CUITENLANDSCUE BERIGTEN. ElVeELAlVD. LONDEN, 20 December. De graanprijzen zijn de vorige week wederom gerezen de tarwe 4 gerst 2 en haver 1 shilling'. Het schip Flora met steenkolen van Leaham naar Londen is door zelf- onlvlamming in brand geraakt en gezonken; de manschap heeft zich slechts met moeite gered. De Ilegering heeft aan het bestuur der Oxfordsche Hoogescbool mede gedeeld, dat het een wetsontwerp tot hervorming dier school gereed heeft. Die alonde inrigting heeft lang, gelijk men weet, den aandrang om hervor ming wederstaan, en vervolgens de verbetering harer verouderde inrigtingen aan zich zelve willen voorbehouden. Er zijn berigten ontvangen van de schepen uit de Behringsstraat ter opsporing van Sir J. Franklin, waaruit blijkt, dat een van zijne schepen the Enterprise in den zomer van 1851 door de inboorlingen gezien was op hetzelfde spoordat de Investigator in het vorige jaar was gevolgd. Het Admiraliteitshof heeft den Kapitein van de Sea Park die het Ne- derl. barkschip Hendrika den 13dcn Sept. op de hoogte van Dungeness had aangezeild en belangrijke schade toegebragt, tot schadevergoeding veroordeeld. Avondzitting van Woensdag 21 December. De Heer v. Hoëvell vervolgt zijne heden morgen afgebroken rede, tot ont wikkeling van zijn derde punt. De Heer Storm heeft gaarne medegewerkt tot het voorsteldat dienen moet om der mindere klasse tot ontheffing te strekkenwederlegt eenige beden kingen en beklaagt zich over de uitdrukkingen van den Minister van Finan ciën, die het voorstel eenc bespotting van de Natie noemde, en over den Minister van Buitenl. Zaken, die zich het regt had gegeven, de eerlijkheid der voorstellers in twijfel te trekken. Is het nu niet ongehoord, vraagt spr. dat zulke beschimpingen aan negen leden worden aangedaan Is dat niet eene handelwijze, den Nederlandschcn Ministers onwaardig? Hij protesteert dan ook ten sterkste tegen dergelijke aantijgingenen spreekt verder over de beginselen van eenen conslitutionelen staatsvorm. De Minister van Finantiën herinnert, dat er hier veel en op velerlei wijze is voorgedragen, maar weinig dat zoo zeer mag worden afgekeurd, als de woorden die den vorigen spreker zijn ontvallen. Het was een bitter woord, dat zich die spreker had veroorloofdmaar Z. Exc. gelooft, dat er grenzen moeten zijn in de vrijheid, die men in deze vergadering heeft om zijn ge voelen uit te drukken. Het is hem gebleken, dat die spreker nog altijd vervuld is van het denkbeelddat door zijn voorstel het leed zal worden verzacht, waarin velen in het land verkeeren. Maar als nu velen meenen en in gemoede oordeclen, dat dat leed niet door het voorstel kan worden ver zacht, staat het hun dan niet vrij om te beweren dat de maatregel is eene bespotting van henaan wie het dagelijksch brood ontbreektdoor hen voor te spiegelen dat men hun door het voorstelvleesch zal kunnen geven. Het is daarom verschoonbaar, wanneer men over die klasse leed gevoelt, maar, als men nu het regt heeft om zich tegen dit voorstel te verklaren, en te zeggen: gij dwaalt, wie geeft dan aan een der voorstellers het regt om aan de Ministers toe te roepen: gij zijtonwaardige Ministers? Wanneer dat lid de vrijheid meent te hebben zoo iets te zeggen, dan vraagt Z. Exc. op zijne beurt: of hij ook niet geregtigd zou zijn om te vragen: of dat lid wel een waardig afgevaardigde is, welke vraag hij evenwel niet doen zal. De Min. v. Justitie zegt dat hij het moet opvatten, omdat de Heer Storm aan den Min. v. Buitenl. Zaken, thans afwezig, in den mond had