BUITENLANDSCIIE BERIGTEN. lijkhedcn, die der onderneming in den weg stonden, zijn opgeruimd, deze zoo lang gewcnschte zaak spoedig tot stand moge worden gebragt. Zondag morgen begaven zich 7 sloeperliedcnmeest allen gehuwd, in een sloep naar zee om een der verwacht wordende schepen tot hijstand te gemoct te roeijen. Tot op heden zijn deze mensehen niet teruggekeerd en men vreest niet zonder redendat zij ten gevolge van den dikken mist die sedert eenige dagen heerscht, den koers verloren hebben. Zij waren slechts voor cenen enkelen dag van levensmiddelen voorzien. NIEUWE DIEP, 10 Maart. Het op heden eerst aankomende vaartuig van Amsterdamlangs het Noord- Ilollandschc Kanaalwas de in de dienst tusschen genoemde stad en deze plaats varende schroefstoomboot Constantia, die, hoewel liet Kanaal voor het grootst gedeelte nog met ijs van circa 4 duim dik bezet was, den overtogt in 7 uren tijds heeft gedaan, waardoor alsnu het vaarwater weder is openge broken, en wij spoedig de geheele opruiming van het ijs te gemoet zien. El* «EL.AND. LONDEN, 9 Maart. In de zitting van liet Hoogcrhuis van den 7dcn dezer vestigde een der le den de aandacht op de van staatswege in Ierland opgerigte scholen voor gezamentlijk onderwijs van kinderen van alle Christelijke kerkgenootschappen. Hij beweerde dat het nationale of gemengde schoolwezen in Ierland mislukt was in de uitvoering en verkeerd in beginsel. De eerste Minister Lord Aber deen zeide daarentegen dat het regelmatig en gestadig was vooruitgegaan in December 1851 waren in Ierland niet minder dan 4811 nationale scholen met 529,637 leerlingen; in het jaar 1851 was het aantal scholen met 157 en dat der leerlingen met 9236 vermeerderd en in 1852 was een nog groo- ter aantal aanzoeken om de oprigting van zulke scholen bij het bestuur ont vangen inzonderheid uit de provincie Ulster. Het oogmerk waarmede dat schoolwezen in Ierland werd ingevoerd, zeide Lord Aberdeen, was: niet- hemoeijing met het godsdienstig geloof der kinderen, eene gezamentlijke opvoe ding ten opzigte van wereldlijke zaken hij eene afzonderlijke opvoeding in het godsdienstigeen hoe zeer het gelukt is elke bemoeijing met het godsdienstige geloof der leerlingen uit te sluiten, blijkt daaruit dat bij de nationale scho len, van hare eerste oprigting af, geen enkel voorbeeld, naar ik geloof, van proselylenmakcrij is voorgekomen. Op de klagte dat het gebruik van uittreksels uit de Heilige Schrift in sommige van die scholen nagelaten werd, antwoordde Lord Aberdeen: dat, mogt het gebruik daarvan soms nagelaten worden, het in geen geval verbo den was maar integendeel aangemoedigd werd. Hij besloot met de verklaring dat het gemengde Iersche schoolwezen, niettegenstaande de tegenwerking van een groot alhoewel verminderend aantal geestelijkeneerlangnaar hij ver trouwde, al de goede vruchten zonde voortbrengen welke daarvan oorspronke lijk werden verwacht; en dat een tegengesteld stelsel den sectegeest, den vloek van Ierland, zoude aanmoedigen. Van 18311851 zijn aan het Parlement 241,488 petitiën ingediend. Men is voornemens hier eene maatschappij op te rigtentot ontginning van steenkolen-mijnen in Australië. Het goud dat van daar hierheen wordt gevoerd, wordt grootendeels tot souvereinen vermunt, van welke er wekelijks een J millioen worden geslagen. Bij 's Rijks munt is geen tijd om zilver geld te vervaardigen. De zoogenaamde electrische stokkeneene nieuwe uitvindingmaken tegenwoordig veel opzien. Zij bevatten in hel ondereinde een electrischen toestelzoodra met het eene einde op een hard ligchaam of op den grond wordt geslagen, komt