gens de verschillende sprekers beantwoordende, bestreed ook hij de uitvoer
baarheid om ten aanzien van het godgeleerd onderwijs op de lloogescholen
te letten op de verschillende rigtingen in de kerk en waarschuwde tegen de
doordrijving der beginselen van de anti-revolut. partij, daar hunne vragen
niet anders strekken dan lot hernieuwing van de onzaligste godsdiensttwisten.
Nog eenige sprekers hebben het woord gevoerd. Vooral heeft de Heer Groen
de Heeren Thorbecke, van Hoëvell en den Minister beantwoord en zijne rede
met de bedreiging geëindigd dat men de anti-revolutionaire partij niet te
ligt moest achten en dat zij geen transactie, geen pacificatie wilde.
De zitting wordt opgeheven tot morgen.
Zitting van Zaturdag 3 December.
In deze zitting is ingekomen eene Koninkl. boodschapten geleide van
een ontwerp van wet, tot regeling van bet Armbestuur.
De beraadslagingen over Iloofdsl. V BinnenlZaketi), en wel in de eerste
plaats over de onderdeden der VII(lc afd. {Onderwijs) worden voortgezet.
Alleen art. 86 (tractementen enz. der Hoogleeraren enz. te Utrecht) geeft
tot eenige beraadslagingen aanleiding. De Heeren v. Reede en v. d. Brugghen
voeren het woord. Zoo ver het gewone berigt.
Telegrafisch Berigt van 5 uur 15 min.
Binnenlandsche Zaken met algemeene stemmen aangenomen.
Maandag voortzetting.
Naar aanleiding van het den 19llcn 11. door de Tweede Kamer genomen
besluit, beeft weinige dagen later in hare afdeelingen het nader onderzoek
plaats gehad van het voorstel van negen leden tot afschaffing van den ac-
cijns op het geslagt en van het tonnegeld der zeeschepen. Te dier ge
legenheid zijn 61 leden der Kamer in de afdeelingen tegenwoordig geweest,
waaronder acht der onderteekenaren van het voorstel.
Vele leden hebben de aanmerking niet kunnen terughouden, dat het voor
stel het vermoeden wettigt, dat de voorstellers zich bij dezen hunnen stap
vooral, zoo niet uitsluitend, door staatkundige beweegredenen hebben laten
leiden. De vraag, of het in het algemeen raadzaam zij, dat een voorstel tot
afschaffing van belastingen uitga van de Tweede Kamer, en of liet in den
tcgenwoordigen toestand van Europa raadzaam zijhier te lande eene blij
vende vermindering van belastingen van nicer dan zestien ton vast te stellen
is door velen ontkennend beantwoord, of de tegenwoordige finantiële toestand
des Rijks dit toelaat, vindt men met het oog op de bijdragen uit de kolo
niale geldmiddelen, die de overschotten hebben doen ontstaan, niet genoeg
zaam gegrond. De vraag, of het gedane voorstel op zich zelf aannemelijk
is, en of daardoor het doel zou worden bereikt, dat de voorstellers, volgens
de memorie van loclichting, beoogen, werd mede ontkennend beantwoord.
Wat den accijns op het geslagt betreft, is gebleken dat die, in stede van 10
cents het Ned. ffi, zoo als de voorstellers zeiden, slechts 5 cents bedraagt.
