BUITENLANDSCIIE BERIGTEN. 'sGRAVENHAGE, 27 Julij. 7. M. heeft bepaalddat de betrekking van ambtenaar van den burger lijken stand vereenigbaar is met het lidmaatschap der reglerlijke magtook dan als aan die betrekking eene geldelijke toelage is verbonden. H. M. onze Koningin begeeft zich omstreeks de helft der volgende maand naar Ischlin Oostenrijkalwaardoor 's Konings zorgeen hotel voor II. M. in gereedheid wordt gebragt. H. M. de Koningin van Spanje beeft den Heer van SonsbeeckMi nister van Builenlandsche Zaken, enden Heer Thorbecke, Minister van Bin- nenlandscbe Zaken, begiftigd met bet Grootkruis der Koninklijke Orde van Karei III, en wel bij gelegenheid der arbitrale uitspraak van Z. M.den Koning der Nederlanden, over bet verschil, tusscben Spanje en Frankrijk ontstaanter zake van de in 1823 gedane aanhalingen. Bij diezelfde gele genheid is de lieer C. Ie Clercq, Referendaris bij bet Ministerie van Buitenl. Zakentot Commandeur dier Orde benoemd. De Minister van Justitie is lieden morgen in de residentie teruggekeerd, en beeft weder in het Hotel de Bellevue zijn' intrek genomen. De Tweede Kamer is legen den 3<len Augustus bijeengeroepen, om te beraadslagen over bet tractaat met Frankrijk, betreffende den nadruk. Vervolg van bet Verslag gedaan door de Gedep. Staten aan de Staten der Provincie Zuidholland. (Zie Nommer 82, 84 en 85). Uit het elfde Hoofdstuk Waterstaatontleenen wij het volgende: In de gesteldheid der rivieren in deze provincie beeft geene verandering van eenig belang plaats gehad. In verband met het wegnemen der ondiepten in de Merwede, voornamelijk tusscben Giesendam en Papcndrecht, zijn tevens ont worpen de middelen tot betere afvoering van het hoven-rivierwater, waartoe is voorgesteld, het beteugelen van sommige takken, liggende op den Biesbosch of het Bergsche velden het bewerken van een grooter afvoerend vermogen van de weslkildoor het opruimen van eilandenplaten en andere belem meringen en bet afgraven van den bekenden overlaat van Cruquius, om het afgevoerd wordende bovenrivierwater, met zoo min mogelijk beletselto brengen door de westkil naar de meer benedenwaarts gelegene rivieren. Deze ontwerpen betreffen niet alleen het gedeelte in deze provincie gelegen maar ook de provincie Noordbrabant, waarin vele der bedoelde killen, of een groot deel van den Biesbosch zijn gelegen. De uitvoering van deze ontwerpen, in 1850 aangevangen en in 1851 voort gezet, wordt dit jaar vervolgd. De reeds bekende uitwerking der aangelegde werken beeft doen ziendat dit beginsel van verbeteriug gunstige gevolgen heeft opgeleverden de onder vinding heeft tevens geleerd, welke werken nog gevorderd worden, om bet beoogde doel te bereiken, door al hetwelk men rekent te verkrijgen eene voor de dagelijksche scheepvaart verbeterde en diepere oude Merwedeen, betere afvoering van het boven- op opperwater en ijs, en waaruit men dus met eenigen grond mag afleidendat de gevarenwaaraan de districten langs de Merwede enz.in de wintermaanden dikwijls zijn blootgesteldzullen verminderen. Omtrent bet Haarlemmermeer worden de volgende bijzonderheden mede gedeeld De drie groote stoompompmachines blijven in hoofdzaak volkomen aan de verwachting beantwoorden, en werken nog even gemakkelijk en snel met al de pompen, als in den aanvang, en met eene steeds toenemende besparing in bet gebruik van brandstoffen. De verkaveling is naar gelang van de droogwording des bodems voortgezet. De Kagermeer