Jlen verneemt, dat de Hertog Bernliard van Sakscn-Weimar een brief
van zijnen in het Engelsche leger voor Sebastopol dienenden zoon, Prins Ka-
rel, beeft ontvangen, waarin deze gewaagt van hel daar bestaande gebrek
aan krijgsbehoeften, alsmede dal het innemen der vesting hierdoor werkelijk
is vertraagd; in weerwil hiervan bad men de vaste overtuiging, dat deze ont
zaggelijke vesting weldra in de magt der Bondgcnooten zal zijn. Van zijne
ligte wonde was de Prins reeds weder genoegzaam hersteld.
In Saksen wordt schier al bet slagtvee voor Ooslenrijksche rekening
opgekocht.
Ten gevolge van den oorlog in de Oostzee en van de blokkade der
Russische havens is de vaart door den Sond en de beide Delten aanmerkelijk
verminderd; men berekent, dat dit jaar 5000 schepen minder dan in 1853
den Sond zullen passeren.
00§TEKRIJK.
YVEENEN, 18 November.
De Keizer heeft een eigenbandigen brief gezonden aan Keizer Napoleon en
daarin te kennen gegeven, dat, bijaldien de Oostersche zaken tegen het voor
jaar niet tot eene oplossing zijn geraakt, Oostenrijk niet langer in eene lijde
lijke houding zal blijven.
Zoodra de ontworpen spoorweglijnen zullen voltooid zijn, zal Oostenrijk
een spoorwegnet van meer dan 900 mijlen hebben.
Veldmaarschalk Radetzky was door een hevige buikloop aangetast,
die eene gevaarlijke wending scheen te zullen nemen. Een berigt uit Verona
echter meldt, dal in den toestand des grijzen veldheers eenige verbetering
is gekomen.
Volgens alhier ontvangen bcrigtentelden de Engelsche troepen in den
strijd op den 5dcn dezer 102 Officieren en 2500 man de Fransche 48 Offi
cieren en 1300 man dooden en gekwetsten. Drie Engelsche Generaals,
Calhcart, Coldie en Stragways, zijn gesneuveld.
De Oest. Sold. Freund meldt o. a., dat de Russische bezetting van
Sebastopol tot den 21stcn Oct., dus 5 dagen na den aanvang van bet be
schieten 6000 man verloren bad. In een der gevechten werd de Vice-Admi
raal Skoropaezky, die Kornileff opgevolgd was, gedood, en de Vice-Admiraal
NachimofF, die den 17den zijn linker oor verloren bad, volgde hem op in
bet bevel.
Brieven uit Jassy, meldende dat de Vorst Ghika als bospodar van Mol
davië op den 9dcn dezer in die hoofdstad hersteld is, voegen er bij, dat bij
met koelheid door den Turkscben Commissaris is bejegend en dat noch de
Engelsche noch de Fransche Consul bij die plegtigheid tegenwoordig was.
Gemelde Vorst zou voor zijn vertrek naar Jassy stellig beloofd hebben te
zullen zorgen voor den aanleg van een spoorweg tusschen Jassy en de Oosten-
rijksche grenzen.
RÜSLAND.
Een Franschman was door een aanzienlijk koopman beledigd. De Keizer
werd er van verwittigd. Hij liet den koopman voor zich komenen vroeg
waarom bij zich aldus jegens den Franschman had gedragen. Omdat ik
hunne natie baat, antwoordde bij. Hebt ge, hernam de Keizer, geen andere
reden? Is 't wel alleen uit baat tegen de Franschen in 't algemeen, dat ge
zoo hebt gehandeld. Ja Sire.
AVel nu, dan zal ik u gelegenheid geven uw baal te kunnen bot vieren,
gij gaat naar bet leger in de Krim vertrekken. Men weet niet of de koop
man daar bijzonder mede gediend was.
Op de telegrafen-lijn tusschen Petersburg en Koningsberg worden voor
de eerstemaalop groote schaal in toepassing gebragt, de nieuwe uitvinding
der Heeren Siemens en flalske, waarvoor zij, bij gelegenheid der jongste ten
toonstelling te Munchen, met de groote medaille zijn bekroond. Met den
druk-telegraaf van Morse kon men, tot dusver, slechts 120130 woorden in
ééne minuut overbrengen; door middel van bun locslel is men in slaat,
600 woorden in betzelfde korte tijdsbestek over te brengen, zonder dat
daarbij, gelijk bij den telegraaf van Morse, eene bijzondere bekwaamheid van
den telegrafist gevorderd wordt.
