LEYDSCHE
COURANT
BIXNEXLANDSCflE i'ËRSGTEX.
De Courant wordt MaandagWoensdag en
Vrijdag uitgegevenDie van Maunaug komt ^'T T jO .A. Cs
uit Zaturdag Avond. J
De Prijs der Courant is f12 in het jaar
de afzonderlijke nomrners worden tegen 10
Centen afgegeven
LEYDEN14 October.
De Oude- en Nieuwe Rotterd. Cour. bevatten elk een ingezonden stuk
over den slechten toestand van het houtwerk op den Holl. spoorweg en het
belang dat ten dien aanzien afdoende maatregelen worden genomen. Het
Hundelshl. meent te dezer gelegenheid twee opmerkingen to moeten maken,
ten eerste, om oven als in genoemde stukken aan te dringen tol onderzoek
ook van Regeringswege, en ten andere, dat het bestuur van den spoorweg
heter zou doen om terstond officieel de waarheid bekend te maken, dan een
stelsel van geheimhouding aan te nemen dat voedsel geeft aan allerlei ge
ruchten die al gaande weg hoe langer hoe vrecselijker gebeurtenissen ver
spreiden.
Wij zien ook niet in wat het bestuur bij die geheimhouding winnen kan.
Gebeurde ongelukken uit wat oorzaak dan ookkunnen toch onmogelijk
verzwegen of verborgen blijven, en nu foltert die geheimhouding honderden
door de vreeselijke angst der onzekerheid.
Onder het afdrukken dezer, verneemt men dat van Regeringswege I
bereids eene Commissie benoemd is lot onderzoek van het terrein en het I
materieel van den Holl. IJzeren Spoorweg.
Het stoomgemaal van honderd paarden-krachtte halfweg Amsterdam I
en Haarlem gesteldvervaardigd in de fabriek van de Heeren P. v. Vlissingen j
en van Heel in de eerstgenoemde stad, en bestemd ter ontlasting van Rijn- I
lands boezem, ter zake van het droogmaken van het Haarlemmermeer, is in I
tegenwoordigheid van leden der commissie voor deze droogmaking, in werking I
gebragt en daarbij is bevondendat al de werktuigelijke deelen goed waren I
gesteld. De verdere voltooijing zal nu spoedig kunnen volgen en het stoom- I
gemaal zal derhalve eerlang tot verlaging van den genoemden boezem dienst
kunnen doen.
Behalve de reeds vermelde ongelukken op zee zijn nog berigten ontvan
gen van het vergaan van 8 vaartuigen. Twee zijn onbemand in zee gevon- l
den, zijnde het eene door Kapt. Visser, van Hamburg, met 4 man zijner
equipage bemand gewordenen het andereeene schooner te Texel binnen
gesleept. Nog is te Zoutkamp aangedreven een fleschwaarin een briefje is
gevonden met de woorden: in de laatste oogenblikkenKapt. F,. II. Alirèns,
schip Marie van Boslock.
- Aan de stadswaag te Groningen is den llde" eene koe gewogen, wc
gende 1572 halve Ned. ffi, zij zal verder worden gemest. De moeder van
die koe was in 1846, verkocht voor 400.
Te SC Michiel-Gestel is op den huize Ruwenherg den C'len dezer het
opvoedingsgesticht geopend, bestemd om jongelingen voor den Priesterlijken
stand voor te bereiden. Er zijn reeds over de 60 kweekelingen in opgenomen.
- In het Weekblad vim 't Regt kwam dezer dagen een opstel voor over
de in aantal steeds toenemende Faillissementen, eene kwaal, die voor onze
nijverheid een vernielende kanker dreigt te worden, als een ervaren heelmees
ter niet spoedig de wonde uitsnijdt of uitbrandt.
Het gestadig toenemend getal, zegt dat artikel onder anderen, levert een
verontrustend verschijnsel voor de toekomst. Een Faillissement is niet meer
een voorwerp van schande en oneer maar het gewone huismiddel voor den
koopman en winkelier, om zijne zaken, die door zorgeloosheid, luiheid, on
kunde, uilspattingen, weelde en gewaagd spel in eenen berooiden toestand
zijn geraaktzoo al niet daaronder zelfs bedrog verscholen iste herstellen
hel is de weg om een ander op eene legale wijze van zijn eigendom te ont
zetten. Men vreest niet meer de Failliet-verklaringen; integendeel, het is een
zwaard, waarmede men den schuldeischer, die het waagt zijnen schuldenaar
met eene geregtelijke vervolging te bedreigen, afschrikt. Voorbeelden zijn
daarenboven ten allen tijde besmettelijk geweest.
Niet vreemd alzoo, dat wij het aantal Faillissementen lot die vroeger on
gekende hoogte zien klimmen, en, zonder voorbehoedmiddelen daartegen,
verwachten kunnendat dit kwaad zich nog gestadig zal uitbreiden. Doch
vreemd noemen wij het, dat men het verschijnsel ziet, herhaalde klagten
daarover hoort aanheffen, maar het hierbij ook laat blijven. Geene poging
is tot dusverre aangewend om de oorzaken dier aanstekende ziekte op te spo-
ren, geen middel tot dusverre aangewezen om die ziekte te breidelen.
