vertoonenwordt de liond gedood. De eigenaar die bevonden wordt de aan gifte van den gebeten hond verzuimd te hebben, wordt gestraft met eene boete van vijf gulden, of met gevangenisstraf van een tot drie dagen. Dit art. tot eenige discussie aanleiding gevende, vooral daar welligt daar door eene geringe verandering in de redactie der vroegere artt. noodzakelijk kan wordenwordt besloten het al of niet aannemen van het beginsel vast te stellen, en de verdere behandeling dezer verordening te verdagen tot dat hier omtrent de Commissie van redactie nader zal zijn gehoord; en het begin sel alzoo in rondvraag gebragt zijnde, is dit aangenomen met 16 tegen 1 stemmen zijnde die van het lid Adriaans, hebbende het lid van der Hoeven inmiddels de vergadering verlaten. Vervolgens overgegaan zijnde tot de verordening op het afschieten van vuurwapenen en het afsteken van vuurwerken, is deze met 16 of algemeene stemmen aangenomen daar ook bet lid le Poole de vergadering had verla ten, behoudens eene wijziging in Art. 2, waarin gelezen werd: op de straffen bij de algemeene Strafwet bedreigdis het mede verboden op de enz.en waaromtrent door het lid Groos als amendement is voorgedragen te lezen op de straffen bij de algemeene Strafwet bedreigd is verboden uit woningen, op de enz., zoodat deze verordening aldus luidt: Art. 1. Geene vuurwapenen mogen op de openbare straat, uit woningen of erven afgeschoten worden. De overtreding dezer bepaling wordt gestraft met eene geldboete van vijf tot tien gulden en gevangenis van één of twee dagen, te zamen of afzonderlijk. Art. 2. Op de straffen bij de algemeene strafwet bedreigd, is verboden uit gebouwen, op de openbare straat of op onbebouwde erven, zonder verlof van den Burgemeester, cenig vuurwerk, hoegenaamd, af te steken. Art. 3. Van de overtredingen dezer verordening wordt door de Commis sarissen van Politic proces-verbaal opgemaakt. AVaarna de Vergadering is gesloten. Dr. J. van Oordt alhier is door den Raad der stad Gouda benoemd tot Leeraar iri de Ned. Taal- en Letterkunde en in de Geschiedenis bij het Gym nasium aldaar. Ilct zal den leden van de Koninklijke Ncderlandsche Maatschappij tot Aanmoediging van den Tuinbouw aangenaam zijn te vernemen, dat het Jaar boek der maatschappij voortaan periodiek, alzoo bij wijze van een tijdschrift, zal worden uitgereikt. Het zal voorloopig driemalen 'sjaars in afleveringen van twee vellen verschijnen, met houtsnee-figuren of gekleurde platen. De eerste aflevering is gereed en zal den leden eerstdaags toegezonden worden. Hierdoor zullen, zoo wij hopen, de voormalige koopers van het verdienstelijke maandschrift voor den tuinbouw hetwelk ophoudt te bestaan eenigermate worden te gemoet gekomen in het verlies, hetwelk hunne belangstelling daarin moest ondervinden. llit bet daarin gegeven verslag van den Staat der Maatschappijsedert 1851, blijkt, dat het getal leden 356 bedraagt, als: binnenl. eereleden 25; buitenl. eereleden 17correspondenten in Nederland cn de Overzeesche bezit tingen 39buitcnlandsche correspondenten 40gewone contribuerende leden in Nederland 206; idem in de Overzeesche bezittingen 29. De geldelijke aangelegenheden der maatschappij zijn in voldoenden staat. Daarin komt ook voor het programma der negende tentoonstelling, te houden in de residentie, van den 9dcl1 tot en met den 14dc" April 1853. Bij die gelegenheid worden uitgeloofd 5 gouden en 75 zilveren medailles. Eene der gouden medailles is gegeven door H. M. de Koningin-Moeder, eene tweede door de Regering der stad 's Gravenhage. Ledendie alsnog genegen mogten zijnnaar aanleiding