Het verslag nopens Suriname over 1349 geeft rcsultalen op, welke men vroeger voor niet mogelijk achtte, dat namelijk de veldarbeid door Noord- Europcsche landbouwers met goed gevolg is vorrigt. Dit zijn verkregene re sultaten van genomen proeven en nu op eens benoemt de Minister eene Com missie met bet doelom hetzelfde te onderzoekenwaarvan men reeds de proeven genomen en de resultaten verkregen heeft. Daarmede zal men geld en tijd verliezen en men zal niet verder komen. Spr. verlangt inlichtingen des ministersomtrent het plan der Regering met gemelde Commissie. Ten derde behandelt hij de emancipatie, llij gelooftdat men daartoe langza merhand zal moeten komende maatregelen daartoe moeten voorbereid wor den. Men moet trachtenEuropeanen en Nederlanders naar de koloniën te lokken. Het groot kwaad zit daar, dat het grondbezit in W. I. in handen is van actiehouders, die zich in het moederland bevinden en hunne bezittin gen ginds laten beheeren. Dit leidt spr. van zelf tot O. I. en aangezien hij niet wenscht dat langer koloniaal geld zonder medewerking der wetgevende magt worde uitgegeven zal hij zijne stem aan het hoofdstuk weigeren. De Minister van Koloniën beantwoordt de vorige sprekers. Hij ontkent, dat het ontslag van den Gouverneur v. Raders het gevolg zou zijn geweest van ministcriclen willekeur of van den invloed eener builenlandsche regering. De Gouverneur had wel degelijk anders kunnen handelen, 't geen de Minister nader ontwikkelten zegt dat als de omstandigheden het konden toelaten dat ook 's Ministers rapport aan den Koning ter regtvaardiging van het ont slag, openbaar kon worden gemaakt, dan deze Kamer en het publiek het onderwerp zeer zeker op eene geheel andere wijze zou bcoordeelen. Verder beantwoordt de Minister de zaak der slavernij in de W. I. en de emancipatie. Nadat de Heeren van Goltstein en van der Linden nog andermaal het woord hebben gevoerd en de laatste zegt dat de Minister niet heeft geant- woordt over de comptabiliteits-wetantwoordt dezewat de comptabiliteits wet betreft, dat hij een jaar geleden beloofd heeft, dat die wet spoedig gereed zou zijn. Die wet is dan ook gereed; maar hij heeft het verband tusschen haar en de comptabiliteit van het Moederlanddestijdshij wil het gaarne bekennenwat al te ligt geacht. Toen zijne wet gereed was, heeft hij daar over nader geraadpleegd met zaakkundige personen en deze waren van oor deel dat zij niet voldeed aan wat de Grondwet op dit stuk eischt. Dit is de aanleiding tot het uitstel. Daarna is de zitting verdaagd tot Maandag. Zitting van Maandag 6 December. De algemcene beraadslagingen over Hoofdstuk XI. Koloniënder staats- begrooting voor 1853 worden voortgezet. De Heeren van Voorst en van Eek spreken over het ontslag van den Heer v. Raders, waarop de Minister van Koloniën antwoordt. De Heer van Hoëvell splitst zijne rede in twee gedeelten: 1°. zal hij om trent enkele punten inlichtingen aan den Minister vragen 2°. zal hij reken schap geven van de stemwelke bij nopens het Hoofdstuk denkt uit te bren gen. Na uiteenzetting dier punten zegt hij ten slotte dat hij den Minister zal bestrijden tot dat deze van zijn weg zal teruggekeerd zijntot dat hij met spr. en met den Heer Mackay eens isdat de verouderde weg moet worden verlaten. De Heer Jongstra ontwikkelt de redenen waarom hij tegen het Hoofdstuk zal stemmen. De Heer Stolte behandelt het vraagstuk der suiker-contracten. De Heer Dirks beveelt Harlingen aan als mede aanspraak hebbende op een depót der Handel Maatschappij. De Heer van Eek komt andermaal terug op zijne gemaakte bedenkingen en is niet bevredigd door het antwoord van den Minister. De Heer Mackay maakt aanmerking op het afstemmen van dit Hoofdstuk door den v. Hoëvellom redenen