De Minister van Oorlog, Prins Dolgoroeko, is den 17dett Junij naar de Oonauvorstendommen vertrokken, werwaarts hij door den Keizer gezonden is, om een naauwkeurig verslag van den toestand der krijgszaken te geven. Hij moest zich onverwijld naar Silistria begeven. TÜRKÏE. De ontruiming van Wallachije door de Russen wordt eerstdaags te ge- moet gezien. Het gerucht, dat Prins Paskewitsch spoedig naar Odessa zal vertrekken, wordt bevestigd. Volgens de Fransche Moniteur is de overeenkomst tusschen Turkyc en Oostenrijkwegens eene eventuele bezetting der Donauvorstcndommenop den ïgden dezer geteekend. De commissie belast met het onderzoek der voorstellen betrekkelijk de dienst van den electro-rnagnetischen telegraaf, heeft haar verslag uitgebragt. Zij stelt de daarstelling voor van eene dubbele lijn van Konstantinopel naar Belgrado, en bij vertakking van Adrianopel over Schumla naar Roetschoek. De uitgave wordt begroot op 1,300,000 fr. De Divan toont zich geneigd het voorstel aan te nemen. Volgens berigten uit Trebisondc van den 4den dezer was Schamyl met 25,000 man in aantogt tegen de Russische vesting Tiflis, en werd Redoet- Kaleh eene der door de Russen onlangs ontruimde sterkten op de oostkust der Zwarte zee, door de Turken versterkt. Een brief uit Varna behelst eenige bijzonderheden over den toestand der Engelsche troepen, die gelegerd zijn in de omstreken dier stad. Door de zorg van Omer-Pacha, zijn eenige honderde wagens, met ossen bespannen, ter beschikking van het leger gesteld. Het vee, dat tot voeding dient, is er alles behalve uitmuntend, daar het zeer klein van stuk en mager is. Een man draagt er gemakkelijk een os, en de huid weegt er niet veel zwaarder, dan die van een Engelsch schaap. De paarden zijn er stijf, wild en weer barstig, hoewel ze zeer duur zijn. STAI8S BERIGTEN. Schutterij. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente LEYDEN, doen te weten, dat de alpliahetische naamlijst van alle de personen, die, overeen komstig de wet van den 11 April 1827 aan de Loting voor de dienst der Schutterij moeten deel nemen, ter visie van de daarbij belanghebbenden zal liggen ter,Secretarie dezer Gemeente, van den 19 tot den 26 Junij aanstaande, (de Zondag uitgezonderd) 's morgens van 1U tot 's namiddags ten 1 ure; en dat dc Loting zal plaats liebbrn op de Groote Pers van het Raadhuis, en wel: Op Dingsdag den 27 Junij 1854's morgens ten 9 ure. Wordende de zoodanigen welke na de laatst voorgaande inschrijving zich hier ter Stede met. de woon hebben gevestigd, tot eene na-loting opgeroepen, mede op Dingsdag den 27 Junij aanstaande's namiddags ten 1 ure. Zullende ieder ingeschrevene bij een biljet worden opgeroepen, om tot de Loting ter voorschrevene plaatse op te komen, op den dag en het uur in deze Kennisgeving uitgedrukt; terwijl de zoodanigen, die verhinderd mogten worden zelve tot de Loting op te komen, zich door een' gemagtigde kunnen doen vertegenwoordigen; of geen gemagtigde comparerende, zal de Loting ge schieden door een' der Leden van de Commissie uit het Plaatselijk Bestuur. Wordende de belanghebbenden tevens verwittigd, dat bij de genoemde Loting aanteekening zal worden gehouden van de redenen tot vrijstelling, die de in geschrevenen vermeenen, krachtens het 3 art. der wet, te kunnen aanvoeren; waarom het voor hen, die zoodanige redenen tot vrijstelling meenen te heb ben, van belang is, door personele opkomst, of bij volstrekte beletselen, door het zenden van een' met hunne omstandigheden wel bekenden gemagtig de, de Loting niet te verzuimen. En wordt eindelijk den belanghebbenden kennelijk gemaakt, dat de vrij stellingen, bij de wet toegekend, zijn de navolgende: 1". Die met ziekte of gebreken zijn behebt, welke hen tot den Wapenhandel voor het tegenwoordig oogenblik, of wel geheel ongeschikt maken. 