een electrisch licht te voorschijn, hetwelk op een af stand van een vierde nurs den omtrek helder verlicht, en omtrent 10 minu ten in gelijke sterkte voortduurt. Deze stokken dienen te gelijker tijd tot wapen en licht, en zijn dus zeer dienstig voor hen, die duistere wegen moe ten bewandelen. Toen gisteren ochtend op een spoorweg-station nabij Manchester eene locomotief uit dc loods zoude worden gehaald, om voor een trein geplaatst te worden, barstte eensklaps dc ketel met een slag, die mijlen ver in het rond werd gehoord, het gebouw nagenoeg vernielde en van de aanwezige ar beiders 4 op de plek doodde en 12 meer of minder ernstig kwetste. Uit New-York wordt gemeld, dat de togt van het calorisch-schip van daar naar Alexandrië, ten aanzien van den tijd, dien het had moeten be steden mislukt was. IE E L. I E. BRUSSEL, 11 Maart. Het aantal in dit land uitkomende dagbladen bedraagt 172. Eene commissie uit Tongeren, Hasselt en Mechelen naar den Minister voor de Openbare Werken gezonden, om hem te bewegen, het ontwerp voor den aanleg van een spoorweg naar Maastricht krachtdadig te ondersteunen, heeft de toezegging hekomendat aan hare begeerte zoude worden voldaan indien zich daartoe eene maatschappij kon vestigendie voldoende waarborgen opleverde. Men beweert het henoodigde geld door medewerking van Fran- sche kapitalisten te zullen kunnen vinden. FRANK JEUK. PARIJS, 11 Maart. Bij Keizerlijk besluit is de groote Tentoonstelling alhier vastgesteld op 1® Mei 1855 en de sluiting op 30 September. De voortbrengselen van alle natiën zullen er op worden toegelaten. De Minister van Oorlog, dc Ilccr Saint-Arnaudheeft wegens eene slepen de kwaal, zijne portefeuille tijdelijk aan den Minister van Marine overgedragen. In het Journal des Débats staat de brief, waarbij de Aartsbisschop van Parijs zijne door den Bisschop van Moulins gelaakte uitspraak tegen het ultramontaansche dagblad VTJnivers (zie ons vorig nornmer), aan liet oordeel van den Paus heeft onderworpen, welken hij dus besluit: «Zoolang ik leef, zal de godsdienstige dagbladpers te Parijs onder toezigt en des noods in be dwang gehouden worden met de wapenen waarover ik beschikken kande geestelijke wapenen. Zij zal binnen de perken van haren pligt blijven of wel zich buiten de grenzen mijner kerkprovincie begevenen elders eene meer inschikkelijke reglsspraak zoeken, om verachting der hiërarchie te prediken. Ik vraag u regt in naam mijner eerwaardige ambtgenootendie zich vereenigd hebben met de zaak waarvoor ik strijd voer en gesmaad wordin naam der heilige kerkregelen die grovelijk geschonden zijn, in naam van Uwe Heilig heid zelve en van de regten die gij mij hebt geschonken door mij tot Aarts bisschop van Parijs aan te stellen." De Prefect van het departement der Seine beeft eene verordening van het jaar 1726 op nieuw afgekondigd, houdende strafbepalingen tegen ouders die hunne kinderen zonder toezigt op de openbare straat laten zwerven. De opgaaf der pensioenen op de begrooting van 1854 bedraagt de som van ruim 41J. millioen fr. De predikatiën van zekeren Jesuit, Pater Felix, in de L. V. kerk baren veel opzien. SPANJE. MADRID, 6 Maart. In de Kamer is eene warme woordenwisseling gevoerd over het Koninklijk besluit, waarbij onlangs aan de dagbladen verboden is omtrent de handelin gen der Wetgevende Kamers andere dan de officiële berigten mede te deelen. Een der senaatsledende Heer Calderon Collantesdeed een voorstelstrek kende tot afkeuring van dat besluit. »Als of morgen een burgerkrijg zal uitbarsten," zeide hij, »als of de grootste rampen ons land bedreigen, acht de