De hooioogst heeft goed voldaanzij hragt op 1,077,500 N.
De boekweit levert ook maar eene matige uitkomst op.
Het aardappel-rooijeu heeft, door de zware regens, veel oponthoud onder
vonden en wordt door de nattigheid van den grond er nog door bemoeijelijkt
waarom droog beter weder en geen vroege winter zeer gewenscht wordt.
De opbrengst is tot hiertoe van 100 tot 150 mud uit het bunder, poters
en kriel, doch geen zieken, (die er weinig gevonden worden) medegerekend.
De werkzaamheden in de turfgraverijen zijn dit jaar, door de droogte, zeer
goed gelukt.
Het houtgewas is dezen zomer buitengewoon sterk gegroeid.
Al het vee is zeer gezond gebleven. De zuivel-opbrengst was voldoende
en de belangrijke voorraad te vetten staande oude runderen maakt, dat er
met de oude slagtschapen der vergroote kudden, benevens de gemest wordende
varkens te Ommerschans, in dit en in het volgende kwartaal geen slagtvee
zal ontbreken.
Thans is het rogge-zaaijen weer druk aan den gang, waartoe voortdurend
droog weder wenschelijk is, daar er nog maar een derde gedeelte is afgedaan.
Met de brernteelt blijft het wèl gaan. Omstreeks 10,000 bremzaad is
er dit jaar zelf gewonnen. Op meer dan eene plaats in Gelderland worden
er proeven genomen met zulk eene groene bemestingwaarop het volgende
jaar vruchten zullen wassen.
De fabriekwerkzaamheden zijn den geheelen zomer sterk voortgezet en de
weefgelouwen moeten ook nu nog in den aardappel-rooitijd aan den gang blij
ven. De katoen-spinnerij te Veenhuizen heeft in de behoefte aan garens
kunnen blijven voorzien.
Ook de koffijzakweverij heeft dit jaar veel werk geleverd, nu echter staat
ze te Ommerschans voor eenige weken stilom het volk aan den aardappel
oogst te kunnen doen deelnemen.
De verschillende handwerken worden zorgvuldig aangehouden.
Onderscheidene belangrijke herstellingen en verbeteringen zijn er dezen zo
mer aan eenige gebouwen gedaan, alles door eigen volk.
Een bekwaam en geschikt timmerman is aan het kindergesticht te Veen-
huizen aangenomen, ook om eenige jongelingen bij dat ambacht op te leiden.
Overigens blijven de wagenmakerijen, smederijen, kuiperijen en klompen
makerijen op den duur in alle eigen behoefte voorzien. Ook van de kleinere
werkinrigtingen laat men niets varen.
Het godsdienstig en schoolonderwijs wordt steeds met goed gevolg gegeven.
De afwerking der kerkgebouwen blijft, door de nalatigheid des aannemers,
nog achterwege, die daarover in regtcn wordt aangesproken.
Het gedrag der kolonisten geeft allo reden van tevredenheid
's GRAVENIIAGE 25 November.
Z. M. heeft met het Grootkruis der Orde van den Nederl. Leeuw begiftigd
Z. Exc. den Graaf Buol SchauensteinMinister voor de Buitenl. Zaken bij het
Keizerlijk Huis van Z. M. den Keizer van Oostenrijkmet het Kommandeurs-
Kruis derzelfde Orde Z. Exc. den Baron van Doblhoff, Oostenrijksch Gezant
bij het Hof der Nederlanden en met het Ridderkruis derzelfde Orde Graaf
Paar, Secretaris der Oostenrijksche Legatie te 's Hage.
Naar men verneemt, wordt Z. K. II. Prins Hendrik in de volgende
week uit Luxemburg in de residentie terug verwacht.
De Minister van Binnenl. Zaken zal den 29sten geen gehoor verleenen.
De Heer van Doorn van Westcapelle schijnt eenigzins in beterschap
toe te nemen.
De pleidooijen in de zaak van het Huisziltenhuis te Leyden, die heden
voor het Prov. Geregtshof in Zuidholland zouden zijn gehoudenzijn voorloo-
pig uitgesteld tot 30 Maart aanst.daar er onderhandelingen tot schikking
plaats hebben.