TU BHYE.
Uit Konstanlinopel wordt van den 9den dezer berigt, dat Suliman-Pacha
Bevelhebber der Turksche troepen in de Krim, bij den Sultan in ongenade
vervallen en van zijnen post ontzet isook dat Prins Napoleonaan buikloop
lijdende, uit de Krim aldaar is teruggekeerd.
De stoomboot Vectis is den 5den alhier aangekomen met Miss Nightin
gale en 37 andere vrouwen aan boord, die zich naar het hospitaal te Scutari
begeventen einde aldaar de zieke en gewonde soldaten te verplegen.
Artim-Beygewezen eerste Minister onder Mehemet-Aliis tot voor
zitter der regthank van koophandel te Konstantinopel benoemdwelke be
noeming een nieuw bewijs is van den weg der hervormingen door de Rege
ring ingeslagen.
Eene versterking van 1000 man is den 111,011 dezer bij de bondgenoo-
ten aangekomen. Deze hebben de derde parallel voltooid.
De Bondgenooten zijn voornemens in de Krim te overwinteren en be
hoeven te dien einde versterkingen.
De Russen zijn uit de nabijheid van Balaklava teruggetrokken, om
hunne versterkingstroepen te verwachten.
Den 5den Nov. zijn 1200 man Fransche troepen in den Piraeus naar
de Krim ingescheept. Overigens wordt in Frankrijk en Engeland tevens op
spoed aangedrongen, waarop de bevolking van haren kant ook nadrukkelijk
aandringt. Echter verhellen zich in beide landen ook vele stemmen tegen
den oorlog waardoor zoo vele duizenden ter slagtbank worden gevoerd.
Frankrijk toch zal nog eeu nieuw leger van 100,000 man zenden. Ook Vorst
Men zilt ofF krijgt onophoudelijk aanzienlijke versterkingen, en vóór bet einde
dezes jaars zal de Russische Bevelhebber over een leger van 150,000 man
hebben te beschikken.
GRIEKENLAND.
Ten gevolge van den branddie het paleis der Wetgevende Kamers te
Athene heeft in de asch gelegd, is de opening der zitting van die Kamers
van 3 November tot 16 December c. k. verdaagd.
Generaal Kalergis, Grieksch Minister van Oorlog, heeft den Russischen
Zaakgelastigde bij het Hellcensche Hof met uitzetting gedreigd.
©OST-IISBIE.
De Staats-Cour. van 11. Maandag deelt uit de verslagen van 19 en 23
Augustus 11. van den Overste Andresen, omtrent de zaken op Borneo's west
kust, breedvoerige uittreksels mede, waaruit wij het volgende onlleenen
Den 6dcn Julij verliet ik Montrado en bereikte den 18dcn Pontianak, waar
de Gouvernements-Commissaris den 10dcn was aangekomen.
Kort na zijne aankomst werd een der hoofden van den opstand onder de
Chinezen, gevankelijken naar Pontianak gevoerd. Den 18dcn Julij verliet ik
met den Commissaris Pontianak, om hem na Mampawa en Sinkawang te
hebben aangedaan, naar Sambas te vergezellen en dan naar Montrado terug
te keeren. In den avond van den 19den ontving ik per stoomschip Celehes
ter reede van Sinkawang, berigt uit Montrado, dat den 18den de troepen plot
seling door eene groote massa Chinezen en Dajaks waren beschoten; doch zon
der een der onzen te kwetsen waren zij met verlies afgeslagen. Ik staakte
nu de voorgenomen reis naar Sambas en ging den volgenden morgen te Sin
kawang aan wal.
Den 22sten begaf ik mij naar Koelor en kwam den 25sten te Montrado aan.
De opstandelingen hadden zich in het gebergte genesteld en begonnen ver
sterkingen aan te leggen.
