gelost, gelijk dit gebruikelijk is bij de grootste Muzclmanschc feesten. Hij zal iemand naar den Maarschalk Pc!issier zenden om hem van zijnentwege geluk te wcnschen. De toestand van de Turksche zaken in Rlein-Azië schijnt cenigzins verbeterd te zijn. De Russsen zouden den omtrek van Erzcrum hebben verlatenmisschien wel uit vrees voor de mogelijke ontscheping van een Turkseh leger op een of ander punt, waardoor hunne stellingen zoude be- moeijelijkt worden. De Italiaanschc Kolonol Calandrelli, die het opzigt. had over de vestingwerken van Erzerurn is aan de cholera overleden. De opstand onder de Turken in Abyssinie is onderdrukt. De Euro peanen zullen aldaar bij voortduring bescherming vinden en de vrijheid van godsdienst worden gehandhaafd. Uit Tripoli echter verneemt dat de oproer lingen meer en meer de hoofdstad naderen. De oogst van de maïs is buitengewoon gunstig uitgevallen. OOST-miE. BATAVIA, 8 Augustus. De Heer des Ainorie van der Hoevennieuw benoemd Nederlandsch Consul te Canton in China, heeft den lstcn Julij zijne betrekking aanvaard. Door de Tiegering is eene premie uitgeloofd van ƒ1000 voor een Ja- vaansch leesboek van 150 tot 200 bladzijden, bevattende aaneengeschakelde verhalen, eenvoudige verklaringen van feiten op het gebied der natuurkunde en natuurlijke historie en dergelijken. Volgens berigt van Billiton, zijn de Heer C. L. Ovcrbeek, vertegen woordiger der aandeelhonders tot ontginning van Billiton, en den sergeant G. A. J. von Kujana, belast met de topografische opname op dat eiland, in den avond van den 7Jcn Junij 11. in de kampong Noesat, district Tandjong Pandandoor een inlander vermoord met eene kris; de moordenaar, die aan zinsverbijstering leedbragt toen men hem greep verscheiden inlanders en Chinezen nog ernstige wonden toe. De lijken van den lieer Overboek en van den genoemden sergeant zijn den 10l,en Junij naar de hoofdplaats ovcr- gebragt en daar ter aarde besteld. In don nacht van 24 op 25 Julij is eene Chincsche kampong grootcn- deels door brand vernield, hetgeen eene schade van ƒ20,000 heeft veroorzaakt. Het eiland Ternate is door eene aarbeving zwaar geteisterd, waarvan de bijzonderheden nog niet zijn bekend. Ook te Padang heeft men op 7 Junij vrij hevige schokken van aardbeving gevoeld. Bcrigtcn van de wcster-afdeeling van Borneo, gewagen van de ontdek king van een nieuw eedgenootschap, en van verschillende moorden die in den Jaatslen tijd plaats hadden, llet is den waarnemenden Assistent-Resident var. Montrado, bijgestaan door den lstcn Luit. Bols gelukt, met een klein detachement infanterie, eene verzamelplaats der leden van genoemd genoot schap in hel gebergte bij Tandjong te overvallen. Twee der eedgenooten wer den afgemaakt en twee zwaar gewond, terwijl 27 der voornaamste voorstan ders zijn gevangen genomen. Uit de gevonden bescheiden was gehleken, dat het doel der eedgenooten is geweest, om over een jaar, nadat men van gc- noegzamen bijstand zou zijn verzekerd, een algemecncn opstand tegen de Re gering te doen uitbreken. K EKKNIEITWS. Z. M. heeft benoemd tot Predikant in Nederl. Indië den Heer .1. Briët, Candidaat tot de II. Dienst. AKADEIIIE-MEi'WS. PROMOTIE AAN DE LEYBSCIIK IIOOGESCHOOL. Den lstc" October de Heer A. R. Ruitenschild, van Zutphen, in de Godge leerdheid, na Openbare verdediging van zijn Specimen: de Literarum Sacra- rum exempload illud cjuod prodest accommodate docendiper saeculo- rum decursum saepius neglectotarnen summopere observando. Denzelfden dag de Heer A. II. Verster, van Amsterdam, in de Regten, met Theses.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 3