LEYDSCHE
COURANT.
1854.
VRIJDAG, 20 JANUARIJ.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
uit Zaturdag Avond.
rl.ELEN
JVS
1 UiU
De Prijs der Courant is f 13 in het jaar;
de afzonderlijke nommers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BINNENLANDSCIIE BERIGTEN.
LEYDEN 19 Januarij.
Heden is op de gebruikelijke wijze de 59ste verjaardag van H. M. de Ko
ningin-Moeder herdacht.
Nog hebben de erfgenamen van Mevrouw Douarière Lewe lot Aduard,
van welke wij reeds vroeger giften hebben vermeldaan het Heilige Geest
of Armen Wees- en Kinderhuis alhier, ƒ600 aangeboden.
Het getal opgenomenen in het werkhuis, in de laatste twee dagen, is
geweest als volgt:
18 Januarij 800 volwassenen, 357 kinderen, te zamen 1157.
19 788 346 1134.
De Minister van Koloniën heeft den 16den December ingevolge art. 60
der Gwt.aan den Voorzitter der Tweede Kamer bet verslag van het beheer
der koloniën over 1851 toegezonden, welk verslag thans in druk verkrijgbaar
en 128 bladzijden in folio bevat over Nederl.-Indië met nog vijf bijlagen;
19 bladzijden over Suriname met vier bijlagen; 31 bladzijden over Curacao
en verdere eilanden met acht bijlagen en een kort verslag en staat omtrent
onze bezittingen ter kuste van Guinea.
Het verslag omtrent Ned.-Indië is verdeeld in twee hoofdstukkenI. grond
gebied en bevolking; II. middelen van beheer, welk tweede hoofdstuk in vele
onderdeelen is verdeeld en verscheidene belangrijke bijzonderheden bevat
waaruit wij in een volgend nommer een en ander zullen mededeelen.
In 1790 werd bet voortreffelijk Doofstommen-Instituut te Groningen
opgerigt, en de schoone bedoelingen van den stichter Guyot vonden eenen
welverdienden bijval. Meer dan eene halve eeuw is hunne weldadige schep
ping door geheel Europa bewonderd als een der schoonste sieraden van ons
vaderland. Thans poogt men te Rotterdam, bij het licht van rijper erva
ring en dieper kennis van den aanleg en de behoeften der doofstommen, hunne
vorming voor de maatschappij op hechter grondslagen te vestigen, onder aan
wending van eene leerwijze die in Duilschland algemeen verbreid is, en ha
ren eersten oorsprong vond in ons vaderland, waar de Amslerdamsche Genees
heer van Amman, reeds in 1690, verscheidene doofgeborenen hoorbaar en
duidelijk had leeren spreken, en een boekje uitgaf: Surdus loquens of de
doove sprekende. Langs dezen weg wil men te Rotterdam die ongelukkigen
aan de maatschappij weder geven, en is er onder het Voorzitterschap van
Dr. Molewater eene circulaire uitgegaan waarin de waarde dier leerwijze op
grond van den voorrang van hoorbare boven vingerspraak en gebarentaal, en
der door de ondervinding in Duilschland geblekene mogelijkheid tot aanleering
van het spreken, wordt ontwikkeld. Maar om de gewensehle uitkomst te
verkrijgen, wordt verder in de circulaire gezegd, is bij de in de vroegste
jeugd reeds aan te vangen spraakoeferiingen eeri onvermoeid geduld, eene in
spanning noodig, die bij den leerling alleen kunnen onderhouden worden door
zijne behoefte om gewaarwordingen en denkbeelden aan zijne leermeesters en
betrekkingen mede te declen. Zijn gebaren en vingerspraak hem gemeen
zaam geworden, hij zal later slechts met ongeloofeiijke moeite goed, hoorbaar
en duidelijk leeren spreken. Het eerste is dan ook in de beste Duitsche scho
len ten eenenmale verbannen, en de verkregene uitkomsten zijn verblijdend,
zoodat het niet vreemd is er doofgeborenen te ontmoetenwier toon van stem
bun gebrek naauwelijks verraadt en wier gezigt de beweging van mond en
lippen bij het spreken van anderen zoo juist weet op te vangen, dat geen
enkel woord hun ontsnapt. Reeds wordt een 20-tal volgens die leerwijze
onderwezen, en bestaat er plan om de inrigting uil te breiden.
Er zal alzoo een strijd ontstaan tusschen de oude en nieuwe schoolmoge zij met
zulk uitslag gevoerd worden dat Groningen hetwelk zooveel aanspraak heeft op
-de dankbare welwillendheid van het vaderland, dat Rotterdam hetwelk zich
voorstelt eene dergelijke te verwerven, dat de doofstommen van dit en vol
gende geslachten er niet bij verloren maar gewonnen hebben.
De IS. R. Cour. zegt omtrent het berigt in de onze van 16 dezer uit
<de Amst. Cour. betreffende het barkschip Piclura, Kapt. R. J. Schollen, dat
genoemde bodem benoorden de Linie wel veel storm had doorgestaandoch
<le beschadiging der lading door zeewater zeer gering was en den Gezagvoerder
schier onbekend. Hoe men op liet denkbeeld gekomen is, dat de lading te
Hellevcetsluis gedeeltelijk zou worden opgeslagen, ingeval het dooiweder geen
•voortgang hadbegrijpt niemand en is als geheel verzonnen te beschouwen.
