BUITENLANDSCHE BERIGTEN.
pel ijk beheer, dat in de Roomsche kerk evenzeer te huis behoort als het
naar onze overtuiging met de oorspronkelijke inrigting der Christelijke kerk
en de beginselen des Christendoms onvereenigbaar is.
Maar zoozeer wij aan onze Roornschgezinde landgenooten cene zoodanige
organisatie hunner kerk, als zonder krenking der regten van anderen kan
plaats hebben, niet misgunnen, zoo zeer beklagen wij ons over de aanmati
ging, waarmede in de Pauselijke allocutie die organisatie als een herstel der
bisschoppelijke hiërarchie in Nederland wordt aangekondigdzooals die in
1559 onder de Regering van Philips II werd gevestigd. Zulk eene herstel
ling toch sluit, op het Roomsche standpunt, niet minder in, dan eene volle
dige heerschappij voering over de gansche Christelijke kerk in Nederland, die,
hoezeer voor het grooter deel, tijdens de Hervorming, van Rome feitelijk
gescheiden, echter regtens door de Roomsche Curie, zooals uit gezegde allo
cutie blijkt, voortdurend als haar gebied beschouwd wordt. Zulk eene aan
matiging achten wij strijdig met de bij de Grondwet ook aan de Protes-
tantsche kerken gewaarborgde onafhankelijkheid van elke vreemde ovèrheer-
sching op kerkelijk gebied. Het bisschoppelijk gezag, door in beginsel zich
verder uit te strekken dan tot de leden der Roomsche kerk, is juist daar
door in onverzoenlijken strijd met elke Staatsregeling, waarbij aan ieder de
vrijheid vergund en gewaarborgd wordt, zich des verkiezende aan dit gezag
niet te onderwerpen. Moge nu ook zulk eene aanmatiging, zoolang zij niet
tot daden overslaatdie met 's Lands wetten en de vrijheid der burgers strij
dig zijn, bij het wegvallen van het koninklijke placet, van regeringswegeniet
kunnen verhinderd of tegengehouden worden, zoo meenen wij echter, dat aan
eene kerkelijke organisatie, die van zoodanige aanspraken vergezeld gaat, door
de Hooge Regering des Lands op geenerhande wijze erkenning of goedkeuring,
laat staan, medewerking kan verleend worden, zonder daarmede eene, met
de grondwettige regten van Uwer Majesteit nict-Roomsche onderdanen strijdige
bewering van eene buitenlandsche Mogendheid in beginsel te wettigen.
Daarom komen wij tot den troon Uwer Majesteit met het eerbiedig ver-
zoek, dat het Hoogsldezelve behagen moge, gecne organisatie der Roomsche
kerk, op de voornoemde Ultramonlaansche beginselen gegrond, met Uwe
Koninglijke goedkeuring te bekrachtigennoch op eenigerhande wijzetot de j
verwezenlijking er van, Uwe medewerking te verleenen.
Sire! wij vertrouwen in deze op de regtvaardigheid van Uwer Majesteits Re-
gering en bevelen U aan de hoede van den God der waarheid, onder wiens
leiding het Doorluchtige Stamhuis van Oranje voor het Vaderland en de
Christelijke kerk ten zegen is geworden.
'tWelk doende, enz.
Wij zijn uit 's Gravenhage verzocht, het volgende mede te deelen
»De in onderscheidene dagbladen onlangs opgenomene tijdingen omtrent de j
organisatie der R. C. Kerk hier te lande, hebben aanleiding gegeven tot het
verspreiden van onderscheidene onjuiste geruchten. Zoo komt onder anderen in
het Engelsch blad the Times van den 2istcn Maart jl. een telegrafisch berigt
voor, waarbij wordt vermeld »dat de Paus, op verzoek van het Nederlandsch
gouvernementeen Aarts-bisschop van Utrecht en vier suffragaan-Bisschoppen
heeft benoemd."
Het is niet onbelangrijk te achten den waren toestand dezer aangelegen
heid te doen kennenen te dien einde vermeenen wij het navolgendeuit
geloofbare bronnen geput te kunDen mededeelcn.
»Op bet eind van 1851 heeft de Pauselijke Internuntius bij ons Hof zich
tot de Regering gewend, te kennen gevende, dat de Paus voornemens was
tot de organisatie der R. K. in dit rijk overtegaan, doch alvorens de inzigten
der Regering wenschte te kennen, met betrekking tot het in 1827 gesloten
concordaat.
