LEYDSCHE COURANT., X. 1 S3. YRIJDAG, 23 DECEMBER. BIXXEXLAXDSCHE BERIGTEX. De Courant wordt Maandag, Woensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt uit Zaturdag Avond. f vv De Prijs der Courant is f 13 in het jaar de afzonderlijke nommers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN 22 December. LI. Dingsdag is ter Eerste Kamer der Arrond. Regtbank te Amsterdam de laatste termijn (die van dupliek) in de zaak onzer stad tegen den Staat, over bet Haarlemmermeer voorgedragen. Mr. J. C. Fuber van Riemsdijk, de Landsadvocaat, voert bet woord voor den Staal. Pleiter verklaart na een korte voorafspraak dat bij bij antwoord die zaak reeds zoo kort en bondig beeft uileen gezet, dal bij zich alleen zal bepalen tot wederlegging van bet daartegen aangevoerde. Twee vragen zijn bier te onderzoeken I. Wat vordert gij? II. Is die vordering gegrond, wordt zij door behoorlijke bewijzen gestaafd? Ad I. Wat vordert gij? Overgifte van bet geheele meer zonder aanbod van kosten der droogmaking. Ja, men vraagt bovendien schadevergoeding! Is die vordering billijk? Neen, zij is bepaald en buiten twijfel onbillijk! Overweegt men, dat Leyden 150 jaren lang, voor ƒ75'sjaars, liet vischregt bezat, dat Leyden daarna de jaarlijksche betaling beeft afgekocht, doch daarvoor nooit meer dan ƒ1100 'sjaars voordeel had, dat eindelijk de stad voor bet Hemmeer ƒ7,500 heeft gekregen, dan heeft zij regt op schadever goeding. Welnu, men beeft eerst 15,000 in eens en vervolgens eene recognitie van 30 cents per bunder aangeboden. Ad II. Wat moet Leyden bewijzen? Deze drie punten: A. Eigendom van den grond van het meer. B. Uitgebreidheid van dat eigendomsregt tot de geheele oppervlakte, die men vordert. C. Het regt, om zonder eenig aanhod of tegemoetkoming den drooggc- maakten grond, in zijnen tegenwoordigen toestand, te vragen. Het punt A is natuurlijk bet voornaamste. Pleiter betoogt dat Leyden moet bewijzen en niet de Staat. Alles bangt af van de beteekenis van vis scherij tvat moet onder dat woord verstaan worden? Leyden beroept zich op 4 bewijsmiddelen: 1". op twee titels, 2°. op verwante aclen (gelijk men die noemt), 3°. op daden van bezit enz., en 4°. eindelijk op erkenning. De titels zijn twee in getal. De koopbrief van 1583 en de acte van 1433. Eigenlijk heeft men alleen te doen met het laatste stuk. En wat is nu van de acte van 1433? Die acte geeft alleen visscherijgeheeten het vroon. PI. zal zich met de veelvuldige beteekenissen van liet vroon niet bezig houden en gaat, na betoog dat visscherij of vroon een regt zou zijn en geene zaak, over tot verwante actenwaaruit bij tracht af te leidendat daarbij een pacht van water is bedoeld; en tot de feiten komende, zegt PI. dat Leyden lot na 1590 alleen van vischregt heeft gesproken. Na dien lijd is Leyden zich meer gaan aanmatigenmaar baggerenafpalenprocederen en wat dies meer zij, alles is geweest, om het visschen", rictsnijden en baggeren, is al leen om bet visschen verboden. Indien eens, zegt PI., een vischregt gegeven is, kunnen geene feiten ei gendom van grond en water geven. Er zijn twee gronden 1°. de aanslag in de verponding, deze betrof volgens placaat van 1627 en 1643 alleen visch regt. In 1811, volgens de Fransche wet, was dit zoo niet, maar men liet aanvankelijk de verponding volgens de oude cohieren bestaan. Na 1825 begreep men ze voortdurend te moeten belasten tot dat in 1845 eerst is opgeheven, het beffen van belastingen op alle onligchamelijke regten. Sinds 1845 is Leyden ook afgeschreven en wat de oclrooijen tot droogmaking be treft, zijn er plassen, veel digter aan bet meer, zonder Leyden er in te ken nen door de Stalen ter droogmaking geconcedcerd. Hiermede vervalt alles wat geredeneerd is uit die oclrooijen. PI. beeft verder gevraagd of de stad de uitgestrektheid barer vordering beeft bewezen; omstreeks 1570 waren er nog 4 meeren. Nu vordert men 3 der meeren. Leyden pretendeerde er eene, de Leydsche. Hoe zijn nu bet Haarlemmer- en Oude Meer aan Leyden gekomen? Nu is wel gezegd, dat, als er te veel gevorderd is, de eiscli verminderd en niet ontzegd moet wor den, maar PI. vraagt, niet-ontvankeüjkbeid. III. Leyden kan niet den drooggemaakten grond zonder kosten vorderen. Wat de droogmaking betreft, de wet van 1807 geeft den Staat het regt droog te maken in weerwil van den eigenaar. Zijn er nu formaliteiten ver zuimd, dan heeft Leyden niets anders dan eene schadevergoeding. De eiscli is dus onregtmatig en Leyden niet ontvankelijk. De conclusie van den Officier van Justitie is bepaald op Dingdag 29 Januarij e.k. Het getal opgenomenen in het werkhuis, in de twee laatste dagen, is geweest als volgt: 21 December 577 volwassenen, 250 kinderen, te zamen 827. 