ster van Wul verhorst, E. L. Baron van Tayl van Scrooskerken van Vleuten en Wollerbeek als Secretaris. Zij diende den Fcbruarij 11. een voorloopig verslag aan den Koning in, waarin zij als bare zienswijze opgaf dat, alvorens tot cene toepassing in het groot over te gaan, eene proefneming op ruime schaal en in de eerste plaats met inlandsche vischsourten waarvan het aantal individus voortdurend veel vermindert en die goed voedsel opleverenwen- schelijk moet geacht worden. De commissie verzocht magtiging des Koningsom aan de commission de jnsciculture in Frankrijk te schrijven, ten einde door deze te worden voor gelicht omtrent al die bijzonderheden, welke de ondervinding in Frankrijk als noodzakelijk had aangewezen. Z. M. heeft zich wel willen vereenigen inct de verschillende voorstellen van bet verslag, en de commissie stelde zich in betrekking met de Fransche staats-commissie. Deze was echter sedert eenigen tijd ontbondenen de taak aan den Heer Coste opgedragennaar wien de commissie werd verwezen. De gevraagde inlichtingen werden toegezegd en de komst van den lieer Coste te 's Gravenhage tegen half Mei aangekondigd. Maar toen de inlichtingen uitbleven, de lieer Coste niet verscheen en de commissie vernam dat onderscheidene personen zich in Frankrijk met de vischfokkerij bezig hielden, besloot de Koning de Heeren Versier van Wul verliorst en Wollerbeek op Zr. Ms. kosten naar Frankrijk te zenden. In het verslag hunner bevindingen, op den G,icn dezer maand aan Z. M. uitgebragt, hebben zij als hunne meening te kennen gegeven, dat er ge gronde redenen bestaan orn te geloovendat de kunstmatige voortbrenging van visch in ons vaderland met vrucht zal kunnen worden toegepast; dat in de eerste plaats in aanmerking moeten komen inlandsche vischsoorlendie bij het bereiken eener voldoende groote tevens een gezond voedsel opleveren, ter wijl kleine vischkweekerijen op verschillende plaatsen opgerigt, geschoeid op de leest van die van den Inspecteur der houtvesterij Millet te Enghicn, doch naar plaatselijke omstandigheden gewijzigd te verkiezen zijn boven eene en kele groote en meer kostbare als die van den Heer Coste te Huningen. De Koning heeft bereids maatregelen doen nemen om twee inrigtingen volgens het stelsel van den Heer Millet lot stand te brengen: de eene op het buis ten Boschde andere op het Loo. Zoodra deze in werking zullen zijn (hetwelk niet zal kunnen plaats hebben voor bet begin des volgenden jaars.) zullen zij door belangstellenden kunnen bezigtigd worden. Bovendien zal er op 's Konings last en onder toezigt der commissie cene handleiding worden uitgegevenmet welker vervaardiging men zich onledig houdt en waarin aan allen, die de vischfokkerij wenschen te beproeven, de middelen daartoe zullen worden aan de hand gedaan. Door het Prov. Utrechtsche Genootschap van Kunsten en IVeten- schappen zijn, in de vergadering gehouden op den 28stcn Junij 1853, de volgende nieuwe prijsvragen vastgesteldonder uitloving van de gouden me daille ter waarde van 30 dukaten of dezelfde som in geldter keuze van den schrijver, voor het voldoende en beste antwoord op elk dier voorstellen: 1. Het Genootschap verlangt de gewone gaz-wisseling door de huid bij den mensch, onder verschillende omstandigheden (inzonderheid rust en beweging, hooge en lage temperatuur) aan een naauwkeurig qualitatief en quantitalief onderzoek te zien onderworpen. Te beantwoorden vóór 30 September 1854. 2. Het Genootschap verlangt een onderzoek naar het verloop der zenuw vezelen en het ruggemerg, bij een of meer diersoorten, te beginnen van de zenuw-wortelswaarbij zoowel het mikroskoop, in verbinding ook met de onderzoekingswijze van Waller, als physiologische proefnemingen moeten wor den aangewend. Te beantwoorden vóór 30 September 1855. 