PI. daagt de verdedigers van 's lands belangen uit, bcm een enkel feit aan te toonenwaarbij de Graaf of de Stalen van Holland of bet land in tegenspraak met Leydens regt zouden gehandeld hebben. Men beeft niets kunnen vinden en daarom zich met eene verkeerde interpretatie vergenoegd. Leyden heeft zich altijd geheel ondubbelzinnig als eigenares gedragen, liet beeft alle inkomsten genotenin de meer doen baggerenrietbosschen doen snijden, procedures gevoerdbaar grond afgebakend en afgepaald, ja het meer is op Leydens naam bij het kadaster bekend. Dit is meer dan de uitoefening van een vischregt. Maar er is meer; Leyden heeft altoos bij de verpachtin gen van de visscherij zich het regt voorbehouden, van die verbindtenis op te zeggen, als zij, Leyden, tot de droogmaking wilde overgaan. De Staat moge deze handelingen aanmatigingen noemen maar dit beweren is onhoudbaar en als men bedenkt, hoe ijverig iedere inbreuk op 's lands domeinen vroeger werd tegengegaan en belet, dan verdwijnt iedere twijfel dienaangaande. De eenige strijddie er bestaatis tusschcn de feiten en de explicatie door den Landsadvocaat aan den titel gegevengeenszins tusschen de feiten en den ti tel. De titel zonder de feiten, en de feilen zonder den titel, zouden ieder afzonderlijk voldoende zijn, om Leydens regt te bewijzen. PI. spreekt vervolgens tegen dat. Leyden te veel zou hebben gevorderd. Leyden eischt bet meer, zoo ver de Staat zelf bet vischregt van Leyden er kent. Men beeft geene bedenking tegen de omschrijving der gronden kunnen aanvoerenen daarom behelpt de Staat zich met eene uitvlugtten einde Leyden terug te dringen tot den oorspronkelijken omvang van het Vroon. Al ware deze bemerking juridiek, juist dan zou daaruit geene afwijzing der actie maar alleen eene gedeeltelijke toewijzing volgen. Maar zij is onjuridiek. Men beeft beweerd de grondendie zich met liet meer vereenigd hebbenzijn öf domein geworden öf aan het meer geaccressccrdmaar dan niet alleen aan Leydens meer, maar ook aan het den Staat toebehoorende Spieringmeer. Het eerste is onjuridiek, het tweede facto onwaar. Leyden heeft haar eigendom altoos van het Spieringmeer en het accres van dat meer afgescheiden gehouden. Het accres is in ieder geval ten profijte van Leyden verjaard. Tegen de bestrijding van het bewerendat Leyden nooit de overgave van bet meer zonder betaling van kosten kan vorderenvoert pleiter aandat de vordering is eene opvordering van eigendom (rei vindicatio) en dat het eigendom moet worden opgevorderd in den toestand waarin het zich bevindt. De Staat bad Leydenvolgens de bestaande wettende keus moeten laten of zelf tot de droogmaking over te gaan of Leyden's regt tegen voorafgaande schadeloosstelling ten algemeene nutte te onteigenen. In plaats van zoo te handelen heeft de Staat den weg van willekeur, onregtvaardigheid en wet- schennis bewandeld; maar nu Leyden niet onteigend is, is Leyden eigenares gebleven en kan haar eigendom opvorderen. Begrijpt de Staal terugbetaling van de kosten van droogmaking te kunnen vorderen dan had zij reconven- tionneel daartoe moeten ageren, maar hierin is nooit grond voor eene niet- ontvankelijkheid te vinden. Wegens het aanstaand vertrek van Dr. M. H. A. Ekker als Rector naar Kampenkomt er bij bet Gymnasium te Utrecht eene vacature als Praeceptor. Volgens berigten uit 's Gravenhage bevonden zich twee Engelsche Stoombooten voor de kust te Scheveningenom passagiers en brievemalen naar Engeland over te brengen. Het is te voorziendat eerdaagsbij aan houdende vorst, van daar ook verzendingen van vee en goederen naar Engeland en Frankrijk zullen plaats hebben. Met de kustvisscherij