BUITENLANDSCHE BËIUGTEX. EXG£LA1ÏB. LONDEN, 1 December. De Times behelst eene lijst van niet minder 120 leden van het nieuwe Parlementtegen wier verkiezing, op grond van omkooping of andere ver- keerde practijken, bij het Huis bezwaren ingebragt zijn. Al de in deze peti- jj tien beweerde feiten zullen, volgens de daartoe betrekkelijke wetsbepalingen, die laatstelijk strenger geworden zijn, worden onderzocht, en waarschijnlijk j zal de vernietiging van verscheiden verkiezingen daarvan bet gevolg zijn. De Minister van Koloniën heeft in het Lagerhuis verklaard dat het Be- j wind op Ceylon zich, zooveel de met de inlanders vroeger aangegane ver- dragen toelaten, onttrekken zou aan al de nog bestaande gemeenschap of bemoeijing met de afgodsdienst aldaar; want de bewering dat Christenen door een met afgodendienaars aangegaan verdrag niet gebonden werden, achtte i hij een Christenvolk onwaardig. Onder anderen zoude de vermaarde reliquie, bekend onder den naam van de tand van Buddhaniet langer door de Engelsche overheidmaar door de priesters van Buddha worden bewaard zullende echter de Regering daarvoor eene veilige bewaarplaats verschaffen. De Minister van Buiten!Zaken heeft aan de belanghebbenden bij de door het Turksche gouvernement gewraakte geldleening der Bank van Con- stantinopel, op hun verzoek om zijne tusschenkomst ten hunnen behoeve, een j ongunstig antwoord gegeven, daar de Regering tot beginsel heeft, zich te onthouden van werkdadige tusschenkomst bij geldelijke aangelegenheden ten gevolge van geldleeningcn tusschen Britsche onderdanen en vreemde Staten aanhangig; dat de Regering overigens de geldschieters gaarne van dienst zoude willen zijn, maar vertrouwt dat het Tnrksche gouvernement hen be hoorlijk zal schadeloos stellen. De artillerie wordt eerlang aanmerkelijk versterkt; men is reeds bezig niet ammunitie-wagens voor 200 stukken veldgeschut, die voor het einde van den winter moeten gereed zijn. De betere verdediging der kusten wordt onafgebroken voortgezet,ook het eiland Wight zal versterkt worden. De Regering is voornemens om het getal der mariniers met 1500 man te vermeerderen. De land- en zeemagt bestaat uit 2 reg. lijfgarde te zamen 1303 man, 1 reg. garde grenadiers te paard en 7 reg. dragonders, te zamen 2833 man; de linie-ruiterijte zamen 8205 man. De gezamentlijke sterkte van het j voetvolk beloopt 129,210 man. Buitendien heeft men nog de onlangs opge- i rigle milicie, waarvan reeds 80,000 man is ingeschreven. De artillerie be- J staat uit 11,299 man met 420 staf- cn andere officieren. De zeemagt heeft 2 Admiraals, 3 Vice-Admiraals5 Schouten-bij-Nacht66 Kapiteins van linieschepen, 99 comodoors, 431 Luitenants van linieschepen en 25,541 ma trozen. Het corps der zee-soldaten telt 332 Officieren van allen rang en 9187 manschappenbehalve nog 1452 zee-kanonniers. Er zijn 24 linieschepen van den eersten rang, 38 van den tweeden rang, 26 van den derden rang cn 35 van den vierden rang, voorts 84 fregatten, 19 brikken en 134 kleinere vaar tuigen al deze schepen voeren te zamen nagenoeg 13,121 stukken geschut. Vervolgens komt de stoomoorlogsmagtbestaande uit 8 linieschepen, 29 fre gatten, 64 schooners, 49 kanonneerbooten5 slecpschepcn2 jagten en 6 paketbooten. i Er worden langs de noordkust des lands buitengewoon veel walvisschen gezienhetgeen veel later is dan anders wel eens het geval was. SS E L. O I S3. BRUSSEL, 3 December. Den lstcn heeft de Senaat het wets ontwerp tot conversie der 5 pCt. staats schuld, zonder beraadslaging eenparig aangenomen. De Koning heeft de wet terstond bekrachtigd. FRA1VHKIJK. PARIJS 3 