houden woNlcn. Deze linie zal, naar de uitvinding van den Duilschcn in genieur Frischen, langs denzelfden draad gelijktijdig depêches in tegenover gestelde rigting kunnen overbrengen. FRANKRIJK. PARIJS16 Januarij. Bij besluit des Keizers is aan den Minister van Oorlog op de dienst van 1854 een nieuw buitengewoon crediet van 5,700,060 francs geopendvoor de uitgaven wegens de barakken der troepen in de Krim en voor de transport kosten van troepen en materieel voor bet leger in bet Oosten. De Keizer heeft liet nijverheids-paleis, met daarbij behoorende voor de algeineene tentoonstelling bestemde gebouwen, bezocht. Na deze met groote belangstellingen naauwkeurigheid te hebben bezigtigd, beeft de Keizer zijne tevredenheid betuigd over de goede regeling der werkzaamheden. De stad Parijs heeft aan de Keizerin, bij haar huwelijk met den Keizer, een diamanten balssieraad ten geschenke gegeven; de Vorstin bestemde de waarde daarvan tot den bouw van een gesticht, met het doel om er 300 dochters van handwerkslieden op te voeden. Dit gesticht is thans voltooid, en verheft zich in de voorstad Sainl-Antoine, bij de barrière du Tróne. Volgens een van regeringswege openbaar gemaakten staat hebben de indirecte inkomsten der Fransche schatkist (ongerekend eenige nog te innen posten) in het afgeloopen jaar 456,000 fr.in bet afgeloopen quartaal 7,747,000 fr.en in de maand December 11. 4,458,000 fr. meer opgeleverd dan in 1853. Het J. des Déhats doet opmerken dat de inschrijving in de nieuwe geldlcening van 500 millioen, die ruim het dubbel van bet vereischte bedrag schijnt bereikt te hebben, geen de minste daling in den prijs der spoorweg- actiën heeft te weeg gebragt, alhoewel door sommigen voorspeld was, dal velen hunne actiën aan de markt zouden brengen, om geld voor de geldleening te bekomen. Dit bewijst, zegt het Journaldat de inschrijvingen voor een groot deel gedekt worden met geldendie de ingezetenen hadden bespaard om ze bij gelegenheid te beleggen. Gisteren avond zijn de deuren der bureaux van de schatkist en der mairies voor de inteekenaars in de leenir.g gesloten. Men zegt, dat de gedane stortingen te Parijs 130 millioen fr. bereikendat wil zeggendat de inschrij vingen een milliard te boven gaanzelfs wanneer men aanneemt, dat een vrij groot aantal inschrijvers bet gehcele bedrag in eens gestort heeft, hetgeen mogt geschieden voor de inschrijvingen, die 1000 fr. rente niet te boven gingen. Te Straatsburg hebben de inschrijvingen 7 millioen, te Chartres en in het depart. Lot et Garonne elk 3 millioen bedragen. De Jesuiten hebben sedert kort alhier een nieuw ultramontaansch week blad opgeiigtgetiteld: l'Êtendard catholiqueten doel hebbende de we- deroprigting der kloosters te verdedigen. De Hoofd-Redacleur van dat nieuwe orgaan is zekere Marchaldie in 1845, toen bij zich voor een republiekein uitgaf, wegens bet schotschrift: de familie Orleanstot 5-jarige gevange nisstraf veroordeeld, doch tengevolge der Februarij-omwenteling uit den kerker te Doullens ontslagen werd, en sedert een geruiinen tijd Afgevaardigde van het voorloopig bewipd was. Te S'. Brieuc is dezer dagen overledende oudste van de Generaal-Officie- ren der marine de Schout-bij-Nacht de Coursin, in den ouderdom van 93jaren. Een mosterd-fabrikant te Dyon, voormalig Onder-Officier, heeft 200 potten mosterd aan bet Engelsch-Fransche leger in de Krim gezonden. Ook de Turken zijn niet vergeten en hebben 100 potten mosterd ontvangen. Gedurende bet verloopen jaar 1854 hebben de prijzen van het vlcesch op de Parijsche markten eene aanzienlijke verhooging ondergaan. Het ossen- vleesch gold 25 pCt. meer dan in 1851 en 45 pCt. meer dan in 1853. In 1853 was de gemiddelde prijs 86 centimes het kilo, en in 1854 1 fr. 25 c. Het vlecsch der koeijen was 27 pCt. hooger dan in 1851 en 50 pCt. hooger dan in 1853; het kalfsvleesch kostte 10 pCt. meer dan in 1853 en 23 pCt. meer dan in 1852. Van het scbapenvleesch is de verhooging 9 pCt. vergele ken bij 1853 en 27 pCt. vergeleken bij 1852. Te Grenoble zal een standbeeld worden opgerigt van den aldaar gebo ren beroemden werktuigkundige Vaucanson (geh. 1709 en overl. 