KORT VERSLAG
ZITTING YAN DEN GEMEENTERAAD YAN LEIDEN.
Behoorencle bij de Leijdsche (Jourant van d4> Januarij d853iT°. 6)
1
DER
o-ooooü^O-o-o-o-o
Kifiliig vait 13 Januarij.
Afwezig zijn dc HII. Hartevelt, Cock, Adriaans en Luzac.
De Burgemeester heeft met eene korte toespraak deze eerste
vergadering in dit jaar geopend, daarbij gewezen op de vele
werkzaamheden door den Baad in het vorig jaar verligt, en den
wensch uitgedrukt dat de voortdurende pogingen dezer vergade
ring lot bevordering der belangen dezer Gemeente mogen strekken.
De Notulen der vorige vergadering zijn gelezen en vastgesteld.
De Wethopder Sikkel Groos doet daarna het volgende verslag
van het op den 12 dezer maand afgelegd bezoek in het Werkhuis:
Op den twaalfden Januarij achttien honderd drie en vijftig
des namiddags ten half één ure, hebben wij Burgemeester, be
nevens de Wethouders A. Librecht Lezwiju en Mr. N. Sikkel
Groos, ons vervoegd in het Stedelijk Werkhuis. De lleereu
Leden der Commissie van bestuur, die ons ontvingen, hebben
ons bekend gemaakt met de huishoudelijke maatregelenvoor-
loopig genomen, in afwachting van de bepalingen, daaromtrent
aan D voor te dragen en door U vast te stellen, waarvan de
voordragt alleen is uitgesteld uithoofde van de bekende omstan
digheden van verbouwing en verplaatsing. Dat evenwel de
genomen maatregelen doeltreffend zijnviel dadelijk in het oog.
Het is bekend dat de lokalen, nu voor het verrigten van het
werk gebezigd, uitmunten in liet bijzonder door de hoogte der
verdiepingen, reeds de zuiverheid der lucht die daardoor heerscht,
oefent een' heilzamen invloed uit op het aanwezige personeel.
Er is plaats voor G00 behoeftigenwij vonden er 299 100
mannen of jongelingen, 110 vrouwen of meisjes, 89 kinderen.
Enkele gezinnen waren geheel aanwezig, waarvan met 4 kinde
ren. Kinderen worden niet toegelaten zonder vader of moeder,
en eene moeder is zelfs in de gelegenheid haar zuigeling mede
te brengén en hare andere kinderen naast zich te hebben. Het
toezigt wordt voor een deel uitgeoefend door middel van het
personeel zelf; op elke zaal is namelijk een kamerwaehter uit
de aangekomen benoemd, maar het eigenlijke opzigt wordt,
onder de Commissie van bestuur, waargenomen door een Boek
houder met vier suppoosten en eene zoogenaamde Breivrouw.
Terwijl de kinderenbij afwisseling en als het ware tot verpoo-
zing, nog eenig onderwijs ontvangen, bestond nu het werk in
pluizen van touw en wolhet breijen van koussenhet weven
van katoen en van koffijzakkenhet draaijen van ijzeren schroe
ven en in eenige kleinigheden die tijdelijk bij de hand worden
genomen.
De bedrijvigheid van die massa menschenuit alle hoeken dei-
stad zaniengevloeidhunne blijkbare tevredenheid en de door
niets gestoorde orde, maakten op ons een' alleraangenaamsten
indruk, een' indruk die vooral daardoor niet verminderd wordt,
wanneer wij bedenken dat wij dus, dank zij der Commissie, onze
hesluiten voor het heil der armen reeds aanvankelijk met goe
den uitslag zien bekroond, hetgeen de hoop versterkt dat ons
werkhuis niet zal zijn als sommige andere werkhuizen, maar
integendeel eene inrigling tot wezenlijk nut der Gemeente en
van hare armen.
Na dus een overzigt te hebben genomen van het werk, zijn
wij overgegaan tot een onderzoek naar de voeding. Men weet
dat 's morgens en 's avonds voor elk persoon ffi brood wordt
uitgereikt, met water en melk of koflijdes middags bekomt
men óf soep óf aardappelen met wortelen, knollen of kool.
YVij troffen het dat erwtensoep werd uitgereikt. De zindelijk
heid der blikken, waarin zij werd uitgestort, gaf een goed
denkbeeld van de zindelijkheid die bij de bereiding voorzat
en de proef, die wij zeiven hebben genomen, heeft ons de
overtuiging gegevendat het uitgereikte voedsel met volle regt
smakelijk en gezond raag worden genoemd.
De Burgemeester is de tolk geweest van ons gevoelen om hulde
toe te brengen aan den ijver, de zorg en het beleid der Com
missie van Bestuur.
In den korten lijd, dien de Commissie werkzaam heeft kunnen
zijn, is veel meer door haar verrigt dan te vorderen, dan te
verwachten was.
