LEYDSCHE
COURANT.
mil
VRIJDAG, 23 FEBRUARFJ.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zuturdag Avond.
i\°.
i
De Prijs der Courant is 12 in het jaar
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
Bij deze Courant behoort Bijblad K®.
BlNlXENLANDSCHË BKKIhTEN.
LEYDEN22 Februarij.
Bij den lieer Burgemeester dezer stad is van Z. K. H. den Prins van Oranje,
eene aanzienlijke gift ingekomen, bestemd ter uitreiking aan Uecren Bestuur
ders van liet Werkhuis.
De Heer Dr. F. Junghubn heeft onlangs van Z. K. II. Prins Frederik der
Nederlanden ten geschenke ontvangen, eene zeer prachtige gouden snuifdoos
met diamanten, voorzien van 's Prinsen portret-medaille, aan de keerzijde
waarvan gegraveerd staal: Aan Dr. F. Junghuhnschrijver van het werk
Javazijne gedaanteenz.
De Minister van Marine zal morgen geen gehoor verleenen.
Uit het Jaarhoekje van de Kon. Ned. Marine van 1855 blijktdat
Nederland 84 schepen en 58 kannonneerboolen heeft.
De Heer G. Eduard Meyer, te Amsterdam, die zich door de vervaardi
ging van vele uitmuntende kunstpenwerken onderscheidde, legt thans de
laatste hand aan een dergelijken, op groole schaal uilgevoerden arbeid, tot
onderwerp hebbende eene hulde aan de nagedachtenis van Z. M. Willem II.
Hel is eene herinnering aan de jaren 1830 en 1831 en aan de vereeniging
het Metalen Kruis gewijd.
Niettegenstaande het strenge jaargetijde, is de arbeidende klasse te
Apeldoorn eiken dag voorzien geweest van werk en driemalen 's weeks van
warme soep, daar op uitdrukkelijke begeerte des Koriings de werkzaamheden
achter het Park derwijze zijn ingerigt, dat zij, ondanks vorst en sneeuw,
geregeld kunnen voortgaan. Niettegenstaande koude en duurte is de armoede
dan ook aldaar gering en bedelarij zeer zeldzaam.
Dezer dagen werden te Deventer eenige voorwerpen tentoongesteld, voor
de Parijsche tentoonstelling. Een schoon Smyrnaasoh tapijt uit de Koninklijke
fabriek aldaar trok vooral de aandacht, alsmede een kolossale Deventcrkoek
van 42 oude ponden, van den Heer Klopman Baerselman.
Uit Deventer is aan de Vtr. Cour. van den 20sten Februarij geschreven
Door het op voet van oorlog brengen van hel rcgeinent Jagers te paard die
in Limburg zullen gekantonneerd worden, zal de verwisseling met het
lste en 3•'e regement Dragonders geen plaats hebben doch zal nu het 2dc
regement van uit den Haag naar Deventer en het 4de van daar naar 's Hage
verplaatst worden. De eskadrons uil Limburg van het lsle regement zul
len zegt menweldra naar Arnhem gaanterwijl te Leeuwarden en Gro
ningen een eskadron van het 2de regement zal komen.
De overvloed van zeevisch is te Vlissingen nooit zoo groot geweest als nu
daar de groote bomschcpen, gedwongen orn uit zee hier eene wijkplaats le
zoeken, de markt onophoudelijk voorzien; levende kabeljaauw geldt 30 en 40
ets, vijf schelvisschen 25 a 30 ets, de andere soorten worden tot spotprijzen
verkocht, zoodat de mindere standen zich goedkoop kunnen vergasten. Naar
de dikte der uit zee aandrijvende ijsschotsen te oordeelen, moet de vorst ook
daar allergeslrengst zijn, even als de koude te Vlissingen onverdragelijk is;
de schildwachten van het garnizoen zijn, ook overdag, van zware lakensche
schilderjassenmet over het hoofd slaande kappen voorzien.
Groot is het aantal eendvogels, ganzen en ook zwanen, die aan den
Helder, gedurende dezen winter, op den Zuidwal of Steenendam worden ge
schoten. Bij onafzienbare zwermen, zweeft dit gevogelte kort boven het water.
De jagers keeren doorgaans met aanzienlijken buit huiswaarts.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een ontwerp van wet tot stichting
van een stoomgemaalter ontlasting van Rijnlands boezem op den IJssel
ter som van ƒ200,000.
In de Memorie van Toelichting wordt deswege hoofdzakelijk het volgende
gezegd: In April 1854 was reeds dit wetsontwerp in de Afdeelingen onder
zocht en van wege de Regering beantwoord. Hel is inlusschen onafgedaan
gebleven en wordt thans weder aangeboden. De omstandigheden zijn dezelfde
gebleven. De boezemstand van Rijnland-was in December niet minder zorg
wekkend. Dagen lang stond hel water op de Gouwe hoog boven het maal-
pcil en klom tot 0.135 boven AP. Aanvankelijk was slechts gerekend op
de verruiming van het Kalwijksche kanaal en de stichting van een stoom
gemaal op het IJ te Spaarndam. Later werd lot de slichting van een tweede
stoomgemaal te halfweg Haarlem en Amsterdam besloten. Dit kwam in
1853 tot stand en heeft sedert gewerkt.
