bepaalde orde en met zekere plegtigheid, ten einde elders de godsdienst te gaan uitoefenen. Ik ben ecbler van gevoelen, dat dergelijke optogten bet karakter van openbare godsdienstoefening aannemen, zoodra de toegevloeide menigte buiten gebouwen of besloten plaatsen godsdienstige gezangen aanheft, gebeden uitstort, of zoodra er te dezer gelegenheid predicatien worden gehouden. »Waar op deze wijze, door wien ook, wordt gehandeld, wordt de godsdienst openbaar in strijd met de Grondwet uitgeoefend, en moet bet gezag tusschen beiden treden en verhinderen, wat de Grondwet niet wil toegelaten heb ben enz." Bij bet Departement van Binnenl. Zaken is voor de overstrooming ont vangen een wissel van Zr. M9. Minister Resident te Konstantinopelgroot ƒ652.57, zijnde bet bedrag der giften, bijeengebragl door Nederlanders, te Konstantinopel en Smyrna gevestigd. Aan de fleer J. W. C. Baron van Ittersum, te Grouingen e. s. is ver gunning verleend tot bet aanleggen van een kanaal van Assen naar Groningen. Z. Exc. de Heer de Belmont, Minister Resident van de Vereenigde Sta ten van Noord-Amerika bij het Nederl. Hof., is met zijne familie van zijne buitenlandsche reis alhier teruggekeerd. Viveede Kamer der istaten-fjeneraal. Vervolg van de Zitting van Woensdag 13 Junij. Na den Heer v. Hoëvell hebben nog de Hoeren de Brauw, van Deinse, van Goltstein, Blaupol ten Cale, Wcsterhoff, Bosscha, van der Veen, Meeussen, van Reede van Oudtshoorn, van Bosse, Thorbecke, Baud, Elout van Soe- tcrwoude en de Ministers van Financien en van Koloniën, bet woord gevoerd. De algemcene beraadslagingen zijn daarop gesloten verklaard, zullende de overweging der artikelen morgen aanvangen. Zitting van Donderdag 14 Junij. In deze zitting is ingekomen een Kon. boodschap ten geleide van een ontwerp van wet lot vaststelling van de raming der uilgaven voor het Depart, van Marine. Verzending naar de afdeelingen. De Commissie van rapporteurs brengt haar eindverslag uit over het ont werp van wet tot goedkeuring der overeenkomst met Frankrijk wegens de nadruk. Zal worden gedrukt en de dag der beraadslaging nader worden bepaald. De beraadslagingen worden hervat over bet ontwerp tot afschaffing van den accijns op het gemaal. Over Art. 1 afschaffing van dien accijns met 1°. Januarij 1856 voert niemand het woord. In omvraag gebragt wordt het aangenomen, met 42 tegen 19 stemmen. Over art. 2 zijn de beraadslagingen geopend. De Heer van Bosse stelt daarop een amendement voor. Hierover wordt langdurig door vele leden be raadslaagd. Zoo ver het berigt. Telegrafisch Berigt, 6 uur. Ontwerp gemaal aangenomen met 43 legen 22 stemmen. Amen dement van den Heer Thorbecke tot weglating der opcenten op het j geslagt aangenomen met dezelfde meerderheid. Maandag beraad slaging, Marine. Wij laten hier een uittreksel volgen uit de rede van den Heer Thorbecke in de zitting van 11. Maandag gehoudenwaartoe ons gisteren de plaats ontbrak. De Heer Thorbecke merkt op dat er reeds 35 sprekers het woord hebben gevoerd en na hem nog 10 sprekers zijn ingeschreven. Zijne rede zal tot geene verlenging der discussie aanleiding gevenwant zij zal geen grond tot nieuwe discussie doen ontstaan. Hij heeft een onverzetlelijken weerzin tegen persoon lijke geschillen, het nut en de kracht der parlementaire oppositie konden t nooit helderder schijnen dan thans. Hij spreekt hier niet van ecne kritise- rende oppositie, maar van ecne handelende, en van eene die gereed is om het iniatief te nemen als dit in 's lands algemeen belang pligtmatig blijken mogt. Spreker heeft de rede van den Minister van Finantien met groot ge noegen gehoord. Die rede heelt op hem een aangenamen indruk gemaakt. Hetgeen daaraan ontbrak is bet gevolg van de meening des Ministersdat dit voorstel als een op zich zelf staand voorstel moet worden