LEYDSCHE COURANT. mL WOENSDAG, 19 APRIL. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. De Prijs der Courant is f 12 in het jaar; de afzonderlijke nommers worden legen 10 Centen afgegeven. II i iV X E X L A \T I) SCIIE 11E ii l G T K N LEYDEN 18 April. Van vele zijden ontvangen wij berigt omtrent de zicb allengs ontwikke lende belangstelling in de onderneming tot het stichten van de Sterrewaeht bij de Iloogschool te Leiden. Bij hetgeen reeds daaromtrent bekend is ge maakt, hebben wij de vermelding te voegen van eene Commissie bij de Koninkl. Militaire Academie te Breda, ten einde de zoo gewigtige zaak bij de land- en zeemagt aan te bevelen. Met is dus niet gewaagdwanneer men nu reeds bet denkbeeld nationaal durft noemen, en wij wenschen het beste van den uilslag der aangewende pogingen. Zoo gaat ook bier van eene Commissie, bestaande uit de HII. II. P. Baron Taets van AmerongenMr. J. F. C. Kneppelhout van Slerkenburg en Jhr. W. J. C. Rammelman Elsevier eene Circulaire uit, welke wij met geringe inkorting hier laten volgen: Welken weerklank de merkwaardige en hartelijke woorden, bij de Be grooting, Afdeeling Onderwijs, in Decmber 1.1., in de Kamers uitgesproken, te Leiden gevonden hebben, is niet moeijelijk te gissen. Het gold de drin gende noodzakelijkheid van het stichten van eene aan de eischen zoo wel van het onderwijs als van de wetenschap beantwoordende Sterrewaeht aan deze Ilooge- school, en het betreurenswaardig verzuim van de Regering ten deze, terwijl het Vaderland roem kan dragen op een man, aan wiens ongehoorde inspan ning en buitengewone talenten bet verschuldigd is, dat Nederland, in die wetenschap, thans alom geërd cn geacht wordt. (Zie ons nommer van 29 Maart 1. 1. overgenomen uit de Amst. Cour. van 22 Maart.) Die weerklank werd alom gehoord, en men heeft kunnen ontwaren dat de authcur van cle Sterrenhemel overal bewonderaars, leerlingen en hartelijke aanhangers had. Van die allen ging de stem uit: »ja! men moet het wel- ligt onwillekeurig verzuim der Regering herstellen, of baar onvermogen te hulp komen, en bet Vaderland mag niet langer verstoken zijn, tot zijne schande, van het voorname hulpmiddel, door hetwelk niet alleen de weten schap kan vorderenmaar ook de groote belangen van de zeevaart bevorderd kunnen worden: zijn de behoeften groot, (ze worden op 80,000 geraamd), wel nu 1 velen maken den last ligten er zullen er gevonden wordendie edelmoedig bijdragen." Met zulke gevoelens was bet niet moeijelijk een begin van opwekking te maken. Dat begin is van de Hoogeschool uitgegaan, en H II. Studenten hebben loffelijker wijze het sein gegeven door een aanbod van geld aan II. H. Curatoren. Onmiddelijk werd dit gevolgd door eene dergelijke aanbieding van Hoogleeraren en Directeuren van Wetenschappelijke Verzamelingen; en de beide genoemde aanbiedingen bereikten in zeer korten tijd de som van 4,100. Elders was het noodig dat de gewenschte opwekking uitging van mannen van kunde en van aanzienen van beproefde vaderlandsliefde. Daarmede is de hoofdstad voorgegaan, spoedig gelukte bet ook te 'sHage, en daarna te Delft. In andere voorname steden is men bezig Commissiën te organiseren uit eigen beweging. Zóó veel heeft het voorbeeld van de Hoogeschool bewerkt. Leiden, waar de Hoogeschool gevestigd is, dat aan deze aloude inrigting zijnen roemen een goed deel van zijn welvaart verschuldigd iskon of mogt nu niet achterblijven. Zou het zich willen verschoonen van iels bij te dragen tot de handhaving van de eer des lands in een der belangrijkste wetenschappen? Ilier aan te twijfelen zou eene beleediging zijn voor zoo velen onzer stadgenootendie in staat zijn het belang der zaak in te zien, cn die er, ieder naar zijn vermogen, eene opoffering voor ten beste zullen willen hebben. Met eene uitnoodiging aan onze stadgenooten besluit de Commissie bare Circulaire. Door Ged. Stalen der Prov. Zuidholland is vergunning verleend om tusschen den Isten en (]cn jsten J ulij aanstaande eene collecte aan de buizen der ingezetenen, in al de gemeenten dezer Prov. te doen, ten behoeve van de nagelatene betrekking en der bemanningen van de nit Vlaardingen ter beugvisschcrij uitgeruste schepen Hollands Koning en de Vrouwe Petronclla, toebehoorendc aan de Rceders A. Hoogendijk en J. II. Niermeijer, welke schepen met hunne bemanningen in een der laatste stormen op de Noordzee eene prooi der golven zijn geworden, waardoor veertien vrouwen hunne echt- genooten, negen en-veertig kinderen hunne vaders en zes weduwen hunne zonen hebben verloren. Uit eene olüciele opgave blijktdat het totaal der wettige bevolking in de provincie Zuidholland bedraagt 585,808 zielen, als 280,737 van het mannelijke en 305,071 van bet vrouwelijk geslacht, onder deze bevolking zijn begrepen: 1°. 