te hebben hoorcn zeggen, dat het laatste votum der Kamer inhield eene goedkeuring der handelingen van het Ministerie. Spr. moet verklaren, dit voor zich niet aan te nemen. Bij de gemotiveerde orde was gezegd, dat de Kamer, gehoord hebbende, dat omtrent de kerkelijke aangelegenheden der R. K. hier te lande, krachtige verloogen aan het Hof van Rome sijn of sullen worden gedaan, verklaart over te gaan tot de orde van den dag. Daarin ligt opgesloten, dat men verwachtte, dat vertoogen zullen worden in gediend, en dat men dit beaamde. Maar als men dit doet, dan erkent men daarom niet, dat men de handelingen der Regering goedkeurt. Spr. althans heeft aan dat votum zoodanige beteekenis niet gehecht. Niemand meer het woord vragendeworden de beraadslagingen gesloten en het voorstel van den Heer van der Linden, aangenomen. De Commissie van Rapporteurs is gereed met haar algemeen verslag over het ontwerp van wet, lot uitvoering van art. 187 der Grondwet, betrekkelijk de inkwartieringen. Drukken en ronddeelen, terwijl de beraadslagingen aan de orde worden gesteld tegen aanst. Maandag, des morgens ten 11 ure. De zitting is daarna opgeheven. Eerste ISLamer der Sta f en-deneraal. Zitting van Woensdag 20 April. In deze zitting is, behalve een groot aantal stukken van verschillende Mi nisters, ingekomen eene missive van den Heer van Royen waarbij hij, me- dedeelende zijne benoeming tot Commissaris des Konings in de provincie Gro ningen, zijn ontslag neemt als lid der Kamer, onder dankbetuiging voor de ■welwillendheid, hem steeds van zijne medeleden te beurt gevallen. Voor kennisgeving aangenomen. Voorts zijn ingekomen de geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid der Ka mer, den Heer de Vos van Steenwijk, die na onderzoek daarvan ziling neemt. Nog zijn ingekomen de Koninklijke besluiten betrelFende het eervol ontslag van 4 Ministers en hunne vervanging. Voor kennisgeving aangenomen. Nadat de Voorzitter mcdedeeling had gedaan vari 'ingekomene ontwerpen van wet, adressen en boekwerken, heeft de Heer van Dam van Isselt het woord over de zaak wegens de invoering der Bisschoppelijke hierarchic hier te lande, en deed hij in het breede het gewigt dezer zaak uitkomen. Uit hoofde der afwezigheid van eenig Minister, heeft hij vervolgens voorgesteld, den Voorzitter te inagtigen, de Regering, namens de Kamer, uit te noodi- gen, de over de zaak betrekkelijke stukken over te leggen, om te kunnen beoordeelen, wat der vergadering te doen staat in het belang der eensgezind heid en van orde en rust in den lande. Dienovereenkomstig wordt besloten. De vergadering gaat vervolgens over lot het trekken der afdeelingen, en benoemen der Voorzitters en Ondervoorzitters. Daarna wordt de zitting opgeheven. ÜiTATEX-OEXERllL Vereenigde Zitting der beide Kamersvan Donderdag21 April. Voorzitter M*. J. A. PHILIPSE. De Voorzitter, de vergadering ten 2 ure geopend hebbende, laat door den Griffier voorlezing doen van het Kon. besl.dat aanleiding heeft gegeven tot deze vereenigde zittinghoudende dat besluit dat Z. M. goedgevonden heeft de tegenwoordige zitting der Kamers te doen sluitenen wel namens Z. M. door eene Commissie, beslaande uit de Heeren Ministers van Binnenl. Zaken en van Oorlog. De Voorzitter benoemt eene Commissie van 8 leden, om de Heeren Ministers in- en uitgeleide te doen. De Commissie bestaat uit de Heeren de Lidlh de Jeude, van Heiden Reinestein, van Sasse van Ysselt, Dommer van Polders- veldt, van SwinderenGodefroi, de Villers de