KORT VERSLAG
ZITTING YAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN.
BIJBLAD 20.
Be hoor en tic bij de Leydsche Courant van 29 September 0854, iP. dó7).
DER
-ooo-O O ©O-OO-c-o-
Kitting van 28 September.
Tegenwoordig de HH. Stoffels, Ysselsleyn, Gevers, de Breuk,
Taets van Araerongen, Iluyser, de Moen, Lezwyn, le Poole,
Luzac, Olivier, van der Hoeven, Sikkel Groos, van der Boon
Mcsch en de Voorzitter.
Nadat de Notulen der vorige vergadering zijn voorgelezen en
goedgekeurd, doet de Burgemeester mededeeling van de vol
gende Provinciaal bladen, als:
N°. 111, houdende mededeeling van beschouwingen en in
lichtingen omtrent de strekking en het doel der wet van 28
Junij 1854 (Staatsblad N°. 100) en van voorschriften betrekkelijk
hare toepassing en uilvoering.
N". 113, houdende voorschriften ter uitvoering van het be
paalde bij art. 25 der wet van 28 Junij 1854 (Staatsblad N°. 100)
lot regeling van het armbestuur.
N°. 114, houdende voorschriften betreffende de bemiddelende
tusschenkomst van Ged. Staten in geschillen, ter voorkoming
van reglsgedingeningevolge art. 72 der wet van 28 Junij 1854
(Staatsblad N". 100) tot regeling van het armbestuur.
N°. 115, houdende voorschriften betreffende het onderzoek en
goedkeuring der begrootingen en rekeningen van instellingen van
weldadigheid door den Gemeenteraad, overeenkomstig art. 19
der wet van 28 Junij 1854 (Staatsblad N°. 100) tot regeling van
het armbestuur.
Aangenomen voor kennisgeving.
Nog deelt de Burgemeester mede dat bij hem is ontvangen:
Eene resolutie van den Minister van Financien van den 21 Sep
tember 1854 registratie N°. 131, houdende afwijzende beschik
king op het verzoek om vrijstelling van registratieregten van den
overgang van het Nosocomium Academicum, benevens eene mis
sive van den waarnemenden Ontvanger der registratie.
Wordt aangenomen voor kennisgeving, terwijl de Burgemeester
mededeelt dat in de volgende vergadering ter uilbetaling dezer
gelden de noodige voordragt zal worden gedaan.
Eene missive van de Plaatselijke Commissie van Geneeskundig
toevoorzigt van den 27 September 1854, houdende mededeeling
van het overlijden van Dr. J. H. Molkenboer, lid dier Commissie.
Aangenomen voor kennisgeving.
Eindelijk legt de Burgemeester nog over:
Een rapport van de Commissie van Finantie omtrent de rege
ling der politie.
Is besloten dit stuk ter visie op de leeskamer neder te leggen.
Het lid de Moen legt een voorstel over, tot herziening van de
Instructie voor den Border van hel Rotterdammerveer.
Wordt besloten dit ter inzage van de leden in de leeskamer
neder te leggen en te stellen in handen van de Commissie tot de
Huishoudelijke Verordeningen.
De Burgemeester stelt aan de orde van den dag:
1°. De benoeming van een Tweeden Docent in de Wiskunde,
en nadat de leden Ysselsteyn, Lezwijn en Sikkel Groos waren
aangewezen om met den Burgemeester het bureau van slemopne
ming uit te maken, worden bij 15 stembilletlen overeenkomende
met het getal aanwezige leden uitgebragt op den Heer Gijsbert
van Hennekeler 12 stemmen, blanco 3 billetten.
Zoodat tot Tweeden Onderwijzer in de Wiskunde aan het
Stedelijk Gymnasium alhier is benoemd de Heer Gijsbert van
Hennekeler.
2°. Verordening houdende instructie voor de broodkeurders.
Na het wisselen van algemeene consideration is tot de behan
deling der bijzondere artt. overgegaan en zijn deze met geringe
wijzigingen achtervolgcns met algemeene stemmen aangenomen
nadat op voorstel van het lid Luzac besloten was om alinea 2
van het 1 art. te lezen als volgtDe aanstelling geschiedt tel
kens voor één jaar. Zij genieten enz."welk amendement is
aangenomen met 10 legen 5 stemmen, zijude die van de leden
Sikkel Groos, van der Boon Mesch, Taets van Amerongen, Huyser
en le Poole. De Verordening alzoo vastgesteld luidt als volgt.
Art. 1. De broodkeurders worden door Burgemeester en Wet
houders aangesteld en ontslagen. Zij zijn vier in getal, moeten
in de Gemeente wonen en mogen elkander niet in den eersten
of tweeden graad van bloedverwantschap of zwagerschap bestaan.
De aanstelling geschiedt telkens voor één jaar.
Zij genieten elk eene jaarlijksehe tegemoetkoming van één
honderd gulden, waarmede zij alle uitgaven van vergadering,
bedienden of anderen moeten goedmaken.
Art. 2. Alvorens hunne betrekking le aanvaarden, leggen zij
in handen van Burgemeester en Wethouders den eed of de belofte
af, dat zij hunne betrekking naar hun beste weten, met naauw-
keurigheid en onpartijdigheid zullen waarnemen.
Art. 3. Bij die waarneming zijn zij steeds van hunne acte van
aanstelling voorzien, en gehouden deze, des verlangd, te vertoonen.
Art. 4. Zij zijn in het algemeen verpligt, zórg te dragen voor
de naleving der verordening op het bakken en verkoopen van
brood en van andere verordeningen van de gezondheidspolitie op
broodmeel of granenen voor de stipte uitvoering van de
daarin vermelde bepalingen, door onderzoek in de winkels, de
bakkerijen en bergplaatsen of van wagens en manden.
Zij houden een register, vermeldende:
1°. behalve de broodbakkers met hunne cijfers en de broodslijters of
meelverkoopers, ook de koek - of kleingoedbakkers en grutters
2°. de gemaakte prijsbepalingen en bestede prijzen voor brood,
meel en granen
3°. de gedane keuringen
4°. de bekeuringen met de gronden daarvanbenevens de op
gemaakte verbalen.
Art. 5. Zij leveren iedere maand aan Burgemeester en Wet
houders een schriftelijk verslag in van de wijze waarop zij werk
zaam zijn geweest, van al hetgeen in het voorgaande artikel
vermeld staat, en van hetgeen verder ter zake hunner betrek
king in het belang der Gemeente is.
Art. 6. Bij keuring van brood, beslissen zij uitdrukkelijk min
stens ten getale van twee, op den afgelegden eed of de gedane
belofte, of het ten verkoop aangeboden brood goed bewerkt en
doorbakken is, en of het in soort en hoeveelheid uit die be-
standdeelen is zamengesteld, die onmisbaar zijn om het te doen
strekken tot gezond voedsel.
Art. 7. Des gevraagd, deelen zij aan de Commissaren van
politie de noodige inlichtingen mede, en staan hen met raad bij,
zoo dikwijls ter zake der deugdelijkheid van brood, meel of
granen eenig bijzonder onderzoek gevorderd wordt.