vezet- de toevloed van water is meer dan voldoende, zijnde thans drie milioen gallons daags, een cijfer dat elk denkbaar verbruik te Amsterdam overtreft, en hetwelk nog klimmen zal, zoodra het werk geheel voltooid is; de stor- tinoen hebben stipt plaats gevonden en het kapitaal is reeds voor meer dan de °helft gestort. (Amst. Cour.) LEEUWARDEN25 November. De Prov. Staten van dit gewest hebben besloten van Z. M. een adres aan te bieden, waarin wordt aangedrongen op het verleenen van toestemming tot het aanleggen van de ontworpen spoorwegen in de noordelijke gewesten des lands, bijzonder in Friesland. BUITENLANDSCHE BERIGTEiY. ENGELAND. LONDEN, 25 November. H. M. heeft eergisteren aan de vreemde Officieren, die hunne Regeringen bij de begrafenis van den Hertog van Wellington vertegenwoordigd hebben, een groot diner gegeven, waaraan Prins Albert, de Hertogin van Kent en eenige Ministers deel namen. Zaturdag 11. is door Groot-Britannië, Frankrijk, Rusland, Beijeren en Griekenland eene overeenkomst geteekend ter regeling der Grieksche Troons opvolging, bij welke geen Prins, dan die de Grieksche Godsdienst belijdt, in Griekenland zal mogen regeren. Men weet dat nu drie jaren geleden de Heeren Richardson, Barth en Overweg met medewerking der Britsche en der Pruissische Regering eene ont- dekkings-reize naar liet binnenland van Afrika hebben ondernomen. In het vorige jaar bezweek de Heer Richardson door vermoeijenis, en van de beide andere koene reizigers was in lang geen berigt in Europa ontvangen, zoodat men ook hen reeds verloren achtte. Thans zijn aan de Londensche bladen van wege het Pruissische gezantschap berigten medegedeeld, waaruit blijkt dat zij beide met moed en geluk hunnen togt voortzetteden. Volgens eenen brief van Overweg, den 15do" Augustus jl. te Kuka geschreven, waren zij voornemens zuidwaarts verder te reizen in de rigting van den Indischen oceaan, den eindpaal hunner reis dien zij over drie of vier jaren hoopten te bereiken. Men verwacht van hunnen togt belangrijke uitkomsten voor de aardrijkskunde en ook voor den handelen inzonderheid betere kennis van de rivier Kawara (of de Niger) en de daarin uitstroomende rivier Tschadda welke een gemakkelijke maar ook de eenige weg voor handel en beschaving schijnen te zijn om in het binnenste van Afrika en tot het hart van den slavenhandel door te dringen. In de zitting van het Lagerhuis heeft een der met de Iersche aange legenheden belaste bewindslieden de hoofdbepalingen voorgedragen van eenige wets-ontwerpenstrekkende om de betrekking tusschen grondbezitter en pach ter in Ierland op een bevredigenden voet tot vooruitgang van den landbouw te regelen't geen voor de rust en welvaart van Ierland onmisbaar is. Het j eerste wels-ontwerp zou strekken om grondbezitters in staat te stellen, zei ven krachtdadig werkzaam te zijn tot verbetering van den gronddoor onder- grondsche waterloozingen enz. Het tweede om ruime gelegenheid te geven voor het maken van wederzijds voordeelige huurcontracten en overeenkomsten betreffende vergoedingen voor aan het land of de pachthoeve aangebragte ver beteringen, waarvan te verwachten was dat zij eendragt en vrede tusschen den grondbezitter en den pachter zouden bevorderen door hunne belangen overeen tc brengen. Het derde tot vereenvoudiging, zamenvoeging en verbe tering der bestaande verordeningen ten opzigte der betrekking tusschen grond bezitter en pachter. Een vierde ontwerp eindelijk zoude strekken om aan den pachter die de hoeve moest verlatenbillijke vergoeding te verleenen voor hetgeen hij achterliet, waardoor de pachters die in Ierland meestal bij het jaar huurden en derhalve