De Eerste Kamer der Stalen-Generaal is bijeengeroepen tegen Dingsdag
den 7<len December aansl.
Er is op het Buitenhof een begin gemaakt met de voorloopige werk
zaamheden voor de plaatsing van het standbeeld van wijlen Z. M. Willem II.
Provinciale Staten van Zuidholland.
Zitting van Woensdag 24 November.
In deze zitting hebben Gedep. Staten kennis gegeven, dat zij de lijst heb
ben opgemaakt der kiesdistricten, waarin de leden der Prov. Staten moeten
geacht worden gekozen te zijn. Ter inzage gelegd van de leden terwijl
de loting tot vaststelling van den rooster van aftreding bepaald is op aan
staanden Vrijdag.
Verschillende commissien hebben verslag gedaan op in hare handen ge
stelde stukken. Onder anderen was dit het geval met de commissie belast
met het onderzoek van al hetgeen betrekking heeft tot het treffen van schik
king met de Regering van 's Gravenhageen de Uitgevers van het Dagblad
van 's Gravenliagebetrekkelijk de opname van alle officiële stukken der
Provincie in dat Dagbladen het mededeelen van een verslag der handelin
gen van de Provinciale Staten in een Bijblad tot die Courant. Er hebben
over dit punt zeer langdurige beraadslagingen plaats gehad. Een voorstel
van den Heer Roest van Limburg, niet met genoemd Dagblad maar met de
Uitgevers van de Nieuwe Rotterd. Courantte onderhandelendat zijns
inziens meer tot bevordering van de openhaarheid zou leiden, is verworpen
met 39 legen 18 stemmen. Gedeputeerde Staten zijn gemagtigdom te dien
aanzien in nader overleg te treden.
Is besloten Gedep. Staten uit te noodigen zich andermaal tot de Minister
van Binnenl. Zaken te wenden, met verzoek, dat er vóór den winter van
het aanstaande jaar een stoomgemaal op den IJssel worde aangelegd; terwijl
de Staten tevens hebben besloten een adres over dit onderwerp aan de Tweede
Kamer in te dienen. Dat adres is bereids aangenomen.
Een adres aan het ambachts-bestuur van Hazerswoude, dat zich beklaagt
dat de landen aan de Noordzijde van den Rijn aan geen peil zijn onder
worpen, en die verzoeken dat bij het in overweging nemen van het Regle
ment voor Rijnland, een voorschrift dienaangaande worde gegeven, is afge
wezen maar het adres aan Gedep. Staten verzonden, ten einde daarop acht
te slaanwanneer er eene keur of verordening dienaangaande aan hunne
goedkeuring mogt worden onderworpen.
De volgende zitting is bepaald op Vrijdag aanst.
'ftveede Béamer der Staten-fienemat.
Vervolg der zitting van Dingsdag 23 November.
De Minister van Justitie voert nog nader het woord, om te verklaren dat
hij wel gezind is partiële verbeteringen aan te brengen, wanneer niet spoedig
eene geheele reorganisatie van het onderwerp kan worden ondernomen. Om
trent de regtelijke organisatie kan hij verklaren, dat zijn stelsel is, vereenvou
diging en verbetering van het bestaande, waaruit van zelf mindere kostbaar
heid zal kunnen voortvloeijen.
De algemeene beraadslagingen worden daarop gesloten en die over de arti
kelen geopend. Alleen art. 17 kosten van algemeene of Rijks-Policie)
geeft tot ernstige beraadslagingen aanleiding.
De Minister beantwoordt de gemaakte bedenkingen. De Rijkspolicie is in
een tijd van overgang, geboren ten gevolge der beslissing, voorleden jaar
door de Kamer genomen, en welke ten gevolge heeft gehad het bekende Ko
ninklijk besluit van 17 Dec. De Minister kan daarin geene verandering
brengen, uit hoofde de commissie, belast met het verslag nopens de policie,
eerst onlangs dat verslag heeft voltooiden dit inderdaad de grondslag der
voor te dragen wet zal zijn.
Nadat nog de Heeren van Nierop, Godefroi en Provó Kluit het woord heb
ben gevoerd, wordt art. 17 verworpen en wel met 32 tegen 30 stemmen.
