LEYDSCHE
COURANT.
WOENSDAG, 11 APRIL.
N°. 4
V
BIMENLAADSCIIE BERIGTOV.
isr>5.
De Courant wordt Maandag y Woensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
De Prijs der Courant is f 12 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN10 April.
Eergisteren is alhier op de gebruikelijke wijze de 31stc verjaardag gevierd
van II. K. II. Prinses Sophia, Erf-Groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach.
AVij zijn verzocht het publiek opmerkzaam te maken op het Concert,
Ie geven door Mevr. Emilie Walter. Deze zangeres, thans 27 jaren oud,
heet eigenlijk de Petrovich. Haar grootvader was Vorst Kara George de
Petrovich, llospodar van Servië. Reeds op haar 85te jaar werd zij van wege
haren schoonen zang het wonderkind genoemd, en trad op haar lGde, onder
den naam van Walter, in 't openhaar op, en vervulde de eerste zangrollen der
beroemdste opera's. Z. M. de Koning v. Wurteraberg benoemde haar tot Kamer
zangeres, en in 1848 werd zij te Wecnen lot eerste zangeres aan den Schouw
burg benoemd, waar hare uitstekende talenten haar den uiibundigsten lof
verwierven. Zoo ook in 1849 te Londen. Van daar ging zij naar Florence,
oefende zich daar nog verder en trad toen te Milaan, Turijn en elders als
eerste zangeres op, keerde wegens familiezaken naar Londen terug, waar
hare nabestaanden zich bevonden, kwam in Dec. II. in Nederland, en werd
te Amsterdam in Felix Meritis en elders met grooten bijval gehoord. In de
laatste dagen heeft zij zich in verscheidene steden van ons land op concerten
doen hoorenen zal, na nog eenige plaatsen bezocht te hebben, naar Milaan
terugkeeren, waar zij voor 10 jaren op een jaargeld van 40,000 francs is
aangenomen. Voor een uilslap van 6 maanden naar Rio Janeiro is haar
75,000 francs aangeboden. Zij is niet alleen eene rijkbegaafde zangeres,
maar tevens eene goedhartige vrouw. De helft van de opbrengst van 2 con
certen te Leeuwarden en een te Sneekschonk zij aan de noodlijdenden door
den watersnood, en heeft ook omtrent de nog te geven concerten hetzelfde
oogmerk.
In een der laatste nommers van het Wiener Woclienschrift staat ver
meld, dat Dr. P. M. Mess, Geneesheer hij de badinrigling te Scheveningen
die gedurende den afgeloopcn winter in het algemeene ziekenhuis te Weenen
is werkzaam geweest, benoemd is tot lid van de Keizerlijke Koninklijke
Maatschappij voor Geneesheeren in Weenen.
Volgens het Handelshl. moet de Hoogc Regering nog geen bepaald be
sluit hebben genomen, of voorgesteld zal worden den legenwoordigen regel
van groote kiesdistricten te behouden, dan wel een ander stelsel van indee
ling te volgen. Wat de vermeerdering van hel getal leden betreft, zoo
zoude het voornemen bestaan, om te Amsterdam, Rotterdam en in een der
districten van Friesland, alwaar de toeneming der bevolking zich gedurende
de laatste 5 jaren het sterkst beeft doen gevoelen1 lid meer te doen ver
kiezen. Bij die kiesdistricten zouden dan echter nog eenige andere gemeen
ten worden gevoegd.
In navolging van hetgeen te Rotterdam, Haarlem en 's Gravenhage is
gedaan, om zoo mogelijk de vervaardiging en den verkoop van sterken drank
te weren, is ook te Arnhem een verzoekschrift ter onderteekening in omloop.
Uit het verslag, nitgebragt in de algemeene vergadering der Nederlandsche
Telegraaf-Maatschappij, blijkt, dat in 1854 waren verzonden, van het Nieuwe
Diep 3205 depêches, van Alkmaar 424 depêches, van Amsterdam 1G23 de
pêches, zijnde 5252 depêches, benevens 81 afschriften, tezamen 160,375
woorden. De ontvangsten bedroegen ƒ5982.77, de kosten der exploitatie be
liepen 5088.03j. De winst- er: verliesrekening blijft nog gedebiteerd met
ƒ269.88, alvorens vroegere verliezen gedekt zijn; er zal alzoo geene uildee-
ling plaats hebben. De Heer L. A. Bienfail, die als Commissaris aftrad, werd
als zoodanig herkozen.
Aan de diaconie der Hcrv. gemeente te Haarlem is, hij testamentaire
dispositie van nu wijlen Mevrouw de weduwe Tirion, de aanzienlijke som
van ƒ20,000 vermaakt.
Bij de algemeene Commissie te Amsterdam is voor den watersnood
eene som van ƒ350, van beambten van den lloll. spoorweg, ingekomen.
De beroemde diamant, de Ster van het Zuiden, op de fabriek van den
Heer M. E. Cosier te Amsterdam geslepen, is thans voltooid en heeft in luister
en reinheid alle verwachting overtroffen. Deze brillanl is van het schoonste
water, weegt ruim 125 karaat en zal waarschijnlijk op de aanstaande ten
toonstelling te Parijs schitteren. Geen der beslaande beroemde diamanten
kan met haar wedijveren.