3. Het Genootschap verlangt een overzigt van de tegenwoordig bekende suiker soorten, hare eigenschappen en zamenstelling, door eigene onderzoekin gen bevestigd en uitgebreid. Te beantwoorden vóór 30 September 1854. 4. Uit de proefnemingen van verscheidene natuur-onderzoekers is gebleken dat de lichtstralen van verschillende breekbaarheid eenen ongelijken invloed hebben op de rigting van onderscheidene plantendeelenonafhankelijk van de periodische veranderingen door licht en duisternis daarin te weeg gebragt. Het Genootschap verlangt een kritisch overzigt van de daaromtrent door ande ren verrigte proeven en waarnemingen, en eene uitbreiding daarvan tot andere nog niet onderzochte planten, opdat hieruit de aard van dien invloed en de omstandigheden waaronder hij werkzaam is, nader bekend worden. Te beantwoorden vóór 30 September 1855. 5. Een geschiedkundig onderzoek naar de bijzondere en algemeene wetge ving op het faillitenregt in de Nederlandentot op de invoering van de Fran sche wetgeving. Te beantwoorden vóór 30 September 1855. 6. Met welk oogmerk is het op schrift brengen en bij het Hof van Meclielen overleggen van de plaatselijke costumen en usantien in de Nederlandendoor Keizer Karei V besloten In hoeverre is aan dat bevel voldaan Welken invloed heeft dit op de regtsbeschrijving en regtsont wikkeling in Holland Zeeland en Ulrecbt uitgeoefend? Te beantwoorden vóór 30 September 1855. 7. Een geschiedkundig onderzoek naar den oorsprong, de zamenstelling en de magt der Staten van Utrecht tot op 1581. Te beantwoorden vóór 30 September 1855. De antwoorden moeten in het NederduilschHoogduitschmits met Ita- liaansche letters geschreven, Engelsch, Fransch of Latijn zijn opgesteld en vrachtvrij worden toegezonden aan den Secretaris des genoolschapsden Heer Dr. A. S. Rueb te Utrecht. 's GRAVENHAGE, 23 Julij. Tweede Btamer der Staten-IAencraal. Zitting van Zaturdag 23 Julij. In deze zitting is ontvangen eene Koninklijke boodschap, ten geleide van acht ontwerpen van wet tot het verlecnen van Naturalisatie. Is ingekomen een groot aantal adressen, die aan de commissie voor de ver- zoekschiflen zijn toegezonden. Daaronder merkt men op 58 adressen betrekke lijk het ontwerp van wet, regelende het toezigt op de kerkgenootschappen. De Voorzitter geeft kennisdat tot rapporteurs voor het wels ontwerp no pens den afstand van domeinen voor het ziekenhuis te Leyden zijn gekozen de Heeren Groen van Prinslererde Lom de BergGevers van Endegeest van Voorst en van Bosscha. Zonder beraadslaging worden vervolgens met algemeene stemmen eenige ontwerpen tol het verleenen der hoedanigheid van Nederlander aangenomen alsook dat tot verlenging van den termijn bij art. 293 der gemeentewet ge steld, en met 32 tegen 1G stemmen, dat tot verzekering van sommige voor schriften van plaatselijke verordeningen. Eindelijk heeft de Kamer eene zit ting met gesloten deuren gehoudentot behandeling harer eigene begrooting voor 1854. Provinciale Staten van Xszidhalland. Zitting van Vrijdag 22 Julij. In deze zitting is door den Voorzitter medegedeeld, dat zich de vraag heeft voorgedaanof leden van Gedeputeerde Statendie op nieuw tot lid der Prov. Staten gekozen zijnmoeten beschouwd worden als leden van Gedcp. Stalen te zijn afgetredenzoodat zij tot laatstgemelde betrekking op nieuw zouden moeten benoemd worden. De Minister van Binnenl. Zaken heeft ge oordeeld, dal op die vraag een toestemmend antwoord moet worden gegeven. Dit punt zal een onderwerp van discussie