Zitting van den Gemeenteraad van 93 Itccembcr 1853
Afwezig de IIH. Hartevelt, Adriaans, van Kaatlioven Luzac, Ysselsteyn,
van OuterenLe Poolevan der Hoeven LezwijnGevers en Krantz.
De Notulen der vorige vergadering zijn gelezen en vastgesteld.
De Voorzitter heeft overgelegd de navolgende stukken sedert de laatste ver
gadering ingekomenals
1». Eene voordragt tot benoeming van twee Commissarissen over dezer
Stads Bank van Leening.
2°. Eene voordragt tot verkoop van roerende Gemeente-goederen.
3°. Het rapport der Commissie van Fabricage op het verzoek van C. Bronsgeest.
4°. Eene verordening omtrent den voorrang van de gemeente wegens de
door haar te heffen lasten.
5°. Eene voordragt van de Commissie voor de verordeningen betreffende de
huishouding der gemeente, betrekkelijk de keurmeesters van het vleesch.
Al deze stukken zullen ter inzage van de Leden in de leeskamer worden
nedergelegd.
De Burgemeester stelt aan de orde van den dag de verordening op het los-
loopen van hondenwaarvan de behandeling in de vorige vergadering niet
was afgeloopen.
En heeft de Burgemeester als nu voorgedragen eene wijziging in art. 2
door het lid Groos voorgesteld en waarmede de Commissie van redactie zich
heeft vereenigd dus luidende
Alle hondenwelke gedurende den door den Burgemeester bepaalden tijd
ongemuilband op straat gevonden wordenmoeten door de beambten van
policie opgevangenof, indien die opvanging te moeijelijk is, afgemaakt
worden. En heeft de vergadering zich hiermede vereenigd.
Vervolgens worden aangenomen met algemeene stemmen de art. 7 en 8
met 12 tegen een stemmen zijnde die van het lid Lisman art. 9met
algemeene stemmen art. 10en voorts met 11 tegen 2 stemmen zijnde die
van de II. H. Lisman en Taetsdeze verordening in haar geheelluidende
de artt.7, 8, 9 en 10 als volgt:
Art, 7. Andere beesten gehelen door ecnen hond die dol isof vermoed
dol te zijn worden op de straat gevondenin eene door den Burgemeester
aan te wijzen plaats afzonderlijk opgeslotentot dat alle gevaar volgens de
verklaring door eenen Veeartsdaaromtrent af te leggen geacht moet worden
geweken te zijn. Bij ontdekking van watervrees bij gemelde beestenzorgt
de Policiedat zij terstond worden afgemaakt.
Art. 8. Elke eigenaar of bezitterwiens hond of ander beest geheten is
door eenen hond die dol isof vermoedt wordt dol le zijnis verpligt daar
van terstond aangifte aan de politie te doen. Bij verzuim dier aangifte wordt
hij gestraft met eene geldboete van drie tot vijf gnldenen gevangenis van
een tot drie dagente zamen of afzonderlijk.
Art. 9. Eigenaars of bezitters van beesten, in de gevallen verkeerende bij
de artt. 6 en 7 bepaald, zijn verpligt die beesten op de eerste aanmaning
der politie, aan deze af te geven. Bij weigering worden zij gestraft met
eene geldboete van vijf en twintig gulden en gevangenisstraf van een lot drie
dagen, te zamen of afzonderlijk.
Na die aangifte kunnen die heesten gedurende 50 dagen onder toczigt der
politie blijven, en mogen niet worden teruggegeven, tenzij na dien termijn
of vroeger door de verklaring van eenen veearts blijke, dat alle gevaar ge
heel geweken is. Zoodra zich de verschijnselen van dolheid vertoonenwor
den zij terstond afgemaakt. De kosten van onderhoud komen voor rekening
der eigenaars of bezitters.
Art. 10. Yan de overtreding dezer verordening wordt door de Commissa
rissen van Politie proces-verhaal opgemaakt.
De Burgemeester brengt verder in behandeling:
2°. Eene Voordragt omtrent het personeel en de bezoldiging der boden.