Indien men alzoo moet aannemen, dat de Rijks-accijns van het vleesch door
elkander in plaats van 10 slechts 5 cents per ffi bedraagt, is het de vraag,
of bij eene afschaffing der belasting, gegrond uitzigt zou bestaan, dat de prijs
van het vleesch met nagenoeg dat bedrag zou verminderen. Ook dit meenen
zeer vele leden ernstig te mogen betwijfelen. Maar gesteld nu eens, dit ware
werkelijk het gevalwie zouden dan en dit isnaar het gevoelen der groote
meerderheid, het hoofdpunt, dat de zaak beslist door de afschaffing van den
accijns op het rund- en kalfsvleesch worden gebaat? Met andere woorden, op
welk gedeelte der bevolking kan men rekenendat deze accijns voornamelijk
drukt Het antwoord van verre de meeste leden heeft geen ander kunnen zijn
danbet meest vermogende of ten minste het meer gegoede deel der
Natie. Ook in het belang der gemeenten werd de afschaffing van den
accijns op het geslagt afgekeurd. In de laatste plaats is de voorgestelde
afschaffing van het tonnegeld der zeeschepen in overweging genomen. Daar- j
bij hebben eenige leden verklaardop grond van het door hen voorgestaan
beginsel, om handel en scheepvaart zoo veel mogelijk van alle belemmeringen, j
waarmede deze te strijden hebben, te bevrijden, of sterk voor dadelijke
afschaffing gestemd te zijn, of wel ze onder andere omstandigheden en dus
zoodra de finantiële toestand des Rijks zulks toelaatallezins wenschclijk te
achten. Verre de meeste leden echter gaven te kennen, dat zij zich tegen
bet denkbeeld, om, door eene afschaffing van het tonnegeld, de middelen
der schatkist met een half millioen gulden 'sjaars te verminderen, voor
alsnog met nadruk moesten verzetten.
Op grond van alle deze bedenkingen en bezwaren heeft de zeer groote
meerderheid der leden, die aan het onderzoek hebben deel genomen, zich
tegen de aanneming van hel voorstel verklaard.
BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
ITALIË,
ROME, 23 November.
De Congregatie des heiligen Ritus heeft een besluit van den Paus afgekon
digd waarbij Rolando de Medicizonder de daartoe gevorderde kanonieke
acte, onder het getal der heiligen wordt geplaatst. Deze Rolando besloot op
mannelijken leeftijd als kluizenaar in de eenzaamste Alpenstreken van noor
delijk Italië te gaan leien, en het volk eerde hem wegens zijn heiligen wan
del reeds dadelijk na zijn dood, in 1386, en vierde kerkelijke feesten ter
zijner gedachtenis. Tusschen zijn dood en heiligverklaring verliepen 467 jaren.
BA 19 EST.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft op het protest van den Aartsbisschop
van Freiburg tegen de uitzetting der Jesuilen, het volgende geantwoord:
De reden die ons heeft bewogen om aan de leden van de sociëteit van Je
zus, die zich te Freiburg bevonden, een langer verblijf aldaar te ontzeggen,
is in de eerste plaats de verklaring dezer dagen door een hunner aan den
Stads-Direcleur den Heer Burger gedaanuit welke verklaring wij moeten
opmaken dat die geestelijke orde zich voorspelde zich bestendig te Freiburg
te vestigenzonder vooraf de bij 's lands wet gevorderde toestemming te heb
ben verkregen. Maar indien wijover het algemeenmoesten aarzelen om
onze toestemming te geven tot het vestigen van vreemdelingen die aldus de
wetten des lands ontduiken, konden wij onder geen voorwendsel thans, in
de tegenwoordige omstandigheden, hiertoe overgaan. De eenige waarborg dien
wij voor het gedrag dier vreemde Priesters hebbenis het vertrouwen op het
toezigt dat door Uwe Excellentie wordt uitgeoefend. Ongelukkiglijk is dit
vertrouwen in den jongsten tijd geschokt door de vijandige houding welke
Uwe Excellentie tegenover de Regering heeft aangenomen, en die van dien
aard is, dat wij gelooven dergelijke vestiging voor het vervolg niet te moeten
veroorloven.
FRANKFORT.
1 December.
De Koning der Nederlanden heeft aan den Pruissischen Generaal v. Schack
het Grootkruis, en aan zijnen Adjudant, den Kapitein v. Sperling, het Rid
derkruis der Orde van de Eikenkroon geschonken.
De Koning van Bcijeren heeft eene nieuwe orde, de Maximiliaans-Orde
voor wetenschap en en kunst ingesteld, waarmede hij dadelijk 64 Duitsche
geleerden en letterkundigen heeft begiftigd.
Den 19Jen Jf0v. zijn tusschen Friedrichshaven en Skagen, in het noor
delijk gedeelte van Jutland, de paarden van der. snelpost op hol geraakt; de
wagen sloeg van den dijk af en verdween met conducteur, postillon, 4 passa
giers en de paarden in de diepte der zee. Sints 20 jaren is het de derde
maal, dat zoodanig ongeluk daar plaats heeft.