«Door de Regering is in der tijd aan den Internuntius verklaard, dat het,
volgens de beginselen der Nederlandsche grondwetvrijstond de aan de R. K.
Kerk voegende organisatie daar te stellen, doch dat het gebruik maken van
die vrijheid het vervallen medebragt van alle uit het concordaat voortvloeiende
verbindtenissen.
Hiervan was het gevolg, dat de Internuntius in de herfst van 1852 ver
klaarde, dat de Paus tot de regeling dezer R. K. aangelegenheid zoude over
gaan en dat door die daadde uit het concordaat voortvloeiende wederkee-
rige verbindtenissen zullen ophoudenwaarop door de Regering is te kennen
gegevendat op die wijzegeen beletsel tegen de bedoelde regeling bestond
behoudens het toezigt van den Staat, tot handhaving van de openbare orde,
en zijne zorg, dat ieder kerkgenootschap zich houde binnen de palen van
gehoorzaamheid aan de wetten van het Rijk.
»De bepalingen der grondwet van 1848 over dit onderwerp nagaande, zal
men de overtuiging erlangen, dat de Regering die voorschriften getrouw is
nagekomen, en geen' anderen weg dan den ingeslagenen kon volgen. De
grondwet immers geeft aan ieder kerkgenootschap het regt zijne inwendige
belangen op de hem eigenaardige wijze te regelen, zonder dat de Staat daarop
invloed uitoefene.
dHet gevolg hiervan moest wezen, dal de vroeger door de Regering aange
gane verbindtenissen vervallen, en zij zich bepalen moet tot het grondwettig
toezigt over alle bestaande kerkgenootschappen, zonder zich met hunne in
nerlijke inrigting te bemoeijen.
Hieruit volgt dan ookdat de door den Paus aangekondigde nieuwe re
geling zonder medewerking der Regering is vastgesteld.
»Die regeling komt hoofdzakelijk op het volgende neder: voortaan zullen
er vijf in plaats van vier R. K. kerk-dislricten bestaanin dier voege dat
het tot hieraan door den Pauselijken Internuntius, als Vice-Superior der
Hollandsche Zendinggevoerd kerkelijk beheer aan twee daartoe te benoe
men Nederlandsche kerkvoogdenals Aartsbisschop van Utrecht en Bisschop
van Haarlem zal worden opgedragen, terwijl de drie thans bestaande Apos
tolische Vicariaten van 's HertogenboschBreda en Limburg geene veran
dering zullen ondergaandan dat de kerkvoogden den titel zullen voeren van
Bisschop van 's Hertogenboschvan Breda en van Roermond.
Deze nieuwe inrigting brengt derhalve mede, dat de R. K. Kerk hier
te lande, niet langer als land van missieonmiddelijk uit Rome zal be
heerd wordenmaar een eigen zelfstandig bestuurmet Nederlanders aan het
hoofd, zal erlangen.
Uit deze opgave zal dan ook genoegzaam blijken, dat deze aangelegen
heid, van zuiver godsdienstigen aard, haar beslag kan krijgen zonder
eenig nadeel voor dc andere in dit rijk bestaande kerkgenootschappen."
's GRAVENHAGE, 9 April.
Bij Kon. besluit van den 7den dezer, zijn bevorderd tot Controleurs der
directe belastingenin- en uitgaande regten en accijnsenvan de eerste kl.
de Heeren G. L. Voermante Amsterdamen W. S. van den Berghte Rot
terdam beiden van de 2<le kl.van de tweede kl.de Heeren D. I. de Kruyff
te Schoonhoven, T. Langevelt, te Zaltbommel, en G. AV". van der Gronden,
te Deventer, allen van de 3de kl.
Z. M. heeft bij besluit van den 30sten Maart eervol emeritaat met pen
sioen verleend aan de volgende Predikanten, als aan: T. van Schuylenburgh
te Ilellevoetsluis; J. A. de Hollander, te Zwaag; J. P. Hoffman, te Ter Neu
zen; D. II. Wildschut, te Amsterdam; L. T. van Hasselt, te Westerwijtwerd
E. C. Groeneveld, te Noordwijk-aan-ZeeAV. AVindgelter, te Koog aan de
Zaan, allen ingaande 1 Julij 1853, en aan H. A. Heymans, te Budel c. a.
ingaande 1 October 1853.