En heeft de Vergadering zich met deze vereenigdwaardoor het personeel
is bepaald op vier, en de bezoldiging is geregeld als volgt:
lf. Bode thans 875, hij vacature 600
2C. 775, 600
3C. 775600
4e. vacant 600.
3». De Beschikking over gemeentegrond bij de Grofsmederij.
En heeft de Vergadering met 12 stemmen, hebbende het lid Bucaille zich
buiten stemming gehouden, besloten aan deze Instelling 560 Ellen
gronds op den vestwal tot kennelijk wederopzeggen in gebruik te geven
tegen eene jaarlijksche recognitie van 10.
4°. De onderhandsclie verhuring van het pakhuis in de Oostvolmolensteeg
aan Samuel Meerburg Jz. voor den tijd van twaalf maanden tegen f 36 'sjaars.
En is hiertoe met algemeene stemmen besloten.
5°. Het Adres van J. W. van den Aardwegh houdende het verzoek om
ontheffing van twee recognitiën betaald wordende voor vergunningen verleend
bij dispositien van den 6den Februarij en den lstcn September 1744, doch
van welke vergunningen thans geen gebruik meer wordt gemaakt
En is hiertoe met 14 stemmen besloten, zijnde het lid Leembruggen bij
de behandeling van dit stuk ter vergadering verschenen.
6°. De Requesten van den diligence-ondernemer J. P. Koens en van eenige
verhuurders van rijtuigen om vrijdom van poortgelden.
Met algemeene stemmen is op deze requesten besloten deze te declineren
en te wijzen van de hand.
7°. Eene plaatselijke verordening op den verkoop van vleesch.
Na het wisselen van algemeene considiratiën over deze verordening, wordt
door den Burgemeester het opschrift dezer verordening luidende: Verorde
ning op den verkoop van vleesch linnen de gemeente Leydcn in be
handeling gebragt, als zijnde hierover bijzondere opmerking bij de algemeene
considiratiën gemaakt
En door het lid Groos voorgesteld zijnde de behandeling van dit opschrift
uit te stellen tot dat de geheele verordening zal zijn behandeld, is zulks
met algemeene stemmen aangenomen.
Art. 1. in behandeling gebragt wordendewordt door het lid Groos op
hetzelve voorgesteld hieruit weg te laten de woordenhetwelk niet ter
eigen gebruik van particulieren bestemd isen dit in rondvraag ge
bragt zijnde is hetzelve met 10 tegen 4 stemmen aangenomen.
Tegen hebben gestemd de HH. Olivier, SiegenbeckLeembruggen en de
Voorzitter.
En is alzoo aangenomen Art. 1. dus luidende: r> Geen vee mag, met
uitzondering van nuchtere kalverengeslagt worden zonder vooraf door daar
toe aangestelde keurmeesters in de Stadswaag le zijn gekeurd en gemerkt,
en nadat bewijs van vergunning tot slagting, onder bepaling van tijd, ver
kregen is. Bij bestaande onmogelijkheid tot vervoerkan de keuring aan de
slagtplaats of stal in plaats van aan de waag geschieden."
Op Art. 2 is hij de deliberatien door het lid v. d. Boon Mesch voorgesteld
om in plaats van de woorden en zal de vleeschhouwer het door hem ge-
slagte vee onafgehakt in zijne slagtplaats laten hangen te lezen, »het
geslagte vee moet onafgehakt in de slagtplaats blijven hangenen de daarbij
behoorendc ingewanden moeten worden bewaard tot dat de Keurmeesters
»enz.", hetgeen met 8 tegen 6 stemmen is aangenomen.
Tegen hebben gestemd de HH. ten Sande, Taets, Olivier, Bucaille, Leem
bruggen en de Voorzitter.
Door het lid Groos is hierop voorgesteld om de woordenNa de slagting
blijft het vleesch aan eene tweede keuring onderworpenweg te laten en dit
met algemeene stemmen aangenomen zijnde, wordt het art. dus vastgesteld.
