KORT VERSLAG
ZITTING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEYDEN.
[Behoor ende bij de Leydsche Courant van 28 Maart Ó853iP. 37.)
BIJBLAD ]f°. S.
DER
-o-oooO C-O-Ooo—
Zitting van 26 Haart.
Afwezig de leden Bucaille, Hartevelt, ten Sande, Cock, Adriaans,
van Kaathovenvan Outeren, Gevers, en Krantz.
De Notulen der voorgaande Zitting worden na voorlezing vast
gesteld.
Door de Burgemeester worden overgelegd de navolgende stuk
ken sedert de laatste Vergadering ingekomen, als:
1°. Een adres van T. W. van Hartrop, lot het innemen en be
bouwen van een gedeelte van het slop gelegen naast zijn woon
huis in het Noordeinde, Wijk I, N°. 20, met daarbij behoorende
Processen-Verbaal en rapport van de Commissie van Fabricage.
2°. Opmerkingen van de Leden Mr. H. Gevers en A. C. Leem
bruggen op het rapport van de Commissie in zake de Verantwoor
delijkheid van 1IH. Commissarissen van Stads-Bank van Leening.
3°. Adressen van de Med. Doctoren J. L. van Praag en C. ter
Laagom tot Stads-Doctor te worden benoemd.
4°. Een bezwaarschrift van J. J. van Hees van Berkel tegen
de openbaar gemaakte lijsten van Kiezers voor Leden van de
Tweede Kamer der Staten-Generaalvan de Provinciale Staten,
en van den Gemeenteraad.
Al deze stukken nederleggen in de leeskamer.
5°. De Rekening van Mren Regenten van het Minne- of Armen
Oude Mannen- en Vrouwenhuis over 1852.
Overeenkomstig de voordragt des Burgemeesters is besloten
deze te stellen in handen van de Commissie van Financie ten fine
van berigt en raad.
Hierna doet het Lid Lismannaar aanleiding van door hem bij
het arresteren der Notulen gemaakte bedenkingen, het volgende
voorstel
Of een rapport van eene Commissie ad hoeop een in hunne
handen gestelde voordragt, in het geval dat dit rapport bij meer
derheid genomen zich niet conformeert met die voordragt, vóór
de voordragt zelve in stemming behoort te worden gebragt, al
of niet.
Door het Lid Taets hierop het woord gevraagd zijnde, stelt
deze als motie van orde voor, volgens art. 14 van het Reglement
van orde, dat dit voorstel niet in behandeling worde gebragt
maar in de Leeskamer worde nedergelegd. Waarin door het Lid
Lisman toegestemd zijnde, de behandeling van dit voorstel wordt
uitgesteld.
Hierna is aan de orde der beraadslaging:
1°. De voordragt tot af- en overschrijving op de dienst van
1852, met een daartoe betrekkelijk rapport van de Commissie
van Finantië.
Overeenkomstig het rapport van genoemde Commissie is daar
toe besloten, en het daartoe strekkende besluit vastgesteld.
2°. De voordragt tot remissie van huur aan J. 11. Bibenter
zake van het land aan de Morschpoort, mede met een daarover
uitgebragt rapport van de Commissie van Finantië.
Hierop wordt met algemeene stemmen beslotenovereenkom
stig de conclusie van het rapport dezer Commissie, aan den huur
der van het gemelde land kwijtschelding te verleenen van een
derde gedeelte of zeven gulden, der door hem verschuldigde
huur ad 21.uit hoofde dit land ten dienste van liet garni
zoen moet worden gebruikt.
3". Het verzoek van den Med. Doctor P. M. Mess om ontslag
als Stads Doctor.
De Burgemeester stelt voor, het verzocht ontslag met den
1sten April aanstaande eervol te verleenen niet bepaling dat van
dat tijdstip het tractement voor Dr. Plaat zal ingaan; en levens
in eene volgende vergadering tot eene nieuwe benoeming in
plaats van laatstgenoemden over te gaan met welk voorstel de
vergadering zich met algemeene stemmen heeft vereenigd en
alzoo Dr. P. M. Mess met den l5ten April aanslaande eervol als
Stads Doctor is ontslagen.
