BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
Na de treurige jaren van de vreemde overlieerscliing werden, nn ruim 40
jaren geledende eerste krelen der herboren vrijheidwaarbij weder »Vader-
land en Oranje, één waren, aangeheven op deze zelfde plaats, waar nu het
standbeeld is verrezen van Hem, die de onafhankelijkheid van de Nederland-
sche Natie heeft verdedigd door zijnen heldenmoed en die hare vrijheid heeft
bevestigd door zijne staatkundige wijsheid.
En nu, Sire! wende ik mij tot U, met de eerbiedige bede, dat het U be
hagen moge mij te vergunnen, dat ik het teeken geve, waarop de omhulsels
zullen vallen, die het beeld bedekken van den beminden Vorst, opdat liet
door ons en door de vergaderde menigte moge worden begroet met de va
derlandsche ontboezemingaan de dierbare nagedachtenis van den
Ifden WILLEM ONVERGANKELIJKE LOF EN EERE
De stempelgravcur aan 's Rijks-Munt te Utrecht, de Heer Menger, heeft
eene fraaije medaille vervaardigd bij gelegenheid van de onthulling van het
standbeeld.
Vtveede Kamer iter Staten-Generaat.
Zitting van Donderdag 23 Maart.
Na het aannemen van het wets-ontwerp op het muntstelsel in Ncd.-Indië
(zie onze vorige) heeft de vergadering zunder beraadslaging achtereenvolgens
met algemeene stemmen aangenomen: het wets-ontwerp betrekkelijk den vrij
dom van invoer van guano en andere mestspecien in Nederl.-Indië, en dat tot
naturalisatie van 9 personen. De Commissie voor de verzoekschriften heeft op
adressen eenige verslagen uitgebragt met welker conclusien, strekkende tot
nederlegging dier stukken ter griffiede vergadering zich vereenigd heeft.
De Kamer heeft bepaalddat Vrijdag beraadslagingen zullen plaats hebben
over de wets-ontwerpen tot vereeniging van sommige gemeenten, en tot pen
sionering van de militaire leden van het hoog militair geregtshof; en dal het
wets-ontwerp betrekkelijk de groote visscherij zal behandeld worden op Maan
dag na afloop der beraadslaging over het wets-voorstel tot wijziging van
hoofdstuk X der Slaatsbegrooting voor 1854.
Zitting van Vrijdag 24 Maart.
In deze zitting zijn de acht wcts-onlwerpen tot vereeniging van gemeenten
behandeld, en op eene na, van een paar gemeenten in Limburg, aangenomen.
Daarop is het wets-ontwerp tot regeling van het pensioen der militaire
leden van het Hoog Militair Geregtshof aangenomen.
De Commissie voor de verzoekschriften heeft aan het einde der vergadering
nog omtrent een aantal adressen verslagen uitgebragt.
In deze zitting zijn ingekomen: 1°. een wets-ontwerp strekkende tot ver
klaring van het algemeen nut van den aanleg van een spoorweg van de Bel
gische grenzen in de rigting van Antwerpen langs Roozendaal tot aan het
Hollandscb Diep bij Roodevaart met eencn zijtak van Roozer.daal tol Breda;
2°. een wets-ontwerp tot vaststelling van de raming van uitgaven wegens
verstrekkingen voor het Departement van Oorlog voor 1854; 3°. een afschrift
der door de Rekenkamer afgesloten rekening der Maatschappij van Welda
digheid over 1852.
kroon en schepter te dragen in ons midden, opdat ook Gij rnoogt waken voor
het welzijn van het dierbaar Vaderland.
Toen het zielloos overschot van Uwen onvcrgetelijken Vader aan de marme
ren groeve werd toevertrouwd, die het gebeente bewaart van den groeten
grondlegger onzer vrijheid, van den Eersten Willem van Oranje, toen hebt
Gij, door kinderlijke liefde gedrongen, eenen lauwerkrans nedergelegd op de
Koninklijke lijkkist, en de woorden, daarbij door U gesproken, hebben weer
klank gevonden door geheel het Vaderland: »Wij hebben eenen heldhaftigen,
edelmoedigenbeminnelijken en hooggewaardeerden Koning verloren."