en eenige andere drooge gronden zijn door kavelslooten in percelen verdeeld. Niettegenstaande den openen en over bet algemeen natten winter, was de stand van Rijnlands verkleinden boezem in dat afgeloopen saizoen niet onguns tig, en minder menigvuldig dan men onder zulke omstandigheden had kunnen verwachten, gezwollen boven bet maal peil van den molen ten zuiden van den Rijn. De werking van het krachtige stoomgemaal te Spaarndam beeft tot die goede uitkomst veel bijgedragen. Het tweede stoomgemaal van 100 paardenkrachten, mede om Rijnlands boezem van overtollig water te ontlasten, betgeen men bezig is op te rigten achter de Halfwegscbe sluizennadert zijne voltooijing. Het is overigens bekend, dat, naar aanleiding der zoo menigvuldige klag- ten over den hoogen waterstanddoor ingelanden van polders langs de Gouwe en van andere in het zuidelijkste deel van Rijnland gelegene polders, de Re gering de zorg op zich genomen heeft, om te onderzoeken, wat er gedaan kan worden tot verbetering ook van den waterstaat dezer, zou ver van de bestaande kunstontlastingsmiddclcn verwijderde landen. Deze zaak heeft ech ter tot dus verre baar beslag niet verkregenen ten gevolge van een aan uwe vergadering ingediend adreswaarin ook dit punt wordt behandeld zullen w ij bet voorstel doenom nogmaals bij de Regering op eene spoedige afdoening aan te dringen. De dijkenhoofden en paalwerkenom de aanvallen der zee te keeren bevinden zich over bet algemeen in voldoenden toestanddie echter van de polders Nieuwland en bet Noordland blijft zorgelijk. De duinendie deze polders beschermen moestenzijn over eene groote uitgestrektheid niet meer aanwezig; alles wat men door rijs- en stroobcplan tingen bad aangewonnen, is verloren, en bij eenigzins hooge vloeden stroomt het water vrijelijk op en over een open vak in de duinen, ter lengte van ongeveer 190 el, ter plaatse waar in 1845 de doorbraak is voorgevallen. Het water moet dan gekeerd worden door een onvoldoenden zanddijk. 1 I De kust langs Rijnland bevindt zich in gnnstigen toestand en kan zelfs voor een groot gedeelte als aanwinnende worden beschouwd; alleen voor de zeedorpen zijn eenige middelen tot behoud van het strand r.oodig geweest, en daartoe was eene helmbeplanting voldoende. In Delfland tracht men steeds door stroobeplanting de kust te behouden. De beplantingen van den vorigen zomer zijn evenwel alle verloren. De ont worpen bevciligingsmiddelen blijven dringend noodzakelijk, waarom men zeer verlangd naar eene wetsbepaling, waarbij bet eindelijk wordt uitgemaakt, door wie de kosten moeten gedragen worden. In het land van Voorne duiden de jaarlijksche peilingen aandat de diepte meer en meer de kust nadert, dat ook het geval is aan het oostelijk gors van den Nieuw-IIellevoelschen zuiddijk, welk gors voortdurend afneemt en groote kosten vereischen zal. De Quacksehc wal en de steenen dammen achter Oostvoorne, vorderen voort durend zware sleenbezelting en bczinkingen, ter voorkoming van ontgrondingen. In den polder van Zuidland is de kust voor den zeewaterkeerenden dijk sedert jaren afnemende, belgeen men door bet leggen van rijs en steenwer- ken tracht tegen te gaan. De staat der zeewerendc duinen, in Rijnland, is zeer voldoende. In bet land van Voorne zijn de duinendie in 1825 sterk waren afgenomen door het aanwenden van rietbepalingen, sedert veel aangewonnen, doch lijden nu en dan door de hooge vloedenwaardoor veel aangewonnen zand verloren