LEVUSCUE COURANT. WOENSDAG, 22 FEBRUARI]. BIMENLANBSCHE BERIGTEN. 1854. JJe Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. N°. 25. <s> De Prijs dor Courant is f 12 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN 21 Februarij. Eergisteren werd hier de 37ste verjaardag van Z. SI. onzen geëerbiedigden Koning o. a. met het houden eener groote parade gevierd. Aan den avond van dien dag werd in de Slads-Gelioorzaal door de leden van de Vereeniging der Onder-Officieren alhier in garnizoen bal gehoudenwaaraan circa 300 personen deel namen. Groot was het genoegen en de vreugde die allen smaakten het geen nog verdubbeld werd, door het vereerend bezoek van verscheidene Offi cieren, mede tot de corpsen alhier in garnizoen behoorende. Alle lof behoort dan ook wel te worden toegezwaaid aan de Directie van genoemde vereeni ging, welke alles schijnt te hebben in het werk gesteld om deze partij lot aller genoegen en in de grootste orde te doen plaats hebben. Men verneemt dat door de Arrond.-Regtbank alhier op de lijst van aanbeveling voor de vacature van Kantonregter te Noordwijk geplaatst zijn de lleeren Mr. C. G. Luzac, Griffier bij het Kantongeregt te Noordwijk, Mr. 11. W. de Graaf, Griffier bij het Kantongeregt te Woerden en Mr. II. A. Neeb, Advocaat alhier. Het getal opgenomencn in het werkhuis, in de laatste drie dagen, is geweest als volgt: 19 Februarij 362 volwassenen, 195 kinderen, te zamen 557. 20 n 472 237 709. 21 472 241 713. Den 275t(;,1 zal aan het locaal van het Ministerie van Binnenl. Zaken te 's Gravenhage worden aanbesteedhet graven der nog overgebleven kavel- sloten in den Haarlemmermcerpolder, in 5 percelen, waaromtrent nadere in lichting te bekomen is bij den Ingenieur J. A. Beyerinck alhier. De tot nu toe in het geheel verkochte 6421.92 bunders in den Haar lemmermeer-polder, hebben ƒ3,274,300 opgebragt, of gemiddeld 509 per bunder. Het ontwerp van wet betreffende de vijfjarige verjaring van de Cou pons der Certificaten van Nationale Schuld, luidt als volgt: Art. 1. De Coupons of andere rentebewijzen behoorende tot de Certifica ten of acten van aandeel of deelgeving in inschrijvingen in de Grootboeken der Nationale Schuld, die op of na 1 Jan. 1855 verschijnen, verjaren met 5 jaren, te rekenen van den daarin aangewezen verschijndag der rente. Art. 2. Het bedrag der verjaarde Coupons of andere rentebewijzen komt ten bate van 's Rijks schatkist. Art. 3. De houders van rekening, bestaande in inschrijvingen waarvoor Certificaten of acten van aandeel of deelgeving zijn afgegeven, zijn verpligt, voor of op 1 Maart van ieder jaar, te beginnen met het jaar 1860, het be drag der door hen ontvangen rente, waarvan de uitgegeven Coupons of rente bewijzen alsdan verjaard zijn, aan den Staat te verantwoorden door overleg ging van de betaalde Coupons of rentebewijzen. liet bedrag, waarvan geene Coupons of rentebewijzen worden afgeleverd, wordt in geld door hen aan 's Rijles schatkist betaald, na aftrek van hetgeen daarop, in geval van uitbetaling, volgens den inhoud der Coupons zou zijn gekort. Art. 4. Bij gebreke van verantwoording en teruggave binnen den bepaal den termijn, wordt de rentebetaling ten aanzien van de nalatige houders van rekening geschorst, tot dat zij aan de hun opgelegde verpligting hebben voldaan. Zij blijven, niettegenstaande de schorsing, tot de nakoming hunner ver- Jiindtenissen jegens de houders der Certificaten verpligt. Memorie van Toelichting: Volgens de bestaande wettelijke bepalingen zijn de renten, welke, krachtens coupons of andere, bij de certificaten der nationale schuld door de administratie kantoren uitgegeven, renthewijzen wor den gevorderd, niet onderhevig aan de verjaring van vijf jaren, bij art. 2012 van het Burgerlijk Wetboek voor andere interesten vastgesteld. De bedoelde renten toch worden van den Staat door de administratie-kan- toren opgevorderd. En terwijl deze ze ontvangen ten behoeve van de houders der door hen uitgegeven certificatenals administrateurs van de aan dezen toekomende aandeelen in de op hunnen naam gestelden inschrijvingen, kun- Sïen zij zich jegens die houders, zoo zij al eenige verjaring legen hen wilden inroepen, slechts van de dertigjarige veijaring bedienen. Hieruit volgt, dat de houders van certificaten, ten aanzien van de ver- krijging der hun opkomende renten in