Ja! Wij bewonderden den Held, die bij de Pyreneeën en in de velden van
Spanje de bewijzen had geleverd, dat beleid en krijgsmansmoed, zoo eigen
aan zijn geslachtook zijn erfdeel waren geworden. Wij vereerden den telg
nit ons Vorstenhuis, die te Qualre-Bras voor onze belangen streed, en die te
"Waterloo de verknochtheid aan zijn Vaderland bezegelde met zijn bloed. Wij
hadden den Veldheer lief, die te Hasselt en te Leuven aan het Vaderlandsche
leger den weg ter overwinning baande.
In dat roemruchtig tijdperk, eenig in de geschiedenis des Vaderlands,
toen de natie met ongekende geestdrift op de roepstem des Konings hare kin-
- deren naar het strijdperk zond en hare schatten ten offer bragt, om de aan
gerande regten van Nederland en die van het Stamhuis van Oranje te ver
dedigen, in dat roemruchtig tijdperk, vooral, werd die band van liefde ge
knoopt, die de zonen des Vaderlands zoo innig heeft verbonden aan hunnen
glorierijken voorganger op het pad der eere.
De lauwerkrans zou hebben kunnen verwelkendie de Overwinning had
gevlochten om de slapen des Veldhcers; maar in onze harten kon de herin
nering niet sterven aan dien open en vriendelijken blik, aan dat hartelijk
en bezielend woord, aan die liefderijke welwillendheid voor allen, die zich
uooit verloochende, ook niet in de ure des gevaars.
Toen het leger werd ontbondentoen heeft de woning van aanzienlijken
en van geringen de ontboezeming gehoord van de liefde, die de teruggekeerde
strijders verhond aan hunnen beminden Veldmaarschalk. Zij stortten hunne
gevoelens over in de harten hunner huisgenootenen toen de Prins van
Oranje den Koninklijken zetel besteeg, was hij omringd van een dankbaar
en van een liefhebbend volk.
Kort zijn de jaren Zijner Regering geweest; maar lang genoeg, om Zijne
Koninklijke deugden in haren vollen laister te doen schitteren.
Liefde voor Zijn Volk, onafgebroken zorg voor de belangen van het Va
derland, strenge regtvaardigbeidedelmoedige bescherming aan kunsten en
wetenschappen verleendinnig meegevoel bij het lijden zijne natunrgenooten
en onbegrensde liefdadigheid hebben zijne Regering gekenmerkt, en zij heb
ben zoo mogelijk de banden nog naauwer toegehaald, die het Nederlandsche
Volk reeds aan zijnen Koninklijken Prins verbonden.
In die bange dagen, toen de storm der omwentelingszucht Europa beroerde
toen de troonen der oudste dynastien waggelden; toen de Vorstelijke kroon
van zoo velen maar naauwelijks was beveiligd tegen de schendige hand van
het muilziek gemeen; bij die zegepraal van oproer en geweld was de liefde
van het Nederlandsche Volk voor zijnen grootmoedigen Koning hem tot een
veilig schild. Elders strijd, onverwerping en beroering: hier vrede, rust en
wederzijdsch vertrouwen.
De Tweede Willem zag in die dagen Zijnen troon omringd door de Afge
vaardigden der Natie, door vaderlandlievende mannen, die bij verschil van
meening over staatkundige begrippen, één waren in eerbied, liefde en trouw
voor het Hoofd van den Staat; één in gehechtheid aan Zijn Doorluchtig Geslacht.
De gebeurtenissen van dien tijd mogen eene roemrijke bladzijde vullen in
de geschiedenis van het Nederlandsche Volkzij zullen bovenal den lof des
Konings vermelden, die zich die hartelijke liefde Zijner onderdanen had we
ten te verwerven.
Ja! de Natie had den Tweeden Willem lief, en toen de mare van zijnen
dood zich verbreidde door het Vaderland, toen gaf ons aller droefheid de ge
tuigenis, dat wij het wisten, dat wij eenen edelmoedigen en beminnelijken
Koning hadden verloren.