December. i Woensdagavond te half negen ure heeft het Wetgevend Ligchaam zich naar S'. Cloud begeven. Het was voorgegaan door den Senaat. Kwartier voor negen ure kwam de Keizer vergezeld van zijn' oom Jerome en Prins Napoleon Bo naparte, en omringd van de Ministers, de Senatoren en Afgevaardigden. Nadat hij op den troon was gezeten heeft eerst de Heer BillaultVoorzitter van het Wetgevend Ligchaam en daarna de Heer Mesnardeerste Onder-Voor zitter van den Senaat, eene rede gehouden. Daarop heeft de Keizer de volgende rede uitgesproken Het nieuwe rijk dat gij heden inwijdtheeft nietals zoo velen in de ge schiedenis, het geweld, de overwinning, de list tot oorsprong; het is de uit komst van den wil des volks, met bedaardheid bevestigende wat te midden der bewegingen was gegrondvest. Ik ben doordrongen van erkentenis jegens de natie die 3 malen in 4 jaren mij door hare stemmingen heeft ondersteund, en telkens haar getal stemmen vermeerderd heeft om mijne magt te doen toenemen. Maar hoe meer de magt in uitgestrektheid en levenskracht winthoe meer zij verlichte mannen behoeft, zooals degenen die mij dagelijks omringen, onafhankelijke mannen, zooals degenen aan wie ik mij wend om door hunne raadgevingen te helpen, om mijn gezag binnen de juiste grenzen terug te brengen zoo het er zich ooit van kon verwijderen. Ik neem van lieden af met moed den naam aan van Napoleon III, omdat het volk mij dien reeds in zijne toejuichingen heelt gegeven; omdat de Senaat dien wettig heeft voorgesteld cn de geheelc natie dien heeft bekrachtigd. Wil dit zeggen dat ik, dien titel aannemende, in de dwaling verval welke' den Vorst wordt verweten die, van de ballingschap terug gekeerd, al wat gedurende zijne afwezigheid was gedaan voor nietig en van onwaarde verklaarde? Verre van mij dergelijke afdwaling! Niet alleen erken ik de Regeringen die mij zijn voorgegaan, maar ik erf, cenigermate, van 't geen zij goeds of kwaads hebben gedaanwant de Regeringen zijnin weerwil van eenen verschillen den oorsprong omtrent hunne voorgangers aansprakelijk. Maar als ik alles aanneem wat dc geschiedenis ons sedert vijftig jaren met zijn onwrikbaar gezag overbrengt, dan was het mij te minder geoorloofd, om dc roemrijke Regering van het hoofd van mijn geslacht en dc regelmatige hoewel vlugtige titels van zijnen zoon, dien de Kamers met de laatste pogin gen eener overwonnene zucht voor het vaderland huldigdenmet stilzwijgen voorhij te gaan. De titel van Napoleon III is dus geene verjaarde aanmatiging van een vorstelijk huisdie eene beleediging zou schijnen voor het gezond verstand en de waarheid. Hij is een eerbewijs aan eene regering die wettig was en aan welke wij de schoonste bladzijden onzer nieuwe geschiedenis verschuldigd zijn. Mijne regering dagteekent niet van 1815, zij dagteekent van het oogenblik zelf, waarop gij mij de stemmingen der natie deed kennen. Ontvangt mijne dankbetuigingen M. M. II. II. de Afgevaardigdenvoor den luister die gij aan de uiting van den nationalen wil hebt bijgezet, door dien blijkbaarder te maken door uw onderzoekindrukwekkender door uwe ver klaring. Ik bedank ook U, Senatoren, dat gij de eersten hebt willen zijn om mij uwe gelukwenschingen te brengen, zoo als gij de eersten geweest zijt om den volkswil te formuleren. Helpt mij allen om op dezen door zoo vele omwentelingen omgewoelden grond eene duurzame regering te vestigendie de godsdienstde regtvaardigheid de eerlijkheid, de liefde tot de lijdende klassen tot grondslagen heeft. Ont vangt hier mijnen eed, dal mij niets te kostelijk zal zijn ter bevestiging van de welvaart des vaderlands, dat