Burgerlijke ^tanb.
Vail den 30 tot en met den 36 April 1854.
BEVALLEN: M. Alelkstap, D. A. Beurse, geb. van TolD. J. Felser, geb.
Tegelaar. D.J- M. Massert, geb. Knippenberg, D. P. H. van der Kolk, Z.
N. Buis, geb. van den EykelZ. C. Lipse, geb. Sjardijn, D. J. Blansjaar, geb.
Kluvvers Z.,M. Dreef, geb. TurenhoutZ. J. Lips, geb. PonlD. A. van
der Lelie ,'geb. LigetD. J. D. A. Hoogenstraatengeb. van Aleurs, Z. AI. G. C.
Japikse, geb. Corts, D. E. Pardon, geb. Zirkzee, Z. A. E. Feekman,geb.
Roudijk, Z. H. den Hoedgeb. 't HartZ. J. van Velsengeb. GietzD.
A. T. Weijenberghgeb. Gersen, D. A. Drukker, D. M. C. van AVent, geb.
Wakerlin D.
GEHUAVD: C. G. Roorda, Jm.en II. F. \V. A.Sparenberg, Jd. J. G. Bekker,
Jm. en M. Raar, Jd. J. van der LindenJm. en G. van der AVeyden Jd. J.
1'EcIuse, Jm. en M. Piket, Jd.
OVERLEDEN: C. van Steen, D.1 d. N. J. P. Rupp, 27 j. J. Kleyn,
46 j. M. A. Langeveld, Z.7 j. en 4 m. AV. F. van der Steen, 25 j. L. M. A.
Francken, Z.15 m. F. AVeekerhoff, D., 5 m. G. van BurenZ., 14 d.
M. Brakel, D., 5 j. en 3 m. J. II. Haak, Z., 5 m. C. Smith, D.2 m.
J. D. Viele, Z.2 ni. B. J. Ilensen, Z.3 m. G. Bakker, 49 j. J. P. Roy,
00 j, H. van der ReydenZ.15 m. G. E. StikkelorumD.5 w. M. P.
Hensing, D., 5 j. S. Dool, D.3 m. A. Kok, Z.2 j. en 9 m. G. van der
Lelie, D.1 d. J. B. Lamhooy, 33 j. Josa. Zuurbach, 30 j. D. Kemna
58 j. L. J. van BeekZ.12 j. en 9 m. J. van Dissel58 j. J. van An-
kerna, D.3 m. S. M. DiemeiD.7 rn.
Beschrijving van het Patentregt en der Personele Belasting
voor het Dienstjaar 1854 en 1855.
BUBGEMEESTER en AVETHOUDEBS van LEYDEN dom te weten naar
aanleiding van een ontvangen besluit van den Staatsraad Comm. des Konings in
de Provincie Zoidholland, van den 5den April jl. A. N°. 2870 (3de Afd.,)
Provinciaalblad N°. 42, houdende eenige hepaligen ten aanzien der beselirij- j
ving van het Patentregt over het Dienstjaar 1854 en 1855 (dat is, van den j
jsten Mei 1854, tot den 30sten April 1855,) alsmede naar aanleiding van een
gelijk besluit van dezelfde dagteekening A. N°. 3074 (3de Afd.,) Provinciaal
blad N°. 41betrekkelijk de beschrijving der Personeele Belasting voor
het Dienstjaar 1854 en 1855:
Dat op den lsten Wei een aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving
der Patentpligtigentabel 14, N°. 3740, zijnde de Slijters, Tappers, Kroeg
en Koffijhuishonders, waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen worden
rondgebragt, en na verloop van drie dagen, van wege den Ontvanger der Di
recte Belastingen, tegen regu worden afgehaald, en worden gemelde Patent
pligtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der wet van den 24sten April
1843 Staatsblad N°. 16), dat zij hun beroep niet mogen uitoefenen dan na
dat zij de helft van hunnen aanslag over het dienstjaar 1853 en 1854 hebben
voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar, ten volle zal
zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de actens van Patent
aan hen zullen kunnen worden afgegeven. Dat zoodra mogelijk hunne aan-
slagbiljetten zullen worden bezorgd, de Patenten in gereedheid gehragt, en de j
tijd bekend gemaakt, waarop dezelve zullen kunnen worden afgehaald.
Dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel N°. 16 der AA;ct,
van den 22stCDApril 1852, (Stbl. N". 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen
van de Ordonnantie op het regt van Patentvan den 21 Mei 1819 (Slbl. N°. 34),
de tijd der uitgifte, van de door de patentpligtigen in te vullen verklaringen
van aangifte, voor den jare 1854 wordt vastgesteld op den 9 Mei van dat
jaar, en dat de wederinzameling derzelve, tegen reqa door den Ontvanger of
deszelfs daartoe gequalifïceerden geteekend, op den achtsten dag na de uit-
gifte zal geschieden.
Dat de Begisters der patentpligtigen, op of met den 31 Mei daaraanvol
gende gesloten wordenen er na dien tijd volstrekt geene verklaringen meer
meer zullen worden aangenomen.
AVordende ieder patentpligtige bij deze herinnerd aan art. 18 der AA'et op het
regt van Patent, van den 21 Mei 1819, inhoudende: »dat zij, die bij het
aanbieden of bezorgen der verklaringen van aangifte, of ook bij het terugha
len derzelve, mogten zijn voorbijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of
ander begaan verzuim, maar integendeel gehouden zijn om zorg te dragen,
dat de bij de AVet gevorderde aangiften, verklaringen en aanvragen, welke ter
invulling aan het kantoor van den Ontvanger der directe belastingen." (op de j
Mare binnen deze Gemeente) verkrijgbaar zijn door in persoon of door hunnen
gemagtigden, behoorlijk ingevuld, op den daarbij bepaalden tijd, ter zeiver
plaatse moeten worden ingediend."
Alsmede aan art. 37 der voorschrevenc AA'et, houdende: de aan bet regt
van Patent onderhevige personen, welke, na den afloop van den tijd, tot het
doen der aangifte bepaald, bevonden zullen worden zich niet, of door valsche, i
onnaauwkeurige of onvolledige opgave, niet behoorlijk van hunne verpligtin-
gen ten aanzien dier aangiften te hebben gekweten, zullen telken reizewan
neer hun verzuim of overtreding wordt ontdekt, vervallen in een' boete van
niet minder dan 25en niet meer dan 400 guldens.
Dat, met betrekking tot de Schippers, Schuitenvoerders enz., in de tabel
N°. 16, der AVet van den 22 April 1852, StblN°. 61,) voorkomende, de
eigenaars, vaste huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartnigen
gehouden zullen zijn, om zich van behoorlijk patent te voorzien. Dat, tot de
door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften, zal worden gevaceerd ter
Secretarie alhier, van den 1 Mei aanstaande tot uiterlijk 15 dierzelfde maand,
'svooriniddags van 10 tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd, voor zoo verre
dat heroep niet in den loop des jaars wordt aangevangen; wordende de
zelve tevens uitgenoodigd om de meetbrieven hunner vaartuigen mede te
brengen, en alle die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de
vaartnigen, zullen worden gevorderd; terwijl er na den 15 lAIei voormeld,
geene verklaringen meer kunnen of zullen worden aangenomen, en de gehre-
kigen, bij ontdekking, zullen ineurreren de boete, bepaald bij het 37 artikel J
der AVet van den 21 Mei 1819, hiervoren omschreven.