ENGELAND.
LONDEN, 7 April.
II. M. is heden van een Prins bevallen. Beide zijn welvarende.
De Times deelt als gerucht mede dat er een plan zal voorgedragen
worden om staatsschuldbrieven of schatkistbillettenrentende pCt, met
jaarlijksche coupons, en die eerst na verloop van 20 jaren zouden vervallen,
uit te geven aan ieder die verkiezen mogt 3 pCt. gevestigde staatsschuld tegen
dat nieuwe papier te verruilen. De geriefelijkheid van zulke schuldbrieven,
gepaard aan de zekerheid van in de eerste 20 jaren niet aan eene nieuwe
renteverlaging bloot te staan, zal, naar men meent, genoegzaam zijn om
vele houders van 3 pCts tot deze verwisseling uit te lokken.
Het door Lady Franklin uitgeruste stoomschip Isabel, 't welk in Behring-
straat eene nieuwe poging gaat in het werk stellenom het spoor van Sir John
Franklin's expeditie te ontdekken, heeft 11. Donderdag avond het anker geligt.
De schrijfster van Uncle Toms CabinMevrouw Beecher Stowe, is een
paar dagen vóór haar voorgenomen vertrek naar Engeland, ernstig ongesteld
geworden.
AVij vernemen dat de Koninklijke Commissie voor het nationaal tooneel
van wege Z. M. eene missive heeft ontvangen, gedateerd 6 dezer, waaruit
blijkt, dat: 1®. Aan de Commissie van het nationaal tooneel, zal voor het
eerstvolgend tooneeljaar, worden toegelegd, eene som van ƒ20,000 tot onder
steuning van dat tooneelin de residentie en te Amsterdammet magtiging
om die som zoodanig je regelen, als de Commissie naar regt en billijkheid
zal vermeenen te bchooren. 2°. De Hollandsche schouwburg-directien in ge
noemde stedenwelke eene subsidie wenschen te genietenzullen zich daar
toe aan de voormelde Commissie moeten wendenen in dat gevalvoor zoo
veel repertoire en opvoering betreft, zich aan de daaromtrent door haar te
geven voorschriften moeten onderwerpen. 3°. Aan den schrijver van zóóda
nig oorspronkelijk tooneel werk, als gebleken zal zijn, het best aan de ver-
eischen te hebben voldaan, zal door de Commissie, namens en voor rekening
des Konings, worden uitgereikt de groote gouden medaille.
In den avond van den 7dcn April hebben de onderwijzers en de leerlin
gen van de Koninklijke muziekschool alhier, onder fakkellicht, eene serenade
gebragt aan den Heer Mr. E. G. Lagemans, welke, gedurende een tijdsver
loop van 25 jaren, de betrekking van Secretaris der Commissie van Toezigt
over de genoemde schoolmet zoo veel ijverals belangstelling heeft vervuld.
De Heer F. Hupschkunstschilder in gebrand glas alhier, brengt thans
in gereedheid een kerkraamvoorstellende de afneming van Christus van
't Kruis. Dit kunstwerk, dat eene hoogte heeft van 2i Ned. el en breedte
van 1 j Ned. el, is bestemd voor de tentoonstelling alhier. Het is zeer met
warmte en diep kunstgevoel behandeld en zal waarschijnlijk wel het eenige
van dien aard zijn.
ROTTERDAM, 7 April.
Gisteren avond ten 9 ure arriveerde alhier de nieuwe ijzeren stoomboot
Gouverneur-Generaal Duymaer van Twist, van Deventer, hebbende de reis
van daar, niettegenstaande harde en contrarie wind, in 12} uren afgelegd.
AVijlcn de Heer D.van Nijmegen, in leven Med. Doctor in deze stad,
heeft bij uiterste wilbeschikking vermaakt aan de Remonstrantsche Broeder
schap 2,000 en aan hare gemeente alhier 5,000beide vrij van regten.
In zijn leven algemeen hooggeacht, blij ve's mans naam in zegenend aandenken.
Het loffelijk voorbeeld, onlangs door een' medestichter van de Ver-
eeniging Nederlandsch Mettray gegeven, in eene gift van ƒ500, als bij
drage tot den aanbouw cener familicwoningheeft een ander inwoner dezer
stad aangespoord, mede 500 tot gelijke bestemming te schenken.