4°. De Rekening van de Plaatselijke School-Coramissie over de
dienst van 1852, met daartoe betrekkelijk rapport van de Com
missie van Finantië.
Met welk rapport de vergadering zich vereeuigendewordt met
algemeene stemmen besloten die rekening op te nemen en
te sluiten
in ontvang tot 12036.42
uitgaaf 12034.49
en alzoo sluitende met een batig slot van 1.93
onder gehoudenheid der rendanten om deze som in hunne eerst
volgende rekening in ontvang te verantwoorden.
Het lid van der Hoeven heeft als lid van de Plaatselijke School
commissie geen deel aan de stemming genomen.
5°. De voortzetting der deliberatiën over de verordening op de
verdeeling der gemeente in wijken en gebuurten, te beginnen
met art. 19.
Dit art. wordt onveranderd aangenomen, dus luidende:
De benoeming tot Heer of Raad der Gebuurte geschiedt voor
den tijd van vier jaren. De aftredenden zijn weder benoembaar."
Op art. 20 stelt het Lid Bake voor dit in het enkelvoud te
stellen, waardoor het veranderd wordt als volgt:
Die tusschentijds benoemd is, bekleedt zijne betrekking slechts
zoolang als hij, in wiens plaats hij gekomen is, die bekleed zou
hebben."
Met welke wijziging dit art. wordt aangenomen.
Het Lid Bake stelt voor art. 21 dus te lezen:
De Heer of Raad der Gebuurte die, door verhuizing naar
eene andere, die gebuurte verlaat, verliest zijne betrekking.
Veertien dagen vóór de verhuizing geeft hij daarvan op het bu
reau van den burgerlijken stand kennis."
Wordt alzoo aangenomen.
Bij art. 22 stelt het lid Groos voor de woorden ten allen
tijde" weg te latenook stelt het lid Luzac voor daaruit weg te
laten de woorden onverminderd de toepassing der straf wanneer
daartoe termen zijn en wordt dit art. met de wijziging door
het lid Luzac voorgesteld met 14 tegen 2 stemmen, zijnde die
der leden Lisman en Groos aangenomen. Hel luidt als volgt:
Burgemeester en Wethouders ontslaan ten allen tijde, de Hee-
ren of Raden der Gebuurten bij nalatigheid of onwil, uit deze
hunne betrekking."
Tot de behandeling van art. 23 wordt overgegaan, terwijl in
middels het lid van Outeren ter Vergadering verschijnt en het
lid van der Hoeven deze verlaat.
Het lid van der Boon Mesch stelt voor hieruit weg te laten de
woorden gelijk het ontslag en de redenen, die tol dit laatste
geleid hebbenen wordt met deze wijziging dit art. met 10
tegen 6 stemmen zijnde die van de leden Olivier, Luzac, van
Outeren, Siegenbeekle Poole enden Voorzitter aangenomen,
dus luidende:
De benoeming, gelijk het ontslag en de redenen, die tot dit
laatste geleid hebbenworden door Burgemeester en Wethouders
openbaar bekend gemaakt."
In art. 24 stelt de Commissie voor in de laatste regel weg te
laten de woorden ader gebuurte"; het lid van Outeren weg te
laten de woorden a in behoorlijke orde", en wordt dit art. met
13 tegen 1 stemmen, zijnde die van het lid Groos, aangenomen,
hebbende de leden Ysselsteyn en de Moen voor de stemming de
vergadering verlaten. Dit artikel luidt als volgt:
«Waaneer een heer der gebuurte ophoudt die betrekking te
bekleeden, zorgt hij, of bij zijn overlijden zorgen zijne weduwe
of zijne erfgenamen, dat alle registers, stukken of bescheiden,
welke hij in die betrekking onder zijne berusting had, uiterlijk
binnen drie weken na het ophouden zijner hoedanigheid aan
zijnen opvolger of aan den voor den heer der gebuurte waarne-
mendeu raad overgegeven worden.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. G. LA LAU.