KORT VERSLAG ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN. (Rehoorende bij de Leydsclie Courant van d3 Januarij d854>vV°. 6.) DER -O-OO-O-O fö-CKXXhO- Zitting van 11 Januarij. Afwezig de Heeren: Bake, Cock, Luzac, Lezwijn en Siegenbeek. De Burgemeester opent de Vergadering en wenscht haar geluk met deri ingetreden nieuwen jaarkring, herinnerende hetgeen in het afgeloopen jaar door haar is verrigt, en tevens herdenkende het belangrijk deel dat de I1H. Bake en Hartevelt, die in het vorig jaar uit deze Vergadering hun ontslag namen, daaraan hebben gehad. De Notulen der vorige Vergadering daarna gelezen en goed gekeurd zijnde, is door den Burgemeester mededeeling gedaan van de bezoeken van Burgemeester en Wethouders in het Werk huis en in dezer Stads-Bank van Leening, respectivelijk op den 20 en 21 December des vorigen jaars. Aangenomen voor kennisgeving. Zijn vervolgens gelezen 1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland van den 13 December 1853, N°. 24, daarbij goedkeurende het raadsbesluit van den l5ton bevorens, tot betaling der proceskosten betreffende het Huiszittenhuis. 2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten voornoemd van den 14 December jl. N°. 16, waarbij het besluit van dezen Raad van den l5ten bevorens, tot onderhandsche verpachting van de tolgelden der tol aan den Rijnsburger Vliet, voor den tijd van vijf jaren, wordt goedgekeurd. 3°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten voornoemd dd. 20 December des vorigen jaars N°. 20, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van den 8sten bevorens tot onderhandsche verpach ting voor den tijd van twee jaren, van den ontvangst der passage gelden van de Zijl- of Spanjaardsbrug, mitsgaders van het gras gewas langs den Zijldijk. 4°. Eene missive van de Plaatselijke Schoolcommissie van den 15 December 11., het overlijden berigtende van haar medelid D". A. Doyer Tz. en dat zij zich voorstelt nader eene aanbeveling voor 2 personen in te zenden. Al deze stukken aangenomen voor kennisgeving. Worden vervolgens overgelegd de volgende, sedert de jongste Vergadering, ingekomen stukken, als: 1°. Eene circulaire van den Staatsraad Commissaris des Konings in de Provincie Zuid holland van den 21 December des vorigen jaars (Prov. Blad N°. 138), omtrent de afschaffing der jaarmarkten of kermissen, met eene voordragt van Burgemeester en Wet houders. Nedergelegd in de Leeskamer, en voorts op het voorstel van het lid van der Hoeven goedgevondendat dit tegen de volgende Vergadering aan de orde worde gésleld. 2°. Eene missive van den Staatsraad Commissaris voornoemd van den 19 December 11., betrekkelijk de uitbetaling der kosten van personen in de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid, met eene voordragt van Burgemeester en Wethouders, om deze missive te stellen in handen eener Commissie, ora te dienen van berigt en raad. Conform deze voordragt wordt besloten, deze Commissie in de volgende Vergadering te benoemen. 3°. Rapporten van Commissarissen van dezer Stads-Bank van Leening, Burgemeester en Wethouders en der Commissie van Finantiebetrekkelijk het voorstel van het raadlid Mr. N. Sikkel Groos, omtrent de aflossing der gevestigde schuld. Nederlegging in de Leeskamer en op voorstel van het lid Sikkel Groos tegen de volgende Vergadering aan de orde van den dag gesteld. 4°. Nader rapport van HH. Gecommitteerden tot de Admi nistratie der Vereenigde Gast- en Leprooshuizen van den 22 De cember 11., omtrent de behandeling der zieke armen. Nedergelegd in de Leeskamer, terwijl hieromtrent nog door den Burgemeester is medegedeeld dat Stads Doctoren met den in houd dezer stukken voorloopig bekend zijn gemaakt om daarop nader te worden gehoord. 5°. Rapport van de Commissie voor de verordeningen waarbij straf is bedreigdbetrekkelijk de geldigheid der ten deze be staande, en in den loop des vorigen jaars vastgestelde verorde ningen. Nedergelegd in de Leeskamer. 6°. Een adres van Dr. F. Dozy, alsmede eene missive van Stads-Chirurgijns, zich beklagende over het ontslag dat zij van HH. Gecommitteerden over de Gasthuizen zouden hebben ontvan gen, ter zake van de behandeling der proveniers, conventicalen en dienstboden. Ten fine van berigt en raad in handen van HII. Gecommitteer den voornoemd, en op voorstel van den Heer van Kaathoven besloten deze adressen inmiddels ter inzage van de leden neder te leggen. 7°. Een adres van B. J. Fornara, Apothecar en Chimist alhier, vrijdom van plaatselijken accijns verzoekende voor 10 vaten bin- nenlandsch gedisleleerd, ter bereiding van aether, spiritualia, enz. Ten fine van onderzoek en rapport in handen van Burgemees ter en Wethouders. 8°. Een adres van de Gaarders en Adsistent-Gaarders dezer plaatselijke belastingen, verzoekende eene gratificatie uit de ge meentekas, ter tegemoetkoming voor het gemis van vroeger bij hen genotene emolumenten. In handen der Commissie van Finantie. 9». Een adres van den Omroeper J. Brulman alhier, verzoekende om een klein tractement, waarvoor hij alle van gemeentewege voorkomende zaken zal moeten bekend maken. Ook dit stuk gesteld in handen der Commissie van Finantie. De Burgemeester herinnert daarna dat in den loop dezer maand moeten worden herzien 1. het Reglement van orde dezer Vergadering, 2. de instructie van den Secretaris, en 3. de instructie van den Ontvanger. Overeenkomstig het daartce strekkende voorstel wordt besloten tot dat einde in de volgende Vergadering eene Commissie te be noemen; terwijl nog door den Burgemeester is te kennen gegeven dat het Reglement van orde voor Burgemeester en Wet houders, mede in deze maand zal worden herzien, en aan de nadere goedkeuring dezer Vergadering onderworpen. Nog wordt op voorstel des Burgemeesters besloten dat mede in de volgende Vergadering twee leden en plaatsvervangers zullen worden benoemd, voor het bureau van slemopneming bij de aan staande verkiezing van een lid voor dezen Raad op den 24sten en 25sten dezer maandterwijl eindelijk door Z, Ed. wordt rnedege-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 5