LEYDSCHE
COURANT.
V'
1853.
MAANDAG, 25 APRIL.
N°. 49.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt
■De Prijs der Courant is f 12 het jaar
de afzonderlijke nummers worden tegen 10
Centen afgegeven.
BINNEJiLANDSCIIE BERIGTEN.
LEYDEN 23 April.
Z. M. heeft aan den Hoogleeraar Rlume vergunning verleend tol het
aannemen der oriderseheidingsteekenen van het Ridderkruis van de orde voor
Verdiensten, van de Keizerlijke Rozenordevan de Militaire en Koninklijke
Christusorde, van de Alhrechtsorde, en van de orde van de Poolstar, hem
door wijlen den Groot-llertog van Oldenhurg, door den Keizer van Brazilië,
door de Koningin van Portugaldoor den Koning van Saksen en door den
Koning van Zweden en Noorwegen geschonken.
Het Belgische blad VEmancipation verwijt het andere Belgische blad
de Independencedat dit blad met medewerking van den Heer Lebeau
de beweging tegen de Pauselijke Allocutie in Holland heeft doen ontstaan.
De Independance wederlegt, dit bespottelijk beweren en zegt: «Die reden is
eeniglijk gelegen in de manier van handelen, in de aanmatigingen van opper-
inagt van de partijwier geest van overweldiging wij maar al te vaak gele
genheid hadden om in België op te merken. Die geest van overweldiging,
die wijze van handelen volgt zij overal en van daar, dat zij bijna in alle
landen in worsteling is met de Regering. [Zie ons artikel W urtemberg.~\
«Wat is er in Holland gebeurd? Het Hof van Rome heeft aan de Regering
gevraagd of de hierarchic kon hersteld worden; het Kabinet van den Haag
heeft geantwoord dat de Staatsregeling er geen hinderpaal tegen stelde. Men
moet erkennen dat het niet meer doen kon. Alleen verlangde het kennis te
dragen van het tijdstip en de wijze dier invoering, in 't algemeen belang,
om, juist 'tgeen nu gebeurt de gevoeligheid der meerderheid van
Hollands volk niet te kwetsen waardoor men beweging zou uitlokken.
«Die vraag was voorzeker niet overdrevenhet minste gevoel van beleefdheid
die de Regeringen elkander verschuldigd zijn, maakte het Rome tot. een pligt
om er aan te voldoen. Maar de geest die aan dat Hof hcerscht, die geest
van oppermagt. en overweldiging heeft zich niet eens lot deze verpligting van
welvoegelijkheid willen huigen, de Kerkelijke partij heeft een schitterende
zegepraal in Holland gewild; zij heeft een bewijs van kracht en magt willen
geven, zich boven de Regering, hoven het algemeen gevoel verheven willen
toonen. Zij heeft niemand geraadpleegd, niemand raad gegeven en eerst door
de dagbladen werd de zaak hekend.
En nu wilde men dat zulk een handelwijs de Regeringen en bevolkingen
niet zou hinderen? Men verwondert zich dat er beweging in Holland heerscht,
dat de steden protesteren; niet tegen het herstel der R. Hiërarchie, wijl de
Staatsregeling haar wettigt en het Nederl. Volk zijne staatsregeling eerbiedigt,
maar legen de wijze waarop die partij is te werk gegaan. Zoo men in Hol
land protesteert, zich verontrust, zoo men in hevige beweging komt, zit de
schuld uitsluitend hij de Kerkelijke partij, hij den invloed die aan Rome's
Hof regeert, en die onophoudelijk de strekking heeft om over de Regeringen
te heerschcnze aan zich te onderwerpenze in haar gezag op te lossen.
De worsteling beslaat in verschillende graden in België, in Neder
land, Frankrijk, Engeland, Pruissen, Beijcren, Oostenrijk, ja zelfs in Rus
land, in alle Staten eindelijk, zelfs in die wier Regeringen de ruimste toe
gefelijkheid beloonenomdat het der Kerkelijke partij eigen is, om nooit te
vrede te zijn met hetgeen men haar toestaat, maar in het toegestane slechts
eene aanmoediging te zien om meer te vragen. Wat thans hij onze Noord-
sche huren omgaat, is slechts een verschijnsel van dien strijd die de Kerkelijke
partij, dan in't verborgen en heimelijk, dan erkend en opentlijk, tegen de
Regeringen volhoudt. Maar dit voorval brengt zijne onderwijzing met zich;
't is de vraag of men hopen kan dat het niet verloren zal gaan."
Zoo schrijft een Rooinsch blad in een Roomsch, en een zeer Roomsch land!
Mogten zulke opmerkingen de oogen openen aan onze naauwgezette R. K.
medeburgers, die zoo ligt geneigd zijn om, waar Protestanten tegen de
Ultramontaansche partij te velde trekkendien strijd als hunne kerk en
geloof, ja hunne personen geldende, op te vatten: mogten zij mede leeren
inzien, dat er een partij in hunne kerk bestaat, wier grenzelooze heerschzucht
niets onbeproefd laat om ware 't mogelijk alle kerken huilen de R. kerk te
vernietigen ten einde de ganschc Christenheid als slaven aan hare voeten te
zien huigen, en die daarom er op uit is om overal, zoo veel zij maar kan,
alle licht te weren, wel wetende dat een verlicht volk warsch is van die
slavernij des geestes, aan wier druk de domheid zich gemakkelijk onderwerpt.
