palingen geschieden moesten of voor 's Lands verdediging bewilligd waren.
Vervolgens zette hij uiteenwelke opbrengst van de onderscheiden middelen
over dit jaar kon worden verwacht, en stelde het bedrag daarvan op
52,990.000 Naar deze raming zou er alzoo een overschot zijn van
807,000 hetwelk hij echter, om r.ict aan misrekeningen bloot te staan,
op 700,000 wilde stellen, en bijna een derde van deze som, 220,000
vloeide niet voort uit blijvende of wederom voorkomende baten.
Overgaande tot het moeijelijke vraagstuk der income-tax, werd de afschaf
fing niet wcnschelijk geacht. Hij wees aan, dat door dit middel Engeland
hij onverhoopt uitbreken van eenen oorlog, onverwijld een leger van 300,000
man en eene vloot van 100,000 zeelieden kon uitrusten en daarbij nog andere
middelen van verwering te werk stellen, waardoor het land sterk genoeg zou
zijn om de gansche wereld ten strijde te dagen. Het middel kon dienstig
zijn lot voltooijing der hervorming van Engclands handelsstelselen daar
mede van de handelswetgeving van andere volken. Was alzoo de afschaffing
der income-tax voor het algemeen belang niet raadzaam, hij erkende dat zij
geen duurzaam bestanddeel van 's Lands financieel stelsel kon uitmaken,
tenzij haar omslag meer gelijkmatig kon worden gemaakt, hetgeen niet zou
kunnen worden ondernomen zonder maatschappelijke vraagstukken van niet
gering gewigt te doen oprijzenterwijl de bezwaren van het onvermijdelijk
beginsel van eigen aanslag nimmer geheel zouden kunnen worden verholpen.
Alhoewel het eene belasting gchcctcn werd, was het veeleer een ingewikkeld
belastingstelsel.
lloe gaarne het Gouvernement ook aan de publieke opinie door eene wijzi
ging der belasting had willen voldoen, het was daarbij op onoverkomelijke
moeilijkheden gestuit.
Het Gouvernement zag alzoo in de incometax een krachtig hulpmiddel,
een duurzaam bestanddeel van 's lands financieel stelsel. De Minister waar
schuwde vooral tegen het stuksgewijze veranderen en proef op proef nemen.
Wat daaraan gedaan wierdbehoorde stout, eenvoudig en vastberaden te zijn;
anders zou een van 's lands beste financiële hulpmiddelen in gevaar komen,
liet Gouvernement wilde haar als eene tijdelijke belasting kenmerken en
tevens den weg banen tot hare afschaffing op een gegeven tijdstip. Ilct
stelde voor, zekere verzachtingen in de bestaande bepalingen te brengen en
te handelen in den zin dei genen die meenden, dat de belasting te zwaar
drukte op bekwaamheid en ijver, en niet zwaar genoeg op vermogen. Der
halve stelde de Regering voor dal de belasting tot April 1855 zou worden
geheven naar den tegenwoordigen maatstaf van 7 d. van elk inkomen;
vervolgens lot April 1857 naar den maatstaf van 6 d. en eindelijk tot April
I860 naar den maatstaf van 5 d., en met April 1860 de belasting af te
schaffen.