2577 man behoorende tot de landmagt; 2°. 52 idem van de zeemagt, met inbegrip van het corps mariniers; 3°. krankzinnigen, in gestichten verpleegd wordende, 88 mannen en 142 vrouwen; 4°. gevangenen: 111 mannen en 30 vrouwen, en 5". bestedelingen en bedelaars in de koloniën der maatschappij van weldadigheid730 mannen en 358 vrouwen. Het totaal der feitelijke bevolking beliep te zamen 591,493 (mannelijk 284,273 en vronwelijk 307,220). Daaronder zijn begrepen1°. personen be hoorende tot de landmagt 4760 mannen (waaronder 16 gevangene krijgslie den); 2°. 453 personen behoorende tot de zeemagt, met inbegrip van bet corps mariniers; 3°. krankzinnigen, in gestichten verpleegd wordende: 202 mannen en 252 vrouwen (waarvan 3 mannen en 1 vrouw in den avond van 31 December 1853 ontslagen uit het geneeskundig gesticht voor krankzinni gen te 's tlage)en 4°. gevangenen1184 mannen en 294 vrouwenwaar onder mede zijn begrepen 302 gevangene krijgslieden in de militaire strafge vangenis onder Oegstgeest. De Ministers van Marine en van Oorlog hebben, ieder voor zooveel hem aangaat, ter kennis gebragt van ouders en voogden, die verlangen mogten dat hunne zonen of pupillen te deze jarc als adelborst of als kadet op de Kon. Academie voor de zee- en landmagt worden geplaatst, dat zij, ten einde bedoelde hunne betrekkingen worden toegelaten tot het vergelijkend examen hetwelk omstreeks bet midden van Junij aanst. te Breda tusschen adspiranten naar gezegde plaatsing zal worden gehouden, een adres aan het Departement van Marine of aan dat van Oorlog zullen behooren in te zendennaar gelang de toelating bij de zee- of landmagt wordt verlangden wel voor den 12de" Mei aanst.zullende na dat tijdstip geene verzoeken ter admissie tot voor schreven examen ineer worden aangenomen. Nopens de te vervullen vereisch- ten om te kunnen worden toegelaten, zie men de Staats-Courant van den 14den dezer. De belanghebbenden worden voorts verwittigd, dat de navol gende plaatsen ter vervulling zijn opengesteld, als: van adelborst: 35 voor de eigenlijke zeedienst; voor de scheepsconstructie en voor hel corps mariniers worden dit jaar geene adelborsten geplaatst; van kadet voor de dienst hier te lande: 20 voor de infanterie, 8 voor de kavallerie, 24 voor de artillerie en 5 voor de genie. En van kadet voor de dienst in de koloniën: 14 voor de infanterie in O. Indie; 2 voor die in YVest-Indie; 22 voor de artillerie in O. Indie en 2 voor die in West-Indie; en 11 voor de genie in O. Indie. De afdeeling Dordrecht en omstreken der Hollandsche Maatschappij van Landbouw doet eene poging om het aankweeken van bloemen voor bloemrui kers in baren kring aan te moedigen. Zij heeft met dat doel eenige vaste planten en bloemzaden voor den kouden grond aan tuiniers en warmoezeniers om niet aangeboden en eenige premiën uitgeloofd voor hen, die op de Dord- sche bloemmarkl op bepaalde lijden de schoonste bloemruikers ter verkoop zullen aanbieden. Men vleit zich, dat die poging niet zonder gevolg zal blijven. Voor de aangeboden planten en zaden hebben zich een aantal lief hebbers opgedaan, die voornemens zijn om zich op deze kleine nijverheid, die in Holland en bijzonder in die streken te veel wordt veronachtzaamd, met ijver toe te leggen. Ll. AVoensdag heeft in de omstreken van Arnhem een zware bosch- brand plaats gehad, waarvan de oorzaak aan kwaadwilligheid wordt toege schreven. Behalve verscheidene bunders boschgrond behoorende tot het huis Roozendaal, zijn 4 bunders jong dennenbosch van den Heer Baron van Pal- landt, Burgemeester van Arnhem, verbrand. Ook te Onderdijk bij Wervershoof onder Hoorn heeft eene hevige brand gewoed. Eene stevige koelte uit het Z. O. deed hem met verbazende snelheid van het eene pand tot het andere overslaan zoodat binnen 2 uren tijds reeds 9 gebouwen tot eeneo puinhoop waren geworden. Aan blusschen viel niet te denken. De geledene schade, ofschoon de meeste, zoo niet alle verbrande huizen verzekerd waren, is aanzienlijk. Sommigen hebben van hunne meubelen en andere bezittingen niets kunnen redden. R.uim een 20-tal stuks hoornvee is in de vlammen omgekomen. Er is gelukkig niemand bij omgekomen. j Men meldt uit Drenthe, dat men aldaar bereids met veenbranden is begonnenhetwelk de aanhoudende droogte thans reeds toelaat; gewoonlijk kan zulks eerst veel later plaats hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 1