builen de begrooting. De Heer Sloet tot Oldhuis vindt zich genoopt zijne stem aan dit Hoofdstuk te onthouden. De Minister van Binnenl. Zaken vat eenige gezegden op van den Heer Mackay, waarop deze een bevredigend antwoord geeft. De beraadslagingen worden verdaagd tot morgen ten 11 ure. De Kamer heeft zich na de aanbieding van de conversiewet met bet onderzoek daarvan bezig gehouden. Nadat de Commissie van Rapporteurs deswege was vergaderd geweest, ook met den Minister van Financiën, ten einde verschillende inlichtingen over het plan te vragen, zijn de afdeelingen gisteren nog nader bijeengekomenom het ontwerp in de bijzonderheden in overweging te nemen. Telegraphtscli Berigt. 4 uur 45 min. De Tweede Kamer heeft Hoofdstuk XI der Begrooting aangenomen met 47 tegen 12 stemmen en Hoofdstuk XII Onvoorziene Uitgaven) met algemcene Stemmen. Morgen zal over de Wet op de Middelen beraadslaagd worden. AMSTERDAM6 December. De Commissiebelast om onderzoek te doen naar de doorgraving van Noord holland op zijn smalst, heeft aan den Burgemeester haar verslag ingediend, waarbij de mogelijkheid van die onderneming wordt erkend. Op Zondag 28 November jl.is gedurende de beide godsdienstoefeningen in het locaal Tecum Ilabitaten behoeve der Protestanten in Toscane gecol lecteerd de som van 159.97^. In den voormiddag van den 3d™ zoo als wij reeds gemeld hebben is er brand ontstaan in de teerkokerij van G. W. Deelmanop het Prinsen eilandwaarbij spoedig 4 pakhuizen met teer, olie, terpentijn, harst en graan verbrand zijn; door de hulp van 17 brandspuiten, is men den brand, die te 11£ uur was begonnen, in den avond omstreeks 8 ure, zoo verre meester geworden, dat er geen gevaar voor verdere verspreiding meer bestond. De Amst. Cour. ontleend uit een particulier schrijven uit 's Hage het volgende: Het dezer dagen uit Harderwijk verzonden berigt, betrekkelijk het vergrooten ran het rtgement grenadiers en jagers en het supprimeren tan een regement infanterie, kan gerust als een canard worden aangemerkt, die men uit Harderwijk over Utrecht verder heeft trachten te verspreiden. Immers al hetgeen in dat berigt gezegd wordt, is geheel uit de lucht gegrepen. HUITEKL AXDSC 11E BERlftTEN. ENGELAND. LONDEN, 4 December. De Markies van Clanricarde heeft in de zitting van het Iloogerhuis van den 2den aangekondigd dat hij den 6dcn dezer het volgende besluit zoude voorstel len «Het Huis erkent met blijdschap dat vooral de goedkoopheid der levens middelen, een gevolg van laatstelijk gemaakte wetten, bijgedragen heeft tot verbetering van de gesteldheid des lands en tot vermeerdering van de genie tingen der nijvere volksklassenen is van oordeel datdaar de onbeperkte mededinging na rijpe beraadslaging als beginsel onzer handelsstaatkunde is aangenomen, het pligt is, onvoorwaardelijk die staatkunde te volgen." De eerste Minister, Lord Derby, beeft terstond kennis gegeven dat hij als amendement op dat voorstel het volgende besluit zoude voorstellenHet Huis erkent met dankbaarheid de algemecne welvaart die het land geniet, en overtuigd zijnde van het nadeelige eener herhaalde wisseling onzer finan ciële en handelsstaatkunde, verklaart het de laatstelijk aangenomen handels staatkunde aan te kleventerwijl het met leedwezen nieuwe pogingen zoude zien om hare werking te storen en bare verdere uitbreiding te beletten." De kanselier der schatkist D'Israeli heeft gisteren de begrooling bij het Lagerhuis ingediend. Hij zeide, bij die gelegenheid in eene rede, die vijf uur duurde, dat de uitslag der laatste verkiezingen hem had overtuigd, dat het stelsel van onbeperkte mededinging in Engeland gevestigd was, en dit eene gchcele herziening van het fiscaal stelsel tot pligt der Regering maakte; ook behoorden