KORT VERSLAG
ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN.
[Behoorende hij de Leijdsche Courant van ó6 Jttei d853, JV°. 58)
BIJBLAD 1°. IJ.
DER
-OOOO-Q «P ©-©-©-©-O—
Zitting Tan 14 Mei.
Afwezig de IlII. Hartevelt, Cock, Adriaans, van Kanthoven
van Outeren, le Poolevan der Hoeven, Taets van Amerongen,
van der Boon Mesch Krantz en Leembruggen.
De Notulen der vorige Vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
De Burgemeester doet daarna mededeeling ecner dispositie van
Gedeputeerde Staten van Zuidholland van den 3den Mei dezes
jaarsL. B. N°. 2571 (3 afd.) G. S. N°. 3, houdende kennis
geving van Z. M. besluit van den 17den April dezes jaars, N°. 44,
daarbij de beslissing verdagende op de voorstellen tot het invoe
ren, wijzigen of afschaffen van plaatselijke belastingen dezer
gemeente tot aan het einde der maand Julij.
Aangenomen voor kennisgevingen heeft vervolgens de na
volgende stukken overgelegd, als:
1°. Eene voordragt van Burgemeester en Wethouders betref
fende de vereeniging der turfdragers en lurftonsters.
2°. Een rapport van de Commissie ad hoe op de rekening van
het Werkhuis over 1852.
3°. Een rapport van de Commissie van Fabricage op het
request van II. Root.
4°. Een rapport van dezelfde Commissie op het request van
A. Vinck.
5°. Rapporten van den Hoofd-Commies der Plaatselijke Belas
tingen en den Hoofd-Commissaris van Politie, betreffende de adres
sen om tot ambtenaar der belastingen te worden benoemd.
Alle deze stukken worden ter inzage der leden in de leeska
mer nedergelegd.
6°. Een adres van den hooikeurder N. Legetverzoekende
verhooging zijner jaarwedde.
In handen der Commissie van Finanlie.
Alvorens tot de behandeling der aan de orde gestelde onder
werpen wordt overgegaanwordt door het Lid Gevers als motie
van orde voorgesteld: de benoeming van een lid bij het stembu
reau voor de verkiezing van Leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, op den 17 en 18 dezer maand.
Hiertoe met algemeene stemmen besloten zijnde, wordt, nadat
de Leden Ysselsteyn, de Moen en Bueaille waren aangewezen om
met den Burgemeester het bureau van slemopneming uittemaken,
tot de benoeming overgegaan, waarbij met 14 briefjes zijn uitge-
bragt op de IlII. de Moen 5, Stoffels 4, Olivier 2, Lisman 2 en
Ysselsteyn 1 stemmen; zoodat als zoodanig is benoemd het Raads
lid de Moen.
Alsnu tot de behandeling der aan de orde gestelde onder
werpen zullende overgaan wordt door den Burgemeester ter
tafel gebragt:
Eene voordragt tot het doen van betaling der geheven wor
dende registratie-regten in zake de laatstelijk tusschen de Rege
ring en den Kerkeraad geslotene verklaring betreffende de over-
gifte en overname der Administratie van het Huiszittenhuis.
De Burgemeester stelt voor om uithoofde van den spoed welke
deze zaak vordert dadelijk lot de behandeling over te gaan en
hiertoe besloten zijnde, wordt na eenige deliberatie met 12 te
gen 2 stemmen, die van de leden Gevers en Lisman, goedge
vonden zich met de voordragt zoodanig als zij is liggende te
vereenigen, en diensvolgens naar aanleiding van art. 213 al. 2
der Gemeentewet tot de betaling dezer registratie reglen beslo
ten de gelden hiervoor te vinden op de teruggave der voor
schotten aan het Huiszittenhuis onder art. 1 der begrooling van
1853 in ontvang te verantwoorden.
Vervolgens worden de beraadslagingen voortgezet over de Ver
ordening betrekkelijk de Verdeeling der gemeenten in wijken
en gebuurten te beginnen met art. 50.
Dit art. wordt na deliberatie met 11 legen 3 stemmen, zijnde
die van de leden Sikkel Groos, Lisman en Bueaille, aangenomen
dus luidende:
»Die vergaderingen of wijk-eollegiën maken bij die halfjaarlijk-
sche zamenkomsten een schriftelijk rapport op, hetwelk zij aan
Burgemeester en Wethonders inzenden, die hun, mede schrifte
lijk, de ontvangst berigten. Zij geven daarin kennis van den
toestand der bevolking in elke gebuurte, met bijvoeging van die
bijzonderhedenwelke volgens art. 35 uit hun register blijken
moeten. Zij doen dit vergezeld gaan van eene mededeeling van
al, wat de ondervinding hun heeft leeren kennen, als het doel
hunner instelling in den weg staande of belemmerende, en ver
der van alle opmerkingen, welke zij oordeelen, dat ten nutte
der bewoners hunner wijk of van eene of meer van hare gebuur
ten kunnen strekken. Burgemeester en Wethouders maken van
dit rapport het noodige gebruik bij het verslag, hetwelk zij vol
gens art. 182 der gemeentewet jaarlijks verpligt zijn aan den
gemeenteraad te doen."
Art. 51 wordt met 11 tegen 3 stemmen, zijnde die van de
leden Sikkel Groos, Lisman en Bueaille, aangenomen, met eene
wijziging door het lid Bake voorgedragen om na melijk voor
middel te lezen tusschenkomsthet luidt nu als volgt:
«Burgemeester en Wethouders kunnen hunne bevelen aan de
heeren der gebuurten, hetzij regtstreeks, hetzij door tusschen
komst van de voorzitters der wijk-eollegiën doen toekomen.
Ook kunnen zij tot bepaalde einden eene algemeene vergade
ring van alle heeren der gebuurten bevelen, in welke alsdan de
Burgemeester of, bij verhindering van dezen, de ambtenaar van
den burgelijken stand voorzit."
Tot de behandeling der strafbepalingen zullende overgaan,
wordt door de Commissie van redactie voorgedragen om met
weglating der gevangenisstraf in art. 54 bedreigd, teven*, de
boeten te verminderen als volgt: in art. 52 op 2, in 53 op 4
en in 54 op f 6.
Na het wisselen van consideratien wordt met behoud der in
liet concept voorgestelde boete art. 52 n°. 1 en 2 in rondvraag
gebragt, en dit met algemeene stemmen, hebbende inmiddels
het lid de Moen de vergadering verlaten, aangenomen, dus
luidende
Met geldboete van één tot vijf guldens worden gestraft
1°. De eigenaars van gebouwendie niet volgens art. 5 van
een behoorlijk huisnummer voorzien zijn;
2°. de eigenaars van gebouwen, die niet aan het voorschrift
van art. 6 voldaan hebben."
Hierna wordt art. 52 n°. 34 en 5 als een nieuw art. in rond
vraag gebragt dus luidende
Art 52a. Met geldboete van twee guldens wordt gestraft:
1°. zij, die tot heeren of raden eener gebuurte benoemd zijnde,