De vernieuwing der incometax wilde hel Gouvernement doen gepaard gaan
niet verligling van andere belastingen. Doch hiertoe was meer noodig dan
het gering batig slot. Uit dien hooide wilde het Ministerie de vrijstellingen
van de incometax, thans aan elk inkomen beneden 150 en aan Ierland
verleend, inkorten zooveel de billijkheid medebragt; en verder ten einde het
vermogen meer in evenredigheid met bekwaamheid en ijver te belastenvaste
goederen voortaan ook aan het successieregt onderwerpenhetgeen het jaarlijk-
sche slaalsinkomen met 2,000,000 zou vermeerderen. Daarbij eene ver
hooging van den accijns op sterke dranken in Schotland en Ierland, alsmede
een patentregt voor slijters van eetwaren en victualie voegende, bekwam men
voor dit jaar eene vermeerdering van 1,344,000 hetgeen met het batig
slot zou toelaten de andere belastingen 2,149,000 te verliglen. De voor te
stellen ontheffingen waren: kwijtschelding aan Ierland van zekere tijdens de
jongste rampen van hongersnood en heerschende ziekten gedane voorschotten;
afschaffing van den accijns op zeep; de verlaging van eenige zegelregten; ver-
laging van het regt op dagblad-adverlenticnafschaffing van het zegelregt op
bijvoegsels van dagbladen; verlaging van het regt op huurrijtuigen, eigen
rijtuigen, dienstboden, paarden en honden; eene trapsgewijze verlaging van
het invoerregt op thee. Verder was de bedoeling, alle invoerregten die wei
nig of niets opbragten, en de nog bestaande beschermende invoerregten op
zekere fabricaten af te schaffen en geen hooger regt dan van 10 pCt. op eenig
bewerkt artikel in stand te houden; specifieke regten overal, zooveel doenlijk,
in plaats te stellen van regten naar de waarde; het onderscheid van regt bij
invoer van zekere goederen uit de Britsche koloniën en uit het buitenland, te
verminderen; en eindelijk het invoerregt op zekere voedselstoffcn (appelen,
kaas, eijeren, boter, enz.) te verlagen.
Door deze onderscheiden verligtingen van den druk der belastingen zou de
schatkist in het loopende jaar 1,656,000 verliezenen alzoo sloot de begroo-
ling met een geraamd overschot van 493,000
De eerste discussie over dit plan zal aanstaanden Maandag worden gehou
den, en wel eerslelijk over de voorstellen betreffende de incometax, het suc
cessieregt en den accijns op sterke dranken.
'Ten einde de groote kosten der nederzetting op het eiland Laboan te
verminderen, heeft de Regering Sir J. Brooke als Gouverneur ontslagen. Deze
Heer is echter weder naar Indië vertrokken.
Uit New-York is berigt ontvangendat de expeditie naar Japan wordt
voortgezet.
FRUVHRUa.
PARIJS, 21 April.
De Keizer heeft de viering van zijnen 46ston verjaardag, welke op den
21stcn inviel, uitgesteld tot 15 Augustus, den gedenkdag van Napoleon I.
Voortdurend worden er revolulionnaire geschriften in beslag genomen
die ter sluiks worden ingevoerd.
In het Journal des Dcbats leest men de volgende mededeeling van
een beroemden natuurkundige, den Heer Léon Foncault: Het is thans uit
gemaakt dat men door kunstmatige bevruchting het uitkomen kan bewerken
van de eijeren der vischsoorten die het geschiktst tot voedsel voor den mensch
zijnonverschillig hoe groote hoeveelheid van die eijeren men ook neme.
Daaromtrent kan geen twijfel meer bestaan na de schoone uitkomsten welke
de Heer Coste verkregen heeft, bij de proeven die hij in eene der inrigtingen
van de Parijsche Uoogeschool met zalm heeft genomen; en alzoo is het eerste
gedeelte opgelost van het vraagstuk der bevolking van zoet water met visch.
Maar voor nadenkende lieden die zich door het welslagen van den eersten
stap niet laten verblinden, was het nog met uitgemaakt, dat men die hon
derd duizenden uit de kunstmatig bevruchte eijeren gekomen vischjes lot ge-
noegzamen wasdom zou kunnen brengen, oni te kunnen worden overgeplant
in de wateren die men vischrijk wil makendit scheen hoogst moeijelijk
inzonderheid bij de vischsoorten die, zoo als de zalm, van levend aas leven
en aan welke men bezwaarlijk eene voor hare voeding genoegzame hoeveel
heid waterdiertjes zou knnnen verschaffen. Men moest derhalve trachten het
uitbroeisel van deze vischsoorten in de waterbakken in het leven te houden
met ander voedsel dan zij in het vrije water zoeken, cn te dien einde moest
men hun instinct misleiden door hel aanbieden van een namaaksel.