Het geheele aldus gewijzigde Hoofdstuk IV Justitieis aangenomen met al
gemeene stemmen op ééne na, die van den fleer Jongstra.
Zitting van Woensdag 24 November.
In deze zitting zijn de algemeene beraadslagingen geopend over Hoofdstuk V
Rinnenlandsche Zahen) der Staatsbegrooting voor 1853.
De Heer van Gollstein heeft het ontwerp bestreden.
De Heer Groen van Prinsterer heeft de politieke rigting van den Minister
bestreden. Hij verklaarde zich te vereenigen met het gezegde in de afdeelin-
gendat de armenwet een Napoleontischen geest ademt. Hij beklaagde zich
dat aan het hijzonder onderwijs nog steeds moeijelijkheden werden in den weg
gelegd. Hij verlangde regeling van het openbaar onderwijs, daar dit naar
zijne meening steeds meer wordt gedesorganiseerd, doch zou de begrooting
waarschijnlijk goedkeuren.
De Heer van der Veen heeft den vorigen spreker tegengesprokendat het
openhaar onderwijs zou zijn achteruitgegaan. Hij beweert juist het tegendeel.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft de beide eerste sprekers beantwoord.
De Heeren van Goltstein, Bachiene, van Lynden, Mackay, Gevers Deynoot
en van Nierop hebben vervolgens nog het woord gevoerd, hetzij tot beant
woording van sommige argumenten des Ministers, hetzij tot het vragen of
verstrekken van nadere inlichtingen aan den loop der beraadslagingen ontleend.
De Minister heeft daarop andermaal het woord gevoerd, en onder anderen
toegezegd, dat de wet op het armbestuur zal worden ingediend aanstonds na
de rust die de Kamer nemen zalna afhandeling van deze begrooting en van
nog eenige andere wetten.
De beraadslagingen zijn gevorderd tot art. 50. Al de behandelde artikelen
zijn onveranderd aangenomen. Morgen voortzetting.
In de Kamer is ter goedkeuring medegedeeld een tractaat van handel
en scheepvaart met de Republiek van Costa-Rica (in onze vorige door verkeerde
opgave Portorico genoemd), een kleine Staat van ongeveer 150,000 inwoners,
in de nabijheid der landengte van Panama.
Eergisteren is alhier aan het Ministerie van Binnenl. Zaken de eerste
telegraphische depêche van Brussel, door de nieuwe inrigting, ontvangen. Zij
is in 33 min. tijds overgebragt. De linie kan als voltooid beschouwd worden.
ROTTERDAM, 24 November.
Aanstaanden Maandag zal alhier het Tooneelspel de Vrek worden opgevoerd
en wel ten voordeele van den Ileer C. van Hanswijk en lot zijn afscheid, na
eene 50-jarige tooneel-dienst. Zeldzaam is zulk een lange loopbaan. Den
3den November 1802 trad v. Hanswijk voor het eerst, op het Rotterdamsch
tooneel, bij het gezelschap toen onder directie van den beroemden Ward
Bingley op, met de rol van Windberg in het blijspel de Herstelde Misslag
van M. Westerman, welke rol hij toen als liefhebber vervulde. Onafgebroken
heeft hij sedert, verre weg het grootste gedeelte hier ter stede, gedurende
meer dan 50 jaren, het tooneel betreden en zich, in zoo vele onderscheidene
rollen, eenen welverdienden roem verworven. Er kan dan ook wel niet aan
getwijfeld worden of de grijze, meer dan zeventigjarige kunstenaar, zal in de
talrijke deelneming van het publiek aan een zoo zeldzaam feest het bewijs
vinden van de achting en genegenheid die men hem toedraagt en die hij zoo
zeer is blijven verdienen. RottCour.)
AMSTERDAM, 24 November.
Gisteren werd bij de Arrond. Regtbank alhier de zaak behandeld van de
stad Leyden tegen den Staat, betrekkelijk het Haarlemmer-Meer. Het gold
echter geenszins de hoofdzaak zelve, maar een van wege den Staat opgewor
pen incident over productie van stukken.
Zie hier wat er van de zaak is. Op den 21sten Junij 1851 heeft de stad
Leyden den Staat gedagvaard. De Slaat heeft bijkans 8 maanden laten