thans geene verbetering met vooruitzigt op eenig voordeel voor hen zeiven konden ondernemenzouden worden aangemoedigd om den bodem meer vruchtdragend te maken. Vrijgevigheid en edelmoedig heid jegens Ierland, vereenigd met behoorlijke eerbiediging van het eigendoms- regt, waren, zoo besloot de spreker, de geest van de veelomvattende voordragt der Regering. Eenige Iersche leden betuigden aanstonds, met den geest en de strekking der voordragt in te stemmen, anderen opperden daartegen bedenkingen. In de zitting van den 23sten zijn de beraadslagingen begonnen over de motie van den Heer Villiers, namelijk dat het Huis zou verklaren: dat de verbeterde toestand des lands hoofdzakelijk het gevolg is van de laatstelijk aangenomene handelsstaatkundeen in het bijzonder der wet van 1846; dat die wet een verstandige, regtvaardige en heilzame maatregel was; dat de handhaving en verdere uitbreiding der staatkunde van den vrijen handel, lijnregt tegenover die van bescherming overstaande, den eigendom en de nij verheid der natie het best in staat zullen stellen de lasten te dragen, welke op haar rusten; en Hen zeerste zullen bijdragen tot de algemeene welvaart, bloei en tevredenheid van het volk; en dat dit Huis gereed is alle maatrege len in overweging te nemen, welke met de beginselen van dit voorstel over eenstemmen, en door Hr. Ms. Ministers aan de vergadering zullen worden voorgelegd. Op dit voorstel heeft Lord Palmerston een amendement voorgedragenstrek kende tot geheele en volkomen erkenning van het vrije handelstelseldoch in bewoordingen, die voor het Ministerie aannemelijker zijn dan de motie van den Heer de Villiers. Op de Theems zijn drie schepen uit Australië aangekomen met de bui tengewoon groote hoeveelheid van 7 ton gouds. Men verwacht nog andere schepen met dergelijke ladingen. BELCilE. BRUSSEL, 26 November. De centrale sectie der Kamer beeft bij het onderzoek van het wetsontwerp tot beveiliging van builenlandsche Vorsten tegen beleedigingenmet 5 tegen 2] stemmen een voorstel verworpen om het minimum der bepaalde straf van drie maanden gevangenis te verminderen tot eene maandmaar daarentegen in het wetsontwerp eene bepaling gevoegd waarbij de regter uitdrukkelijk gemagtigd wordt bij het bestaan van verzachtende omstandigheden geene zwaardere straf toe te passen dan tegen eenvoudige policie-overtredingen be paald is. Men voorzag dat anders de Jury in de toepassing eener impopulaire wet nog meer, dan thans reeds het geval zijn zal, tot vrijspraak zoude overhellen. De Heer Liedts, Minister van Financiën, heeft in de Kamer een wetsontwerp voorgesteld tot conversie van de leeningen van 1840, 1842 en 1848 in 4J pCts. Een tijdsverloop van twee weken wordt toegestaan voor de aanvragen om terug betaling. De rente van 5 pCt. zal uitbetaald worden tot op 1 Mei 1853. De conversie van het nieuwe fonds wordt voor 8 jaren verboden. Het voordcel zal aangewend worden lot amortisatie van de vlottende schuld. Uit eene officiële opgave, blijkt dat de Koninklijke Athenaea of inrig- tingen van middelbaar onderwijs, bij de ijverige mededinging der door de geestelijkheid opgerigte scholen, in aantal leerlingen niet gewonnen, maar ook over het geheel niet verloren hebben. De tien athenaea telden op het eind der vorige maand te zamen 2538 leerlingen en een jaar vroeger 2548. FRANIiJRIJK. PARIJS25 November. De boodschap die de Minister Fould in de Zitting van het Wetg. Ligchaam heeft medegedeeld, luidt als volgt: »M. H. H. Afgev. Ik heb U uit uwe departementen geroepen, om U aan de groote daad aan te sluiten, die heden zal volbragt worden. Hoewel de Senaat en het volk alleen, het regt hebben om de