van art. 10 en 35 der wetten, door uitloving van medailles, het bestuur in staat te stellen, de belangen van den tuinbouw nog krachtdadiger te bevor deren, worden beleefdelijk verzocht, voor 1 Januarij 1853 van hun voorne men aan den Secretaris (Prof. W. H. de Vriese alhier), kennis te geven. De gouden medaille wordt berekend tegen ƒ80, de zilveren tegen ƒ10. Als eene zeldzaamheid wordt uit Rotterdam aan bet Handelsblad ge meld, dat door de manschap van het schip Amboina, Kapitein Rijken, aldaar van Java binnenop de reize is gevangen eene haaiwelke kort daarna aan boord is geopereerd en verlost van 67 jongen. Een exemplaar daarvan zal of is misschien op dit oogenblik reeds naar Amsterdam, aan het Zoölogisch Ge nootschap opgezondenmet een certificaat alle bijzonderheden vermeldende. Zulk een groot getal jongen op éénmaal van haaijen iszoo niet onbekend dan toch zeker zeldzaam. Het getal varkens Dingsdag 11. te Groningen aangevoerd, overtrof dat van al de vorige weken. De prijzen waren nog hooger, wordende vette ver kocht voor 45 k 50 de 100 Ned. ft?en minder soorten van 39 tot 45. De handel was levendig. Uit Rozendaal schrijft men van den 17den, dat dien dag de werkzaam heden aan den Nederl.-Eelgischen spoorweg van Antwerpen over die plaats naar Rotterdam begonnen zijn. 'sGRAVENHAGE, 21 December. Bij besluit van 18 dezer, heeft Z. M.aan R. Steur, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als Burgemeester der gemeente Renesse, met den lstcn Januarij 1853. Z. M. heeft henoemd tot Ontvangers der directe belastingen enz.te Wieringen J. W. Veen Valck, thans te Horssen; te Horssen D. L. Ileinsius, thans te Kuyk, en te AVormer, D. van der AVerff, thans te Koudum. Z. M. heeft aan J. P. Baron van Acrssen Beijeren van VosholRaad van Legatie, vergunning verleend tot het aannemen van de versierselen van Ridder der Dannebrogs-Orde 3*-' klasse hem door den Koning van Denemar ken geschonken. Bij beschikking van den 18dea dezer, heeft de Minister van Binnenl. Zaken bij de dienst van den Rijkstelegraaph voorloopig benoemd tot lelegra- phisten der tweede klasse: AVillem Brinck, Hendrik Smit, Teunis de Jager, AVillem Sloet tot AVesterholt, AVillielm Eduard Ringer en Hermanns Bemar- dus Goudriaan. Deze benoemingen gaan in met den lsten Januarij 1853. En als telegraapbisten in dienst gesteld: Izaak van der Pijl, Nicolaas Taylor, Petrus Jacobus Marinas de .Gelder en Hendrik Anthony van Langelaar, tot dusverre werkzaam als telegraphisten bij den Ilollandschcn spoorweg. De Ministers voor de Herv.-Eeredienst en van Koloniën zullen AA'oens- dag, die van Financiën Donderdag, en die van Marine Vrijdag geen gehoor verleenen. In de beantwoording van de bedenkingen der Commissie van Rappor teurs uit de Eerste Kamer over de Staatsbegrooting leest men dat de Regering, gaarne al hare pogingen zal aanwenden, om de moeijelijkheden, welke kun nen voortvloeijen uit de tweeledige bestemming van de vergaderzaal der Eerste Kamer van de Staten-Generaal, te voorkomen. Zij durft echter geen stellige beloften afleggen, dat zij in de bezwaren op de meest volledige wijze zal kunnen voorzien; daartoe toch zou het noodig zijn een geheel nieuw locaal te bouwen of bestaande localenmet aanwending van groote kosten tot eene vergaderzaalhetzij voor de Eerste Kamer der Staten-Generaalhetzij voor de Provinciale Stalen van Zuid-Holland in te rigten. Het gebrek aan be schikbare localen is toch de eenige aanleiding van de gerezen moeijelijkheden. Intusschen zal de Regering gaarne overwegenwat er ten deze gedaan kan worden. Het Gemeentebestuur beeft tot de