BUITENLANDSCIIE BERIGTEN. had reeds voorlang tot ccne wetsvoordragl aanleiding moeten geven. De Rapporteurs hebbennaar aanleiding van het verlangen in de Afdeelingen geineend de zaakhij vernieuwing en met aandrangter sprake te moeten brengen, hopende, dat deze herinnering de laatste zal wezen, welke van de Kamer, betreffende dit onderwerp, behoeft uit te gaan." Tot de behandeling der afzonderlijke artikelenovergaande dringt der Com missie onder anderen aan op de opheffing van hel Hoog Militair Geregtshof en de vervanging van hetzelve door een Geregtshof zamengesteld uit gedele geerde leden van een Prov. Geregtshof en van Hoofd-Officieren. Volgens de Commissie, zou daardoor cene belangrijke besparing kunnen worden verkregen. Nog heeft de Commissie zich ongunstig verklaard, ten aanzien van den toestand der Rijks-policiezoo als die hij de wet van 17 Dec. 1851 is inge- rigt. Voorts is de bedenking geopperd, dat het stelsel, waarnaar de gevan genissen worden beheerdte oinslagtig is. Wweetle Süasner eier tStatesi-desiemaS. Zitting van Donderdag 14 October. Jn deze zitting zijn ingekomen verschillende Koninklijke boodschappen, ten geleide van even zoo vele wets-ontwerpen met memoriën van toelichting, te welen 1". tot regeling van den pligt der provincie om behoeftige gemeenten te hulp te komen (ter vervanging van het ontwerp deswege, hetwelk door de Eerste Kamer is verworpen)2°. tot het verleenen der toestemming tot het huwelijk van Prins Hendrik der Nederlanden met Prinses Amalia van Saksen- Weimar-Eisenach 3°. tot regeling der ontvangsten en uitgaven wegens ver strekkingen tot 31 December 1852 (in de vorige zitting onafgedaan gebleven). Al deze stukken zullen worden gedrukt en rondgedeeld en naar de afdee lingen verzonden. Nog is ontvangen ecne missive van dan Minister van Binnenl. Zaken waarbij, ingevolge art. 195 der Grondwet, wordt aangeboden het verslag nopens den slaat van het armwezen over 1850. Drukken en ronddeelen, en in handen eener Commissie, bestaande uit de Heeren Ten Cate, Heems kerk, van Hall, van Voorst en Luyben. ROTTERDAM, 12 October. De Heer AA'. van Suylekom vierde gisteren zijne gouden bruiloft, in bijzijn van verscheiden kinderen, kinds- en achterkleinkinderen; drie jaren geleden is zulks door zijnen broeder gevierd, welk paar thans ook nog dit feest bijwoonde. AMSTERDAM, 13 October. AVij vernemen, dat de Heer Jhr. Mr. J°. de Bosch Kemper, in de Raads vergadering van den Gllcn dezer benoemd tot Hoogleeraar in de Ilegtsgeleerd- lieid en staatswetenschappen, bij de doorluchtige school alhier, heden zijn ontslag als Advocaat-Generaal bij het Provinciaal Geregtshof in Noord-Holland heeft verzocht, ten einde daarna het Iloogleeraars-ambt te kunnen aannemen. Alhier is een terrein aangekocht, op een der uitmuntendst gelegen ge legen gedeelten aan den buitenkant der stadom wanneer door algemeene belangstelling, genoegzaam fonds aanwezig is, dadelijk met den aanbouw van een voor matrozen-logement geschikt locaal te beginnen. ELLEKOM (bij Arnhem), 12 October. A'oor ongeveer drie weken werd bij den Predikant van Rossnm alhier, door middel van inbraak, een zilveren schrijftoestel ontvreemd en een kistje met 700 gulden aan bank- en muntbilletten, van den dader werd niets verno men. Den volgenden Zondag hield zijn Z.