bij de vergadering uitmaken. Daarna is behandeld en na beraadslaging aangenomen de provinciale huis houdelijke begrooling van nitgaven en ontvangsten voor 1854. Inzonderheid hebben de discussien geloopen over eene subsidie van ƒ500 aan de kweek school voor onderwijzers te Leyden. De Heer Droogleever Fortuyn oordeelde, dat die subsidie niet in het provinciaal belang gevorderd werd. In verschil lende plaatsen bestonden dergelijke kweekscholen, die niet gesubsidieerd wer den. Hij beriep zich daarbij op het gevoelen van vijf school-opzienersdie te kennen hadden gegevendat de uitgavenwelke de bedoelde school aan de provincie kostenveel nuttiger zou kunnen besteed worden. Dat gevoelen werd bestreden door de Heeren Iluyser, van Hoogstraten, van Limburg Stï- rumLéon en Jongkindt Coninck. De Heeren van Stirum en Iluyser hebben het nut en het doelmatige van het bestaan der school aangetoond; zijn in bijzonderheden getreden over de goede werking en de vruchtendie de school opleverde en hebben te kennen gegevendatzoo de subsidie niet werd ver leend, de school moeijclijk zou kunnen blijven bestaan. De Heeren van Hoogstraten, Léon en Jongkindt Coninck waren van meening, dat er ter bevordering van beschaving en goede zeden voor het onderwijs wel uitgaven moglen gedaan worden en het provinciaal belang dit wel degelijk mede- bragt. Zij oordeelden dat Zuidholland in dat opzigt voor geene andere pro vinciën moest achterliggen. De Heer Roest van Limburg heeft eenig ver slag van den Staat der school verlangd, hetwelk door den Heer van Limburg Stirum in het breede gegeven werd. Ten slotte is de post met 47 tegen 14 stemmen aangenomen. Tegen de Heeren Drooglever Fortuyn, Bisdom van Vliet, Slotemakervan Aken, Vonck, Yserman, van DrielSpeelman, A. F. L. Bichon van Ysselmonde, Ilartcvelt, M. Bichon van Ysselmonde, MockLöhnis en van Stolk. Daarna is bij monde van den Ileer van Outeren uitgebragt het rapport be treffende het voorstel tot bepaling van de grensscheiding der provinciën Zuid en Noordholland in den Haarlemmermeer-polder. En is besloten de door den Minister van Binnenlandselie Zaken geprojecteeide grenslijn, met een kleine wijziging aan te nemen. Daarna is rapport uitgebragt bij monde van den Heer Iluyser, op het adres van M. Koster en anderen te Boskoopbetrekkelijk de noodzakelijkheid tot daarstelling van bet stoomgemaal op de Gouwein verband waarmede slaat het voorstel van de Heeren van Hees van Berkel, Hein en Vernède, om daarover een adres aan Z. M. den Koning in te dienen. Is besloten op voor stel der commissie. Ged. Staten alsnog uit te noodigenzich zonder verwijl tot den Minister van Binnenl. Zaken te wendenmet dringend verzoek om al te doen wat lot bevordering van deze zaak strekken kan. Over het voorstel van den Ileer van Hees, om zich reglstreeks lot den Koning te wenden, is de beslissing uitgesteld tot heden avond ten 7 ure. Alsdan zullen nog eenige overgebleven laatste punten afgedaan wordenzoo dat het te voorzien is dat heden avond de werkzaamheden dezer zomerverga dering zullen ten einde loopen. Avondzitting van Vrijdag 23 Julij. In deze zitting is besloten het voorstel van den Heer van Ilces van Eerkei, aan te houden tot in de najaarszitting; zullende het dan onder de eerste onderwerpen in beraadslaging komen. Met 26 tegen 16 stemmen is beslotendat leden van Gedep. Statendie als leden der Prov. Staten op bunnen gewonen tijd aftreden en herkozen worden, zich aan geene herkiezing, als leden van Ged. Staten, behoeven te onderwerpen. Daarna heeft de Commissaris des Konings de gewone zomer-vergadering gesloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2