BUITENLANDSCIIE BEIUGTEN. BEL €3 IB. BRUSSEL, 21 Junij. De tentoonstelling van schilderijen alhier zal, in plaats van den l5tcn, den Bd6" Aug. e. k. geopend worden. Tc beginnen met Julij aanst. zullen er op de spoorwegstations te Brussel, Antwerpen en Ostende plaatsbriefjes afgegeven worden voor Berlijn, Leipzig, Dresden, Hamburg, heen en terug. Die briefjes zullen eene maand geldig zijn. Door dezen maatregel worden de reizigers in de gelegenheid gesteld zonder noodeloos oponthoud, de voornaamste steden van Duitsckland en België te bezigtigen. Gisteren is het water der Senne nagenoeg 3 el gerezen. De omliggende weilanden staan alle onder water; al het hooi is verloren. EIVGELAIVD. LONDEN, 22 Junij. Bij het hezoek des Konings van Portugal aan de City van Londen be antwoordde Z. M. het hem door den Lord Maire en den Gemeenteraad aange boden adres met eene door hemzelven opgestelde toespraak. Na daarin dank voor het genoten onthaal betuigd te hebbenzeide hij zijne tegenwoordige reis niet voor zijn vermaak, maar tot zijn onderrigt ondernomen te hebben, en om zich, overeenkomstig de begeerte zijner dierbare moeder, beter in staat te stellen over het hem toevertrouwd volk te regeren. Aangenaam was het hem, te midden van treurige herinneringen, dat de eerste grond, dien hij betrad die des ouden en getronwen bondgenoots zijns Lands, het eerste Hof, dat hij bezocht dat eener Koningin was, met wie hij, even als met haren gemaal, wel reeds door banden van bloedverwantschap was vercenigd, maar welke vereeniging nu door beider hartelijke ontvangst nog naauwer werd. Hij herdacht verder den handeldie sedert eeuwen tusschen Londen en Lissa bon bestaan had, den bijstand door Engeland aan Portugal geboden, wan neer dit in zijne onafhankelijkheid bedreigd werd, en eindigde met de be lofte van gedurende zijne regering, alles te zullen aanwenden tot handhaving der instellingen zijns Lands, en om de banden tusschen Engeland en Portugal steeds naauwer vast te knoopen. In de zitting van het Iloogerhuis van jl. Maandag (waarvan in ons vorig nominer reeds gewaagd is), betoogde Lord Lyndhurst, dat Engeland met den tegenvvoordigen oorlog meer beoogen moest, dan de herstelling van den slaat, w aarin de zaken vóór den oorlog warendat het voor de toekomst afdoende waarborgen voor de integriteit van Turkije moest verwerven. «Zoodanige waarborgen zeide hij bestaan niet in verdragsbepalingen niet in bloot persoonlijke verbindtenissendie door de ondervinding gebleken zijn geene waarde te hebben, wanneer Rusland er in betrokken is. Wij moeten, om eene Russische uitdrukking te bezigen, stoffelijke waarborgen hebben; zonder deze zal liet niet mogelijk zijn eene barbaarsche natie, den vijand van allen vooruitgang, die niet tot versterking en bevestiging barer eigen magt leidt, te stuiten in hare wederregtelijke aanvallen." De Minister van Buitenl. Zaken, Lord Clarendon, beantwoordde eerst eene opmerking van Lord Lyndhurst over de houding van Duitschland in het Oos- tersche geschilen zeide vervolgens hoofdzakelijkWij mogen rekenen op de trouw van Oostenrijk, als onzen bondgenoot in de tegenwoordige krisis. Ik verwacht, dat het in Julij gereed zal zijn om met 300,000 man, geheel uitgerustte velde te trekken. Het is thans de tijd nietom in eene be schouwing te treden van de voorwaardenwaarop men vrede zou behooren te maken; doch wetende, hoe verderfelijk de staatkunde van Rusland geweest is, moeten wij ons ten doel stellen Tiuslands magt te fnuiken en in te korten. Daartoe hebben wij thans groote en krachtige middelen in handende gele genheid is wonderbaar gunstig; de