Pité en Poortman. De Ministers de zaal binnengeleid zijnde, plaatsten zich voor den Troon, en zegt Z. Exc. de Minister van Binnenl. Zaken nagenoeg het volgende: «Mijne Heeren! «De Koning is van oordeel, dat in de tegenwoordige omstandigheden het belang van het Rijk niet vordert, de vergadering van de beide Kamers lan ger bijeen te houden. «Zonder te treden in eene vermelding der werkzaamheden, die U gedu rende de zitting hebben bezig gehouden is mij de aangename taak opgedragen U namens den Koning dank te zeggen voor hetgeen door U is verrigt tot welzijn van den Staat. «In naam des Konings, verklaar ik de vergadering der Staten-Generaal te zijn gesloten." De Ministers worden hierop door de Commissie uitgeleide gedaan en de vergadering gaat uiteen. BUITENLANDSCHE BERIGTEN EMGELADT». LONDEN, 20 April. Bij de begrooting heden in het Lagerhuis ingediendwordt voorgesteld eene vermindering der lasten op de scheepvaart, van het zegel op de advertentiën de geheele afschaffing van den accijns op de zeep en van het zegel der bij voegsels van dagbladen. Tot dekking der daardoor te ontstane tekorten, wordt voorgesteld de belasting op de inkomsten voor nog 7 jaren te vernieuwen. PRANHK IJK. [PARIJS, 20 April. Bij een Keizerlijk besluit is de som, welke jaarlijks betaald moet wor den voor in de Lycea geplaatste kweekelingenvrij aanmerkelijk gewijzigd. De prijs, [welke betaald moet worden voor kweekelingen, zoowel voor de kost- als dagleerlingen, wordt inmiddels, op last des Keizers, aanmerkelijk verhoogd, vooral voor du laatsten. Tot dus ver werden hier vaste jaargelden van 100 fr. en 50 fr. betaald. Thans 180 fr. en voor de hoogere klassen 375 fr. De Minister van Onderwijs voert in de memorie van dat besluit aan, dat deze verhooging kan worden gevorderd, omdat, ten gevolge van het ver meerderd vertier, de welvaart niet weinig is toegenomen. De geest en de strekking van het besluit worden zeer verschillend beoor deeld, die het toejuichen, beweren dat het gevolg daarvan kan zijn het verminderen van het aantal jongelieden, die zich met de beoefening van de letterkunde bezighouden en naderhand eene administratieve betrekking be komen en verder het brengen van eene meer wensohelijkc gelijkheid tus- schen het staats-onderwijs en dat, 't welk door bijzondere personen wordt gegeven waartoe de Regering het hare zou hebben willen bijdragen ter ver mindering van het aantal kweekelingen der Lycea, en het noodzaken der ou ders, om hunne zonen te plaatsen in bijzondere inrigtingen van onderwijs hetzij industrie- en handels-scholen, hetzij de zoodanige, waar bepaalde be roepen worden aangeleerd. De tegenstanders beweren, dat uit den maatregel op nieuw blijkt, dat de bewindslieden indedaad niets anders dan werktuigen zijn in handen der clericale partijen deze laatste met groote scherpzinnigheid gebruik weel te maken van de omstandigheden. Van die zijde wordt aangevoerd, dat het verslag van den Minister van Onderwijs vele onnaauwkeurigheden bevat en: het onder anderen eene ongerijmdheid is om officieel te bewerendat kinde ren van 12 of 14 jaren, na de taalkunde te hebben beoefend, geschikt zouden zijn oin met het oordeel des onderscheids, eene keuze te doen om trent hun volgenden werkkring. Het eigenlijke doel en noodwendige gevolg van den maatregel zou, naar men van dien kant volhoudt, geene andere zijn dan de vermindering van het aantal kweekelingen in de Lycea- en de vermeerdering van het getal jongelieden, die hunne vorming erlangen in de