De lieer Coste heeft in de zitting der Parijsche Academie van Wetenschap
pen van den ll<t?n dezer medegedeeld dat zulks hem is gelukt. De jonge
zalmen cn forellen die in eene der inrigtingen van de Parijsche Hoogeschool
uit de kunstmatig bevruchte eijeren zijn verkregen, worden aldaar thans in
het leven gehouden met dood aas, hetwelk zoo fijn gemaakt wordt als noo
dig is voor de kleine diertjes die men er mede wil voeden. De volgende
bijzonderheden werden daaromtrent door den Heer Coste medegedeeld. Twee
duizend pas uitgekomen zalmen werden gezet in eene naauwe buis van ge
bakken aarde van 55 duim lengte, 15 duim breedte en 8 duim diepte,
waarin men stroom houdt door een watersprank zoo dik als een stroohalm
in te laten. In dit verblijf groeijen de vischjes zigtbaar en sneller dan die
in vrijheid levenzij worden gevoed met gekookt cn in fijne vezeldraden
verdeeld vleeschen dit wordt door het jonge gedierte met meer gretigheid
en met meer goed gevolg genuttigd dan het geronnen bloed waarmede eene
proef genomen is op aanraden van Gehin en Remide beide visscherlie-
den wier bemoeijingen het eerst de aandacht en de zorg des gouvernements
op de kunstmatige vischtcelt hebben gevestigd. In deze door den Heer Coste
medegedeelde bijzonderheden is de soort, van voedsel opmerkelijk, maar meer
nog de mogelijkheid om dit voedsel aan een zoo groot aantal diertjes in eene
zoo kleine ruimte toe te dienen.
Er zijn in de Jardin des Plantes aangebragt 3 giraffen7 gazelleneen
leeuw en leeuwin, en eenige Ahyssinische rammen; men verwacht crook
nog een nijlpaard.
Te Villefranche is eene vrouw van 108 jaren overleden. Zij was in
1761 gehuwd en bleef tot haren dood in het bezit van al hare vermogens.
Langen lijd werd zij door openbare liefdadigheid ondersteund.
Te Bairnlh in Syrië werd den 2dcn Maart 11. eene plegtige bedevaart
gehoudenbestaande uit Grieksche ChristenenTurken cn Jodenom regen
van den Ilemel af te smeeken.
Er is legen de zeeroovers op de Bissagos-cilandenop de westkust van
Afrika, een togt ondernomen; de zeeroovers zijn op eene zeer strenge wijze
getuchtigd.
BELGIE.
BRUSSEL, 22 April.
Volgens een Koninklijk besluit van den 15dcn dezer zullen de lotelingen
der ligting van dit jaar onverwijld bij de onderscheidene corpsen des legers
worden ingelijfd.
De Senaat heeft zich vcreenigd met de door de Kamer van Vertegenwoor
digers aangenomen wet tot opheffing van bijna alle nog bestaande uitvoer-
regten en bepalingen tot verbod van uitvoer.
Volgens de begrooting is het tekort over de dienst van 1830 en ver
volgens tot cn met het loopende jaar 28,368,289 fr. Hierin zal voorloopig
worden voorzien met behulp der vlottende schuld.
De inkomsten voor 1854 worden geraamd op 126,002,150 fr. (1,777,900 fr.
meer dan over het loopende jaar) en de uitgaven op 122,475,870 fr.waar
onder 32 millioen voor het departement van oorlog.
Onder het geraamd bedrag der inkomsten is eene som van 92,104,850 fr.
die uit eigenlijk gezegde belastingen voortvloeit; en deze som omslaande
over 4,431,048 zielen, die de bevolking des lands op 1°. Januarij 1852
uitmaakten, bevindt men, dat gemiddeld per hoofd slechts 20.78 fr. aan be
lasting betaald wordt.
De organen der clericale partij hier te lande beklagen zich hoogelijk
over het ontslag van het Ministerie in Nederland. Het baart echter geene
geringe verwondering, dat dezelfde bladen, die geene gelegenheid verzuimen,
om tegen de dusgenaamde vrijzinnige begrippen te veld te trekken, cn die
zelfs de kinderen der belijders van de Protestantsche cn de Israëlitische Gods
dienst van het bezoeken der openbare staatsscholen hebben willen uitsluiten
de voorstanders der liberale beginselen in Nederland zoozeer in hunne be
scherming nemen.
WVRTEMBER».
De R. K. Geestelijkheid der kerkprovincie van den Boven-Rijn heeft on
langs aan de Regeringen der tot die kerkprovincie behoorende Staten met
betrekking lot de door die Regeringen genomen besluiten omtrent het regt