doorgraving van het Scheveningsche Kanaal beslotenzoodat er al spoedig met flat werk een begin zal worden gemaakt. Eerste Kamer der Staten-fweneraal. Zitting van Maandag 20 December. In deze zitting zijn, zonder beraadslaging met algemeene (37) stemmen, aangenomende wets-ontwerpen tot bekrachtiging van de provinciale belas tingen in Noordbrabant, ZuidhollandNoordholland, Zeeland, Friesland, Overijssel, Groningen (ter voorziening in de uitgaven ten behoeve van ambte naren in dienst der provincie, van publieke werken en inrigtingen van pro vinciaal belang enz.), Drenthe en Zeeland (ter voorziening in de buitengewone uitgaven voor de verbetering der middelen van gemeenschap in die provincie.) Zonder beraadslaging met 29 tegen 8 stemmen het wets-ontwerp tot be krachtiging eener provinciale belasting in Groningen (ter voorziening in de kosten van het onderhoud der haven en de stadsgracht buiten de Steentilpoort.) Na langdurige beraadslaging met 27 tegen 10 stemmen het wets-ontwerp tot bekrachtiging eener provinciale belasting in Zeeland (steigergelden). Zitting van Dingsdag 21 December. In deze zitting zijn de beraadslagingen over de hegrootings-welten aan gevangen. Hoodstuk I en II zijn met algemeene stemmenen III met 30 tegen 7 stemmen aangenomen. De zitting duurt voort. LEEUAVARDEN, 15 December. Men schrijft uit Akkrum dd. 14 dezer: De Hervormde gemeente alhier werd dezer dagen verblijd door de navolgende belangrijke legaten, welke door nu wijlen den Heer Sijne Hoijtema Sz.in leven koopman te Akkrumaan genoemde gemeente zijn besprokenalsaan de diaconie 3000aan de kerkvoogdij, om daarmede eene verbetering aan het orgel te bewerkstelligen, ƒ4000, en om met den tijd het predikants-tractement te verhoogen 3000. Verder verneemt men met genoegen dat genoemde gemeente zoodanige maatregelen heeft genomen waardoor het predikants-tractement nu reeds zal worden verhoogd. BUITENMpSCHE BERIGTEN. ETV«EL.AW». LONDEN, 20 December. Het Ministerie Derby heeft zijn ontslag aan de Koningin ingediend. Lord Aberdeenlid van de Tory-partij Oud-Secretaris van Staat voor Buitenl. Za ken is door II. M. ontbodenen zoo men meent heeft zij aan hem den last opgedragen om een nieuw Ministerie te vormen. Naar alle waarschijnlijkheid zullen Lord AberdeenLord Canning, Lord Russell en de Heer Gladstone, deel van het nieuw Ministerie uitmaken. In den nacht van den 17den heeft er over de hoofdstad een geweldige storm gewoed, van donder en slagregen vergezeld. Het Admiraliteitshof heeft uitspraak gedaan in de zaak van het Engelsch stoomschip Dragon tegen het Nederl. fregatschip Broedertrouw, cn den eisch van de eigenaars van het eerste afgewezen. BELGIE. BRUSSEL, 20 December. Eene internationale commissie is belast met de regeling van hetgeen de dienst der in- en uitvoerregten betreft, voor het verkeer over de spoorwegen tusschen Frankrijk, België en Nederland, en tevens met de zamenslelling van een algemeen reglement waartoe alle landen zouden kunnen toetredenwier spoorwegen in verband zijn of komen zullen met die der drie genoemde Re geringen. Deze commissie heeft zich in de laatste dagen te Parijs vereenigd en heeft thans hare taak volbragt naar den wensch der contracterende partijen. In afwachting der daarstelling van den spoorweg tusschen Rotterdam en Ant werpen zijn overgangsbepalingen vastgesteld, ten einde aanstonds den doorvoer handel tusschen de drie landen te bevorderen. Het vastgestelde reglement zal tevens al dadelijk de handelsbetrekkingen tusschen Frankrijk en België gemakkelijk maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2