Dat verder alle patentpligtigpnbij tabel N°. 7 der AA'et van den 16 Junij
1832 bedoeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers, welke met kramen,
stallen, talels enz., hunne waren in herbergen, huizen, kamers of op pu
blieke markten en kermissen uitstallen mitsgaders de debitanten in loterij-
hrietjesen alle handeldrijvende en als Kooplieden te belasten personen,
welke hunne waren ter verkoop, hetzij in 't klein, hetzij in 't groot, te water
of te lande met zich voeren alsmede de ondernemers van openbare vermake- j
lijkhedenin tabel N°. 15 genoemd, voor zoo verre alle die patentpligtigen J
in de alyemeene beschrijving voor 1854 zullen moeten worden begrepen ge- j
houden zullen zijn, zich gedurende de geheele maand Mei, ter bekoming van
hun patent, aan te melden ter Secretarie dezer Gemeente, 's voormiddags van 10
tot 1 ure, de Zondagen uitgezonderd zullende er na dien tijd geene aan
vragen meer worden aangenomen, behalve van de zoodanigen, die hun be
roep of bedrijf na dien tijd aanvangen en alzoo in de bijzondere beschrijvin
gen worden begrepen, welke gehouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang
van patent te voorzien.
Dat almede op den 8 Mei aanstaande, een aanvang zal worden gemaakt
met de beschrijving der Personele Belasting over het dienstjaar 1854 en 1855.
Zij, welke, bij het bezorgen der biljetten, of ook bij het terughalen van
dezelve, mogten zijn overgeslagen, zich, in geen geval, zullen mogen beroe
pen op zoodanig verzuim, maar integendeel gehouden zijn om de vereischte
en behoorlijk ingevulde verklaringen in te dienen ten kantore des ontvangers,
alwaar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn.
Een ieder is gehouden de te doene aangiften met zijne handteekening te
bekrachtigen.
Ingeval iemand betuigt niet te kunnen schrijven, zal de ontvanger of zijn
gemagtigde, des gevraagd, de invulling in deszelfs naam, en zonder daar
voor eenige betaling te kunnen eischenverrigtenmet vermelding der
redenen waarom en zal de aangifte door den Ontvanger of deszelfs gemag
tigde in tegenwoordigheid van een' derden persoon en met en benevens deze,
worden geteekend, na voorafgaande voorlezing.
De belastingschuldigen zullen de door hen in betrekking tot de belasting
op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren
in die gemeenten, alwaar de belasting is verschuldigd.
Denzulken, echter, wier belastings-voorwerpen naar de vier eerste grond
slagen, alle of gedeeltelijk gelpgen zijn of zich bevinden in eene andere ge
meenten dan die, waarin zij hun verblijf hebben, zal het vrijstaan de aan
gifte voor alle, mits alsdan voor elke gemeenten afzonderlijk, ter plaatse
hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen.
Zoo wanneer paarden der vierde klasse door eenen zelfden belastingschul
dige in verschillende gemeenten worden gehouden, zal hij in elk van deze,
het aldaar gehouden wordend aantal behooren aan te geven.
Eindelijk worden de Ingezetenen verwittigd dat tot tegenschatters voor
de Personele belasting zijn benoemd de navolgende personen, als:
SIMON dü CROIX, P1ETER van DLDBEN, Senior.
JAN LABREE, JAN van LITtl, Junior.
PETRUS SAMAVELABRAHAM VERHOOG,
En zal deze door aanplakking cn plaatsing in de Leydsche Courant worden
afgekondigd. Burgemeester en AVethouders voorn.,
Lemen, 27 April 1854. VAN LIMBURG STIRUM,
De Secretaris Y. PUTTKAMMER.
W 86 88 K W g'l» S 8» lv\ TSS'l.
Ofschoon de Redactie er zich niet toe verpligt gevoeltna het geplaatste
in de Cour. van 24 April en na de loffelijke vermelding, die in de Maat
schappij van Nijverheid gedaan is, heeft zij echter de plaatsing op verzoek
van onderstaanden brief niet willen weigeren.