regering dienstig, de drukpersvrijheid te beperken, en de drukpers nog harder te behandelen dan ooit vroeger in de dagen des ongeluks gezien is. Ronduit zeg ik u, dat de door de regering genomen maatregel ons bedreigt met het verlies van alle constitutionele waarborgen, die wij in de drukpers vrijheid vinden, gelijk deze door de tegenwoordige bewindslieden in 1843 en in 1846, destijds tegenstanders van het ministerie, zoo wel is verdedigd. Thans is het hun te doen om smoring der beraadslagingten einde vervol gens te kunnen geraken tot een ander doel, hetwelk ik nu niet nader zal aanwijzen." Vooral werd de spreker toegejuicht toen hij de constitutionele staatsinrigtingals de moeder van vrijheid en van orde tevens, verre boven het onbeperkte staatsgezag verhief. De afloop is nog niet bekend. PRITISSEN. BERLIJN, 11 Maart. Zondag zal op bevel des Konings in de kerken der hoofdstad eene plegtige dienst worden gehouden voor de redding en het herstel van den Keizer van Oostenrijk, die ook de troepen zullen bijwonen. De Tweede-Kamer heeft gisteren met 241 tegen 70 stemmen het wetsont werp aangenomenwaarbij bepaald wordt dat de benoeming der leden van de Eerste-Kamer aan den Koning wordt toegekend. Van wege de Regeringen der tot de kerkprovincie van den Boven-Rhijn behoorende Staten zijn onlangs te Karlsruhe conferentien gehouden, omtrent de uitoefening van het regt van bescherming en toezigt op de Katholieke landskerk. Dien ten gevolge is onder anderen in het Groothertogdom Hessen den lstcn dezer eene verordening bekend gemaakt, hoofdzakelijk de volgende bepalingen inhoudende: De door den Aartsbisschopden Bisschop en de verdere kerkelijke overheden uitgevaardigde algemeene beschikkingen, waarbij iets voorgeschreven wordt, wat niet geheel in den werkkring der kerk ligt, moeten ter goedkeuring aan de staatsregeling voorgelegd worden. Kerkelijke verordeningen van zuiver gees telijken aard, moeten te gelijk met de openbaarmaking aan de wereldlijke overheid ter inzage worden medegedeeld. Alle Pauselijke verordeningen mogen alleen door den Bisschop en alleen met inachtneming der vorenstaande bepalingen bekend gemaakt en uitgevoerd worden. Van synoden over onderwerpen die het placet der Regering behoeven moet vooraf kennis worden gegeven aan de regeringen der verbonden Staten welke zich voorbehouden Commissarissen daartoe af te zenden. De genomen besluiten zijn onderworpen aan de bepalingen betrekkelijk het placet. Het verkeer van de leden der Katholieke kerk met het opperhoofd dier Kerk is vrij. In ieder der Staten zal gezorgd worden dat de candidaten voor den Katho lieken geestelijken stand, hunne godgeleerde opleiding ontvangen aan eene bij de lands-universiteit op te rigten Katholisch-Theologische faculteit, in ver band met een gesticht voor de gezamentlijke huisvesting en opvoeding der kweekelingenof door beurzen in staat gesteld worden eene universiteit in de kerkprovincie te bezoeken. Zoo lang dit in ieder der Staten niet uitvoerbaar is, zal daar voor dc doelmatige opleiding der candidaten op andere wijze be hoorlijk zorg worden gedragen. Voor de opneming in het Priesterseminarium moeten de candidaten voor de Bisschoppelijke overheid een examen afleggenhet wordt bijgewoond door eenen Commissaris der Regering, die zich overtuigen moet, dat de can didaten aan de wetten en voorschriften van den Staat voldaan hebben, en zoowel wat hun gedrag als wat hunne bekwaamheden betreft, de toelating waardig zijn. De opneming geschiedt door de Bisschoppelijke overheid; in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1853 | | pagina 2