gaat. De zeewerende duinen van den polder bet West-Nieuwlandonder Ouddorp, aan de noordzijde, nemen zeer af. De middelen, tot instandhouding dezer duinen, bestaan in het planten van helm, maar hel blijkt, dat dit onvol doende is, en bij eene voortdurende verlaging van het strand, vreest men dat deze dingen niet bestaand zijn tegen de hooge vloeden van de Noordzee. (Vervolg hierna ROTTERDAM, 25 Julij. Gisteren morgen zijn van hier per stoombooten naar IIull en New-Castlc- upon Tyne verscheept de eerste peeren, herkomstig uit Gelderland, met eiken bodem circa 20 muddenin daarvoor vervaardigde mandeninhou dende de 5 manden omstreeks 2 mudden. Omtrent het gewas der peeren luiden de berigten minder gunstig, dan vroeger verwacht werd. De appelen zullen zeer schaarsch zijn. UTRECHT, 25 Julij. Donderdag namiddags is de Minister van Binnenl. Zaken alhier aangekomen en bij den Heer Commissaris des Konings afgestapt. Den volgenden dag heeft de Minister zich naar Amersfoort begeven, begeleid door den Heer Commissa ris des Konings, beeft aan onderscheidene ingezetenen gehoor verleend, en is ten 1* ure naar Utrecht teruggekeerd. Des middags was er diner bij den Commissaris, waarop de hooge autoriteiten waren genoodigd. Gister Zaturdag zijn eenige der merkwaardigste instellingen bier ter stede door Z. Exe. bezig- tigd, in begeleiding van de Heeren Commissaris en den Burgemeester. ENGELAND. LONDEN, 24 Julij. Gisteren, den verjaardag van de begrafenisplegtigheid van Sir Robert Peel, is het standbeeld van dien groolen Staatsman op de markt te Tamworth, onder den toevloed eener talrijke menigte, ingewijd. Sir C. Clarke, Sir R. Peelthans Baroneten de Heer Frederic Peeldiens broederhebben achtereenvolgens, nadat het standboeld onthuld was, het woord gevoerd. Het standbeeld stelt Sir Robert Peel als redenaar voor en is welgelijkend. Er heeft zich thans eene Commissie gevormd om in de hoofdstad een stand beeld op te rigten ter nagedachtenis van den beroemden uitvinder der koe pokinenting Dr. Jenner. De veldgewassen staan bijna in alle streken van Ierland zeer gunstig. De aardappelen beloven veel en zijn nog vrij van de ziekte. Dingsdag ontstond op een der beestenwagens van den spoortrein van Goole naar Wakefield waarop een aantal schapen warenbrand door eene vonk uit den locomotief in bet stroo gevallen, met dat ongelukkig gevolg, dat, eer men den brand kon blusschen 20 schapen waren omgekomen. BELGIE. BRUSSEL, 26 Julij. De Koning heeft den Oud-Gouvcrncur-Gcneraal van Ned. Oost-Indie den Heer J. J. Rochussen en den Heer Karnebeek, Kamerheer en Adjudant van den Koning der Nederlandenin een bijzonder gehoor ontvangen. Daarna hebben die Hoeren ten liove gedineerd. De Dloniteur behelst eene opgave der staatsinkomsten gedurende de eerste helft van 1852, waaruit blijkt, dat de ontvangsten 2,497,624 meer hebben opgebragt, dan over gelijk tijdstip in het vorige jaar. De grootste vermeerdering, namelijk 1 j- millioen, is op de verschillende spoorweglijnen en op de in- en uitgaande regten merkbaar. Daarentegen is er millioen aan accijnsen 117,000 fr. regten op vreemde wijnen, en 179,000 fr. op de successieregten minder ontvangen. De ontvangsten van de indirecte belastingen gedurende de eerste 6 maanden van hel loopende jaar zijn, in vergelijking met 1851, 2,497,624 francs hooger. De onderhandelingen met de Nederlandsche Regering betreffende de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2