dcrc instellingen van weldadigheiden de Staat zich het regt zou aanmatigen regtstreeks over fondsen en inkomsten te beschikken, die niet aan hem, maar of aan de Kerk, of aan kerkelijke gemeenten, of aan andere bijzondere ver- eenigingen toehehooren. Voorts achtte men door de uitdrukking goed der armen een wapen te meer in de hand gegeven aan hendie de stelling bestrijdendat de hier bedoelde bezittingen en inkomstenofschoon dan ook tot een bijzonder doel bestemd, het goed, het eigendom zijn der bijzondere instellingen zelve, in welker boezem zij bijeengebragtof aan wie zij door liefdadigen toevertrouwd zijn. De algemeenheid der uitdrukkinggoed der armen zou daarenboven aan de mogelijkheid eener ineensmelting van armenfondsen van onderscheiden aard en oorsprong kunnen doen denkenaan welke mogelijkheid men zelfs in de verte geen voet zou willen geven. 3. De strekking der wet, om het Staatsgezag over alle instellingen van weldadigheid zonder onderscheid uit te breiden, werd ook uit een staathuis houdkundig oogpunt bestreden. De Staats-armenzorg vindt tot nu toe hier te lande een krachtigen steun in de bijzondere weldadigheid, die vooral in het godsdienstig gevoel haren wortel heeft. Vrijheid is ook haar levensbeginsel. Onderwerpt men den kerke] ijken arm verzorger aan te belemmerende bepalingen; dreigt men hem, ook wanneer hij het goede beoogt, met onaangenaamheid en zelfs met straf, hij zal zich van zijne toch reeds ondankbare taak trachten te ontslaan en moeijelijk goed te vervangen zijn. Evenzoo zullen bijzondere instellingen van weldadigheid liever het werk der liefde opgeven, dan zich aan de bemoeijing van het Staatsgezag te onderwerpen. Te gelijk zal de bron, waaruit de bijzondere weldadigheid gevoed en tot werkzaamheid in staat gesteld wordt, opdroogen. Niet de openbare, maar de kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid zien zich in den regel door legaten en schenkingen tot het uitbreiden van haren werkkring in slaat gesteld. Juist door het ontmoedigen der bijzondere weldadigheid langs den aange- duiden weg, zou datgene in 't leven worden geroepen wat de Regering zelve, blijkens de Memorie van Toelichting, zoo veel mogelijk wil verhoeden; dat men namelijkna korter of langer tijdonfeilbaar zou geraken tot eenc eigenlijk gezegde armenbelasting op ecne steeds toenemende schaal. In het beheer der kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid, zegt menbestaan misbruiken en verkeerdhedendie met meer kracht dan tot nu toe moeten worden tegengegaan. Men wil dit geenszins geheel ont kennen maar meent tevensdat men die somtijds overdrijft en dat in allen gevalle reeds veel is gedaan om daaromtrent verbetering tot stand te brengen. Laat men aan de kerkelijke en bijzondere armbesturen eene genoegzame mate van vrijheid en zelfstandigheid, zij zullen, opgewekt door den geest des tijds, die hoe langer zoo meer op de zaak van het armwezen is gevestigd, voorge licht door de talrijke geschriften van deskundigen, tot pligtsbetrachting aan gemoedigd door de thans hier te lande heerschende openbaarheid, toenemend aan hunne roeping trachten te beantwoorden. Daarentegen zal, indien het burgerlijk armbestuur steeds wordt uitgebreid, niet slechts de armenzorg, waarvoor de uitgaven dan groolendeels uit de ge- meene schatkist zullen worden geput, gestadig meer geld verslinden; maar die zorg ook op eene minder doeltreffende wijze