Aangenaam is het ons ook nog hij deze gelegenheid in het
openbaar te kunnen betuigendat wij de Gemeente verpligt
rekenen aan dc Commissie, en dat juist een bijzondere waarborg
voor het voortdurend wel slagen der inrigling in het personeel
der Commissie gelegen is.
Wij achten echter hiermede onze taak nog niet afgedaan.
Bij deze eerste gelegenheid, dat wij een rapport uitbrengen
over het werkhuis, kunnen wij niet nalaten den wensch uit te
drukken dat de inrigting meer en meer in haar waren aard
moge worden gekend en meer en meer op hare regte waarde
geschatmet betrekking tot de Gemeente.
De Ingezetenen belmoren te weten dat het Werkhuis niet is
eene groote Stedelijke Fabriek, bestemd voor eene winstgevende
productie van handelsartikelen; maar dat het Werkhuis dienen
moet om aan diegenen, die tijdelijk zonder werk en zonder
middelen van bestaan zijn, de gelegenheid te verschaffen, gedu
rende den dag, tot het verkrijgen van verblijf, verwarming,
voedsel en nog een klein loon in geld (welk laatste genoegzaam
kan wezen tot betaling der huishuur of van het nachtverblijf) en
dat alles tegen het verrigten van meestal zoodanig werk, als
door degenen die niet van het gezigt en van het gebruik der
handen verstoken zijn, kan worden verrigt.
Alles dus met het doel om in de dringenste behoeften te
voorzien en den geest van werkzaamheid gaande te houden, op
te wekken of te verlevendigen.
Daarbij moge vooral worden geweten, dat het Werkhuis in
het bijzonder bestemd is voor de bedelaarsaan wie daardoor
ook het voorwendsel tot bedelen ontnomen wordt; maar dat
meest alleen zulke behoeftigen, die niet tot het bedelbedrijf
waren vervallen, in het Werkhuis zijn gekomen en terugge
keerd. Zoolang dus het bedelaarsbedrijf nog ondersteuning vindt
in onberaden of afgeperste giftenkan het heilzame doel der
werkinrigting niet worden bereiktde luiheid en het misdrijf
zal worden gevoed en aangekweekt, de lust tot werken voor
altijd blijven uitgebluscht bij zoo velen, aan wie onbekend is
gebleven het gevoel, van het stuk brood, dat men eet, door
werken te hebben verdiend!
ffiogt de aandacht der Ingezetenen meer en meer worden ge
vestigd op den aard, en hét doel der inrigling, ten einde hunne
medewerking worde verkregen door overtuiging, zoo en zoo
alleen is het te verwachten dat deze poging tot wering van" pau
perisme op den duur de beste vruchten zal dragen.
Dit verslag wordt aangenomen voor kennisgeving.
De Burgemeester doet daarna mededeeling van de navolgende
ingekomen stukken als:
1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Stalen dezer Provincie
van den 29 December des vorigen jaars, N°. 24, houdende me
dedeeling van het besluit van dat Collegie, waarbij de beslissing
omtrent de ingediende begrooting voor 1853 wordt verdaagd, en
in afwachting daarvan autorisatie wordt verleend om tot op de
helft der aangevraagde sommen de vereischte uitgaven te doen
met magtiging tevens tot ontvangst der voorgedragen inkomsten, en
2°. Eene dispositie van hetzelfde Collegie dd. 5 Januarij 1853
n°. 11daarbij te kennen gevende dat de door dezen Raad vast
stelde verordening op het losloopen van hondenaan Z. M. ter
vernietiging is voorgedragenuit hoofde sommige bepalingen vol
gens het oordeel dier Vergadering, in strijd zijn met de Wet.
Beide deze stukken aangenomen voor kennisgeving. En
3". Eene missive van Curatoren der Leydsche Hoogeschool van
den 8sl0 dezer maand, daarbij mededeelende dat de Minister van
Binnenlandsche Zaken dat Collegie gemagtigd heeft, tot sluiting
der ontworpen overeenkomst omtrent het Akodemisch Ziekenhuis
en deze daarna door Z. M. ter bekrachtiging bij Wet, aan de
Staten Generaal zal worden aangeboden.
En is besloten dit stuk te stellen in handen van de Commissie
vroeger ter dezer zake benoemd, en voorts hetzelve in de lees
kamer neder te leggen.
De Burgemeester heeft daarna overgelegd:
1°. De beantwoording der Nota van aanmerkingen op de ge
meente-rekening van het jaar 1851.
Dit stuk is gesteld in handen van de Commissie van finantie
om te dienen van berigt en raad.
2°. Eene conceptverordening regelende de belasting in de hal
en op de vleeschmarkt.
3°. Eene memorie van toelichting betrekkelijk den grondslag
dier belasting.