BU1TENLANDSC1IE BEBIfiTEN. Dezer dagen is alhier overleden de Heer L. A. van Weleveld, oud- arnbtenaar hij den Iloogen Raad van Adel, fungerend Heraut van wapenen. was uitgever van het met zorg en naauwkeurighcid vervaardigde Groot Wapenboek van den Ncdcrlandschen Adel en schrijver van het handboek van dienzelfden adel, en bezat door veeljarige studie eene uitgebreide kennis der heraldic en genealogie, met welke hij steeds dienstvaardig ieder die zich tot hem wendde, ten dienste stond. VLISSINGEN, 1 Jannarij. De Russische ooi logs-korvet Navarine, Kapt. Storm, is heden van Faimouth alhier ter reede gekomen, bestemd lot het doen eener reis rondom de wereld, was hij te Falmouth binnengekomen, doch heeft van den Russischen Minister hevel bekomendie haven te verlaten herwaarts te stevenen en alhier te overwinteren. E1VGELAWB. LONDEN, 3 Januarij. De inkomsten nemen steeds toe, in weerwil van zoo veel verminderingen van belastingen en noodlottige omstandighedenzoo als de oorlogskansde slechte oogst enz. Over het verloopen diensljaar zullen de ontvangsten der schatkist die van het diensljaar geëindigd 5 Januarij 1853 zeer overtreffen, en de vermeerdering is merkbaar op de belangrijkste hoofdstukkenzij zal in haar geheel ongeveer een milliocn beloopen. De Daily News vertelt dat men op de verschillende vijvers te Londen op Nieuwjaarsdag 79,000 schaatsenrijders en wandelaars bad geleld. Een schaatsenrijder Pitcher genaamd, had op hel ijs een afbeelding van Prins Albert getrokken, die door de menigte van wege hare gelijkenis zeer was bewonderd. Volgens eene thans openbaar gemaakte officiële opgave hebben in het jaar 1852 op en nabij do kusten van het Vereenigd Koningrijk 1115 sche pen schipbreuk geleden533 daarvan gingen geheel verlorende overige strandden en bekwamen zooveel schade dat zij moesten lossen. Bij die schip breuken zijn niet minder dan 920 menschen om het leven gekomen. Het weekblad de Observer berigt dal de Russische Regering aan ver scheiden handelshuizen en ingenieurs in Engeland die betrokken zijn in Rus sische spoorwegondernemingen, kennis heeft gegeven van zijn hesluit om die ondernemingen vooreerst niet voort te zetten. De daarvoor thans gebezigd wordende personen en gelden zullen bij het krijgswezen worden gebruikt. Verder berigt de Observer dat agenten van Rusland thans in Engeland als mede in Amerika schepen en krijgsbehoeften voor Rusland zoeken aan te schaffenen herinnert aan de Biitsche onderdanen de strafbepalingen tegen verboden handel in krijgsbehoeftenwelke in geval van oorlog met Rusland gewis zouden worden toegepast. FRANKRIJK. PARIJS5 Januarij. Bij een Keizerlijk besluit van den 31sle0 December 11. zijn eenige wijzi gingen in de bestaande verordeningen op het lager onderwijs gebragt. Tot nog toe bestond onder den onderwijzersstand geene opklimming in rang of inkomendaar dit den wedijver onder de onderwijzers zou kunnen uitdoo- ven, is thans de betrekking van plaatsvervangend onderwijzer ingesteld; voortaan zal een onderwijzer in eene gemeenteschool, reeds dienst gedaan moe ten hebben als plaatsvervangend onderwijzer, in eenc vacature, of als onder wijzer in eene kleinere schoolzullende aan deze betrekking een jaarlijksch inkomen van minstens 400 fr. verbonden zijn. De instelling van plaatsvervangende onderwijzers zal zoo zegt de Mi nister doen blijken wie waarlijk roeping tot het onderwijs hebben en een bekwaam en ijverig personeel aankwccken, en tevens de uitgaven merkelijk verminderen voor bel onderwijs in de kleine gemeenten; en zoo de middelen opleveren om aan schoolonderwijzers, die het laagste inkomen (600 fr.) heb ben, eene jaarlijksche tegemoetkoming van 100 of 200 fr.naar gelang hunner dienstjarente kunnen verleenen. Zoo zal