worden geoefend. De kerke lijke armverzorgers en de bestuurders der bijzondere instellingen van welda digheid zijn toch beter dan eenig burgerlijk bestuur in staat, bij de onder steuning van behoeftigen op datgene te letten, wat daarbij bovenal in aan merking behoort te komen. Zij kunnen beter de wezenlijke behoeften van het verarmde gezin onderzoeken; met meer grond heoordeelen, of de te verstrekken gift werkelijk goed zou zijn besteed, dan wel slechts dienen zou tot het voeden van luiheidlediggang en zedeloosheid. Ook achtte men de strekking der wet vooral daarom verkeerdomdat het onvermijdelijk gevolg van hare toepassing verzwakking van den invloed der Kerk op een groot deel der bevolking en toenemende invloed der Regering op do bedeelden en de opvoeding der kinderen van dezen zou zijn. Die invloed der Kerk moest, hunnes inziens, in het welbegrepen belang van den Staat niet worden verzwakt; maar integendeel versterkt en beschermd. Opvoe ding van Staatswege was nooit anders dan als een noodzakelijk kwaad toe te laten, omdat de Staat, als zoodanig, geen godsdienstig beginsel op den voorgrond kan stellenen omdat opvoeding zonder godsdienst allen wezen lijken grondslag mist. Vrv. en Slot in het volg. Nomm 's GRAVENHAGE 23 September. Rij Zijner Majesteit besluit van den 16<lcn dezer, is tot Raadsheer in het Provinciaal Geregtshof in Groningen benoemd Mp. G. AV. II. Baron van Imhoff, thans Burgemeester der gemeente Groningen. Z. M. de Koning zal zich aanstaanden Zondag naar het Loo begeven en zal er, naar men verzekert, omstreeks acht dagen verblijven. Men verneemt, dat de Heer van Sonsbeeck gisteren den Koning zijn ontslag heeft gevraagd als Minister van Buitenl. Zaken en voor de zaken der R. K. Eeredienst. Uit Munchen meldt men van den IS11611, dat II. M. de Koningin aldaar is aangekomen, om bij het Hof een bezoek af te leggen en er cenige dagen te vertoeven. Ook de Koningin van Pruissen werd er verwacht. Men meldt uit Luxemburg dat Z. K. H. Prins Hendrik aldaar tegen den 30sten verwacht werd, om tegenwoordig te zijn bij de uitdeeling der medailles voor de Tentoonstelling der Nijverheid. Den 5den October zou Z. K. II. de Stenden in persoon openen. De Minister van Marine is voornemens drie oorlogschepen met hulp- Bloomvcrmogen (schroef) te doen aanbouwenals twee te Amsterdam en een te Vlissingen; de bevelen om de plannen voor die schepen te ontwerpen, zijn reeds gegeven. Bij gelegenheid van de opening van de gewone Vergadering der Staten- Generaalmeenen wij hier te moeten laten volgen de naamlijsten der leden waaruit de beide Kamers thans zijn zamengesteld EERSTE KAMER. Noordbrabant. Jh1'. Mr. M. A. J. van der Beken Pasteel, Jhr. L. J. B. van Sassen van Ysselt, B. Verhey van den Bogaard, II. P. van den Dries en F. J. F. de Bruyn. Gelderland. Jhr. Mr. C. E. J. F. van Nispen van Pannerden, Jhr. II. W. Baron van Aylva van Pallandt van AVaardenburg en NeerrijnenJhr. Mr. C. H. Baron van Rhemen van RhemenshuizenMr. C. C. van Lidth de Jeude en(in de plaats van de Heer van Meurs, die bedankt heeft). Zuidholland. D. BlankenheymO. B. 