LEYDSCHE
COURANT
WOENSDAG, 1 DECEMBER.
ik
N". 144. %sfi
BIMENLANDSCÏIE BERIGTEiW
De Courant wordt Maandag y Woensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maandag komt
vit Zaturdag Avond
Do Prijs der Courant is /12 in het jaar}
do afzonderlijke nornmers worden tegen 10
Centen afgegeven.
LEYDEN30 November.
Ll. Vrijdag avond beeft de lloogleeraar van der Boon Mesch zijne openbare
lessen over den Landbouw geopend, met eene beschouwing van het landhuis-
houdkundig bedrijf in het zoo merkwaardige Gooiland, zoo als dit door hem
dit jaar was waargenomen. Na den grond en zijne zamenstelling te hebben
opgehelderd, gaf hij eene beschrijving van den toestand van den Landbouw in
het Gooi, de ontginningen en verbeteringen aldaar aangebragt, en wat eenige
landbezitters in vroegeren en lateren tijd aldaar reeds hebben tot stand ge-
bragt. In het tweede gedeelte zijner rede gaf de spreker eene beschrijving,
van hetgeen de Heer J. P. van Rossum sedert het jaar 1816 op zijne in het
Gooi liggende gronden heeft beproefd, hoe hij die ontgonnen en verbeterd beeft
en welke belangrijke proeven door dien Heer in dit jaar genomen zijn.
Was de indruk vau het gesprokene reeds groot, nog grooter werd zij, toen
de spreker het gezegde met zigtbare bewijzen staafde. Er waren toch meer
dan 200 soorten van aardappelen, 42 nieuwe en uitstekende variëteiten van
maïsplanten van de sorghum vulgarede blaauwe reuzenkool van 14
voeten lengte, liennipplanten van 16 voeten lengte, verschillende raapsoorten
enz. enz. ten toon gesteld, allen dit jaar door den Heer van Rossum ver
bouwd en tot eene ongewone ontwikkeling gebragt. De verbazing der des
kundigen werd nog grooter, toen meer dan 400 uitstekende teekeningen
voorstellende planten, vruchten, zaden, wortelgewassen enz. zoo als die bij
den Heer van Rossum gewonnen zijn en die hij getrouwelijk laat afbeelden
om als lijpen en punten van vergelijking voor later te winnen producten te
dienen, werden ten loon gesteld. De spreker wees ten slotte op dien eenigen
en merkwaardigen schat van voorwerpen, als een middel om anderen tot
werkzaamheid en kennis aan te sporenen elk in zijnen kring op te wekken
tot verbetering en uitbreiding van den Vaderlandschen Landbouw. Ingez.)
Ll. Zaturdag avo'nd gaf de Leydsche Onderwijzers-Zangvereeniging alhier
eene hoogst aangename proeve harer kunst. In de groote Stads-Gehoorzaal
trad een weibezet koor op, hetwelk onder de voortreffelijke leiding van den
verdienstelijken Hoofdonderwijzer Lanceleen aantal daartoe bijzonder ge
schikte, zoo Nederlandsche als Iloogduitsche liederen met veel uitdrukking
en juistheid deed hooren.
De uitvoering werd, behalve door verschillende daartoe uitgenoodigde Com-
missienzoo uit den Gemeenteraad, als uit de Schoolcommissie, de Maat
schappijen van Toonkunst en tot Nut van 'tAlgemeen, door een zeer talrijk
publiek bijgewoond en onder veel toejuiching aangehoord.
De zangvereeniging vinde in den bijval van het kunstminnend publiek
maar vooral in het nut dat zij sticht, tot meerdere beoefening en ontwikke
ling der edele zangkunst bij het opkomend geslachteene aangename vergoe
ding voor hare opofferingen, en voldoende aanmoediging om op het zoo loffe
lijk ingeslagen spoor met ijver en beleid voort te gaan en alzoo het hare toe
te brengen, tot meer algemeene en grondige beoefening van dat gedeelte dei-
toonkunst, 't welk boven andere geschikt is om eene voorname plaats te
beslaan onder de middelen tot opleiding en beschaving des volks.
Den 25slen vierden te Rijnsaterwoude de hoogbejaarde echtelieden J. van
Ipercn en D. Wittebol, en te Baambrugge de twee oudste echtelieden al
daar, hnnne 60jarige cchtvereeniging. Tot den mingegoeden stand behoo-
rende, werden zij op dien dag feestelijk door de ingezetenen onthaald. De
cerstgenoemden hebben 59 kinderenkleinkinderen en achter-kleinkinderen.
Te Utrecht is Zondag, de gedenkdag van Nederlands verlossing in 1813
herdacht, door het wapperen der nationale vlag van den Domstoren en van
eenige bijzondere huizen, het bespelen van het klokkenspel, en in de kerken
door gebeden voor Nederlands geluk en onafhankelijkheid.
De beroemde Fransche schrijver de Chateaubriand plaatst in zijne Memoi
res d'outre tombe, die pas na zijnen dood mogten worden uitgegeven, te
midden van hoofdstukken die over andere onderwerpen handelen, een hoofd
stuk dat thans merkwaardig genoeg schijnt om het hier mede te deelen
Het opschrift is: Brief aan den Prins Lodewijk-Napoieon.