het onderwijzersvak prik kels hebben; wedijver en belooningen voor vlijt; de loopbaan zal beginnen met cenen proeftijd, waarin de plaatsvervangende onderwijzer eerst 400 en vervolgens 500 fr. inkomen heeft; daarna wordt hij onderwijzer in de school eener grootere gemeente op een jaarlijksch inkomen van 600 fr.met het vooruitzigt om na 10 jaren dienst 700 of zelfs 800 fr. jaarlijks te trekken. Verder vestigt de Minister de aandacht des Keizers op het betrekkelijk ge ringe aantal meisjesscholen in Frankrijk. Volgens de in 1850 gemaakte wet op het lager onderwijs moet elke gemeente van 800 of meer inwoners mins tens céne meisjesschool hebben, indien zij zelve de daarvoor noodige geld middelen heeft; dien ten gevolge is het aantal der gemeentelijke meisjesscho len met 1808 vermeerderd, doch het bedraagt nog slechts 11,199 in geheel Frankrijk. Evenwel acht de Minister het voor de zedelijkheidvooral in kleine gemeenten, en in het algemeen voor de vorming der vrouw beter dat meisjes afzonderlijke scholen bezoeken, althans geene gemengde scholen al waar het onderwijs door mannen gegeven wordt. Ten einde dit denkbeeld te verwezenlijken, zoover zonder te groote kosten thans doenlijk is, wordt be paald dat onderwijzeressen kunnen worden geplaatst aan het hoofd van ge meentelijke' scholen voor kinderen van beide seksen, die niet meer dan 40 scholieren gemiddeld hebben. Sedert eenige jaren zegt de Minister in de voordragt heeft men voor- loopig onderwijzeressen geplaatst aan het hoofd van een zeker aantal open bare scholen voor kinderen van beide seksenen deze proefneming is zeer goed gelukt. De vrouwen zijn bij uitstek geschikt niet alleen voor het on derwijs maar ook voor de opvoeding der kinderen. Inzonderheid is het heter eene voor jongens en meisjes bestemde school onder het bestuur te plaatsen van eene vrouw dan van een man: terwijl de jongens hierbij, ten aanzien van het schoolonderwijs, niets verliezen, winnen de meisjes er veel bij, want de onderwijzeres kan ze beter dan de schoolmeester opleiden tot de eigenaar dige deugden harer sekse en kan haar buitendien onderrigt geven in vrouwe lijke handwerken, waarvan ten platten lande zoo weinig werk gemaakt wordt en toch zoo veel nut te trekken is. Terwijl alzoo vrouwen in zekere gevallen de beirekking van gemeentelijke schoolonderwijzers zullen vervullenwordt voor de onderwijzeressen in het algemeen het vercischte eener acte van bekwaamheid uitdrukkelijk gehand haafd, en worden tevens de meisjesscholen zonder uitzondering onder het staatstoezigt gesteld. Kostscholen voor meisjes, van onderwijzeressen van den leekenstand zullen voortaan worden geïnspecteerd door dames, daartoe door de Staats-overheid te benoemenin meisjeskostscholen die door geestelijke vcreenigingen worden gehouden, zal de inspectie, geschieden door geestelij ken, door den Minister te benoemen op voordragt van den Bisschop der dioe- cese, die aan den Minister verslag van hunne bevinding doen. Het staatstoezigt op de meisjesscholen zegt de Minister in de voordragt heeft moeijelijkheden in, oindat een groot aantal scholen onder het bestuur staan van vrouwen-vereenigingen die volgens de regelen harer stichting zeer afgezonderd leven en alle verkeer met de buitenwereld, anders dan op eene uitdrukkelijke vergunning der kerkelijke overheid, vermijden moeten. Hier moest het voorschrift der wel, die een algemeen staatstoezigt vordert, over- eengebragt worden met de angstvalligheid der geestelijke vereenigingen. De hieromtrent voorgestelde nieuwe bepalingen zijn door den Hoogcn Raad van onderwijs goedgekeurdook door de daarin zittende Bisschoppenen zij zul len een eind maken aan eenen staat van zaken die niet langer mogt voort duren. Voorlaan zal de Regering