de bezwaren dergenen wier belangen met scheepvaart en landbouw in verband stondenoverwogen te worden. Het overschot der begrooting zeide hij verder, zou in stede van ongeveer 600,000 wel ruim 1,300,000 bcloopen; maar, dewijl de beraamde vermindering van belasting aanzienlijk is en het in staat van verdediging stellen des Lands nagenoeg 600,000 vereischen zoudiende het Huis ook krachtige middelen tot dekking dier maatregelen aan de Regering toe te staan. Deze rede werd van verschillende zijden luid toegejuicht. Het ministerieel Avondblad zegt, in eene redenering over de verheffing van den Voorzitter der Fransche Republiek tot Keizeronder anderen Do Keizer belooft, dat hij in de vredelievende staatkunde zal volharden, en rekenende op zijn gezond verstand, moeten wij vertrouwen, dat hij die be lofte zal vervullen; want niemand in Frankrijk heeft meer dan hij belang bij het vermijden van oorlog. In geval toch dat Frankrijk daarbij het onder spit mogt delven en dit zou onvermijdelijk wezen heeft hij het zekere voornitzigt van zijne kroon te verbeuren ten behoeve van den eersten geluk kigen militairen aanvoerder den hesten, die eenige populariteit mogt verkrij gen. AVat betreft de onvermijdelijkheid van ten laatste het onderspit te zul len delven, zij het genoeg te wijzen op de oorzaken, waaraan Frankrijk zijne na 1792 behaalde overwinningen te danken heeft: op de verdeeldheid van de Mogendhedenhare dwalingen en afmatting. Het is niet waarschijn lijk, dat die omstandigheden zich op nieuw zouden voordoen. Bovendien is ook de gesteldheid van Frankrijk nu anders; in 'tbijzonder laten de geld middelen geene uitgebreide militaire ondernemingen toe. Men berekent dat van da Londensche bevolking, op twee en een half millioen geschateen en een half millioen nimmer of ten minste uiterst zel den eene plaats van openbare godsdienstoefening bezoekt. Eergisteren avond is niet ver van Liverpool een spoortrein ten deele uit het spoor geraaktwaarbij de machinist en stoker het leven hebben verlo ren van de passagiers hebben slechts enkelen ligte kwetsuren bekomen. Dezer dagen heeft te Leeds het ergelijke voorval plaats gehad, dat een man uit de geringe klasse zijne vrouw in het openbaar heeft verkocht. Hij leidde haar, met hare toestemming, met een touw om den hals eene herberg binnen en verkocht haar aan een der drinkebroers voor een sovereign, welk geld vervolgens bijna geheel in sterken drank werd verspild. Te Castlefordeen stadje van niet meer dan 2200 zielenworden da gelijks 47,000 flesschen vervaardigd. In de eerste 9 maanden van dit jaar verhuisden uit Engeland 302,172 zielen, zijnde 60.000 meer dan 1851 en 140,000 boven 1848. Van het opgegevene getal zijn 203,732 naar de Vereenigde Staten, 31,66*6 naar Canada en 66,774 naar Australië vertrokken. De hitte gedurende den zomer van 1852, wordt thans opgegeven als volgt: Calcutta en O.-I. 82 graden. Jamaica en W.-I. 81. Turkije, Egypte en China 85. Tunis, Palermo en Bermuda 83. Lissabon, Napels en Madrid 77. Venetië cn Milaan 73. Australië 68 en 78 en Engeland van 5 Julij tot 29 Julij 91 graden. De Amerikaansche expeditie naar Japan, zal volgens den New-York Express, op 1 Dec. vertrekken. De bemanning is 4000 koppen sterk. Het aantal stukken zwaar geschut beloopt 330. Het bestuur der Vereenigde-Staten is van plan eenen wetenschappelijken togt in Afrika te doen ondernemen, om in de binnenlanden eene geschikte streek tot landverhuizing op te sporen. IIELGIE. In het arrondissement van Andelys is eene weduwe van zes mannen, her trouwd met een weduwnaar van zeven vrouwen. In België worden de stukken van 25 centimes buiten koers gesteld en door die van 20 centimes vervangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2