Het geslagte vee moet onafgehakt in de slagtplaats blijven hangen en de
daarbij behoorendc ingewanden moeten worden hewaard tot dat de Keur
meesters, daartoe uitgenoodigdhet andermaal gekeurd hebben, nadat hun
bevorens het bij Art. 1 bedoeld bewijs is vertoond geworden.
Art. 3 in behandeling gebragt zijnde wordt door het lid Bake voorge
steld om voorinnerlijke waardete lezen hoedanigheiden door
het lid van der Boon Mesch om daarvoor het woord: deugdelijkheid" te
stellen. En is met deze laatste wijziging dit art. met 13 tegen 1 stemmen
zijndedie van den Heer Leembruggen aangenomendus luidende
Indien Keurmeesters vermeenen dat het vleesch te versch is om over de
deugdelijkheid te kunnen oordeelen, mag de tweede keuring, hoogstens gedu
rende twaalf ureu worden uitgesteld."
Art. 4 in deliberatie gebragt wordende, deelt de Burgemeester tevens
mede dat door de Commissie van redactie eene kleine wijziging in dit art.
wordt voorgedragendit dus te lezen
Bij goedkeuring wordt daarvan op het bewijs melding gemaaktdat tot
na de afhakking wordt bewaard. Bij afkeuring daarentegen wordt dat
bewijs ingetrokken."
Met algemeene stemmen wordt art. 5 onveranderd aangenomen, van dezen
inhoud
»Yan des avonds tien uur tot acht uur des ochtends, gedurende de maan
den October, November, December, Januarij, Febrnarij en Maart, en tot
zeven unr des ochtends gedurende de overige maanden kan geene keuring
worden gevorderd."
Ook wordt art. 6, met aanneming van het voorstel van het lid Groos,
om voor de woorden door den Kantonregter te te lezenenmet alge
meene stemmen aangenomendus luidende
Die zich met de gedane keuring bezwaard achtkan herkeuring eischen
waartoe de Burgemeester drie deskundigen zal aanwijzen en beëedigen. Bij
handhaving van de eerste bekeuring zijn de kosten voor rekening van hem
die de herkeuring verlangde."
Op art. 7 wordt door het lid van der Boon Mesch als amendement voor
gesteld om voor de woorden na op de meest afdoende wijze onbruikbaar
te zijn gemaaktte lezen: na insnijding en inwrijving met steenkolen-
teer en is dit art. met deze wijziging aangenomen luidende aldus als volgt
«Afgekeurd vleesch wordt, na insnijding en inwrijving met steenkolenteer,
op eene daartoe bestemde afgesloten plaats onder toezigt der policie begraven."
Ook is met algemeene stemmen aangenomen art. 8 dus luidendeIndien
bij de eerste keuring vee wordt bevonden door eene ziekte aangetastwelke
de keurmeester oordeelt besmettelijk te zijn, wordt met behulp der policie
voor de verwijdering of afzondering zorg gedragen.
Op art. 9 wordt door de Commissie van redactie voorgesteld om eene kleine
wijziging in dit art. le maken, en voor de woorden de keuringen in deze
verordening be2>aaldelijk voorgeschrevenhet voorhanden vleeschwaar
onder spek enz. te lezen: de keuringen bepaaldelijk voorgeschreven
het voorhanden vleeschwaaronder in deze verordening spek enz.
waarna het lid Groos voorstelt om voor de woorden ter verkoop te lezen tot
verkoopmet welke beide wijzigingen dit art. wordt aangenomenzoodat
het dus luidt:
De Keurmeesters zijn bevoegd en verpligt, om, onverminderd de keurin
gen bepaaldelijk voorgeschreven, het voorhanden vleesch, waaronder in deze
verordening spek, gedroogd of gerookt vleesch, of worst, mede wordt ver
staan in de tot verkoop bestemde winkelsde halof op de vleesehinarkt
zorgvuldig gade le slaan en te onderzoeken, het voor de gezondheid schade
lijke af te keurenen in zoodanig geval voor de toepassing van art. 7
te waken.