Daar het echter bleek, dat de landen in den omtrek van de Gouwe gevaar
liepen door den verkleinden boezem van Rijnland merkelijk te worden bena
deeld, aarzelde de Commissie niet de slichting van een stoomgemaal op den
IJssel eene behoefte te noemen. De Regering vcrecnigde zich met die ziens
wijze, dien ten gevolge werd het plan beraamd, dat hoogstens 200,000
zou vorderen. Het onderscheidt zich door groote eenvoudigheid, gepaard aan
betrekkelijk geringe kosten, en de mogelijkheid van dadelijke uitvoering,
zonder onteigening, behoudens medewerking van het gemeentebestuur van
Gouda, dat daarmede zeer is ingenomen.
Het verstrekt het middel om, ingevolge de verpligtirig door Pujnland bij
de overeenkomst in 1847 met de Haarlemmermeer-Commissie bedongen, bij
zomerdroogle dat waterschap en den meerpolder uit den IJssel van verscli
water le voorzien. De mogelijkheid om een kanaal naar de Wierikken te
openen, indien Rijnland daartoe besloot, wordt er niet door afgesneden, noch
kostbaarder gemaakt. De landen langs de Gouwe zullen wel in de eerste
plaats worden gebaat, maar hunne verligting zal ontegenzeggelijk lot die van
den algcmeeneri boezem bijdragen.
Het stoomgemaal zal worden gesticht achter de Haanepraaisluis in de Oost
gracht van Gouda, die bekwaam zal worden gemaakt lot leiding van het
water naar het stoomtuig, daaronder begrepen eene te maken doorsnijding in
het bolwerk voor de le sloopen Tiendwegspoort.
De Regering meent ter aanbeveling nog alleen le moeten verklaren, dat,
zoo niet dan na onderzoek tot eene gunstige beschikking voor de belang
hebbenden is overgegaan, zij vooral na de voordeelige uitkomsten, die do
verkoop der Haarlemmermeer-gronden aanvankelijk heeft opgeleverd van
oordeel isdat aan de bezwarendie meer of min het gevolg der droogma
king zijn, zooveel mogelijk behoort le worden te gemoet gekomen, ten einde
niet met grond kunne worden beweerd, dat door deze grootsche onderneming
bijzondere belangen worden benadeeld.
's GRAVENHAGE 22 Februarij.
Z. M. heeft benoemd bij de Algerneene Rekenkamer: tot Hoofdambtenaar
met den titel van Referendaris, de lieer J. C. A. Jansen, thans Hoofdcommies.
Z. M. de Koning zal morgen een groot bal en gala,'en aanstaanden
Maandag een thé dansant geven.
Z. M. heeft voor de algerneene collecte van Vrijdag 11. alhier, doen
toekomen de aanzienlijke som van ƒ500, welke aan de verschillende armbe
sturen is verzonden, mede ter uitdeeling van brandstoffen en dekking. De
collecte bedraagt alzoo thans reeds eene som van ruim ƒ3,214.
II. M. de Koningin-Moeder heeft aan de inrigting voor moederlijke lief
dadigheid te Arnhem, waarvan II. M. Beschermvrouw is, weder doen toeko
men eene gift van ƒ200.
Terwijl dezer dagen de aanzienlijke gasten in de prachtige salons van
Z. M. den Koning gedurende de hals werden onthaald, werd aan de koetsiers
en bedienden, behoorende bij de koetsen, die en file de eigenaars buiten
wachtten, op last van Z. M. warme wijn geschonken.
Heden nacht is alhier overleden Jhp. J. J. Quarles van Uffordoud-
Sccrclaris-Generaal bij het Departement van Marine, Ridder der Orde van den
Ncderl. Leeuw, een man, die in zijne betrekking de achting van zijne meer
deren en minderen in ruirne mate had verworvenen aan wicn meer
malen cle portefeuille van dat departement was aangeboden geworden; de
maatschappij in 't algemeen en de armen inzonderheid verliezen in hem een
reglschapen en hulplievend lid.
De Minister van Binnen!. Zaken heeft den Heer W. J. C. A. van Has
selt, amanuensis der vereenigde Hoofdcommies voor de Neder], nijverheid op
de tentoonstelling te Parijs, benoemd tot agpnt voor Nederland bij die
tentoonstelling.
De Minister van Koloniën zal Donderdag den IS"1™ Maart, in hel open
baar doen aanbesteden het smelten, pletten, doorsnijden en verder tot munt-
plaatjes verwerken van eene hoeveelheid van ongeveer 3 millioen (3,000,000)
Ned. Indische duiten.
Bij den Minister van Financien is ontvangen eene som van ƒG9.02j,
door een onbekende onder het postmerk Maastricht, in verschillende waarden,
ten behoeve van 's Rijks schatkist ingezonden.
Volgens eene mededeeling van het Depart, van Financiën nopens de
scheepvaart aan het Rijnkantoor te T.obilh in den jare 1854, zijn gedurende