beschouwd. Hij wcnscht met den Minister niet te twisten, maar moet toch een punt tegen spreken. Z. Exc. beweerde dat hij, Spreker, zou gezegd hebben dat eene moedige Regering en eene moedige Kamer deze belasting zouden kunnen afschaffen zonder equivalent. Het is onmogelijk, dat hij zoo iets kan ge- I zegd hebben, want zijne handelingen pleiten daartegen. De voorstellen van I hem en zijne staalkundige vrienden waren immers veel gematigder dan die I van de Regering. Spreker mag voorts niet geheel voorbij zien de rede van I den Minister van Buitenlandsche Zaken. Hij haalt daaromtrent aan en maakt I op die rede van toepassing een gezegde van Bolingbroke, dat namelijk in I staatsaangelegenheden zekere dosis van slimheid noodig isgelijk in de aliage I van zilver en goud eenig koper, maar wordt die dosis te groot, dan wordt I de munt valsch. De bedoelde Minister heeft eene reconstructie geleverd van I zijne eigene geschiedenis en bestraffing van eigen vrienden. Spr. slaat hierbij I het oog op des Ministers handelingen ten opzigte van het belastingstelsel I tijdens diens Ministerie van Financien en komt nu tot het beginsel der voor- I dragt zelve, dat beginsel is hetzelfde van de verschillende voorstellen, dat is, I om otis belastingstelsel te zuiveren van die elementenwelke de nij- I verheid drukken. Het is voor de volkshuishouding ook niet onverschillig, I hoe de belastingen worden geregeld: Tusschen het publiek belastingstelsel I en de bijzondere nijverheid beslaat een verbanddat bij de bclaslingwerken I in bet oog moet worden gehouden. Hij zal dus, na dit inleidingswoord over het I stelsel in 't algemeen de zaak beschouwen: 1°. in betrekking tot de arbei- I dende klasse2°. in betrekking tot het belang der maatschappij in het alge- I meenen 3". met het oog op de Finantien. I. In het helang der arbeidende klasse. Het is eene der schitterendste •r overwinningen, in de wetgeving opgenomen, dat de grondstoffen en de hulp- I stoffen van de nijverheid van lasten worden ontheven. Dat bemnsel eischte I dat men het tot de voeding van den arbeider uilbreidde en dat men alzoo I aan de vruchten den boom spare. I Spreker is toch niet van de leer bij eene vroegere gelegenheid door den I Heer van Hall verkondigd, dat de weldadigheid der rijken de troost der I armen moet zijn. Daarna komt hij tot de behandeling van het vraagstuk I der dagloonen en tot de redeneringen van sommige sprekers deswege. Hij I wijst op een element van beoordeeling dat opmerking verdient. Hij zegt dat een onderzoek te Brusselover de dagloonengedurende 50 jaren heeft doen zien, dat zij nagenoeg op dezelfde boogie zijn gebleven ondanks de algemcene I verhooging van den prijs der levensmiddelen en de toegenomen behoeften I der arbeidende klasse. De volksmenigte is sneller toegenomen dan het kapi- I taal, dat tot werkloon besteed wordt. Iloe men de zaak dus ook keere of I wende, de arbeider zal altoos door de belasting verliezen, hetzij hij zelf I de belasting draagt, betzij de meester dc belasting zoogenaamd voorschiet. I Men heeft opgemerkt, dat de broodprijs dezelfde blijven of klimmen zal. I Als dat waar is, als het waar is dat afschaffing den prijs niet doet dalen, I dan kan men ook zeggen, dat de accijns bij invoering den prijs niet doet I klimmen, en dat zullen de sprekers toch wel niet willen beweren. II. Een gedrukte toestand der arbeidende klasse, is de ziekte der geheele I maatschappij. Hij wil, niet dat de Staat het loon van den arbeid verhooge, maar niets doe waardoor het loon besnoeid wordt. Hij wil wegneming van de belemmeringen die het loon verlagen. Daarvan komt weder in de gevol gen meerdere omzet in de productie. Ook de zedelijke ontwikkeling zal eer der toenemen als aan de stoffelijke voorwaarden van levensonderhoud des arbeiders voldaan is. Buitendien