rust van gansch Europa mag niet om niet worden gestoord; een zoo magtig bondgenootschap moet niet te schande ge maakt worden door de onbeduidendheid der vruchtendie het draagt." Nadat Lord Derby, het hoofd der conservative oppositie, zijne volle tevre denheid over de rede van Lord Clarendon betuigd en gezegd haddat hij hoopte op de verklaringen des Ministers even krachtige en beslissende hande lingen te zullen zien volgen zeide Lord Aberdeenhet hoofd des bewinds «Mijn ambtgenoot heeft de inzigten en bedoelingen van Harer Majesteits gou vernement zoo volledig uitgesprokendat er voor mij weinig te zeggen over blijft. Omtrent de beëindiging van den oorlog, kan ik niet anders zeggen, dan dat wij geen anderen dan een regtvaardigen en eervollen vrede moeten maken. De vredes-onderhandelingen moeten alzoo geheel op den loop der ge beurtenissen gebouwd worden. Al wat ik kan zeggen is, dat ik steeds een ecrvollen en regtvaardigen vrede zal voorslaan, hoewel nimmer het oog af wendende van de groote doeleinden, die wij beoogen, namelijk de veiligheid, integriteit en onafhankelijkheid van Turkye, en ook, zooveel als redelijker wijze verlangd kan worden, Europa's veiligheid, gelijk het heet; alhoewel ik voor mij voor Europa niet zoo groot gevaar van een Russischcn aanval zien kan. Ik moet herinneren, dat Ruslandtoen het te Adrianopel, op weinige uren afstands van Konstantinopelaan de Porie zoo drukkende en noodlot tige vredesvoorwaarden oplegde, weinig of geen aanwinst van grondgebied be dong. Het verdrag van Adrianopelgesloten terwijl het Russisebe leger schier voor de poorten van Konstantinopel stond, is geen blijk van groote zucht naar vermeerdering van grondgebied. En wat is er geschied in de 25 jaren, die sedert den vrede van Adrianopel vcrloopen zijn Heeft Rusland in dien tijd aan Turkye ook maar eene duimbreedte gronds ontnomen? Ilceft Turkye eenige vijandelijkheid van Rusland moeten lijden? Neen: de eenige be- moeijing van Rusland met de zaken van Turkye, in al dien tijd, heeft ge strekt om het Turksche rijk te redden uit de hand van den Egyptischen Onderkoning. Dat is al wat sedert den vrede van Adrianopel van Ruslands zijde aan Turkye wedervaren is; geen oorlog, geen aanval, maar alleen eene voor Turkye gewigtige dienst. Kunnen wij nogmaals den vrede in het Oos ten voor een vierde eener eeuw herstellen en verzekeren, dan zullen wij, geloof ik niet kunnen zeggen dat onze pogingen ijdel geweest zijnen dat is het doel hetwelk wij behooren te beoogen. Nimmer moeten wij het ooi- voor de stem des vredes sluiten; ik voor mij althans, zoolang ik, of zoodra ik, kans zie op een regtvaardigen en eervollen vrede, zal ik daarvan trachten gebruik te maken. Dit wil niet zeggen, dat het doorzetten van den oorlog mij niet ter harte gaat. Integendeel, die het vurigst vrede wenschen, zijn het meest geneigd om den strijd met de uiterste kracht door te zetten, niet uit wraakzucht jegens ecnen vijandwien wij persoonlijk geen reden hebben om te hatenmaar ten einde des te zekerder tot duurzaam herstel des vredes te geraken. Met deze gezindheid, die mijns erachtens alle Christen volke ren behoort te bezielen, den oorlog met alle mogelijke kracht doorzettende, mogen wijnaar ik vertrouween spoediger herstel des vredesdan velen uwer waarschijnlijk achtente gemoet zien." In de pakhuizen der IIH. Pinchin en Johnson alhier, waar tevens veel krijgsvoorraad ten behoeve van het gouvernement werd bewaardis een ver schrikkelijke brand ontstaan, die gisteren avond nog niet gebluscht was. De schade wordt op meer dan 25,000 begroot. Twaalf jaren geleden waren op dezelfde