1782). De O. I. post te Marseille aangekomen, bevat een berigt uit Calcutta van 5 December, meldende, dat 4 regementcn ruiterij en voetvolk zullen vertrekkenom zich over Egypte naar de Krim te begeven. De Gezanten van den Keizer van Birrnah waren aangekomen. De Tijdingen uit China tot 27 November meldendat de eskaders der verbonden Mogendheden in de Japarische wateren 2 Russische fregatten, de Aurora en de Dianahadden genomen. SPANJE. MADRID, 13 Januarij. In de zitting der Cortes van 9 dezer beeft de Minister van Buitenl. Za ken Luznriaga op nieuw verklaard, dat de Kroon bare regten en dus ook bet regt van bekrachtiging uit de constitutie onlleenen moest, en zeide verder: »Gij kent alzoo bet gevoelen der Regering over het punt in behandeling; maar ik vraag van de vergadering bijzondere aandacht voor de weinige woor den, die ik nu te zeggen heb. Op dit oogenblik zijn wij van zeer zware, zeer dreigende gevaren omgeven. In dezen staat van zakendien ik niet nader wil beschrijven, moet ik de vaderlandsliefde inroepen van de vergade ring en van de Commissie voor het ontwerpen der constitutie, met verzoek, dat men van alle kanten zich beijvere, om zoodanige discussien van verbit terenden aard zooveel mogelijk af te snijden. De Commissie inzonderheid bid ik, in naam der Regering, zonder verder verwijl hare taak af te werken: dat is het beste middel om een eind te maken aan de tegenwoordige mootje- lijkbeden en bepaaldelijk ook aan de onophoudelijke zamenzweringendie van alle kanten ter kennis der Regering komen, en door de vijanden onzer revolutie worden gesmeed. Van binnen en van buiten 's lands heb ik stel lige berigten ontvangen van zamenzweringen tegen de nieuwe orde van zaken. Het gevaar bestaat, en is dringend; doch met uwe hulp zal het nog kunnen afgewend wordenzonder de perken der wet te buiten te gaan. Men verzekert, dat verscheidene Ministers voornemens zijn het voorbeeld te volgen van den Minister van Financien, den Heer Sevillano, en ten be hoeve van den Staat afstand zullen doen van hunne bezoldigingen. Naar hetgeen men uit goede bronnen verneemt, nopens de vestiging van Duitsche Israëliten in Spanje, gelooft men, dat deze slechts in het land behoeven te komen, om er ongestoord te kunnen blijven. Eene officiële ver gunning om zich in deze stad te vestigenzal echter moeijelijker voor hen te verkrijgen zijn. SARI9INIE. Bij de beraadslaging over het wets-ontwerp tot opheffing van klooster-orden dat door den Heer Delia Margherita, in hevige en dreigende taal bestreden werd, heeft de Minister van Justitie, de Heer Ratazzi, hoofdzakelijk het vol gende gezegd In Augustus 1848 is eene wet gemaakt tot verwijdering der Jesuiten uit ons landzij werd ingediend door een Staatsmandie thans vooraan onder onze tegenstanders aan de regler zijde der vergadering gezeten is, den Heer Revel. Ons voorstel gaat lang zoo ver niet: het verwijdert niemand van ons grondgebiedhet belet niemand om zich met anderen te vereenigen tot een aan vrome beschouwing en stille afzondering gewijd leven: het strekt alleen, om aan zekere vereenigingen van personen de hoedanigheid van burgerlijk persoon, de bevoegdheid tot uitoefening van zekere burgerlijke regten, te ontnemen. Het is bet staatsgezag, en niet de kerkelijke overheid of de geestelijke magt, welke de hoedanigheid van burgerlijk persoon gege ven heeft en alzoo ook terugnemen of beperken kan. Regtspersonen worden door de wet, en door haar alleen, geschapen; zij kunnen dus ook door de wet vernietigd worden. Ware het te doenom losmaking van den geeste lijken band der