2°. Die kleiner zijn dan eene Nederlandsche el en vijfhonderd zeventig strepen. 3°. De Geestelijken van alle Gezindheden, zoo lang zij niet van stand veranderen. 4°. De Professoren en Lectoren aan de Hoogescholenaan de Athenaea en de Seminariën. 5°. De Studenten in de Godgeleerdheid. 8°. Die den rang van Officier in dienst van den Staat, te lande of ter zee hebben bekleed, en door eervol ontslag de dienst verlaten hebben of ge pensioneerd zijnzoo lang zij niet in ecnen gelijken of hoogeren rang bij de Schutterijen kunnen worden aangesteld. 7". Die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontslagen in den rang van Officier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of in eenen hoogeren rang niet weder kunnen worden aangesteld, 8°. Die in Militaire dienst ter zee of te lande zijn waardoor alleen worden bedoeld, zij, die na de inschrijving in militaire dienst zijn getreden, als rustende op militairen, zoo lang zij in dienst zijn, en dus niet voor ingezetenen eener bepaalde Gemeente kunnen gehouden wordende ver- pligting nietom zich te doen inschrijven. 9°. De broeder van hem die in persoon voor zich zeiven bij de Schutterij dient: met dien verstande, dat van een gelijk getal broeders altijd de helft, en van een ongelijk getal slechts de kleinste helft tot de dienst zal worden geroepen strekkende deze bepaling zich echter niet uit tot zoodanige broeders, die, om welke reden ook, niet meer bij hunne ouders inwonen. Terwijl voorts in tijd van vrede van de active dienst tevens worden vrijgesteld, met de bepaling nogtans, dat zij tot de werkelijke dienst dadelijk kunnen worden opgeroepen indien de redenen van vrijstelling ophouden, waarom zij op de algemeene en bijzondere rol tevens geplaatst doch bij de reserve zoo lang in dienst gesteld worden. 10°, Zij, die tot de dienst der nacht- en brandwachten, en tot die der brand spuiten zijn aangesteldzoo lang zij met die werkzaamheden zijn belast. 11°. Lijf- en huisbedienden, voor welke als dienstboden de personele belas ting wordt betaald, waaronder echter niet zullen worden verstaan: werk- boden of zoodanige bediendendie ter uitoefening van iemands beroep of bedrijf zijn benoodigd en 12®. Zij, die voortdurend uit armen-kassen bedeeld, of in de armen-gestich- ten opgevoed of onderhouden worden. En zullen dien ten gevolge, degenenwelke op vrijstellinguit hoofde eener der bovengemelde redenenaanspraak mogten vermeenen te kunnen maken, zoo wel als zij die zich in de dienst willen doen vervangen, de be wijzen, daartoe vereiseht, moeten overleggen, en in het laatste gevaldc personen, met welke zij van Nummer willen verwisselenkenbaar moeten maken aan de Commissie, op Woensdag den 5 Julij aanstaande, des mor gens tusschen 10 en 1 ure, op het Raadhuis, ten einde daarvan de noodige aanteekening te doen, voor zoo veel zulks bij de loting niet mogt zijn ge schied; zullende op de reclames zoo wel als over de goed- of afkeuring der per sonen, door welke men zich verlangt te doen vervangen, nader door de Com missie van onderzoek uitspraak worden gedaan. En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, 17 Junij 1854. VAN LIMBURG STIRUM. De Secretaris v. PUTTKAMMER. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente Leiden doen te we ten, uit naam van den Staatsraad Commissaris des Konings in de Prov. Zuid- Holland, dat bij resolutie van den Minister van Finantiën van 22 Junij 1854, bepaald zijn de prijzen, het opgeld daaronder begrepen, waarvoor de Collecteurs, Splitters en Debitanten der Staats-Loterij de loten en gedeelten daarvan, voor de derde week der trekking van de laatste klasse der 223ste Loterijzullen mogen uitgeven, te weten: Bij Verkoop. Geheele Lotenƒ84.00. Halve- 42.00. Vijlde-16.80. Tiende- 8.40. Bij Verhuring. Geheele Lotenƒ47.00. Halve- 23.50. Vijfde9.40. Tiende- 4.70. Twintigste- 4.20. Twintigste- 2.35. Wordende de belanghebbenden bij deze herinnerd, dat, bij art. 3 van Zr. Ms. besluit van 6 Januarij 1831, n°. 68 Staatsblad n". 2), uitdrukkelijk is vastgesteld, dat de Collecteurs, Splitters en Debitanten gehouden zijn, om zich naar die prijsbepaling te regelen, en deze gedurig ter inzage voor het publiek beschikbaar te hebben. De Burgemeester VAN LIMBURG STIRUM. Leiden 23 Junij 1854. De Secretaris v. PUTTKAMMER. AKABEMIE-ME UWI PR OM O TIEN AAN DE LEYDSCHE HOOGESCHOOL. Den 24sten Junij de Heer M. Donker, van Zaandijk, in de Regtenmet Theses. PROMOTIEN AAN DE LTRECIÏTSCUE HOOGESCHOOL. Den 21steo Junij de Heer G. J. M. van Voortbuysen, van Amsterdam, in de Regtenmet Theses. ADVERTENTIES!. Ondertrouwd Mr. P. J. J. LINCKERS, en Leiden, 22 Junij 1854. J. W. LONGEPEE. Eenige Kennisgeving. Heden overleed mijn geliefde Echtgenoot Mr. A. GIJSBERTI HODENPIJL in den leeftijd van ruim 44 jaren, mij nalatende vier Kinderen, die hun verlies niet kunnen beseffen. Leiden 23 Junij 1854. Wed. A. GIJSBERTI HODENPIJLgeb. Jansen. Op uitdrukkelijke begeerte van den Overledene zullen er geene uiterlijke teekenen van Rouw aangenomen worden. De Ondergeteekenden betuigen hunnen hartelijken dank voor de deelneming bij het voltrekken van hun Huwelijk ondervonden. P. L. PATERS, G. PATERSGeb. Berckenkamp. De Familie van wijlen den Hooggeleerden Heer REINWARDT en wijlen zijne Echtgenoote, is door den loop der omstandigheden genoodzaakt, op deze wijs baren opreglen dank te betuigen voor de deelneming, die zij in hare smartelijke verliezen ondervonden heeft. Voor de vele bewijzen van deelnemingmij betoond bij het overlijden van mijnen dierbaren Echtgenoot, betuig ik, ook namens weaerzijdsche Betrekkin gen onzen hartelijken dank. Leiden 23 Junij 1854. II. A. ïIEIJEWcde 11. N. van IIaansbergen. De Ondergeleekende geeft bij deze kennis aan zijne geëerde •■•••jfeka Begunstigers, dat voortaan te beginnen den 2den Julij, des Zondags niet verkocht zal worden voor des avonds na 8 ure maar zijn winkel Zaturdag avond tot 12 ure zal geopend zijn. M. P. OUDSHOORN, Brood-, Beschuit- en Koekbakker. Een bekwaam LETTERZETTERdie tevens met de Pers kan omgaan, en ervaring heeft om eene Boekdruk kerij te kunnen beheeren, zag zich gaarne van stonde aan geplaatst, zoo mogelijk als MEESTERKNECHT. Nadere inlichting aan het Bureau dezer Courant. Aan de Houders van Obligatiën, Sjeening-Grof'smederijte Leg den, wordt berigt, dat op heden in de Vergadering van het Bestuur, ten overstaan van de in de Algemeene Vergadering benoemde Heeren Deelhebbers, de I ITLOTIVG heeft plaats gehad van zeven Obligatiën, en daarbij zijn uitgekomen de Nummers 60, 66, 40, 80, 82, 94 en 67, welke alzoo met den lsten Julij aanslaande worden afgelost, en kunnen worden ontvangen ten Kantore van de Kassiers LEZWYN E1GEMAN alhier, of ten Kantore van de Heeren LEEMBRUGGEN, GUEPIN MUYSKEN, te Amsterdam. Leiden, 13 Junij 1854.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 3