Mijnheer de Redacteur
In uw geëerd blad van den 24sten 11. vindt men met een paar regels mel
ding gemaakt van een Electro-Magnetisch uurwerk, door den Heer AV. F. F',
van der AA'oerd alhier vervaardigd en ter zijner woonplaats voor een ieder ter
bezigtiging gesteld. Ook wij hebben gemeld uurwerk en de zamenstelling
van hetzelve bij genoemden Heer gezien; en daar er zoo dikwijls iets over
Panorama's Zon-Microskopen en dergelijken, wordt medegedeeld, vinden wij
een paar woorden over bovengemeld uurwerk ook niet geheel ongepast, wel-
ligt vinden zij een plaatsje in uw geëerd blad.
Dat de Eleclro-Magnetische uurwerken niets nieuws zijn en al voor cenige
jaren bekend waren, behoeft geen betoog; hoewel de praetijk in deze, reeds
dikwijls heeft bewezen, dat de toepassing der theorien niet altijd zulke juiste
uitkomsten geeft, als men wel meende te mogen verwachten. Hier over in
het breede uit te weiden, ligt buiten ons bestek. Het Electro-Alanr.etische
uurwerk van den Heer van der AVoerd zal dan ook mogelijk voor bevoegde
en juiste waarnemers cn beoordeelaars gelijk staan aan zoo vele dergelijke
uurwerken, met welke zoo wel in andere landen als in ons land reeds proe
ven zijn genomen. Bet is echter eene aangename taak te kunnen mededee-
lendat ook een onzer stadgenootcn aan het publiek kan toonendat hij
zijnen tijd begrijpt; dat hij zich niet alleen als werkman bij de oude praetijk
van zijne kunst bepaalt, maar dat de beoefening en de studie dier weten
schappen, welke tot meerdere volmaking in zijnen werkkring onmisbaar zijn,
door bem worden aangewend en hij er het nut van heeft begrepen. AA'ij
wenschen hem dan ook van harte toe, dat de moeite en studie die hij zich
geeft, om op de hoogte van zijnen lijd te blijven, voor hem niet onvrucht
baar zullen verloren gaan. Wij wenschen dit te meer omdat hij een Neder
lander en onze Stadgenoot is. X.
KERKNIEFAVS.
EDAM, 24 April. Heden is door den Breeden Kerkeraad der Ned. Herv.
ter vervulling der vacature ontstaan door het beroep van Ds. G. L. van Loon
naar Zwolle het volgende twaalftal Predikanten gevormd: DD. Diehl, te
Lichtenvoorde; Kochte Heinenoord; van der Leeuw, te Eemnes Buitendijks;
Moens, te Hoogvliet; Moorrees, te Nieuw Schermer; Bachiene Muntendam,
Th. Dr.te Koog aan de Zaan; Overman, te Rijsoord; Poortman, te Leer
dam; Tijdeman Jr.te Rosendaal; A'erwevte Jaarsveld, en Vorstmante
Noordwijk binnen.
ARAÜBEBBgK-mgKUWS.
PROAIOTIE AAN DE LEYDSCHE HOOGESCHOOL.
Den 27sten April de Heer H. C. P. van der Leevan AVesl-Zaanin de Ge
neeskunde, na verdediging zijner Dissertatio, coritinens: quaedam de diffe
rentia inter Scarlatinam et Morbillos.
Voor de vier beklagenswaardige Predikants-AVeezen, wier treurig lot nog
eenmaal de liefde van weldenkendenden inroept, nog nader ontvangen van
J. AL en B. een Aluntbillet n°. 840, groot ƒ10.waarbij gevoegd was van
vier ouderlooze AVeesjes f8.
Lemen, 27 April 1854. J. INCKEL.
Bij Ds. TICHLER nog met dankzegging ontvangen voor de Vrouw van
den Letterkundige met zeven Kinderen: twee coupons N°. 2922, ieder a
ƒ2.97 van G. R. Z.