vraagt hij of deze accijns alleen door geld bedrag werkt Neendat is nog het minste. Het grootste is het verlies van vrijheid en van tijd voor den arbeider. Wij hebben in de discussie vele glo rierijke herinneringen van vroeger hooren aanhalenmaar hij had wel ge- wenscht dat ook ware aangehaald het veitoog van 1751 aan Willem IV, waarin er op gewezen en het betreurd wordt, dat de kapitalen de nijverheid verlaten en vreemde fondsen zoeken van wege de belastingen. Wij zijn die rampen nog niet te boven. Ook nu nog zoeken de kapitalisten de pu blieke schulden en Spreker vindt hierin ook aanleiding lot de vraag, waarom hier zoo veel minder particuliere ondernemingsgeest dan in Groot-Brittannie of Noord-Amerika gevonden wordt. III. Spr. meent, dat de Regering hetzelfde belang beeft als bijzondere per sonen, dat de voortbrenging op geenerlei wijs worde belemmerd; want het vermogen der Regering, is het vermogen der deelen, opgebragt om ten pu- blieken nutte te worden aangewend. Spr. wil toevallige balen aanwenden om te amortiseren, maar hij zegt, verligt eerst den arheid opdat er des te meer voortgebragt kunne worden. En hij zegt ook, tracht niet zoo zeer de lasten te verligtenals de kracht, om de lasten te dragen, te verhoogen. Dan brengt men meer bij tot algemeene welvaart en tot bloei der Finantien. Van 18141848 heeft men hier te lande zeer veel zorg gehad voor de schuld, soms om ze te makensoms ook om ze af te lossenmaar weinig zorg voor de bronnenom het nationaal vermogen te doen toenemen. Spreker zal hiermede eindigen. Hij wensebt zijn beginsel op den voorgrond te stellen en het te vrijwaren legen de bezwaren, die uu en dan daartegen worden ingebragt. Hij vraagt niet naar het stelsel der Regering in deze, want het beginseldat bier op den voorgrond is geplaatst zal zich zelf wel helpen. Dat beginsel, zoo besluit Spreker, staat onder onze voortdurende bescherming; dal beginsel heeft de kracht van het nationale verstand ach ter zich. HUI TE X L A ND SC 11 El! E1U G T E N KNtlELAlVÖ. LONDEN12 Junij. Eergisteren vierde dc Wel-Eerw. Zeer Gel. Heer Dr. Gehle, Predikant bij de Iloll. Hcrv. gemeente alhier, zijne 25-jarige ambtsbedieningprekende over Hand. IV: 12a. Na afloop der godsdienstoefening werd de Leeraar, van wege den Kcrkeraad en eenige leden der gemeente, vereerd met een zilveren theeservies. Eene aan het Huis der Gemeenten overgelegde opgaaf doet ziendat op 1 Junij de Britsche marine bestond uit 288 schepen met 6447 stukken ge schut, waarvan 49 schepen met 1464 kanonnen in de Oostzee zich bevinden. De Regering laat niets onbeproefd om het leger in het Oosten, gedu rende de heete dagen, van goed drinkwater te voorzien. Te Portsmouth wordt thans in allerijl een vaartuig uitgerust met een disteleertoeslelwelke bin nen 24 uren voortreffelijk drinkwater voor 30- a 40,000 man kan leveren. Het schip gaat binnen weinige dagen op reis. De Admiraliteit heeft eene depêche bekend gemaaktwaarin wordt be rigt, dat de Russen Anapa hebben ontruimd. De Circassiërs hebben de stad in bezit genomen. Lord Panmnre heeft gisteren morgen weder een dépêche openbaar gemaakt van Lord Raglan, van den 8stc". Op dien dag werd het in den avond vara den 7dea door de Franschen behaalde voordeel voortgezetdoordien de Fran- schen in dc veroverde werken post vatten. De Mameion en het Witte bastion bevinden zich dus voor goed in handen der belegeraars. Bij het bemagtigen dier werken werden door de Franschen 62 stukken geschut buit gemaakt. 400 krijgsgevangenen vielen den bondgenooten in handen. Het verlies der aanvallers is groot; 400 man zijn gesneuveld en gekwetst. Het oorlogschip Rosamund met drie nieuwe bombardeerschepen is op sleeptouw naar de Zwarte zee en de Centaur naar de Oostzee vertrokken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 2