blijft het treurig gesteld. De wenk dezer dagen door een onzer dagbladen gegevenom eene Stoomboot in dienst te stellen, ten einde den visch van de pinken af te ha len en de kosten die dit zou veroorzaken te vinden uit het bedrag der van 's Rijks vvege verleend wordende premienwordt door velen als zeer uit voerbaar beschouwd. In de Gemeente Goor wordt een Organist gevraagd tegen eene bezoldi ging van 200, vrij huis en tuin, bij voorkeur iemand die onderwijst in de muziek en zang. De Diakenen der Herv. gemeente te Leeuwarden hebben van een onbe kende »ten behoeve van deugdzame verarmde leden der gemeente," eene gift van ƒ1,000 ontvangen. Den 3den dezer heeft de Kerkeraad van de Hervormde gemeente te Da len, in Drenthe, het armhuis met al het vast goed van de Diaconie der Herv. gemeente te de Wijk in beslag genomen om het bij de Arr.-Regtbarik te Assen te doen verkoopen. De reden hiervan isdat de Diaconie van de Wijk geweigerd heeft, om het voorgeschotene door de Diaconie te Dalen, tot onderhoud van een persoon met gezin, welke onder eerstgenoemde gemeente behoorde, terug te geven, in weerwil van de beslissing van Gedep. Staten, van den Koning en later van de Regtbank te Assen en het Prov. Geregtshof van Drenthe. Den 9"1™ is eene boerewoning onder de gemeente Hengelo, met al den wintervoorraad door brand vernielddoor de overslaande vonken geraakte nog eene andere boerewoning in brand en werd mede in de asch gelegd, zonder dat men iets dan de levende have en het huisraed kon redden. Ook in de gemeente Ooslerwijk in Noordbrabant is eene boerderij met den gehee- len voorraad verbrand. Zondag nacht is te Janum in Friesland eene boere- huizing afgebrand, waarbij behalve den voorraad, 45 koeijen, 1 paard en 1 varken zijn omgekomen. Eenige dagen geleden, ging zekere J. K., even buiten Assen woon achtig, in de nabijheid zijner woning geheel alleen ter jagt met een oud dubbel geweer, dat in of bij de staartschroef cenigzins lek was. Dit gebrek werd echter door den jager als niet gevaarlijk en als van geringe beleekenis beschouwd. Op een patrijs schietendesprong zijn geweer en viel hij be wusteloos neder. Na in dien toestand omstreeks een uur te hebben gelegen, kwam hij weder tot zichzelvendoch hij had den ringvinger van zijn lin kerhand verloren en een groot bloedverlies geleden. Het geweer is geheel verbrijzeld. De gewonde is echter herstellende en overigens welvarende. 's GRAVENHAGE, 15 December. Z. M. heeft bij besluiten van den ll^en dezer tot leden van den Raad van Bestuur over 's Rijks Museum te Amsterdam benoemd de Heeren J. de Vos Jbz. en P. L. Dubourcqen tot Arrondissements-IJker der maten en gewig- tenden Heer J. de Boeuff, te Delft. Nog heeft Z. M. benoemd: bij het wapen der infanterie, tot Kolonel, den Luitenant-Kolonel A. van Hoey, Kornmandant van hel 4de regement van dat wapen, en verplaatst, bij de balaillons jagers van het regemeut grenadiers en jagers, den 2(len Luitenant P. C. Evers, van het regement infanterie. H. M. de Koningin-weduwe heeft den "13den eene groote soiree gegeven. Van wege het Ministerie van Oorlog is openbaar gemaakt de rekening en verantwoording van de weduwen- en weezenkas voor de Officieren van de landmagt, over het dienstjaar 1852. Daaruit blijkt, dat het totaal der ont vangsten heeft bedragen 257,101.70 J en de uitgaven (waaronder begrepen een nadeelig saldo op 1°. Januarij 1852 van ƒ110,422.46) ƒ379.874,78. Zoodat op 1°. Jan. 1853 meer uitgegeven was dan ontvangen 122,773.07). AVijders bleek nog, dat het aantal gepensioneerde weduwen met 10 vermeer derd was en bij het einde van het jaar 1852 een getal van 644 beliep. Tweede