ik, hoewel vrede handhavende, in niets zal toegeven dat de eer en waardigheid van Frankrijk geldt." Gisteren namiddag heeft de nieuwe Keizer zijn intogt in deze stad ge daan. De Keizer vertrok te 12 ure van Sb Cloud, begeleid door een regiment ruiterij. Bij den intogt opende eene menigte ruiterij den trein. Daarna volgde het militaire huis des Keizers, de Keizer, te paard gezeten en wederom door veel ruiterij gevolgd. Van de porte Maillot tot aan het kasteel der Tuileriën, was aan de eene zijde eene linie der burgerwacht en aan de andere, eene linie, bestaande uit de infanterie van het leger van Parijs geschaard. De trein pas seerde den tuin zich begevende naar het plein voor het paleis, waar dc Keizer over de aldaar geschaarde troepen eene wapenschouw hield en daarna op het balkon van het kasteel verscheen, omringd door al de leden van zijne familie. Er heerschte algemeenc geestdrift. Men merkte opdat hij regts en links door gebaren dank betuigde voor dc kreten van Leve de Keizer! Leve Na poleon IIIdie van alle kanten opgingen. Des avonds is de stad verlicht geweest. De goede orde is overal bewaard gebleven. De groote ontvangst op de Tuileriën was allerluisterrijkst. Heden zal de Wetgevende Vergadering eene buitengewone zitting houdenten einde eene mededeeling van de Regering te ontvangen. Tot Senatoren zijn benoemd de Heer Abatucci en dc Generaal Carrelet. Tot Maarschalken zijn benoemd de Generaals Magnan, Armand en Cas- tellane. Alle besluiten zullen voortaan uitgevaardigd worden in naam van «Napoleon III, door de gratie Gods en den wil der natie Keizer der Franschen." Er is kwijtschelding verleend aan alle manschappen der nationale garde, die tot disciplinaire straffen veroordeeld waren, alsmede voor alle drukpersvergrijpen ook zijn nietig verklaard de waarschuwingen, die aan sommige dagbladen zijn gedaan. Aan alle onderofficieren en soldaten zijn wegens de plegtighcid van den dag, gratificatiën geschonken. Aan 290 personen, die naar Algerië ver bannen zijn, is vermindering of algeheele kwijtschelding van straf verleend. In Algerië hebben de troepen een' oproerigen volksstam in Laghouate streng getuchtigd, hun 2000 kamelen, 20,000 schapen ontnomen cn in een gevecht 200 man gedood. SICILIË. De uitbarstingen der Etna duren niet alleen onophoudelijk voortmaar nemen in hevigheid toe; de lavastroomen breiden zich al meer en meer uit. PRUISSE1V. BERLIJN 1 December. In de aanspraak waarmede de Graaf von Rittberg, tot Voorzitter der Eerste Kamer gekozenzijne betrekking aanvaarddekomt het volgende voor «Wegens gebrek aan overeenstemming der in het vorige jaar gehouden beraad slagingen van de beide Kamers bevindt het land zich nog in een overgangs tijdvak, en met dit Huis is zulks in nog lioogere mate het geval dan vroeger. De moeijelijkhedcn zijn nog niet door de wet vereffend, en om eene veilige haven te bereikenmoeten de klippen nog met voorzigtigheid vermeden wor den. Ik noodig u derhalve uit aan uwe werkzaamheden de grootste aan dacht te wijdenvoor gevoelens die met de uwe strijdig zijnhet oor niet te sluiten, maar met volharding het hoofddoel, overeenstemming tusschen Ko ning en Vaderlandvoor oogen te houden. Laat ons het goede regt als grondslag der staatsbelangen beschouwen en het gewigt der omstandigheden met kalmte in overweging nemen. AVij hebben gisteren op eene gewijde plaats krachten voor onzen arbeid gezocht, maar wij willen ook hier beken nen dat aan Gods zegen alles gelegen is. God zal onze zwakke krachten schragen, ons ondersteunen en ons het noodige licht geven."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 3