Op de uitgeschreven prijsvraag wegens het ontwerp van een kanaal
door het smalste van Holland, zijn bij het Koninklijk Instituut van Inge
nieurs, ingekomen 10 antwoorden, waarvan 7 in hel Nederlandsch, onder
welke 6 van ongenoemden en een van den Hoofd-Ingcnieur van den Water
staat A. Greve, en 2 in 't Fransch waarvan een van den Hoofd-Ingenieur
der bruggen en wegen P. P. Bonniceau, te Saint Ló, en nog een van een
ongenoemde in het Iloogduitsch.
Dezer dagen bevatte de Amst. Cour. een adres van den Gemeenteraad
aldaar aan Z. M. om bij Hein aan aan te dringen op de regeling der geneeskundige
wetgeving. In dat adres wijst de Raad op de onvolledigheid, ongeschiktheid
en onbruikbaarheid der bestaande wetgeving op dit stuk en acht het pligt,
om de aandacht des Konings op dien toestand te vestigen. Dagelijks vindt
men in schier alle dagbladen roekelooze spotternijen met betamelijkheid, zede
lijkheid en gezondheid, de daarbij aanbevolen geneesmiddelen worden tegen
allerlei, zelfs de meest tegenstrijdige kwalen, door onbevoegden verkrijgbaar
gesteld en aangeprezen, de gezondheid, het leven, de zedelijkheid worden
daardoor voortdurend aangerand en benadeeld. De Raad meent, dat reeds
sedert geruiraen tijd vele en voldoende bouwstoffen op dat stuk verzameld en
ter beschikking der Hooge Regering voorhanden zijn.
liet beroemde Engelsche tijdschrift: the Economistgeeft in zijn nommer
van 14 Jan. een kort overzigt van de merkwaardige redevoering, welke de
Heer Thorbeckebij de verdediging van het voorstel der 9 ledenten aanzien
van de verderfelijkheid van ons accijnsstelsel heeft uitgesproken.
De Economist voegt er, ten slotte, deze opmerking bij:
«Holland is, onder de volken van Europa, langen lijd merkwaardig ge
weest wegens de uitgebreidheid van zijn belastingstelsel. Het handhaafde de
meeste der oude, feodale heffingen, belasting eischende op het koren als bet
gegroeid isop het meel wanneer bet gemalen is en op het brood wanneer het
uil de oven komt, op het vleesch wanneer het vee gcslagt is, en daarbij voegde
bet nog menige andere belasting, om in zijne behoeften te voorzien.
Die belastingen werden weinig gevoeld, toen Holland was de meest bloeijende
staat van Europa; maar nu het door menigen nabuur is voorbij gestreefd en,
vergelijkenderwijs, op den achtergrond is geraakt, verlammen deze oude be
lastingen zijne krachten en verhaasten zijn verval. De vermindering van
consumlieterwijl de bevolking is toegenomendoor den Heer Thorbecke ver
meld, is een noodlottig tecken van de ontaarding des volks.
Wij betreuren het, om den wille van Hollands grooten naam uit vroegere
tijden, dat zijne tegenwoordige bestuurders niet wijs genoeg zijn, om het
Hscale stelsel passend te maken aan den tegenwoordigen toestand des lands en
aan den nieuwen toestand der maatschappij. Beide eischen meer vrijheid voor
binnenlandsche nijverheid en vorderen gebiedend, dat de slaat minder hooge
eischen doe van de verminderde hulpbronnen der Natie."
De Gemeenteraad van Zutphen heeft ƒ40,000 toegestaan voor den ver
bouw van de kaserrie en stallingen en den opbouw eener overdekte manége.
Berigten uit de Nederl. kolonie Sheboygan in Noord-Amerika melden
dat er Groningers en Friezen uit Nederland waren aangekomen om er zich te
vestigen. Enkele anderen waren er uil Kalifornië aangekomenen hadden
stofgoud medegebragt. In die Nederl. kolonie waren 4 schepen op stapel ge
zet, 2 ter grootte van 300 tonnen en de beide andere van 200 tonnen. Daar
de scheepsbouw een gewigtige tak van bestaan voor Sheboygan is geworden,
dewijl er overvloed van hout voorhanden is, worden Hollandsche scheepstim
merlieden uit N.-Amerika derwaarts opgeroepen.
De Paus heeft den Deken en Pastoor te Vegchel, den Heer B. van Miert,
benoemd tot zijnen Kamerheer.
Uit Curacao wordt aan de N. Rott. Cour. van den 19C,CI1 berigt, dat
de gele koorts alhier zoo hevig onder de niet-ingeborenen van bet eiland
woedde, dat er van de 50 soldaten, met het brikschip Gouverneur Elsevier
in bet vorige jaar aangebragt, 30 aan die vreeselijke ziekte waren overleden.
De Koriinkl. Belgische Akademie zal alle stukken in het licht geven,
betreffende het verblijf van Karei V in het klooster San Yusle en zijn over
lijden aldaar. Het werk zal met eene afbeelding van hel klooster voorzien zijn.
Vervolg en Slot van een verhaal van de eerste Fransehe Nederzetting
in Noord-Amerika, in 't midden der 16de eeuw, met eenige verkorting uit de
N. R. Cour. overgenomen. Zie ons nommer van 13 Januarij.
De schepen van Ribault waren zoo geteisterd, dat hij nabij het fort St.
Augustin zijn volk moest ontschepen, waarna bij trachtte naar het fort St.