Fa trinet- tier Stisien-iieneraul. Zitting van Dings dag 13 December. In deze zitting is (zooals bet telegrafisch berigt in ons vorig nommer meldde) het wets-ontwerp tot vaststelling der middelen tot dekking der uilgaven be grepen in de Staatsbegrooting voor 1854, met 42 tegen 24 stemmen aange nomen. Tegen hebben gestemd de HIL: Dommer van Poldersveldtde Lom de Berg, Ter Bruggen Hugenholtz, van Hoëvell, Reinders, van Bosse, Thor- becke, van der A'een Blaupot ten Gate, Jespers, de Poorter, Beens, van den Heuvel, van Eek, MeeussenStorm, Hengst, Strens, de Man, Bots, van AVinlershovenSloet tot Oldhuis, Luyben en Zylker. Verder zijn met alge meene stemmen aangenomenhet wets-ontwerp tot goedkeuring eener dading tusschen het bestuur der domeinen en de gemeente Rucphen; de wets-ontwer- pen tot bekrachtiging van prov. belastingen in de provincie Zuidholland, Noord- holland, Zeeland, Overijssel, Groningen en Drenthe en van Friesland (waar tegen alleen de Heer de Poorter gestemd heeft); en het wets ontwerp tot ver mindering der regten op de granen en andere levensmiddelen. Zitting van Donderdag 15 December. De zitting wordt ten elf ure geopend. Verscheiden verzoekschriften ingekomen tot adhaesie van het voorstel der negen leden. De beraadslagingen over dat voorstel worden geopend. De Heer Zijlker houdt een rede waarvan de slotsom is, dat, hoewel hij liever 't gemaal wenschte af te schaffenhij zeer gaarne zijne stem zal ge ven aan het voorstel. De Heer Sloet spreekt mede voor het voorstel. De Heer v. d. Brugghen blijft er bepaald tegen. De Heer Beens motiveert de redenen, die hem bewegen voor te zullen stemmen. De Heer v. d. Veen kan zich uit overtuiging niet met het voorstel vereenigen. De Heer Oosting verlangt geene afschaffing zonder equivalent. De zitting duurt voort. ROTTERDAM, 14 December. Eergisteren avond zijn door T. F.pakhuisbaas bij de Nedelandsche Han- del-Maatschappij in de Boompjes, alhier opgemerkt twee manspersonen, bij zich hebbende een handwagenbeladen met 4 zakken koffijwelke koffij vermoed werd te zijn gestolen uit bel Ncderlandsche koopvaardijschip Laurens Koster, en toe te behooren aan genoemde Maatschappij. De wagen met de koffij aangehouden zijndehebben de vervoerders zich verwijderd. Aan de politie van het voorgevallene kennis gegeven zijnde, is daarna gebleken dat de koffij werkelijk uit genoemd schip was ontvreemden zijn dien ten ge volge aangehouden en ter beschikking van de justitie gesteld de personen van J. F. C. V., eerste Stuurman, C. B., Bootsman en J. L., tweede Stuur man aan boord van genoemden bodembenevens J. A. en C. O.welke den wagen hebben vervoerdzoomede J. G. D. en II. T. D.welke voor laatsge- noemde als sjouwer op het schip hadden gewerkt. (N, R. C.) BUITENLANDSCHE BERIGTEi\~ ENGELAND. LONDEN, 12 December. De Hertog en Hertogin van Brabant hebben afscheid van de Koninklijke familie genomen en zijn naar België teruggekeerd. De aanvoer van vee was in de voorleden week zeer groot, bestaande uit 4000 koeijen en ossen, 23,000 schapen en 3000 varkens, meerendeels uit Nederland. De zoon des Keizers van Haïti, is hier aangekomen om zijne opvoeding in Engeland te voltooijen. Ten gevolge van het jongste zware mistige weder zijn onderscheiden schepen geheel of gedeeltelijk vergaandoor op strand te geraken of met elkan der in botsing te komen, en waarbij eenige menschen het leven hebben verloren. In de vorige week heeft de Jury van het Hof van Assises te Liverpool aan den President de volgende memorie overhandigd »Dc Jury wil niet uiteengaan zonder eenstemmig te verklaren dat de wet-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2