gelegd de beschuldiging van oneerlijkheid bij de voorstellers. Spr. heeft de rede van dien Minister nog voor den geest. Hij heeft daaruit verstaan dat zijn ambt genoot heeft gezegd in de vertegenwoordiging eene oppositie wenschelijk te achten; maar hij hoopte dat dit zijn zou eene eerlijke oppositie, uit overtuiging ontslaande, en noemde eene oneerlijke, die daarmede in strijd is; of dit nu hier van toepassing was, liet de Min. v. Buitenl. Zaken aan het oordeel der Vergadering over. Verder antwoordt de Min. van Justitie op de redenering van den Heer Storm over den constitionelen staatsvorm. Na den Minister van Justitie vraagt de fleer Thorbecke het woord. Ook hij is het eens met de bewering van den Heer Storm dat de uitdrukking van den Minister van Buitenl. Zakenvan oneerlijke oppositie en dergelijke de grenzen der parlementaire beraadslagingen te buiten gaanen licht zulks nader toe. Alsnu stelt de Heer van Goltslein voor om deze beraadslagingen tc sluiten, daar de quaestie genoeg is toegelicht; anderen zullen voor de sluiting stemmen, omdat er nog zoo vele sprekers zijn ingeschreven dat het einde niet is te voorzien; welk voorstel ten slotte wordt aangenomen mei 48 tegen 16 stemmen. Daarna komen de artikelen in beraadslaging en is het ontwerp verwor pen met 41 tegen 24 stemmen. Voor de floeren: de Lom de Berg, Hugenholtz. Zijlker, Reindcrs, Blau- pot ten Cate, van Bosse, Hengst, Slicher van Domburg, Jespers, Thorbecke, de Poorter, Meeussenvan Hoëvell, Sirens, Luyben, Storm, Westerhoff, Beens, van Eek, Bots, van WintershovenSloet tot Oldhuis, Dommer van Poldersveldt en de Man. De Voorzitter stelt voor de beraadslaging over de inkwartieringen te be palen op den 14dcn Februarij hierover staken de stemmen zoodat zulks in eene volgende vergadering moet worden heslist. Alsnu wordt de zitting opgeheven tot nadere hijeenroeping. De cholera rigt thans vrij groole verwoestingen aante Redruth in Corawallis, vooral in het door de armoedige klasse bewoonde gedeelte der stad. Zaturdag zijn de Ingenieurs vertrokken die het terrein der landengte van Panama moeten opnemen voor eene doorgraving. In het laatst der vorige week zijn met de gewone pakelboot van Pa nama berigten uit Australië ontvangen die met een zeilschip den 23sten Sep tember van Melbourne waren afgezonden. Zij hebben Engeland alzoo eerder bereikt dan de berigten met de Indische landpost, en bijna even spoedig als die welke door eene stoomboot regtstrceks om de Kaap de Goede Hoop zijn aangebragt. Deze berigten meldendat er in de omstreken van Geelong een rijke goudmijn was ontdekt op eene diepte van ruim 100 voet; door eenige per sonen waren in 3 dagen 18,000 oneen opgedolven; ook was er een klomp goud van 190 ffi gevondende goudbedding scheen echter van geringe uitge strektheid te zijn. BELGIE. De Koning beeft den Lnikschen Hoogleeraar Dumont benoemd tot Officier dér Leopoldsorde, ten einde hem een nieuw blijk van tevredenheid te geven wegens het talent en den ijver door hem betoond in de vervaardiging en vol- tooijing der geologische kaart van Belgic. In het laatst der vorige week is bij de Koninklijke Belgische Academie van wetenschappen, letteren en schoone kunsten, eene redevoering gehouden, die vrij wat opzien en aan de zijde der geestelijkheid niet weinig ergernis gebaard beeft. De beroemde scheikundige Stasde directeur der klasse voor wetenschappen, sprak in bijzijn onder anderen van den Kroonprins, over de inrigting der oude Leuvensche Hoogeschool en over haren invloed op de ver