inrigtingen van onderwijs, welke onder het toezigt der geestelijkheid staan en waarvoor in het algemeen zeer lage jaargelden worden gevorderd. De Keizer heeft aan zijnen Gezant in Oostenrijk den last opgedragen om van die Regering het stoffelijk overschot op te eisehen van den Hertog, van Reichsladt, den eenigen zoon van Napoleon I. De Minister van Rijkspolicie heeft eene commissie benoemd om le on derzoeken in hoeverre de herstelling der broederschappen en gilden van hand werkslieden tot bevordering hunner stoffelijke en zedelijke belangen raadzaam: zou zijn. SE» A IV .IE. MADRID, 16 April. De nieuw benoemde Minister Ayllon, bevindt zich nog als Gezant te Weenen. Sedert den 8stentoen de zittingen der Cortes geschorst werdenwerd de afzetting der ambtenaren die in den Senaat tegen het Ministerie gestemd haddendoorgezet endaar de Heer Vahey liever aftreden dan daartoe mede werken wilde, voltrokken door den Heer Llorente, als tijdelijk belast met het Departement van Justitie. Zoo werd ook de Heer Arrazola, de Voorzit ter van het Hooggeregtshofafgezet. Deze maatregel bragt geheel Madrid in spanning en onrust; allerwege be speurde men leedwezen en bezorgdheid, terwijl de Heeren Vahey en Arrazola vele blijken van achting en deelneming ontvingen.' Hierbij was eebter geen de minste gedachte te bemerken om aan het gezag der Kroon of aan den algemecnen eerbied der Spaansche natie voor Koningin Isabella te kort te doenintegendeel de geheele houding der bevolking getuigde van kalmte en van gehechtheid aan de Koninginen dit moet grootcn invloed op de jongste besluiten der Kroon hebben gehad. Terwijl de Heer Llorente de regterlijke ambténaren afzette, verkreeg de President-Minister, de Generaal Roncali, de goedkeuring der Koningin op een besluit, waarbij de zitting der Cortes van 1853 werd gesloten, en had hij op last der Koningin de zamenstelling van een nieuw bewind tot stand gebragt; reeds waren de nieuwe Ministers bijeengekomen om den eed af te leggen toen de Generaal Roncali aanzegging ontving dat de Koningin van plan ver anderd was en aan den Generaal Lersundi de zamenstelling van een kabinet opgedragen had. Het schijnt dat 11. M. vernomen had, welken ongunsligen indruk de laatste maatregelen van het Ministerie gemaakt hadden en hier door tot andere inzigten gebragt is; zij heeft, naar men zegt, wederstand geboden aan den invloed van al de personen die haar drongen op het inge slagen gevaarlijke pad voort te gaanen beter dan dezen de behoeften der Spaansche natie en de belangen harer Kroon begrijpende, besloot zij niet lan ger van de dienst van den Generaal Roncali gebruik le maken. De Generaal Lersundi zouvolgens het Journal des Dèbatsna den hem door de Ko ningin gegeven last aanvaard te hebben, een onderhoud gehad hebben met eenige van de aanzienlijkste leden der gematigde oppositie, en zijn wensch zou zijn de oude Koningsgezinde en Constitutionele meerderheid te herstellen. Men vermoedde, dat het besluit van den 9den dezer, waarbij de Heer Ar razola is afgezetzou worden ingetrokken. PRUIS SEW. BERLIJN19 April. De aanwending van gaz tot het koken en verwarmen in de woningen wordt al meer in praktijk gebragt. De Heer Eisner, Ingenieur alhier, die zich bepaald met dezen lak van nijverheid bezig houdt, door het maken van ovens en kookhaarden die door gaz worden verwarmd, heeft thans ook uitge dacht door gaz, metalen te gloeijen en te smeltentevens heeft hij door middel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 3