kloosterverenigingen dan zou de kerkelijke overheid alleen bevoegd zijn. De voorgedragen wet laat de vereenigingen bestaan alleen ontdoet zij ze van een haar door ons burgerlijk regt tot dusver toegekend ka rakter. De Regering zou zulks gaarne in overleg met den Pauselijken Stoel gedaan hebben; het heeft alle moeite aangewend, om te Rome de regten van het burgerlijk gezag te doen erkennen maar daar onze verzoeken niets baat ten moesten wij ten laatste deze wet voordragen, zonder verder met bet Romeinsehe hof te rade te gaan. De Advocaat Broffcrio, afgevaardigde van Genua, trad tot verdediging van bet ontwerp op, hetwelk, volgens hem, de Kerk niet beroofde. De geeste lijkheid was slechts vruchtgebruiker. Zou de spreker gewagen van de tien den, tot in zekere mate billijk, doch gevolgd door zoo vele onbillijkheden; van den verkoop van de reliquiën der Heiligen, van de testamentaire verma kingen, van de aflaten en van zoo veel, dat voorzeker niet uitgaat van hel Evangelie. Past het de Kerk wel met zooveel hardnekkigheid die rijkdommen te verdedigen, tot wie Christus beeft gezegd: gij zult goud noch zilver be zitten? Rome, dus vervolgde de spreker, heeft de normaal-scholen verboden. Wauneer de inquisitie alles bad kunnen verbranden en vernielen, hoe zou het dan thans met het onderwijs gelegen zijn Rome heeft zich gekant tegen wijsgeeren, als: Pascal, Loke, Descartes enz., tegen natuurkundigen, als: Galileï, tegen geschiedkundigen, als: Guiccardini, Robertson, Sismondi enz., tegen letterkundigen, als: Milton, Lamartine, Chateaubriand enz. Het heeft Galileï aan den kerker en Savonarola en anderen aan den brandstapel over geleverdik zal voor de wet stemmen, omdat er in den Staat 400 kloosters zijn. Ik hoop verder, dat het Ministerie bij de ten uitvoer legging der wet den noodigen ijver aan den dag zal leggen, opdat er geen kwaad uit voort- spruiteen ik verwacht van betere tijden betere menschenbetere zaken. De Heer Diviry verklaarde niet te begrijpenboe de Staat zich de goederen kon toeëigenen van de geestelijke vereenigingen, wier bestaan wettig is. Men mogt de hand niet slaan aan de goederen van eenige kloosters, die van het buitenland waren uitgegaan en door den Koning in bescherming waren geno men. Men moest geene onrust slrooijen in de gemoederenen niet vergeten, hoe in dit Land de eerbied voor hel Koningschap steeds gepaard heeft gegaan met eerbied voor de godsdienst van den Staat. De Markies Palavicini-Trioizo betoogde, dat niet de Regering, maar de openbare meening de afschaffing der kloosters verlangde; bet was met de kloosters als met zekere ridderorden, hun tijd was voorbij, zij waren gevallen om niet weder te verrijzen. De Heer Asproni leidde uit de vijandige en smadelijke taal van de pelitien der Bisschoppen af, dat hunne zaak niet goed was: nopens de goederen der Kerk kon slechts ééne zienswijze bestaan, namelijk, dat die goederen het eigendom zijn der armen, waarvan de Priesters alleen de beheerders zijn. Het tractaat tusschen Sardinië en de Westersche Mogendheden is den 10de" dezer geteekend. Het beslaat uit twee overeenkomsten: de eerste is, Piemonts toetreding tot het op 10 April 11. tusschen Engeland en Frankrijk gesloten verdrag: de tweede is ëene overeenkomst, waarbij Piemont zich ver bindt om 14,000 man troepen ter beschikking der Westersche Mogendheden te stellen. Deze troepen zullen in de Krim onder het opperbevel van Lord Raglan staan, en op kosten van Frankrijk en Engeland daarheen gevoerd wor den, terwijl de Sardinische Regering met het onderhoud belast blijft. Tot deze buitengewone uitgaven zal eene geldleening van 50 millioen fr.a 4 pCt., aangegaan worden onder borg van Frankrijk en Engeland. Het sluiten van dit verdrag heeft reeds de aftreding van onzen Minister van Buitenl. Zaken,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1855 | | pagina 2