TURKÏE.
KONSTANT1NOPEL21 November.
De Vorst van Servië, Alexander Georgewitschheeft op de vraag des Sul
tans, hoe hij zich in het gerezen geschil tusschen de Porte en Rusland zou
gedragenhet volgende geantwoord
Grootheerlijke Majesteit! Ik meen het onder-staande te moeten antwoor
den op de missive van Z. Exc. den Minister van Buitenl. Zaken van Uwe Maj.
dd. 28 der vorige maand. De Regering van Servië is altijd geneigd geweest
om de Verhevene Porte te dienen voor zooveel de thans bestaande tractaten
gedoogenmaar nooit zal zij er in toestemmen iets te doendat niet is
overeen te brengen met haren pligt.
Dit geval doet zich thans voor, nu eene vredebreuk plaats heeft met den
zeer magtigen Czaar. Geve de Hemel dat de uitslag ten voordeele van Uwe
Majesteit zijDoch de Regering van Servië kan zich niet mengen in een
twist tusschen de twee Mogendheden die Servië beschermen; zij kan zich
slechts verklaren voor eene staatkundedie noch voor de eene noch voor
de andere der strijdende magten partij trekt, en dus alleen eene ernstige
onzijdigheid in acht nemen.
sliet behoeft derhalve geen betoog, dat de Servische Regering in geen ge
val kan toestaan dat een legercorps, welk ook, de grenzen van het grondge
bied van Servië overschrijde. Zij zou dit niet kunnen gedoogen zouder de
staatkunde te schenden die de omstandigheden haar opleggen. Uwe Majesteit
zal deze verklaring in overweging nemen en moeten erkennen dat de Rege
ring van Servië slechts naleeft en zal naleven de wetten der gematigdheid.
Overigens heeft zij, om hare staatkunde van onzijdigheid te doen eerbiedigen,
bevolen dat alle weerbare mannen in het vorstendom zich gereed zullen hou
den om gehoor te geven aan hare oproeping, bijaldien de omstandigheden
die mogten eischcn.
»Uwe Majesteit gelieve als steeds de verzekering te ontvangen mijner
meest eerbiedige gehechtheid."
Een gedeelte der Engelsche en Fransche vloot, bestaande uit 6 stoom
schepen, zou eenen kruislogt in de Zwarte Zee ondernomen hebben. De
nieuwe Fransche Gezant, de Generaal Baraguey d'Hilliers was door den
Grooten Heer met veel onderscheiding ontvangen; hij verklaarde in zijne toe
spraak tot den Sultandat de Keizer der Franschen het behoud des vredes
wenschte, mits het kon zamengaan met de instandhouding van het ï'urksche
Rijk in zijne volle onafhankelijkheid en uitgebreidheid. De Sultan verklaarde
in zijn antwoordniet te zullen rusten voordat de Russische troepen die het
Turksche grondgebied schonden, de Vorstendommen zouden hebben ontruimd.
Een schip van het Nederlandsch smaldeel heeft den 236lcu bij Smyrna
schipbreuk geleden.
ENGELAND.
LONDEN, 29 November.
Het Parlement is heden geprorogeerd tot 3 Januarij 1854.
Er is een aanvang gemaakt om een corps te werven van 10,000 vrij
willigers, ter bewaking en verdediging der kusten.
De berigten uit de fabrieksteden zijn niet voldoende; er is geen genoeg
zaam werk; de fabrikanten kunnen slechts 4 dagén in de week laten werken.
Niet alleen dat men bijna geen matrozen kan vinden om de schepen
te bemannenmaar velen nog die reeds aan boord zijnloopen weg. Zoo
zijn er in de 3 laatste maanden van de in de binnenlandsche havens liggende
oorlogsschepen, meer dan 500 matrozen gedeserteerd.
Uit New-York meldt men, dat er een legercorps gevormd werd, bijna
geheel uit uitgewekenen beslaande, bestemd om Turkyc te hulp te komen.