Genève, October 1832.
Prins Lodewijk-Napoleon mij eene brochure gegeven hebbende getiteld
Staatkundige droomerijen(reveries politique sheb ik hem dezen brief
geschreven
Prins
Ik heb de kleine brochure die ge mij wel hebt willen toevertrouwenmet
aandacht gelezen. Ik hebzooals gij verlangdet eenige bedenkingen in
schrift gesteld die natuurlijk uit de uwen zijn geboren en die ik reeds aan
uw oordeel had onderworpen. Gij weet, Prins, dat mijn jonge Koning in
Schotland is1dat zoo lang hij zal leven, er voor mij geen ander Koning
van Frankrijk kan zijn dan hij; maar zoo God, in zijne ondoorgrondelijke
raadsbesluiten het geslacht van den Heiligen Lodewijk (overl. 1270) zou heb
ben verworpen, zoo de zeden van ons Vaderlandvoor hetzelve den republikein-
schen toestand niet mogelijk maakten, dan is er geen naam die beter aan de
glorie van Frankrijk past dan de uwe. Ik ben enz. enz.
Chateaubriand.
(t) Prins Hendrik van Bourbon, Graaf van Bordeaux, thans als Graaf van Cliam-
bord bekend, kleinzoon van Karei X, die, bij de Julij-revolutie van 1830 van
den troon gejaagd, als balling op het kasteel Holyrood te Edimburg leefde.
's GRAVENHAGE 29 November.
Z. UI. heeft benoemd tot Ingenieur van den Waterstaat 2de klasse, den
Adspirant-lngenieur N. F. Michaëlis, en in deze laatste betrekking aangesteld,
Jhr. A. O. van den Santheuvel, kweekeling van de Koninkl. Akademie te Delft.
Z. M. heeft met 1° Jauuarij aan den Minister van Staat W. A. Baron
Schimmelpenninck van der Oye, eervol ontslag verleend als zijnen Commissa
ris in Gelderlandonder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking
bewezen diensten; en in zijne plaats benoemd den Staatsraad in buitengewone
dienst L. G. A. Graaf van Limburg StirumZ. M'. Commissaris in Groningen.
Nog heeft Z. M. benoemd tot Burgemeester te Udenbout A. Kuypers, Se
cretaris dier gemeente.
De Minister van Financiën en van Herv. Eeredienst zal Donderdag en
Woensdag geen gehoor verlcenen. Ook de Minister van Koloniën zal Woens
dag geen gehoor verleenen.
Dingsdag aanst. zal door den Deken der Orde van Advocaten, den
Heer Faber van Riemsdijk, een groot diner gegeven worden, waartoe al de
leden van het Provinciaal Geregtshof in Zuidholland, als ook de leden van
het Parket, zijn uitgenoodigd.
De op heden bepaalde vergadering der Provinciale Staten van Zuid
holland, waarin zou zijn aangevangen de behandeling van het ontwerp-
reglement voor het Hoogheemraadschap van Delflandiswegens het onge
noegzaam getal leden, niet kunnen worden gehouden en uitgesteld tot morgen
(Dingsdag), des voormiddags ten elf ure.
Aanstaanden Vrijdag zullen de leden der Commissie van toezigt voor de
Maatschappij van Weldadigheid zich in het hotel de l'Europe, aan eenen vriend -
schappelijken maaltijd vereenigen.
'Ê'tvef'fle stiet' «l et' Sstaten-tTAesserfsmi..
Avondzitting van Zaturdag 27 November.
In deze zitting zijn de beraadslagingen voortgezet en geëindigd over Hoofd
stuk VI der staatsbegrooting voor 1853 (Hervormde Eeredienst)waarna
het, in stemming gebragt, met 46 tegen 9 stemmen is aangenomen.
Tegen hebben gestemd de Ileeren Hengstvan EekStormMetman
Westerhoff, Reinders, van Hoëvell, van Hall en de Moraaz.
Zitting van Maandag 29 November.
In deze zitting is na korte woordenwisseling het VII Hoofdstuk (Roomscli-
Katholieke Eeredienstmet 45 tegen 8 stemmen aangenomen.
Tegen hebben gestemd de Ileeren: Reinders, Hengst, van Eek, Metman,
Stormvan Hallde Moraazvan Iloëvell.
De algemeene beraadslaging over hoofdstuk VIII (Marine) is aangevangen
en geëindigd, waarna de onder-artikelen 1 tot en met 6 van artikel 1 goed
gekeurd zijn. De voortzetting der behandeling is bepaald op Dingsdag ten
elf ure.
Zitting van Dingsdag 30 November.
In deze zitting zijn de beraadslagingen over Hoofdstuk VIII der Staatsbe
grooting (Marine) voortgezet, en is dit hoofdstuk ten slotte aangenomen
met 54 tegen 5 stemmen. Tegen de Ileeren Reinders, v. d. Heyden, Wes
terhoff, v. Goltstein en Rochussen.
Daarna zijn de algemeene beraadslagingen geopend over Iloofdsluk IX A.
(Nationale Schuld).
De Heer van der Veen dringt aan op geleidelijke vermindering der Staats-