Den 20stcn Julij was de Kapitein Verspyck, met 2 compagniën en eenige
artillerie, onder den 2den Luitenant Straatman, benevens eenige sapeurs, on
der het bevel van den 2den Luitenant Pfeiffer en Officier van Gezondheid le
Pique uitgezonden, die omstreeks een half uur van Montrado de opstandelin-
lingen ontmoetten die uit het gebergte langs den weg een lievig vuur op
de onzen rigtlen. Uit de rapporten van den Majoor de Brabant en den
Kapitein Verspyck laten wij bier nu het boofdzakelijksle volgen
De 2de Luit. Pauwels kreeg het bevel over de voorhoede, sterk 18 Euro
peanen en 14 inlandsche soldalen. Hierop volgde de 6de compagnie, onder
den lsten Luitenant Donleben, daarop de mortier met bediening, de sapeurs,
en eindelijk de 2d« compagnie van het 7dc bataillon.
Het voetpad, dat niet meer dan één man passage gaf, liep door een ter
rein, met digt kreupelhout. Naauwelijks uur ver zag men het gebergte,
met 4 a 500 Chinezen bezet, de meeste inet schietgeweer in eene versterkte
stelling. Ik gelastte nu dat de voorhoede met den looppas het gebergte zoude
bezetten, die hoewel onder een allerhevigst vuur, er op inging. Daarna ging
men tot bestorming over.
Ik werd het eerst in de versterking op den voet gevolgd door den 2deB Luit.
Chambry, die naast mij 3 kogelwonden bekwam, waarmede hij evenwel tot
in de vijandelijke stelling doorliep en daar neèr vieleven als de Sergeant-
Majoor de liaan. De vijand ging, met medeneming van alle wapens, op de
vlugt door het rijzende gebergte.
Men bad den 20sten berigt ontvangendat zich eene groote hoeveelheid rijst
en padie te Pangli-bang bevond. De Majoor de Brabant zond eene kolonne
onder bevel van Kapitein Kocli derwaarts, om dat graan op te vorderen,
't geen gelukte.
Kort na mijne aankomst ontstond er brand in de bazaar te Montrado, en
deze werd nagenoeg geheel door den brand verwoest. Den 26slca Julij was
alles rustig. Ik wenschte nu de muitelingen den tijd te laten zich op be
paalde punten te verzamelen en verbood daarom hun vuur te beantwoorden,
voor dat zij onder het geweerschot zouden zijn genaderd.
In den nacht van den 26sten hadden de muitelingen twee versterkingen
opgeworpenop 6 en 800 el van den llabok. Omstreeks 10 ure begonnen
zij daaruit den Habok te beschieten De lste Luitenant Gallas met 50 bajon-
netten tegen die versterkingen afgezondenverdreef de opstandelingen en
keerde met eene groote metalen en twee ijzeren ldla's, kruid en eenige pro
jection terug. Twee Chinezen waren op de plaats afgemaaktde vlugtelin
gen hadden de gekwetsten medegevoerd.
Den 28sten des morgens rukte eene kolonne sterk 150 bajonnelten, onder
den Kapitein Cobetter afhaling van levensmiddelen naar Sinkawang. Den
29sten teerde dat detachemenj, waarbij zich de van Java gekomen Kapitein
van Oijen gevoegd had, te Montrado terug. Het was op een uur afstand van
Montrado door de muitelingen verontrust en had daarbij eenige ligt gekwetsten
bekomen, 3 aan schoten en 6 door ranjoes, welke op den weg tusschen de
struiken waren geplaatst. De aanvallers waren ook echter weder verdreven.
Aan den Majoor de Brabant werd opgedragen om den 31steD des morgens
ten 4g ure met eene kolonne, zamengesteld uit Europeanen, Afrikanen en
Inlanders, over Po-long-an en Pak-Miontew de vijandelijke linie om te trek
ken en in den rug aan te tasten; terwijl de Kapitein Asmus, hen in het
front zoude bezig houden.
Tegen hunne gewoonte openden de Chinezen hun vuur niet. Men be
speurde al spoedig, dat op het pad mijnen waren aangelegd, en dat eenige
Chinezen in het kreupelhout verborgen w arendie beproefdendoor aan een
gespannen lont le rukken, deze mijnen te ontsteken. De lont werd echter