plek verscheiden pakhuizen in de asch gelegd. Het tegenwoordige verlies veroorzaakt eenige ongelegenheid aan de Regering, uit hoofde van den thans gevoerd wordenden oorlog. Meest al de met onze troepen naar het Oosten vertrokken vrouwen kun nen wegens onderscheiden oorzaken daar niet blijven; reeds zijn vele, op de terugreis herwaarts, te Malta aangekomen. Het berigt, dat het Fransche eskader onder den Admiraal Parceval-De- schènes zich eindelijk bij de Britsche Oostzeevloot heeft gevoegd, wordt door den Franschen Moniteur bevestigd. De vereeniging der beide eskaders heeft den 13dcn Junij op de hoogte van Barösund plaats gehad. De Times deelt een particulieren brief mede, ter reede van Barösund ge schreven. Volgens den briefschrijver is het waarschijnlijkdat er dit jaar geene belangrijke krijgsoperatien in de Oostzee zullen plaats hebbenen dat de vereenigde vloot, thans 54 schepen, 2726 stukken geschut en 29,150 zeelieden en soldaten tellendezich tot het blokkeren der Russische havens zal bepalen. FRANKRIJK. PARIJS, 22 Junij. Sedert eenige dagen zijn een broeder en een neef van Omer-Pacha alhier. Den 20sten zijn zij aan den Maarschalk Vaillant voorgesteld. Deze twee bloed verwanten van den Opperbevelhebber van het Turksche leger treden voor het eerst in krijgsdiensten de jongste van beiden zal hier ter stede de lessen van de militaire school bijwonen. De Staats-Minister heeft voor het staats-mnseum het gouden altaarblad aangekocht, hetwelk de Duitsche Keizer Hendrik II aan de Domkerk te Bazel geschonken heeften voor een der merkwaardigste voortbrengselen der midden- eeuwsche goudsmeedkunst wordt gehouden. In den aanvang dezer week zijn te Marseille twee te Konstantinopel ge vestigde handelaars, een Engelsch- en een Franschmanaangekomen, met last om op de Europesche geldmarkt eene nieuwe poging te doen om voor de Porte eene geldleening aan te gaan. De 100 gardes zijn voltallig te Versailles bijeen, maar dragen nog hun nen uniform niet; de kleur van den uniform zal hcmelsblaauw zijn. Naar het leger in bet Oosten zijn van Algiers afgezonden 1000 man troepen 1600 paarden en muilezels. De ondernemers van den put van Ecully, waar Giraud en Gallat door eene aardstorting zijn bedolven, zijn aangeklaagd van manslag door onvoor- j zigtigheiden veroordeeld de een tot 3 maanden gevangenisen de ander tot 50 fr. boete. Alhier is uit Parma gemeld, dat den 12den Junij de Regter van Instructie in de zaak van den moord des Hertogs, op de openbare straat met 3 dolk steken is gedood. OOSTENRIJK. YVEENEN21 Junij. De Regering heeft na langdurige beraadslaging den 17dcn aan een aantal kooplieden de vergunning verleend, om eene aanzienlijke levering van le vensmiddelen voor het Engelsch-Fransch hulpleger in Turkye aan te nemen. Dien ten gevolge hadden zij reeds den 18dcn met de Engclsche en Fransche Gezanten alhier de noodige overeenkomst gesloten, en reeds in de aanstaande week, zouden door hen uit Triëst belangrijke verzendingen van rundvee naar Gallipoli worden gedaan. RÏ SL AN Uit Petersburg wordt een berigt medegedeeld, dat, hoe ongelooflijk, even wel waar schijnt te zijndat het aan al de Joodsche gemeenten door geheel Rusland verboden is, gebeden te doen voor het geluk der Russische wapenen. Verder kan men wel niet gaan met de orthodoxe geestdrijverij. Zes regementen kozakken van de garde, met uitzondering van een enkel, zijn naar Finland gezonden. Hun vertrek van Petersburg had veel opziens gebaard, omdat men het beschouwde, als een blijk van den hoogst gevaarlijken toestand van het oogenblik.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 2