De zaak komt ons evenwel ernstig genoeg voör ter overweging. Onbereken
baar is het nadeel, 't welk de maatschappij direct en indirect door de Faillis
sementen lijdt. Direct wordt dit ondervonden wanneer de schuldeischer, in
plaats zijner volle 100 pCt.slechts een klein gedeelte daarvan ontvangt;
doch niet minder groot en algemeen is het nadeel't welk de maatschappij
op eene meer indirecte wijze daardoor ondergaat. Vraag het den winkelier,
waarom zijne zaken genoegzaam stilstaan en als uitgestorven schijnen, en hij
zal u wijzen ojr den Gefailleerde, die vóór zijn Faillissement zijne waren
langs alle wegen en tegen iederen prijshoe laag ookis gaan verkoopen
wiens goederen later, ten gevolge van het Faillissement, geregtelijk bij open
bare veiling worden te gelde gemaakt of wel door den Gefailleerde zeiven
na aangenomen accoord, bij wijze van uitverkoop verre beneden de fabrieks
prijzen worden afgezet, om daarmede zijne weinig uitgeloofde procenten aan
zijne schuldeischers Ie betalen. Het verlies, door menig winkelier op deze
wijze geleden, zal welligt grooter zijn dan van velen der schuldeischers.
Doch zien wij vooral niet voorbij de nadeelige gevolgen, welke al die
Faillissementen op industrie en handelsgeest in het algemeen zullen moeten
uitoefenen. Welk nijver fabriekant of koopman zal zich langer aangemoedigd
vinden om zich in ondernemingen en speculatien te begeven daar, waar de
zekerheid is weggenomen, de vruchten van zijnen geest of arbeid te zullen
oogsten De goede trouw is de ziel van een handeldurft men daarop niet
meer te rekenen, dan is de ontwikkeling der nijverheid belemmerd, het han
delsverkeer aan handen gelegd.
Als middelen ter bestrijding van het kwaad noemt de ongenoemde schrijver
4°. het weigeren van het aan de schuldeischers aangeboden accoord, daar nu
de crediteuren, door het gemakkelijk aannemen, de mcdepligtigen worden
der menigvuldige Faillissementen 2°. minder slapheid en toegeeflijkheid aan
zijde van den Regter in het Homologeren van het accoord en het Rehabilite
ren van Gefailleerdendaar het geenszins ongelukkiger zijn, die door ge
waagde ondernemingen of gemis aan kennis achteruit gaanen die zich thans
hoopvol en getroost in een staat van Faillissement begevenom misschien
eerlijker en rijker daaruit terug te keeren; 3°. krachtige handhaving van
de strafwet op de bankbreuken door het Openbaar Ministerie.
De hier aangegeven middelen zullen zekerlijk meerendeels niet doeltreffend
genoeg bevonden worden, om er de geheele afwending van 't kwaad van te
verwachtenze zouden toch veel afdoen ter bestrijding van de kwaaldie
om 't belang der zaak wel van alle kanten met krachtige wapenen mag wor
den aangetast.
's GRAVENHAGE14 October.
Z. M. heeft den fuselier E. C. Rol liervan het wapen der infanterie in
j Oost-Indie, benoemd tot Ridder der 4de kl. van de Militaire Willems-Orde,
ter zake van zijn gehouden gedrag bij het dempenin de maand Maart
I 1851, van plaats gehad hebbende onlusten in de marga Boelan Tenga
i (Palembang).
I Z. M. heeft bij continuatie aangesteld onder anderen lot Kantonregter
I te Woerden Mr. C. J. N. Nieuwenhuis, en tot plaatsvervanger van den Kan-
I tonregter te Delft, Mp. II. A. A. van Berkel.
I! II. M. de Koningin en Prins en Prinses Frederik worden in het eind
I dezer of in het hegin der volgende maand van hunne huitenlandsche reis in
de residentie terugverwacht.
I Wij kunnen met zekerheid melden dat de Heer van Zuvlen van Nyevelt,
I als Minister van Buitenlandsche Zaken zal optreden.
Het voorloopig verslag der commissie van rapporteurs, betreffende het
j VIllc Hoofdstuk (Justitie) der begrooting voor het jaar 1853, is thans bekend
i geworden. In de algemeene beschouwingen leest men het volgende
«Vrij algemeen is men van oordeel geweest, dat vele opmerkingen, welke
j in gewone gevallen niet achterwege zouden blijven, thans minder gepast
1 moesten schijnen. De Minister toch, eerst onlangs aan het hoofd van dit
i departement geplaatst, kan nog niet den tijd hebben gevonden, om reeds de
I vruchten te doen kennen van zijn arbeid aan zoo vele onderwerpenwelker
j opsomming sedert een groot aantal jarenpleegt te geschieden.
Meermalen werd de aandacht der Regering gevestigd op den arbeid der
Ij Staats-Commissie, in der tijd benoemd, om de Regering voor te lichten ten
j aanzien eencr noodzakelijke herziening der wetten van Franscben oorsprong,
Ij! welke hier nog geldig zijn. Die arbeid, op het einde van 1849 voltooid,