22 593 b 255 848. Uit cenen bijzonderen brief van Batavia blijkt dat Dr. S. Budditigh, niet zooals gemeld was, door een' val van bet paard zijn been had gebroken en zich in zorgelijken toestand bevond, maar bet been zwaar bad gestooten, betgeen daarop zeer was gezwollen; eene operatie echter bad een zeer goed gevolg gehad, zoodat de geheele herstelling binnenkort werd te gemoet gezien. Te Utrecht is voor de derdemaal in 4 weken ten behoeve der armen, aan bankpapier ƒ1,000 gecollecteerd in de Janskerk. Uit bet Nieuwe Diep wordt aan de Amst. Cour. het volgende van den 17den gemeld: Gisteren avond werd door de stoomboot Texel, Kapt. F. Mets, in deze haven gesleept een tjalk met turf geladen, van Zwartsluis bestemd voor Texel. Gedurende 6 dagen bad dit vaartuig onder Wieringenop den zoogenaamde Balgzand in bel drijfijs bekneld gezeten, zoodat het daaronder bijna bedolven was, en hoezeer men van bier de noodvlag zag waaijen, zon der levensgevaar was er aan geen redden te denken. Eindelijk nam genoemde Kapitein bet menscblievende, hoezeer gewaagde besluit des middags derwaarts te stoomen. Hij naderde de tjalk tot op 4 voet water en begaf zich toen met 4 man in een boot naar bet vaartuig, en na met krachtsinspanning het ijs zooveel doenlijk opgeruimd en de bovenlast over boord geworpen te hebben, bragt bij een takel uit naar de stoomboot, en met het opkomen van den vloed, bragt hij omstreeks 8 nren in den avond de tjalk, welks bemanning reeds lang aan redding bad gewanhoopt, behouden in deze haven. In de omstreken van RoosendaalN. Brab.is door een jager een volwas sen arend gevangen, die in de struiken verward, een baas in de klaauwen bad. Het Ned. koopvaardijschip Vijf Gebroeders, Kapt. Dekker, had, volgens een bijzonder berigt van Port Philip, den 16den Julij op 38 gr. z. br. en 48 gr. o. 1., een hevigen storm doorgestaan; eene geweldige zee had te gelijkertijd den Stuurman en den Scheepsdocter over boord geworpen en de Kapitein werd, door dat bij zich aan de groote bras klemde, als door een wonder gered. Door bet wegslaan van lantaarn, kajuitspoort enz. was er ontzettend veel water in bel schip gevallenzoodat de zoon des Kapiteins bijna in zijne kooi was om gekomen. Een arbeider te Doezum in Groningen die den 18dcn wilde gaan visschen en daartoe onder anderen een bijl en een mesje bij zich had, dat hij in zijn kamizoolszak bad gestoken, had het ongeluk te vallen met dat onge lukkig gevolg dat bet mesje hern in bet hart drong en bij weinig oogenbik- ken daarna stierf. Het leggen der aarden banen enz. van 3 hoofdwegen in de gemeente Menaldumadeelter lengte van 19,280 ellen, is voor ƒ67,800 aangenomen door L. J. de Borst Verdoom, te Ameide. Uit Oostcrbicrum, in Friesland j wordt gemeld, dat door eenige visschcrs van daar in zee gevangen was eene baai, die kort daarna in de boot waarin zij hem gehaald hadden, 10 jongen wierp, elk 5 ons zwaar. 's GRAVENHAGE, 22 December. Z. M. beeft benoemd tot Burgemeesters te Wolphaarlsdijk en te Budel II. van Strien, Wz. en J. C. A. Rutlen, Secretaris dier gemeente. Mïerste Mkamer tier Staten-Generaat. Zitting van Dingsdag 20 December In deze zitting is (zooals bet telegrafisch berigt in ons vorig nommer meldde) na langdurige beraadslaging aangenomen1°. het wets ontwerp tot bekrach tiging cener met de Nederlandsche Handel-Maatschappij gesloten overeenkomst met 30 legen 2 stemmen. Tegen hebben gestemd de Ileerenvan Swinderen en Borski2°. de wetsontwerpen tot bekrachtiging van provinciale belastin gen in onderscheidene provinciën; en 3°. bet wets-onlwerp tot goedkeuring eener dading tusschen het bestuur der domeinen en de gemeente Rucphen, beide met algemeene stemmen. Morgen zal de Vergadering in behandeling nemen de begrootingswetten voor 1854, waaromtrent heden verslag door de Commissie van Rapporteurs is uitgebragt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 1