ZWITSER!, AW FREIBURG, 22 April. Heden morgen te 4 ure hebben 4000 gewapende hoerenonder leiding van den federalen Kolonel Périer, cene oproerige beweging tegen onze stad be proefd. Na een bloedig gevecht zijn de opstandelingen door de bnrgerwacht op de vlugt geslagen. Men zegt, dat ze twee andere kolonnen wachtende waren, die niet zijn komen opdagen. Er zijn onderscheidene gedood, een groot aantal gewond en een nog grooter getal door de burgerwacht in hechte nis genomen. Onder de gewonden noemt men Kolonel Péricr zelf. Het bestuur onzer stad is radikaalde oproerige beweging is thans uitge gaan van dc partij van het behoud; men mogt verwacht hebben, dat de be houders niet zulke revolutionnaire middelen zouden bezigen, om aan 't bestuur te geraken. TURKTE. Omtrent het gebeurde te Konstantinopel meldt het half officiële Fransche dagblad la Patrie het volgende: Op grond van hier ter stede ontvangen brieven kunnen wij mededeelen wat tot die verontrustende geruchten aanlei ding heeft gegeven. De talrijke schuitenvoerders van Konstantinopel worden in hun bedrijf grootclijks benadeeld door de stoombootendie in den Bospo rus geregeld dienst doen. Hiertegen hebben dc schuitenvoerders hunne klag- ten voor den Sultan willen brengen; zij vereenigden zich in 2 a 3000 schui ten, elk met 2 of 3 koppen bemand, voor hel groolheerlijk paleis te Tsche- raganen overhandigden een smeekschrift aan een der hooge hofbeambten. Dit is al wat er voorgevallen is; de politiek was daaraan geheel vreemd. TEREEHIGDE STATEST. NEW-YORK, 9 April. Een half-officieël orgaan van het gouvernement der Unie, de Washington Union van den 8stcn dezer, behelst het volgende: Verre van de expeditie naar Japan op te geven, beijvert het bestuur zich, haar aan de algemcene verwachting te doen beantwoorden. De daarvoor door het vorige bewind be stemde 11 schepen zijn nu op weg om elkander te Macao te ontmoeten, uitgezonderd het linieschip, hetwelk deel van de expeditie zou uitmaken, maar dat uit gebrek aan scbecpsvolk ter bemanning van hetzelve, en dewijl het aantal bij de begrooting voor de marine bewilligde matrozen reeds in dienst isniet in zee zal stekenen uitgezonderd 2 oorlogsstoombootenwaar van de eene welligt niet in tijds gereed zal komen. Dit zal echter niet be letten dat de Schout-bij-Nacht Perry, met eene voor het doel ruim toereikende zeemagt Japan bezoeke. Te Washington zijn op 30 Maart aan het postkantoor meer dan een mil- lioen brieven verbrand, die men wegens onduidelijke adressen niet had kunnen bezorgen. Voor dat zij aan de vlammen werden prijs gegevenheeft men ze geopend en er eene som van verscheiden duizend dollars aan papier van waarde en andere kostbare voorwerpen uitgehaald. In Californie was de stad Weaverville door brand vernieldde schade werd op 100,000 doll, geschat. Te New-Orleans was weder voor 2 millioen doll, aan stofgoud uit San Francisco aangevoerd. Nabij die plaats was eene stoomboot vergaan, doch de 600 passagiers, die zich aan boord bevonden, werden gered. De mijnen bleven veel opleveren. Ook in Oregon waren rijke goudmijnen ontdekt. STARS RERHCTE V. HER-IJK. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente LEYDENgezien hebbende de Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid-flolland, in dato den ll«irn Jannarij jk, Provinciaalblad N°. 23) betreffende den Herijk der Maten en Gewigten in Zuid-Holland, en gelet op de voordragt van den Arron- dissements-IJker alhier, van den 12dcn dezer maand, geven mitsdeze den In gezetenen dezer Gemeente hunne verpligting te kennen, tot het doen Herijken van alle de bereids te voren geijkte Lengte- en Inhoudsmaten en Gewigten, bene vens de bij de Inhoudsmaten van drooge waren behoorende strijksels, waarmede deze, overeenkomstig Art. 8 van Zr. Ms. besluit van den 21steD December 1822 Staatsblad N°. 