LEYDSCHE COURANT. VRIJDAG, 30 JUL1J. BIMENLANDSCHE BERIGTEN. De Courant wordt MaandagWoensdag en Vrijdag uitgegeven. Die van Maandag komt vit Zaturdag Avond. AjJ, •J* :-;;v ■Of Prijs der Courant is ƒ12 in het jaar a. <ie afzonderlijke nornmers worden tegen 10 Centen afgegeven. LEYDEN, 29 Julij. Het Weekblad voor de Burgerlijke Administratie in het Koningrijk der Nederl. van heden bevat nog onder den titel van v Plaatselijke accijnsen. Voorstel van den Heer Hartevelt" liet volgende stuk »Na de beoordecling van dat voorstel door de Redactie van dit Weekblad, waarbij het is getoetst aan de lessen der staathuishoudkunde, en de verdedi ging van den voorsteller ten aanzien der gemaakte bedenkingenis nog niets in het midden gebragt tegen de afschaffing van het aceijnsstelselgelijk zulks is voorgesteld. Integendeel is dat voorstel ondersteund door den Heer Leembruggen, gewezen Raadslid en door vijf leden der Kamer van Koop handel en Fabrijkendie niet tot den Gemeenteraad behooren. Bij twee afzonderlijke adressen is de aanneming van dit voorstel aangeraden behou dens enkele wijzigingendie tot de heffing van den hoofdelijken omslag betrekking hebben, terwijl nog bij een derde verzoekschrift, dat evenwel als ongezegeld werd ter zijde gelegd, de afschaffing van den accijns op het ge maal door de broodbakkers is gevraagd. Het is van belang op te merken, dat de lessen der staathuishoudkunde in dit opzigt ondersteund en bevestigd worden door mannen van ondervinding. Zoo men menigmaal en soms niet ten onregte de lessen der wetenschap wan trouwt, omdat zij gebouwd zijn op eenzijdige beschouwingen of afgetrokkene bespiegelingen, hier is daarvoor geen grond, omdat de adressanten door ver- kregene kennis en ondervinding bevoegd kunnen worden geacht hun gevoelen uit te spreken. De Heer Leembruggen stond sedert een aantal jaren aan het hoofd van be langrijke inriglingen van nijverheid en maakte deel uit van den Stedelijken Raad. In ecrstgemelde betrekking kon hij den invloed nagaandien het plaatselijk accijnsstelsel op de stoffelijke en zedelijke welvaart der verschillende standen uitoefent.; maar als Raadslid heeft hij zich doen kennen, als iemand, die het geldelijk voordeel der stad en de opsporing van ongekende bronnen te bevorderen wist. Men is aan hem verpligt het voordeel, dat uit de ver pachting van den haardascli en het vuilnis verkregen wordtthans eene som van 4800 bedragende, terwijl vroeger de weghaling dezer voorwerpen ten koste der stad plaats had. Van 1838 tot 1848 was hij mede werkzaam in de finantiële Commissie, die het geldelijk beheer met orde en zuinigheid re gelde en aan wie de heffing der plaatselijke accijnsen reeds toenen dus voor dat de Gemeentewet daaromtrent regels stelde, verderfelijk en onbillijk voor kwam. Het oordeel van zoodanig iemand mag dus wel worden gewaardeerd. Maar niet minder is van uitnemend gewigt dat vijf leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken, die ieder aan het hoofd slaan van of deel hebben in de grootste handels- en nijverheids ondernemingen: de Hoeren DuRieuJr. de Fremery, Dros, van Geer en van Wensen, van hetzelfde standpunt de afschaffing van het bestaande accijnsstelsel aanraden. Omdat hunne inrigtin- gen werk verschaffen aan een aanzienlijk aantal arbeiders, zijn zij in staat te bcoordeelen, hoe het loon ten gevolge der plaatselijke accijnsen moet worden verhoogd en de mededinging daardoor wordt bemocijelijktmaar tevens hoe dat stelsel verarmt en demoraliseert. En tot bewijs hoezeer de belangen der broodbakkersnering met dat stelsel in verhand staan en de afschaffing der belasting op het gemaal daarvoor wcnschelijk is, kan het adres der bakkers strekken, die daarbij wijzen op het hoogst aanzienlijk gebruik van boekweit- en meelkoekendie het verbruik van brood belemmeren en een onvoldoend voedsel zijn voor den werkman terwijl de opmerking van een spoorwegbeambte dezer dagen gedaan een juist denkbeeld geeft van den toestand der hakkersnering. Hij gaf te kennendal waar hij ook in vroegeren en lateren tijd zich had bevondenalleen te Ley- den geregeld des Zondags de korenmolens maaldendat naar zijne meening zulks veroorzaakt werd door de hooge belasting, die ƒ6.38 per mud bedroeg; de hakker moet die voorschieten en van daar dat hij geenc grootc hoeveel heid vooruit laat malen, maar dat zoo lang mogelijk uitstelten toch is niets schadelijker voor den bakker dan het gebruik van vcrsch gemalen meel waaraan naar zijn oordeel was toe te schrijvenaan de eene zijde dat het Leydschc brood ook al