Waarom dan een standbeeld opgerigt ter eere van Hem wiens glorierijke
naam door het Nederlandsche Volk niet zal vergeten wordenen wiens roem
door geene eerbetooning kan worden vergroot
Gelijk de zoon de beeldtenis eens geliefden vaders met weemoedig welge
vallen aan zijne kinderen vertoontopdat die beeldtenis zich moge prenten
in hun gemoed, te zamen met de herinnering aan de verdiensten des afge
storvenen: zoo hebben wij gewenscht, dat onze nakomelingen het beeld mog-
ten aanschouwen van den Tweeden Willemopdat zich ook voor hen dat
beeld mogt vereenzelvigen met het verhaal van Zijne deugden en van Zijne
roemrijke daden. Het zijn dan ook niet de rijkelijk door de fortuin geze-
genden alleen het zijn Nederlandsche burgers uit de verschillende standen
der Maatschappijzoo in het Vaderland als in onze Koloniëndie dat ge-
denkteeken voor hunnen Koning hebben doen verrijzen.
Dat Standbeeld moge dus dienstig zijn om des Helden roem te verkondigen
aan het nageslachthet is vooral bestemdom voor inlanders en vreemden
eene blijvende getuigenis te zijn van de liefde, die het Nederlandsche Volk
zijnen Tweeden Koning heeft toegedragen. Maar dit gedenkteekendoor de
Natie opgerigt, heeft nog eene andere, eene hoogst gewigtige beteekenis, vooral
in de dagen, die wij beleven. Wij mogen het beschouwen als eene hulde,
die de oprigters brengen aan de geschiedkundige herinneringen des Vaderlands.
Wij mogen het aanbieden aan den Koning en aan de Leden van Zijn Door
luchtig geslacht als een bewijs, dat de overtuiging in onze harten leeft:
ndat de roem en dat de welvaart van Nederland onafscheidbaar verbonden
zijn aan den roem en aan de welvaart van het Huis van Oranje."
ENGELAND.
LONDEN, 22 Maart.
Het Iluis Rothschild heeft eene leening voor Turkye gesloten, ten be
drage van 24 millioen gulden a 85 pCt. aflosbaar in 15 jaren, bij jaarlijk-
sche uitloting, rentende 6 pCt. Hier zijn de schuldbrieven reeds verhandeld
voor lf tot 2( pCt. boven den prijs der uitgifte.
Zondag 11. zijn tusschen de 2 en 300 schepen de Theems binnenge
komen, uit onderscheiden havens van noordelijk Europa.
De kostenaangewend om Sir J. Franklin op te sporenhebben eene
som bedragen van 9 millioen gulden.
Eene zekere Mevrouw Landreauxdie door een ongeluk op den spoor
weg in New-Orleans, haren man had verloren, heeft tot schadevergoeding
f50,000 ontvangen.
FRANKFORT.
23 Maart.
Tnsschen den 16den er. 18den waren te Bremen niet minder dan GOCO
landverhuizers naar Amerika aangekomende prijs voor de overvaart is sterk
gerezen.
Het is aan den Scheikundige Kansier in Beijeren gelukt, om aan het stroo
de noodige witheid en buigzaamheid te gevenwaardoor het voordeel tot
het vervaardigen van allerlei soort van papier zal kunnen gebezigd worden.
De Heeren Brunner en Hipp, directeurs van de electrischc telegraphen,
in Zwitserlandhebben een draagbaren toestel uitgevondenwaardoor zij
door het, op welk punt men wil, aan de telegrafische draden tc hechten,
eene depêche kan overbrengen.
OOSTENRIJK.
WEENEN, 21 Maart.
Z. M. is den 19dcn van Miinchen alhier teruggekeerden heeft den eigen
dag den Russischen gezant Baron von Meijendorff in een bijzonder gehoor
ontvangen, die, volgens in omloop zijnde geruchten, in dat gehoor da
redenen zou hebben uiteengezet, welke den Keizer van Rusland beletten aan
de door de Westersche Mogendheden gedane sommatie tot ontruiming der
Vorstendommen gehoor te geven en tevens om bepaalde ophelderingen ge
vraagd zou hebben aangaande de houding, welke Oostenrijk verder ten
aanzien van Rusland dacht aan te nemen. Mogt dit antwoord niet bevre
digend uitvallen, dan meende men dat de Russische gezant niet langer
alhier zou vertoeven.
RVSLAND.
De krijgsmagtdie binnen weinige weken op de verschillende punten des
oorlog zal zijn zaamgetrokkenzal uit niet minder dan 755,000 man be
staan, aldus verdeeld: 150,000 in de Kaukasische streken, en in die gewes
ten die in Azië den grens naar den kant van Turkye vormen35,000 in