standelijke ontwikkeling des lands. Hij ving zijne rede aan met deze woor den«Toen de Staat in ongelukkige tijden zijnen pligt vergetende, zijn gezag over het onderwijs had laten varen, maakte de Kerk zich daarvan meester en zij behield het eeuwen lang." FRANKRIJK. PARIJS 20 December. De Keizer heeft zijnen neef Prins Napoleon tot Voorzitter benoemd der Commissie voor de Tentoonstelling in 1855. Men is hier, om het slagtvee goedkooper te kunnen verkrijgen, onlangs begonnen slagtvleesch in het klein bij openbaren afslag te verkoopen. Daar dit goed werkt, heeft de Keizer uit eigen middelen 25,000 fr. beschikbaar gesteld om zoodanige verkooping niet slechts bij de groote vleeschhalmaar ook op vier andere punten der hoofdstad te kunnen houden. Omstreeks 20,000 metselaarsdie hier niet woonachtig warenhebben wegens het staken van het werk door de vorst, de stad verlaten om eenigen tijd bij hunne familie door te brengen. De Aartsbisschop van Straatsburg heeft zich naar Baden begeven om, mede namens den Keizer der Franscheneene poging te doen tot vereffening van bet geschil tusschen den Aartsbisschop van Freiburg en de Groothertoge lijk Regering. De Munt wordt zoo overladen met toezending van gouden baren, om tot stukken van 20 en 10 fr. te worden geslagen, dat de Administratie slechts bons ter munting afgeeft tegen een uitstel van 60 dagen. Er is reeds 100,000 fr. aan giften bijeengebragt voor het oprigten van een kolossaal standbeeld der H. Maagd in de stad Puy. De Bey van Tunis, een der vier grootste schaakspelers, heeft de Parijsche schaak-club van Passage Jouffroy tot een wedstrijd gedaagd. Er zullen drie partijen worden gespeeld en wel door briefwisseling; wie twee partijen wint behaalt den vastgestelden prijs van 25,000 frs. De Bey heeft aan zijne te genstanders den eersten zet gelaten. Alle Senatoren in Spanje, die hooge ambten bekleedden en tegen de Regering hebben gestemd bij het vraagstuk der spoorwegen, zijn van hunne ambten ontzet. SARDINIË. TURYN18 December. De Koning heeft heden de zitting der Wetgevende Kamers geopend, en in de troonrede gewezen op den afloop der verkiezingen als een heugelijk blijk van bezadigdheid en eensgezindheid der burgers waarin hij eenen waarborg zag voor de eer en de onafhankelijkheid des vaderlands. Hij be sloot met de volgende woorden, die levendig toegejuicht werden: «Vertrouwt op mijdoor eensgezindheid zullen wij de kroon zetten op het door mijnen vader gestichte gebouwen ik zal het weten te verdedigen en in stand te houden." Er zou weder meer uitzigt bestaan op het tot stand komen van een concordaat tusschen de Regering en het Roomsche Hof. Het laatstgenoemde zou reeds vrij belangrijke concessien gedaan hebbenbestaande onder anderen in de afschaffing van 5 bisdommen in de vermindering der inkomsten van de Bisschoppen, die voortaan eene vaste bezoldiging van 10,000 franken zouden genietenen in de gelijkmatige verdeeling der kerkelijke goederen ten voordeele der lagere geestelijkheid, welke lot hiertoe grootendeels zeer armoedig van de geringe toelagen leefde, die zij van wege den Slaat ontving. Alleen ten aanzien van de wet op de burgerlijke huwelijksvoltrekking maakte het Pauselijke Hof nog zwarigheden, doch de Regering trachte dit onderwerp, als behoorende tot de bevoegdheid der onafhankelijke inlandsche wetgeving, van de onderhandelingen over het concordaat uit te sluiten. Den 15dcn is alhier het nieuwe kerkgebouw der Waldenzen plegtig ingewijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 3