was het van het beste graan gebakken slechts bij twee of drie bakkers deugdelijk en goed was, maar ook aan de andere zijde, dat de bakkerij aldaar in een kwijnenden toestand verkeerde. Wij zien met verlangen de beslissing op het voorstel en de gemotiveerde beschikking op de ingezondene adressen te gemoet." De Directeuren van de Nederl. Maatschappij tot bevordering van Nijver heid hebben uit naam der Maatschappijeenen gouden medaille geschonken aan den Hoogleeraar v. d. Boon Meschals een bewijs van dankbare erken tenis voor de door hem in de Groole Kerk te Haarlem uitgesproken redevoe ring, bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan der Maatschappij. Bij den wedstrijd van de Zaandamsche zeil- en roeivereeniging op 11. Zaturdag, heeft de Adelaar van den Heer E. J. Hoos alhier den prijs n°. 4 behaald. Den 4<,cn Augustus zal aan het locaal van het Ministerie van Binnenl. Zaken te 's Gravenhage aanbesteed wordende levering van eenige behoeften tot het in werking brengen van den Rijks telegraaph. De Kerkvoogden der Hervormde gemeente te Gouda zullen den lstcn September aanbestedenhel maken van nieuwe banken en verdere betimme ring van wagenschot, in de SU Janskerk, voor ruim 1400 zitplaatsen, met de levering van het daartoe benoodigde. De gedrukte bestekken zijn voor 1 verkrijgbaar bij den Boekhandelaar van Goor, te Gouda. Uit Kralingen wordt gemeld, dat de vangst der zalm dit jaar veel ruimer is dan in de laatst verloopen drie jaren. Uit 's Gravenhage wordt aan de Amst. Cour. geschreven: Het berigt, dat de concessie voor een onderzeeschen telegraaphtusschen Scheveningen en Harwich, verleend zou zijn aan den Heer Ruijsenaers te Fynaart, en dat die telegraaph binnen twee maanden gereed zal moeten zijn, is door buitenland- sche dagbladen medegedeeld en door eenige onzer dagbladen, en ook door u overgenomen. Dit berigt is echter niet juist. Immers het is niet de Heer Ruijsenaers te Fynaart (een geacht geneesheer, indien ik het wel heb) aan wien de concessie verleend ismaar aan Z. Ed. broeder die in deze do- micilium gekozen heeft, ten huize van Jhr. Mr. de Witte van Citters alhier. Deze concessie is krachtens Koninklijk besluit door den Minister van binncn- landsche zakenreeds in de eerste helft van Mei verleend. Een der artikels dier concessie behelst, dat de onderzeesche telegraaph gereed moet zijn en tot het overbrengen van tijdingen geschikt, binnen negen maanden na dag- teekening der acle van concessie. Door den ijver der concessionarissen is ech ter de zaak thans zoo ver gevorderd, dat men waarschijnlijk reeds in de volgende maand met het leggen der onderzeesche lijnen een begin zal kunnen makenen dus veel eerder gereed zal zijn dan men ingevolge het contract moet zijn. Mij voorbehoudende u later meer breedvoerige berigten, betrek kelijk deze belangrijke onderneming mede te declenbepaal ik mij voorloopig tot het bovenstaande. De N. Rott. Cour. bevat het volgend ingezonden stuk: In uw blad van 19 dezer zag ik dat het Amsterdamsch Handelsblad uit zekere bron vernomen haddat de Regering der Vereenigde Staten van Ame rika hel voornemen, tot eene uitrusting naar Japan, geheel had opgegeven. Dit is niet zoo; de voorgenomene expeditie gaat, zoo als die primitif beraamd was, ter geschikter tijd onder zeil en de Commandant heeft nog dezelfde pri mitive instruction. Zaturdag zag ik andermaal een artikeldoor u van 't zelfde blad overge nomen, waarin gewaagd wordt van eene vijandelijke uitrusting van de zijde van de gezegde Vereenigde Staten tegen Japandit is even erronneus als het vorige. De voorgenomene expeditie is hoegenaamd niet vijandigmaar ge heel van vredelievenden aarden van zoodanigen vredelievenden aarddat het Gouvernement van Nederland, bevriend met en bevoorregt door dat van Japan, daaraan de hand leent, zoo als uit het Amsterd. llandelshl.blij kens den verderen inhoud van beide aangehaalde artikelenbekend is. 's GRAVENHAGE 29 Julij. Z. M. heeft aan den Heer Mr. Nedermeijer Ridder van RosenthalOud- Minister van Justitie, en den lieer Jhr. van SprenglerOud-Minister van Oorlog, een bewijs van bijzondere onderscheiding gegeven, door hen te be noemen tot Grootkruis der Orde van de Eikenkroon. Z. M. heeft aan den Heer Camp, zijnen Architect, en de Hcercn Or donnans-Officieren Dumonceau en Snouckaert, een verlof verleend voor den tijd van drie maandenom naar Frankrijk en Italië te gaanten einde we tenschappelijke kennis in de architectuur en het militaire vak op te doen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 1