De straatweg van Wageningen naar de Grebbe, die door de doorbraak
van den Grebbedijk onbruikbaar was geworden, is weder tot het gebruik
van voetgangers en rijtuigen bruikbaar, alsmede de ringkade om de door
braak van genoemden dijk voor voetgangers en los vee, zoodat men geene
omwegen meer behoeft te maken.
Den 15dcn dezer zal van Harderwijk vertrekken, om den 17<len daaraan
volgende te Nieuwediep over te gaan aan boord van het schip Javaanbe
stemd naar Suriname, een detachement, sterk 75 Onder Ofïicieren en man
schappen onder bevel van den van verlof terugkeerenden Majoor van Coehoorn
van Houwerda, Bevelhebber der troepen te Curasao.
Dezer dagen is van Zutphen over Rotterdam naar Noord-Amerika ver
trokken een vrij aanzienlijk getal personen, grootendeels uit die plaats en
omstreken en Eibergen, onder geleide van eenen uil Noord-Amerika terug
gekeerden en vroeger daar gewoond hebbenden hakker. Men verneemtdat
deze nagenoeg 150 personen onder zijne bescherming mede neemt. Buiten
dien vertrekken er nog binnen kort meerderen uit deze streken over Rotter
dam en Liverpool.
De Gron. Cour. meldt, dat ook te Sexbierum (prov. Friesland) reeds
nieuwe aardappelen gerooid zijn, zij zijn zeer goed van smaak en de grootte
van sommigen is gelijk aan eenen gewonen stuiter.
Het volgende nemen wij met eenige verkorting uit de Utr. Cour. over:
Moesten wij onlangs, bij eenige beschouwingen over den minder gunstigen
toestand van ons armwezen in 1853, tot de slotsom komen, dat veel daar
van moet worden toegeschreven aan de geringe energie bij onze arbeidende
klassen bewijzen daarvoor ontbreken niet. Vergeleken met die over 1852
zijn de uitkomsten van de werking der spaarbanken in 1853 minder gunstig.
Er werd voor een aanzienlijk bedrag minder ingelegd en een veel grooter
som aan de deelnemers terug betaald. Van verschillende plaatsen verne
men wij de klagt, dat beslaande spaarbanken weinig deelneming ondervin
den, of zelfs hier en daar worden opgeheven: dat zij vooral weinig gebruikt
worden door die klassen, voor welke zij eigenlijk bestemd zijn. De geest van
spaarzaamheid, zoover die uit deze inrigtingen blijkt, is hier te lande uiterst
gering in vergelijking van in Engeland en Frankrijk. Het gewone argument
is, dat door de lagere klassen, in jaren van duurte althans, niet gespaard
kan worden. Dit schijnt echter onjuist, wanneer men iri diezelfde jaren
de opbrengst van den accijns op het gedistilleerd volstrekt niet ziet ver
minderen.
liet getal spaarkassen is in het afgeloopen jaar mede verminderd, ofschoon
het getal deelnemers en het bedrag der ingelegde gelden ongeveer hetzelfde
bleef. De Regering herhaalt in haar verslag den reeds vroeger geuiten
wensch, die zeker door elk weldenkende zal gekoesterd worden, dat in elke
gemeente eene spaarkas inogt worden gevestigd, dal menschenvriendcn door
zedelijken invloed de deelneming daarin mogen bevorderen, daar in deze
instellingen de krachtdadigste middelen worden gevonden tegen het toenemen
van armoede en bedeeling in den winter.
Enkele bijzonderheden van het regeringsverslag kunnen derhalve wel de
overtuiging schenkendat de voortdurend ongunstige toestand van ons arm
wezen niet alleen aan de pogingen der weldoeners, maar gewis ook aan do
beweldadigden is toe te schrijven. Er wordt alom veel gegeven, ofschoon het.
doelmatige der aanwending, welligt sotns veel te wenschen overlaat. Dat er
van de andere zijde alles wordt aangewend, orn zich zeivcn te redden, be
twijfelen wij. Het van giften, in een dolce far niente leven, wil er hij
onzen landaard even goed in als bij den Italiaan. Het goed huishouden
verslaan onze geringere volkklassen niet. Het verslag zegt, dat in 1853
meer jegtslreeks voor ondersteuning van behoeftigen is aangewend eene som
van lusschen de 8 en 9 millioen guldens, terwijl het van elders bekend is,
dat er voor een veel aanzienlijker bedrag jaarlijks hier te lande aan sterken
drank verbruikt wordt. Zoo is het zeker, dat bij algeheel ophouden van het
gebruik van sterken drank, de daardoor bezuinigde sommen meer dan toe
reikend zouden zijn, om in de geheele behoefte van ons armwezen te voorzien.
Hoeveel geringer zouden echter die behoeften daarbij niet zijn?
Bij de opgravingen aan den voet van het slot van Bergen in Hene
gouwen heeft men een kistje met goed bewaarde Romeinsche munten gevon
den en een opschrift, hetwelk hel zeker maakt, dat Q. Cicero, de broeder
van den grooten redenaar, aldaar in Caslrolucus met zijne legioenen stond,
terwijl mede de plaats bepaald wordt, waar hij in het dal van la Maine den
bloedigen slag legen de Nerviers leverde.