LEYDSCHE
COURANT^
N°. 115.
WOENSDAG, 21 SEPTEMBER.
M T'
v'^:|
BINXEXLAXDSCHE BERIGTEX.
Do Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
J ïf
De Prijs der Courant is f\2> in het jaar
de afzonderlijke normners worden tegen 10
Centen afgegeven
LEYDEN 20 September.
Bij den Boekhandelaar Jae. Hazenberg Cz. is gisteren uitgekomen de nieuwe
Verordening op liet bestuur der Gebuurten van Leyden in vergelijking
gebragt met de oude. Dit stukje geeft een beknopt en geleidelijk overzigt
van de bepalingen van het vorige Reglement en die der nieuwe Verordening
en wijst vervolgens het verschil aan dat de laatstgenoemde in strekking en
bijzonJerheden van het vorige onderscheidt, waarbij de ongenoemde zeer
naaii"keurige schrijver eenige opmerkingen heeft gevoegd, ten opzigte van
sommige bepalingen in de nieuwe Verordening vervat, onder anderen omtrent
de betrekking van raden der Gebuurten en eenige bedenkingen omtrent de
overgangsbepalingen.
Wij meenen dat dit stukje, hetwelk blijken draagt van scherpzinnige en
tevens bedaarde overwegingook nu nog van nut zou kunnen zijnzoo ter
wegneming van mogelijke bezwaren in de uilvoering, als ter bevordering van
kennis der nieuwe Verordening, onder de burgerij in 'l algemeen en onder
die lleeren der Gebuurtenwelke de nieuwe Verordening wel ontvingen
maar misschien nog niet lazen. Zie voorts de Advertentie.
Eergisteren morgen ten 12 ure passeerde Z. K. 11. de Prins van Oranje
vergezeld van zijnen Gouverneur en medescholieren van het Instituut van
den Heer Dr. de Raadt, het Warmonder Hek, gebruikte aldaar het dejeuner,
en vertrok ten half twee ure om de Lccghwaler in oogenschouw te gaan
nemen.
Vrijdag heeft Z. M. te Utrecht eerst bezocht 's Rijks Munt, alwaar eene
medaille werd geslagen, voerende aan de voorzijde 's Konings welgelijkende
beeldlenis, door den Meer van der Rellen gegraveerd, met hel omschrift:
Willem lil Koning der Nederlanden
en aan de keerzijde
's Rijks Munt door Koning Willem III met een bezoek vereerdSept. 1053.
Toen bezocht Z. M. 's Rijks Veeartsenijschool. Dadelijk daarop reed Z. M.
den feestluin binnen, waarin eene groole menigte deelhebbers met hunne
Dames 's Konings komst verbeidden. Later verliet Z. M. den feestluin door
de Maliebaan, om zich Ie hegeven naar de tentoonstelling van bloemen en
voorwerpen van landbouw van het Genootschap van Landbouw en Kruidkunde
in het Maliehuis.
Nog bezocht Z. M. het Kabinet van Landbouw!:, werktuigenop de AVitte-
vromvenslraat en te 5 ure vertrok Z. AI. naar het Gebouw voor Kunsten
en Wetenschappen, waar de Prov. Staten den Koning een diner aanboden.
Tijdens dit diner werd het feest in de Nieuwe baan in gereedheid gebragt,
waar eene luisterrijke verlichting werd ontstoken. Ook de Maliehaan was door
eene rijke verlichting, van stadswege daargesleld, versierd, terwijl twee mu
ziekcorpsen zich hij afwisseling deden hooien.
Ongeveer ten 11 ure bezocht 7.. AI. den fcesltuin, waar ter cere van Z. M.
een prachtig vuurwerk werd afgestoken, terwijl men terzelfder tijd aan de
andere zijde van de haan een vuurwerk voor het volk ontstak, hiermede was
het feest geëindigden de Koning vertrok dadelijk daarop naar de woning
van zijnen Commissaris.
Zalurdag hebben een 700-tal welgezeten burgers een album, bevattende
een krachtig woord van toegenegenheid aan den geliefden Monarch door hen
allen onderteekend, aan 7,. AI. aangeboden. Dit stuk door Prof. Mulder ge
steld is van den volgenden inhoud:
Geliefde Vorst!
De inwoners van Utrecht zijn gelukkig, Nederlands Koning in hun midden
te zien; den Vorst te mogen begroeten, die het dierbare Vaderland onder Gods
zegen, regeert; den edelen Telg van dat Stamhuis hunne hulde te mogen
brengen, onder welks leiding Nederland groot werd in zedelijken en maatschap-
pelijken zin.
De geheelc stad Sireis in feestgewaad gedoscht en drukt het uit, wat er
leeft in de harten van Uwer Majesleits onderdanenzoo hier als elders in het
ganschc Vaderland.
En zou niet elk, die besef heeft in onze stad, gelukkig zijn, wanneer hij
den Koning aanschouwen mag, die zich door liefde aan zijn volk verbonden
acht? Den Koning wiens hart voor het geluk van elk onzer en van het gan-
,.sche AYiderland met warmte klopt? den Koning, wien wij hoog vereeren,
maar wien wij ook zóó in het harte dragen, dat wij ons onbewust zijn, óf
de eerbied, of wel de liefde sterker zij? Den Koning, op wiens roepstem wij
goed en bloed veil hebben voor dc bescherming van het gemeenschappelijk
heil van Oranje en Nederland
Utrecht heeft thans de hooge eere, de tolk te zijn van die liefde, waarmede
elk Vaderlander is vervuld, die in de geschiedenis van Uw Geslacht Sire! geen
vreemdeling is: eene geschiedenis, die één is met al wat er groots en goeds
in Nederlands historie staat opgeleckend.