De Handel-Maatsehappij heeft 16 schepen voor Amsterdam, 9 voor
Rotterdam, 2 voor Schiedam, en voor Dordrecht en Middelburg elk één schip
bevracht.
Doctoren in de Letteren, die genegen zijn om te dingen naar de va
cante betrekking van Rector der Latijnsche scholen te Harlingenwaaraan
tevens voorloopig de waarneming van het Conrectoraat is verbonden, worden
opgeroepen om zich vóór 1 Junij aan het Gemeente-bestuur aldaar aan te mel
den; er is eene jaarwedde van ƒ1150 aan verhonden, henevens de minervalia.
De Commissie voor de internationale ruiling van voorwerpen van we
tenschap en kunst, bestaande uit de Heeren L. J. F. Janssen, J. W. Holtrop
en R. C. Bakhuizen van den Brink, heeft in de Staats-Courant van gisteren
het rapport harer werkzaamheden gerigt aan den Minister van Binnenl. Za
ken., openbaar gemaakt.
De Heer P. J. Polak te Amsterdam zal een oorspronkelijk dichtstuk in
de Ilebrecuwsche taal uitgeven, ten onderwerp hebbende eene geschiedenis uit
de gewijde oorkonden.
Te Deventer is den 20sten eene tentoonstelling van bloemen en groenten
geopend in de groole zaal van het Athenaeum.
In de Provincie Groningen zijn thans 203 scholen, welke door ruim
40,000 kinderen worden bezocht.
Volgens de Nieuwe Noordbrabander zal Mgr. Zwijscn. zoodra hij,
volgens zijne laatste benoeming, voor goed bezit van het beheer over het
dioccees 's Hertogenbosch genomen zal hebben, zich ernstig en met kracht
toeleggen op de middelen tot restauratie der wereldberoemde kathedraal dier stad.
's GRAVENHAGE, 23 April.
Z. M. heeft aan de Heeren E. J. Eekhout, S. F. Klynsma, C R. Lelyveld, Luit.-
Colonels en J. J. Henncquin, Kapitein, alle hij het corps ingenieurs, mi
neurs en sapeurs pensioen verleend en hij dat corps benoemd tot Luit.-Colonel,
de Majoors J. Muschart, S. J. G. van den Kerkhoff en F. van Heurn; tot
Majoor, de Kapiteins der lste klasse, Jhr. J. A. van Brienen van Ramerus,
P. Noot en J. Carslcn tot Kapitein van de 3Jc klasse (naar ouderdom van
rang) de lslc Luitenants G. F. van Limborch van der Meersch en A. C. G. de Veye.
Z. M. heeft aan Kerkvoogden van de Nederd. Herv. gemeente alhier
ten geschenke gegeven het fraaije gebouw dei manége in het Willemspark
Zr. Ms. bijzonder eigendom, van 'twelk de eerste steen is gelegd door 11. K. 11.
de Erf-Groot-Ilertogin van Saksen-Weimar. Tevens heeft Z. M. te kennen
gegeven, tot de inrigling van dit gebouw voor kerkelijk gebruik uit zijne
eigene fondsen te zullen verstrekken het zilver, henoodigd voor den H. Doop
en het Avondmaal, alsmede eenige bcnoodigdheden voor het ameublement,
daaronder begrepen de predikstoel.
Naar men verneemt zal het bestuur over den Waterstaat en de Open
bare Werken en de afdeeliug van de Nationale Nijverheid, als een afzon
derlijk departement, aan welks hoofd de lieer L. J. A. van der Kun In
specteur van den Waterstaat, thans belast met de algemeene dienst, zon wor
den geplaatst, van het Ministerie van Binnenl. Zaken worden afgescheiden.
De wekclijksche gehoorverleeningen hij de Ministers zijn bepaald als
volgt: Justitie, Dingsdag ten 12 ure; Roomsch-Kath. eeredienst, Woensdag
ten 1 ureFinanciënDonderdag ten 12 ure; Binnenl. Zaken, Zalurdag 12 ure.
BUITENLANDSCHËT BEIUGT EN.
ENGKLAN».
LONDEN, 21 April.
In de zitting van het Lagerhuis van den 1811™ dezer heeft de Kanselier
der schatkist in eene rede die nagenoeg vijf uren aanhieldde financiële ge
steldheid en vooruitziglen des lands uiteengezet. De inkomsten over het met
den 5dcn dezer afgeloopen dienstjaar hadden 53,089,000 bedragenof
1,464,000 meer dan de raming. De uitgaven waren begroot op 51,163,000 M
maar hadden slechts bedragen 50,782,000 De staatsrekening wees een
werkelijk overschot aan van 2,460,000 doch alvorens te kunnen bepalen,
in hoeverre hiervan kon gebruik gemaakt worden tot verligting der belastin
gen, moest gelet worden op de vermeerdering der uitgaven over het aange
vangen dienstjaar, die vastgesteld waren op een geraamd bedrag van te zamen
52,183,000 zoodat reeds drie vijfde gedeelten van het overschot der mid
delen verslonden werd door uitgaven, die ter voldoening aan wettelijke he-