Staatsregeling tc wijzi gen, heb ik gewild dat het Staatskundig ligchaam, dat zoo als ik uit de algemeene stemming is gesproten, de wereld getuigenis zou geven van de vrije aandrift der nationale beweging die mij tot het Keizerrijk voert. Ik hecht er aan dat gij het zijt die, onder verzekering der vrijheid van de stemming en het getal stemmenuit uwe verklaring al de wettigheid mijner magt doe uitgaan. Door op heden, inderdaad te verklaren dat het gezag op een onbetwistbaar regt steunt, geeft gij het al de noodige kracht om iets duurzaams tot stand te brengen en den voorspoed des lands te verzekeren. Gij weet dat de regering slechts van vorm zal veranderen. Aan de groote belangen die de verstandelijke ontwikkeling voorbrengt, toegewijd, zal zij zich als te voren binnen de grenzen der gematigdheid houdenwant de goede uitslag blaast nooit de ziel dergenen die in hunne nieuwe verheffing slechts een te grooter door het volk opgelegde pligten eene meer verheven zending der Voorzienigheid zientot hoogmoed op." Na de lezing van dat antwoord heeft het Wetgevend Ligchaam zich be zig gehouden met de werkzaamheden van de opening der stemmenwelke Woensdag den lstcn December schijnen te moeten eindigen, opdat het Lig chaam zich op den avond van dien dag naar den Prins-President begeve, om hem den uitslag te berigten. Den volgenden dag zal de Prins in de Tuile- rien de drie groote Staalsligchamen ontvangen, en dan zal tevens de uitroe ping van het Keizerrijk plaats hebben. Het getal der vrijdag morgen bekend geworden stemmen van 83 de partementen voor het Keizerrijk is 6,900,000 voor en 240,000 legenbij het leger 280,000 voor en 13,000 tegen; van 3 departementen was de uit slag nog onbekend. SARDINIË. In de kerken in Piemont is allerwege een door de Bisschoppen gezamenlijk uitgevaardigd mandement tegen de liberale dagbladen afgekondigd. Alleen de Bisschop van Pignerol heeft daaraan zijne goedkeuring geweigerdzijns inziens was zoodanige gezamenlijke stap niet raadzaam, en was het mandement ook tegen de drukpersvrijheid zelvederhalve tegen de bestaande staatswetten gerigt; buitendien hadden, naar hij meende, ook de clericale dagbladen eene teregtwijzing verdiend. ITA Ll E. ROME, 16 November. De onlangs ten troon geklommen Koning van Siamheeft eenen opmer- kelijken brief aan den Paus geschreven. Het is de Heer Pallegoix, titulair Bisschop van Mallos en bestuurder der R. K. zending in Siam, welke dien brief den 10dctl dezer aan den Paus overhandigd heeft. De brief is in het Engelsch geschreven en behelst, volgens een Fransch dagblad, o. a. het vol gende: «Sedert lang had ik uit de Engelsche nieuwsbladen uwe verheffing tot den troon vernomen, en daar de Bisschop van Mallos, mijn dierbare vriend, van mij verlof vroeg om zijn vaderland te bezoeken en u zijne hulde te gaan brengen, vind ik hierin eene gewenschte gelegenheid om aan u te schrijven en met u vriendschap aan te knoopen, die duurzaam moge zijn. «Ik geloof nog niet in den Christus; ik ben een vroom belijder der gods dienst van Buddha, maar ik hecht alleen aan het wijsgeerige gedeelte dezer godsdienst, welke zoo zeer door talrijke en ongerijmde fabelen verbasterd is, dat zij naar ik verwachteerlang ophouden zal onder de menschen te be staan. Uwe Heiligheid kan zeker zijn dat onder mijne regering de Christenen niet zullen worden vervolgd, en dat inzonderheid de II. K. zullen worden beschermd en nimmer zullen worden gebezigd voor bijgeloovige plegtigheden van een met hunne godsdienst slrijdigen aardgelijk u van mijnentwege door den Bisschop van Mallos nader zal worden verklaard."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 3