Alannen van Utrecht, uit alle rangen en standen, zijn in plegtigen optogt
voor Uwe Alajesteit verschenen, om aan Uwe Alajesteit een eerbiedig woord te
rigten van dankbaarheid, van verkleefdheid, van heilbede.
Dankbaar zijn wij, geliefde Koning! want Oranje waakt en zal blijven waken.
Verkleefd zijn wij aan Uw Stamhuis, aan Uwen hoogen persoon, de liefde
verbindt ons.
God, bidden wij Sire! dat Hij Uwe Majesteit sterke, bemoedige, zegene!
Dan zal het Nederland welgaan.
Met den diepsten eerbied noemen wij ons Sire!
Uwer Majesteits dankbare en getrouwe onderdanen.
Toen dit stuk aan Z. Al. was aangebodenheeft de Koning op de aanspraak
van Prof. Mulder het volgende geantwoord:
»A1ijne lleeren! Hoe zal ik woorden vinden om datgene uit te drukken
wat ik op dit oogenblik gevoel. Ik behoor niet tot diegenen die gemakkelijk
tranen storten: gij ziet het, AI. II. dat ik ze thans niet weerhouden kan.
Dankbaar, innig dankbaar ben ik u voor uwe liefde en toegenegenheid. Het
mij aangeboden album stel ik op hoogen prijs; het zij eene blijvende herin
nering voor mijne kinderen en kindskinderen van uwe gehechtheid aan mijn
huis. Immers ik ben één met Nederland, met mannen als gij, die zoo zeer
toont Neêrlandsch bloed in de aderen te hebben. De dagen hier doorgebragt,
zullen mij steeds dierbaar blijven, niet om de feesten, neen, omdat ik in
uw midden ben geweest, burgers van Utrecht, omdat ik mij gelukkig heb
bevonden zoo lang in dit gewest in deze stad te veikecren, welker ingezete
nen zoo zeer getoond hebben, dat zij aan Oranje en Nederland gehecht zijn.
Ik bid vurig, dat het u allen, u allen in het bijzonder, welga, opdat de
band, welke tusschen u en mij bestaat ook daardoor naauwer worde zaam
gehecht: ik van mijne zijde, dit verzeker ik u plegtig, zal steeds met liefde
er het mijne toe bijdragen."
Niet alleen Protestanten, maar ook R. KatholiekenIsraëliten, enz. hebben
aan de onderleekening en aan de aanbieding deelgenomen.
Z. AL beeft dien dag nog bezocht de Technische schoolhet Krankzinnigen ge
sticht, de stichting der vrijvrouwe van Renswoude het Prov. Geregtshof, en het
Duitsche huis, dat ten zetel verstrekt van dc Duitsche ordeBalije van Utrecht.
Ten 4 ure omstreeks stapte Z. AI. aan het stationgebouw af, om er II. AI.
de Koningin-Aioeder af te wachten, die van hare reis in Rusland naar
Soestdijk terugkeerde. Deze kwam even over 5 ure met een extra trein van
Arnhem. Treffend was de ontmoeting van moeder en zoon. Na eenig onder
houdgeleide Z. AI. de Koningin-Moeder naar haar rijtuig, dat met 4 prach
tig getuigde schimmels was bespannen.
Eenige oogenblikken later nam Z. AL de Koning plaats in het rijtuig, dat
hem naar 's Gravenhage moest brengen. De geestdrift nam bij bet afscheid
tusschen Utrechts ingezetenen en hun beminden A'orst, zoo 't kon, nog toe.
Het Leve de Koning! was oorverdoovenden klonk Z. M. nog een eind op
zijnen weg achterna.
Aan de grenzen der gemeente werd tol laatste groet een gezang aangeheven.
Naar inen vermeent, zegt de VIr. Courzijn door Z. M. benoemd:
Tot Commandeurs van de Eiken Kroon met de Ster Mr. S. Baron van Heem
stra, Hoogsldeszelfs Commissaris in de provincie Utrecht; D1'. G. J. Alulder,
Hooglecraar te Utrecht. Tot Commandeurs van de Eikenkroon: AIr. P. Ras,
I President van het Hoog Aïilitair Geregtshof; Mr. J. van Hall, Hoogleeraar te
Utrecht; A!r. C. AA*. Aloorrees, Griffier der Stalen van Utrecht; A. Baron Cal-
koen, lid van het AluntcollegieMr. F. A. A. C. Baron van Lynden van San-
denburg, Vice-President van het Prov. Geregtshof te UtrechtDr. A. A'rol ik,
i Voorzitter en lid van het Aluntcollegie; J. Hartman, Aartspriester van Utrecht;
D1'. R. van Rees, Ilooglceraar te Utrecht. Tot Commandeurs van de Orde
van den Nederl. Leeuw: AIr. N. P. J. Kien, Burgemeester te Utrecht, en Jhr.
AI1'. J. C. Alarleus van Sevenhoven, lid der Eerste Kamer der Slalen-Geaeraal