't Hooft, Mr. J. A. Philipse, Voor zitter, A. van Ryckevorsel Hz., Mr. A. Boxman, Jhr. Mr. AV. M. de Brauw en A. van AVeel Dz. Noordholland. H. van Beeck Vollenhoven, A. F. Insinger, Jhr. Mp. C. van ForeestD. BorskiJ. C. van Wessem en Jhr. Mr, F. L. H. J. Bosch van Drakestein. Zeeland. Mr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet en Mr. C. van der Lek de Clcrcq. Utrecht. Jhr. Mr. J. C. Martens van Sevenhoven en Baron d'Alblaing van Giessenburg. Friesland. Jhr. G. R. G. van SwinderenJhr. Mr. F. J. J. van Eysinga en Jhr. F. A. M. A. van Andringa de Kempenaer. Overijssel. Mr. W. H. Cost JordensMr. J. A. van Royen en Jhr. J. D. C. Baron van Heeckeren van Wassenaer. Groningen. J. de Sitter en Mr. J. J. Cremers. Drenthe. Mr. W. J. Tonckens. Limburg. L. F. U. BeerenbroekJhr. L. L. G. M. de Villers de Pi té en P. Rcgout. TWEEDE KAMER. Groningen. S. Blaupot ten Cate. Zuidhom. G. Reinders. Appingadam. J. F. Zylker en R. Weslerhoff. Assen. Mr. L. Graaf van Heiden Reinestein en Mr. P. van der Veen. Leeuwarden. Mr. J. Dirks en Mr. S. A. Verwey. Sneek. Mr. II. W. Huguenin en Mr. A. F. Jongstra. Dokhum. J. F. Ter Bruggen Hugenholtz. Steenwijk. J. A. de Fremery. Zwolle. Mr. B. AV. A. E. Baron Sloet tot Ollhuis en Mr. G. Groen van Prinsterer. Almelo. Mr. M. J. de Man en Dr. AV. R. Baron van Hoëvell. Deventer. Jhr. C. M. Storm van 's Gravesande. Zutphen. Mr. J. P. P. Baron van Znylen van Nyevelt en Mr. AV. H. Dullert. Arnhem. AV. Baron van Lynden en A. Baron Mackay. Nijmegen. Jhr. J. A. C. A. van Nispen van Sevenaer en Jhr. G. E. G. C. K. Dommer van Poldersveldt. Tiel. E. AV. van Dam van Isselt. Amersfoort. Mr. A. AV. Engelen en Mr. S. van AValchrcn. Utrecht. Mr. J. K. Baron van Goltstein en E. C. U. van Doorn. Hoorn. Mp. A. S. van Nierop en Jhr. Mr. D. van Akerlaken. Alkmaar. J. J. Rochussen en S. A. de Moraaz. Haarlem. Mr. AV. H. van Voorst. Amsterdam. Mr. M. H. GodefroiII. StolteMr. J. Heemskerk Bz.Mr. F. A. van Hall en Mr. H. Provó Kluit. Ley den. Jhr. Mr. D. T. Gevers van Endegeest en P. II. Baron Tacts van Amerongen lot Natewisch. Gouda. Mr. G. M. van der Linden en Mr. L. Mclman. Delft. Mr. K. A. Poortman en Mr. AV. AVintgens. Rotterdam. J. C. Baud en Jhr. Mr. AV. T. Gevers Deynoot. 's Gravenhage. Jhr. AV. Boreel van Hogelanden en Mr. P. C. Schooncveld. Dordrecht. Mr. G. A. de Raadt en Mr. P. Blussé van Oud-Alblas. Gorinchem. C. Schilfer. Middelburg. Mr. J. J. Slicher van Domburg en Mr. D. van Eek. Goes. P. J. Bachiene. Zierikzee. Mr. S. II. Ancmaet. Breda. Mr. L. D. Storm en Mr. K. A. Meeussen. Tilburg. Dr. C. L. A. Beens en Mr. F. J. Jespers. Eindhoven. J. F. van der Heyde en Mp. J. B. Bots. Maastricht. Mp. E. van AVintershoven en K. L. de Limpens, Roermond. Mp. P. L. de Lom de Berg en J. J. A. van AVylick. Boxmeer. Mr. J. B. J. Hengst. '.5 Bosch. Mp. J. L. A. Luyben en Dp. J. II. H. de Poorter. ISerste Kamer Aev Staten-Generaat. Zitting van Woensdag 22 September. In deze zitting heeft de Aroorzittcr berigt dat door de afdeelingcn benoemd zijn tot hare Voorzitters de Heeren Marlens van Sevenhoven, Boxman, Borski en Cost Jordens; tot hare Ondervoorzitters de Heeren Insinger, de Brauw, van Rijckevorsel en van Nispen van Pannerden; en tot leden der Commissie voor het ontwerpen van een adres van antwoord op de Troonrede de Heeren van Beeck Vollenhoven, de Jonge van Ellemeet, van Swinderen en van Andringa de Kempenaer. Dit ontwerp-adres onmiddellijk door de Commissie ontworpen, luidt aldus: Sire De Eerste Kamer heeft met de meeste belangstelling van U. M. vernomen, dat het Vaderland steeds in voorspoedigen toestand verkeert. Zij stelt op lioogen prijs de voortdurend goeie verstandhouding van Neder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2