54) moeten worden afgestreken. En worden zijlieden ten dien einde opgeroepen, ter bezorging der gemelde Maten en Gewigten, wel schoon gemaakt en gezuiverd, aan het Lokaal van den Ijk, in dc Latige School steeg. Zullende daartoe, tegen dadelijke betaling, worden gevaceerd: Voor Wijk I, op den 1 lllen en 12dcn April 11, 13dc[1 cn 14den April. 11115den, 18dcn en 19(len April. IV, 20sten, 21sten, 22sten en 25s»"> April. V, 26stcn27stcn28stcn, 29stcD April en op den 2'1") Mei. VI, 3den, 4dcD. 6den, 9den, 10dcn, lldel1 cn 12den Mei. VII, 13de", 18den, 19Jen, 20steD, 23stcn, 24stcD, en25stCD Mei. VIII, 26steo27sten, 30sten en 31sten Mei. Het Buitenwijk op den lslcn en 2den Junij. met uitzondering echter van de Goud- en Zilversmids-, benevens de Apothe kers- of Medicinale Gewigten, voor welker herijking afzonderlijk zitting zal gehouden worden, te welen: Voor de Goud- en Zilversmids-Gewigten voor Wijk I, II, III cn IV, op den lsten April, V en VI, op den 4den April, VII en VIII, op den 5den April, Voor de Medicinale-Gewigten voor Wijk I, II, III en IV, op den 6den April, V en VI, op den 7den April, VII en VIII, op den 8sten April, telken dage des morgens van 9 tot des namiddags 2 ure. En waarschuwen Burgemeester en Wethouders voornoemdallen en een' iegelijk wien liet aangaat, met herinnering tevens aan Art. 2 van Zr. M'. Be sluit, in dato 30 Maart 1827, StaatsllN°. 13) om op bovengemelde da gen(na welke dc Arrondissements ijker zich, overeenkomstig Art. 10 der Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato 18 Januarij 1822tot liet verrigtcn van den Herijk naar de Buitengemeenten van zijn Ressort moet hegeven, en alzoo huiten de mogelijkheid is, om gereedelijk aan het verlangen der verzuimdhebhenden te voldoen,) zich overeenkomstig hunne verpligting omtrent dezen Herijk stiptelijk te gedragen, ten einde buiten bekeuring te blijven; zullende er, na den bepaalden termijn, ingevolge dis positie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Hollandin dato 22 November 1831 geene verlenging van tijd, of zoogenaamde nadagen, gegeven worden. Wordende aan belanghebbenden in het algemeen bij deze voorts herinnerd de de Notificatie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, in dato 4 Augustus 1820, volgens welke de ijkpligtigheid zich uitstrekt tot alle han del- en neringdoende lieden. Fabrikeurs en Ambachtslieden, die, in hunnen handel of hun bedrijf, eenige maten of gewigten gebruiken en de Apothe kers of Medicijnbereiders in het bijzonder, aan Art. 3 en 5 van Z. M. Besluit dd. 21 October 1819, StaatsllN". 52) bepalende hunne gehoudenheid tot het bezit van een vol stel Gewigten, en mcdeverpligting tot den jaarlijkschen Herijk van hetzelve, alsmede aan het Koninklijk Besluit van den 5den Fe bruary 1826, N°. 153, volgens hetwelk de, bij derzelver eersten Ijk gestem pelde greingewigten, zouder die eene nadere stempeling te doen ondergaan, jaarlijks door den Ijker moeten worden nagezien en onderzocht. En wordt wijders, door deze, ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat lot jaarlettergedurende 1853, voor den Ijk der Maten cn Gewigten be paald is de letter 31- En zal deze door aanplakking en plaatsing in de Leydsche Courant wor den afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voorn., Letden, 17 Maart 1853. De Burgemeester, van LIMBURG STIRUM, De Secretaris, v. PUTTKAMMER KERKNIEUWS. Z. M. heeft goedgekeurd dc door de Kerkeraden der Hervormde Gemeenten té Rotterdam, Sclierpenisse, AVarfhuizen, en door dien der Doopsgezinde Ge meente te