-Eerw. opzettelijk over het gebeurde ecne leerrede, naar aanleiding der woorden: s vergadert u geene schatten op de aardedaar ze de mot en de roest verderften daar de dieven doorgraven en stelen. Maar vergadert u schatten in den hemel, daar ze noch mot of roest verderft en daar de dieven niet doorgraven en stelen. AVant waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn." (Matth. VI. vs. 19 tot 21). Zoowel de verklaring, als toepassing was treffend en de belangstelling algemeen, 'tSchijnt dat de dief zelf onder het gehoor des Leeraars zich bevond, en de preek bij hem hare uitwerking niet gemist heeft. Den volgenden morgen namelijk vond de Leeraar het gestolene ongeschonden op het raamkozijn staan, en was niet weinig verwonderd, het naziende, dat niets daarvan ont brak, en hij aldus zich weder in het gerust bezit gesteld zag. MAASTRICHT, 11 October. Gisteren overleed de Heer L. M. II. S. Baron von Quadt AVickeradt von Huchtcnbruck, gepens. Generaal-Majoor der Infant., Ridder der MilitaireAVil- lemsorde 4t,c kl. en van den Nederlandschen Leenw. Hij was op den 21sten Sept. 1776 te Arnhem geboren. De overledene kenschetste zich door een edel opregt en standvastig karakterhij gaf in zijne langdurige militaire loopbaan meermalen bewijzen van kennis, moed, beleid en trouw, en bewees, vooral in de mocijelijke dagen van 1830 en 1831, zeer gewigtige diensten aan den lande en aan zijnen A'orst. De algemeene achting volgt hem in het graf. Hblad ENGELANB, LONDEN, 11 October. De openbare bad- en wasch-inriglingcn voor de arbeidende klasse alhier vinden van dag tot dag meer deelneming. De 7 inrigtingen van dien aard werden in het laatste vieren deelj aars door 378,167 badenden bezocht, hetgeen 4,884 opbragt, en door 41,535 waschvrouwendie voor 93,386 uren 5(16 betaalden. De baden kosten 2 pence en elk uur om te wasschen, waar toe de inrigting waschgerei en warm water levert, en het goed laat droogen, insgelijks 2 pence. De inteekening te Manchester geopend om de gedachtenis van AVetiina ton te vereerenheeft reeds 65,000 opgebragt en men berekentdat weldra het dubbel van die som, zal ingeteekend zijn. Men zal er een ruiterstand beeld voor oprigten. Er zal tegen het einde van het jaar bijna geen stad van belang zijn, waar niet een standbeeld voor den Hertog zal opgerigt wezen. FEMSRIJH, PARIJS11 October. De merkwaardige rede van den President te Bordeaux, luidt, na een paar regels tot dank voor de ontvangst aldaar, als volgt: Het doel dezer reis wasgelijk gij weet, door eigen aanschouwing onze schoone zuidelijke gewesten te leeren kennen en hare behoeften grondig te verstaan. Zij heeft intusschen tot eene veel gewigtiger uitkomst geleid. Nooit toch, ik zeg het ronduit zonder hoogmoed en zonder valsche nederigheid, is door een volk meer regtstreeksmeer uit eigen bewegingmeer eenstemmig de wil betuigd om zich van de zorgen der toekomst te ontslaan door de be vestiging van een hem welgevallig staatsgezag in dezelfde hand. Het is door dat het thans het hedriegelijke kent van de verwachtingen waarmede het gevleid werd, en de gevaren waarmede het werd bedreigd. Het weet dat de burgermaatschappij haren ondergang in 1852 te gemoet ging, dewijl elke partij zich bij het vooruitzigt op de allen wachtende schipbreuk troostte met de hoop, hare vlag op het opdrijvende wrak te zullen planten. Het dankt mijdal het schip gered is met de ophijsching van de vlag van Frankrijk en geene andere daarnevens. Genezen van zijne ingenomenheid met ongerijmde theorien is het volk tot de overtuiging gekomen dat die gewaande hervormers slechts droomers warenwant er was nimmer evenredigheid en zamenstemming tnsschen de door hen te werk gestelde middelen en de beloofde uitkomsten. Thans omringt Frankrijk mij met blijken zijner toegenegenheid omdat ik niet behoor tot het geslacht der in eene denkbeeldige wereld levende lie den. Om 's lands belang te bevorderenis het niet noodig nieuwe stelsels toe te passenmaar in de eerste plaats vertrouwen op het tegenwoordige gerustheid voor de toekomst te geven. Dat is de reden waarom