een gunstiger toestand zijn geplaatst dan zij, die hunne aandeelen in de staatsschuld op eigen naam ingeschreven hebben. Dezen toch verliezen hunne vordering met vijfgenen, zoo ooit, eerst met dertig jaren. Deze loop der zaak moge, naar de beslaande wetten, strikt regtens zijn, hij stelt eene ongelijkheid daar tusschen de op eigen naam ingeschrevenen en de houders van certificatenwelke ook in het belang der schatkist be hoort weggenomen te worden. Daardoor zal tevens alle aanleiding tot niet geheel ongegronde klagten opgeheven ennaardien de wet slechts voor de toekomst werktgeen regt hoegenaamd geschonden worden. De Regering meent dan ook te mogen vertrouwendat de voorgestelde maatregel de goedkeuring der Staten-Generaal zal verwervente meerwijl de regeling dezer zaak, in gelijken geest, reeds meer dan eens in hunne vergadering ter sprake gebragt werd. De artikelen van het ontwerp schijnen in het bijzonder weinig toelichting te behoeven. De beide eerste regelen het eigenlijk onderwerp der wetde verjaring der coupons ten behoeve van den Staathet derde schrijft de wijze voor waarop de Staat in het genot dier verjaarde renten wordt gesteld; terwijl hel vierde artikel dat voorschrift door eene strafbepaling verzekert. Bij de 24e zinsnede van art. 3 wordt voorgesteld, om de administratie kantoren de provisie op de door hen terugbetaalde renten te laten behouden. De billijkheid toch vereischt, dat aan hen, die tijdig voor hun belang gewaakt hebben, het loon niet worde ontnomen voor moeite en kosten, die noodwendig en in dezelfde male zijn aangewendalsof de uitbetaling aan de houders had plaats gehad. De poenale sanctie mag niet ontbrekenal moge eene weigering van een administratie-kantoor naauwelijks kunnen worden verwacht. Doch ook juist daardoor en door het geheel onregtmalige van zoodanige weigering wordt de gestrengheid van het in art. 4 voorgestelde dwangmiddel gereglvaardigd. Bij het wetsontwerp tot amortisatie van Nationale Schuld wordt voorge steld om eene som van 1,500,000, beschikbaar uit de koopprijzen der droog gemaakte hinden in het Haarlemmermeer, te besteden tot amortisatie van Nationale Schuld en wel tot inkoopen van 2133 j en 4 pCts. schuldbrieven. Het herhaaldelijk ontstaan van brand in de gemeente Puttershoek heeft den Officier van Justitie bij de Arrondissements-Regtbank te Dordrecht aanlei- ding gegeven, om op een berigt van den Burgemeester dier gemeente, zich ter plaatse te begeven. Het daarop ingesteld gereglelijk onderzoek had de aanhouding ten gevolge van zekeren W. G.winkelier te Puttershoek, ter zake van moedwillige brandstichting. De zware storm van 11. Vrijdag avond en nacht is op onderscheiden plaatsen van donder en bliksem vergezeld gegaan. Te Rotterdam begon het water, om 7 ure zoo belangrijk Ie wassen, dat in korten tijd de meeste kaden en de Groote Markt overstroomd waren. Uit Zierikzee schrijft men van den IS11011Het stormweder heeft heden nademiddag een buitengewoon hoogen vloed veroorzaakt, welke met hevige buijen gepaard gaande, eene doorbraak op de Nieuwe Haven ten gevolge had, waardoor een groot deel van het lager gedeelte der stad onderliep en zeer veel schade, vooral in de buurten, bewoond door neringdoenden en minder gegoeden, te weeg bragt. De doorbraak is veroorzaakt door het ontslaan van een gat aan de stoep eener woning, welke weldra een put van meer dan 50 Q ellen (zoo als thans na afloop van den vloed blijkl) gevormd heeft, den gevel der woning zelve ondermijnde en zoo doende een doortogt aan het water gaf. Men heeft zoo veel mogelijk de doorbraak gestopt, door het aanbrengen van kistingen en hoopt zoo doende voor een volgenden vloed beveiligd te zijn. Uit Gouds waard meldt men van den 19<lenGisteren avond zijn hier de Noordpolder, Oostpolder en Molenpolder door den hoogen vloed geheel ondergeloopenter wijl de oude Koomdijk en de Eendragtspolder in het groolste gevaar verkeer den. Men kan begrijpen, dat dit alhier niet weinig ontsteltenis te weeg bragt. De schade is nu reeds vrij aanzienlijk; doch door de overstrooming van de twee laatstgenoemde polders zouden de schade en de noodlottige ge volgen niet te berekenen geweest zijn. Inlussclien is het gevaar nog niet geweken, maar door ijverig kisten hoopt men het te voorkomen. Tc Merxcm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 1