Tjallebird uitgebragte beroepen op DD. D. II. H. Tijssen te Beet gum, S. Hoogerzcil Mz. te Doornspijk, J. Boeles Pz.Litt. et Theol. Doet, te Hornhuizen en A. S. Iloitsema te Noordzijpe. MAASSLUIS22 April. De Breede Kerkeraad der Hervormde gemeente alhier heeft uit het vermelde twaalftal Predikanten het volgende zestal ge maakt: DD. Steenberg, te Dirksland; Knuttel, te Oegstgecst; Mysberg, te Bleskensgraaf en Hofwegen llolsteyn te PynackerLcdeboerte Overlang broek en van IJzendijke te Hoevelaken. AKAHEHIE-NIEUWS. PROGRAMMA Certaminis Literarii a Rectore et Senatu Academiae Groninganae die xv mensis Aprilis Anni mdccceiii indicti. Ex Regis Augustissimi Guilielmi III liberalitate et munificentia, Rector et Senatus Academiae Groninganae omnes Academiarum huius Regni cives et Athenaeorum alumnos in proximum annum ad certamen Literarium invitant, et quaesliones, a singulis Ordinibus Academicis positas, promulgant hasce Ah Ordine Theologorum. I. Quum de omni consilio et opere suo sic Joh. XVII agat Jesus Christus ut nullam videatur ideam de re Christiana primariam non altigisse, quaeri- tur: an ibi ctiam de spiritu sancto fecerit mentionem? porro, si feccrit, qua alia ratione qnam Joh. XIVXVI? denique, unde liaec diversitas sit ex- plicanda? II. Litium inter Cocceianos ct Voetianos actarum quaenam fuit origo? quaenam natura? quisnam finis? Unde derivandum, quod hae litcs non effe- cerint schisma, prouti lites inter Remonstrantes et Contraremonstrantes actae? Ab ordine Philosophiae Theoreticae et Literarum ffumaniorum. I. Ilias Homerica ita cxploretur, ut, adhibito opusculo, quod inscribitur: Betrachtungen über Homers Ilias von Karl Lachmann mit Zusatzen von Mo- riz Ilaupt, Berlin 1847, consultisque iis, quae de huius scriptoris sententia continentur librodie Sagenpoesie der Griechen kritisch dargestellt von G. W. Nilzsch, Braunschweig 1852, 1853, ratio et compositio eius diiudicentur. II. Enarretur muneris iudicialis apud Ilebraeos historia per ea tempora, quorum in V. F. superest memoriaquo pateat, illud munus a quibusnam quo iure et qua potestate singulis aetatibus gestum fuerit, accurata textus Hebraici, quantum ad rei intelligentiam opus est, explicatione suis Jocis addita. Ah Ordine Iuresconsultorum. Requiritur historica et critica commentatio de Rossavii opusculoda con- trat social. Ah Ordine Medicorum. Exponantur, quae postremis annis ab eruditis facta et scripta sunt ut lienis functio definiretur. Fiat autem ita ut experimentis et observationibns propriis superstruat auctor sen tent iam, quam amplectatur sive anteriori alicui assen- tiendum putet, sive novam ipse proponat. Ad qnam qnaeslionem ctiam patrio sermone respondere licebit. Ab ordine disciplinarum mathematicarum et physicarum. I. Exponatur et elaboretur theoria linearum trochoidalium sive cycloidalium. II. Quaeritur disquisitio botanica, physica et chemica de amylo, eaque ipsius scriptoris observationibus aucla, ex qua amyli origo, structura et variac species cognoscantur. Ad utramque quaestionem etiam patrio sermone respondere licebit. CommentationesLalina oratione conscribcndaenisi diserte patrii sermonis usus concessus est, et aliena manu describendacante diem XV m. Aprilis a. MDCCCLIV miltuntor ad Virum Clarissimum, qui Senatus Academici acta curabit. Singulae lemmate inscribuntor adiunguritorque schedulae obsignatae, scriptorum nomina ct praenomina integra conlinentes, eodemque lemmate cxtrinsecus distinctae. Ordinum de Commentationibus iudicia pronunliabuntur, optimarumque Commcntalionum scriptoribus, disquisitionc ante instituta, praemia tribuen- tur ipso Academiae natali a. MDCCCLIV.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 3