over de godsdienstige opvoedingsgestichten, die nog nimmer aan eenig staatstoezigt onderworpen zijn geweest, rapporten ontvangenwaaruit het den geest en de rigting van het onderw ijs zal leeren kennen. Zoo zal de Staat over alle inrigtingen van openbaar onderwijs het toezigt houden, waartoe hij bevoegd en vcrpligt is. Dezer dagen is bij Keizerlijk besluit een opvoedingsgesticht te Mon- taut (Departement van de Loire) gesloten «omdat men er wanordelijkheden ongehinderd en ongestraft had laten plegen die niet alleen eene erge inbreuk op de scliooltucht maakten maar eene beleediging waren van de constitutie en de wetten des rijksen omdat men er het plan had laten blijken om de herinnering van den burgerkrijg en diens hartstogten levendig te houden." Aan de Indépendance Beige wordt uit Parijs geschreven dat dit opvoedings gesticht door Jesuiten gehouden werd, en ten vorigen jare opgerigt was, naar het schijnt met geldelijke ondersteuning van den Graaf van Chambord. Naar verzekerd werdhadden de leerlingen een borstbeeld van den Keizer gekocht, rondom hetzelve een dans uitgevoerd die den burgerkrijg der eerste revolutie herinnerde, en vervolgens het beeld verbrijzeld. Het blijspel in drie bedrijven in dichtmaat van Auguste Vacquerie, de mensch is vaak veranderlijk, dat met grootcn bijval bij de leescom missie van het tliédtre francais was ontvangenis door de commissie van onderzoek van het Ministerie van Binnenl. Zaken afgewezen. Er wordt thans in Frankrijk uit de mangelwortel alcohol getrokken deze uitvinding maakt zulk eenen voortgang dat de bekende scheikundige, Dubrunfault, bezig is met 32 branderijen op groote schaal daartoe in te rigten. Bij het onberekenbare kwaad dat de gedisteleerde wateren alom in de maat schappij slichten, schijnt men deze uitvinding en hel daardoor te vermeerde ren fabricaat van gedisteleerde wateren wel een treurig verschijnsel te mogen noemen, daar de maatschappij zeker meer nut van den grond kon trekken, wanneer die tot den graanbouw werd aangewend. SARDINIË. De Senaat heeft zich vereenigd met een anlwoord-adres hetwelk een krach tige weerklank is van de troonrede. In dit antwoord wordt onder anderen het volgende gezegd »De edele woorden, Sire, waarmede gij de vijfde zitting van de wetge vende vergadering des rijks hebt geopend, blinken uit door de rondheid en regtschapenheid welke den roem van uw Huis uitmaken. «Na de politieke orde weder bevestigd en ons onafhankelijk volksbestaan een voorwerp van algemeenen eerbied te hebben gemaakt, heeft uw gouver nement, met hulp des Parlements, groote en nuttige hervormingen onderno men. Het burgerlijk gezag is tot zijne bron teruggebragtde eeuwenoude belemmeringen van handel en nijverheid verdwijnen. «Maar gij zegt, Sire, dat er nog veel te doen blijft, dat de kroon nog moet gezet worden op het herstelde gebouw onzer finantien. De Senaat is overtuigd, dat het herstel onzer finantien tot stand zal komen door de aan wijzing van nieuwe hulpbronnen en door wijze besparingen. Hij is overtuigd dat men eene werkelijk nuttige strekking zal geven aan de hervormingen die de bescherming van de belangen der godsdienst betreffenalsmede het ge meentebestuurhet onderwijs, de openbare veiligheid, de wetboeken en de middelen om voor onze eerbiedwaardige regterlijke magt eene spoedige en nimmer falende regtsbcdeeling gemakkelijk te maken. «God, die de braafheid der Vorsten gelijk die der volken zegent, zal het vertrouwen niet beschamen, Sire, hetwelk gij op Hem stelt. Hij zal aan de staatsmaglen eendragtigheid en aan de volken bereikbare wcnschen inboezemen." Bij de korte beraadslaging over dit antwoord-adres zeide de President-Minis-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1854 | | pagina 2