Frankrijk tot het Keizerschap schijnt te willen terugkeeren. »Er is evenwel eene beduchtheid waarop ik moet antwoorden. Zekere argwanige lieden zeggenhet Keizerschapdat is de oorlogIk zeghet Keizerschap, dat is de vrede! Het is de vrede; want Frankrijk verlangt het, en wanneer Frankrijk tevreden is, dan is de wereld in rust. De roem kan wel overgedragen worden als een erfgoed, maar niet de oorlog. Of hebben de vorsten die te regt roem droegen op hunne afstamming van Lodewijk XIV, zijne oorlogen hervat? Men oorloogt niet vermaakshalve maar uit noodzaak; en in die overgangstijdenwaarin allerwegenevens zoovele elementen van welvaart, doodelijk verderf ontkiemt, kan men naar waarheid zeggen: Wee hem die in Europa het eerste sein mogt geven lot eene botsing wier gevol gen onafzienbaar zouden zijn »Doch ik erken het, ik heb even als de Keizer menige verovering te ma ken. Ik wil, gelijk hij, de afgescheiden partijen veroveren en voor de een- dragt winnen; ik wil in den grooten stroom der natie die spranken teruglei den, welke thans, van de groote bedding afkeerig, zonder nut voor iemand te niet loopen. Voor de godsdienstvoor de zedelijkheidvoor den welstand wil ik dat nog zoo talrijke gedeelte onzer bevolking veroveren, hetwelk mid den in een land van geloof en godsdienstzin ter naanwernood de geboden van Christus kenthetwelk in het vruchtbaarste land der wereld naauwelijks met deszelfs vruchten zijne nooddruft kan voldoen. Wij hebben onafzienbare woeste gronden te ontginnenwegen te banenhavens aan te leggenrivie ren bevaarbaar te makenkanalen te voltooijenons spoorwegnet volledig te makenwij hebben tegenover Marseille een uitgebreid Koningrijk Fransch te makenwij hebben al onze groote westelijke havens nader te brengen tot het vasteland van Amerika, door de ons nog ontbrekende middelen van be spoedigd verkeer; wij hebben eindelijk alom puinhoopen weder op te bou wen valsche begrippen te doen verdwijnenwaarheden te doen zegevieren. »Zoo zoude ik het Keizerschap opvatten, indien het Keizerschap moet worden hersteld. Dat zijn de veroveringen waarop ik peins, en gij alle rondom mij, die met mij 's lands heil wenscht, zijt mijne soldaten." Bij zijn vertrek van Bordeauxzeide de President tot den AlaireGij hebt mij ontvangen als eenen souvereingedenkt mijner als eenen vriend." De President die 's avonds den Uien dezer te Angoulême en de volgende dag te Rochefort is aangekomen, wordt aanstaande Zaturdag den 16den te Parijs verwacht, en zal aan het station van den spoorweg naar Orleans door de burgerlijke, geestelijke en militaire hooge autoriteiten worden ontvangen. Omtrent het werk van den Graaf de Montalemherthetgeen dezer dagen als voltooid is aangekondigd, verneemt men dat dit geschrift hoofdza kelijk ten betooge strekken zou, dat het Katholicisme steeds gewonnen heeft bij de vrijheid van beraadslaging, en dat derhalve de leerstellingen van de Univers evenzeer in strijd zijn met de belangen van de Godsdienst als met de welbegrepen onafhankelijkheid van den menschelijken geest. In het kort, het nieuwe werk van den Katholieken redenaar en auteur zouhoe vreemd het klinken moge, geheel tegen het dagblad gerigt zijn, dat zich het orgaan der Katholieke partij blijft noemen, hoe dikwijls ook gelogenstraft. Het fabriekwezen is, volgens de Pressebekomen van den hevigen schok aan hetzelve door de gebeurtenissen van 1848 toegebragt. De bestel lingen van weelde-artikelenvooral ook voor Turkije, Rusland en Spanje, zijn weder aanzienlijk. Te Montauban zijn de Hoogleeraren van de faculteit der Protcstantscho Godgeleerdheid aan den President voorgesteld. De Deken der faculteit ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2