rend kopergeld. IVat voor die operatie meer noodig mogt zijn dan de alzoo beschikbaar gestelde 20,000.000 zal door recepissen worden aangevuld. Eerst daarna zal de intrekking der recepissen beginnen. De termijn van 1 Januarij 1854 is nu te na ophanden en zal dienen te worden verlengd. De voorgestelde middellijnen der voor Nederl. Indie bestemde 10 en 5 cents- stukken zijn grooter (10 en 13 strepen) dan die voor Nederland is bepaald (15 en 12j). Vijfcenlsslukken van koper zouden, uit hoofde van derzelver zwaarte, niet bet gerief aanbrengen, hetwelk men zich door zilveren pas munt voorstelt. Mogten de zilveren 5 centsstukken bij de Indische bevolking te klein worden bevonden in het gebruikzij zullen bij de Europesche inge zetenen gewild zijn, en men stelt zich voor, daarvan niet veel uit te zen den. De kostbare maatregel om als pasmunt koperen stukken met zilveren randen te doen slaan, schijnt aan vele bedenkingen onderhevig. Dij de invoering van bet. decimale stelsel in Nederlandsch Indie is het eigenaardig, de benaming van cent aan bet ,lr gedeelte van den gulden te geven. De inlander zal desniettemin den naam van duit wel aan het koper blijven geven; daarin is geen bezwaar gelegen. Volgens bet wets-onlwerp zal de waarde der koperen, zoowel als der zilve ren pasmunt in cijfers worden uitgedrukt, waartoe, even als in Nederland geschiedt, Arabische cijfers zullen worden gebezigd, die bij de Indische be volking algemeen bekend zijn. Het voornemen is, om die cijfers groot en duidelijk Ie maken. Het ligt in de bedoeling der Regering om, vooreerst althans, slechts de bij liet in werking brengen der tegenwoordige wel in Nedcrl. Indie vereischt wordende zilveren pasmunt te laten slaan. Het aanmunlen van standpenningen voor gouvernements rekening ter zake van de verzilvering der recepissen, schijnt voor 's bands niet noodig te zul len zijn. Koperen pasmunt, zal wel vooreerst niet noodig zijn aan te munten. Het behoud der zilvercirculatie zal overigens geenszins afhankelijk blijven van den aanvoer van specie uit Nederland. Integendeel mag men verwachten, dat bij opkomende behoefte daarin spoediger van elders zal wor den voorzien; de ligging van Nederl. Indie, zoowel als de menigvuldige en uitgebreide handelsbetrekkingen, brengen ook de noodzakelijkheid mede, dat niet alleen Nedcrlandschcmaar vreemde munten, voortdurend wettig be taalmiddel blijven. Men beeft de inwisseling der oude muntspeciën niet noodzakelijk geacht, daar toch de wenschclijkhcid beslaat, om ook vreemde zilveren muntspeciën wettig middel van betaling in Nederl. Indie te doen blijven. Die inwisseling zou overigens eene vermeerderde uilzending van Nedcrlandsche muntspeciën vereischen en tevens den omvang des reeds zoo veel omvattenden maatregels der inwisseling van de recepissen zonder noodzakelijkheid vergrooten. Is eenmaal de inwisseling van het koper er. daardoor dat gedeelte des maat regels, waaraan de meest dringende behoefte bestaat, volbragt, dan zal de intrekking der recepissenwaarvan het circulerend bedrag eerst dan met juistheid bekend kan zijn, veel beter dan thans worden geregeld. Op den laatslen Februarij jl, bedroeg de som aan recepissen in omloop gebragt ƒ24,299,985. Bij de aanwijzing der middelen tot herstel van het Indisch muntwezen heeft men voornamelijk op het oog gehad, dat herstel te volbrengen zonder stoornis te veroorzaken in de eenmaal gevestigde geldelijke verhouding tus- schen het moederland en de O.-I. bezittingen en zonder het cijfer der erkende staatsschulden met eene nieuwe leening te vergrooten. Met andere woorden, men heeft hetgeen ontbrak aan de reeds aanwezige middelen van uilvoering willen aanvullenzonder bet cijfer der gewone koloniale stortingen in de schatkist te verminderen en zonder den kring der koloniale maatregelen te verlaten. Om dat doel te bereiken, heeft men toekomstige en uit den aard onzekere baten moeten voorstellen, die echter op vroegere ervaring ge grond zijn. Sedert 1840—1849 hebben de baten voor het moederland bedragen jaar lijks ruim 14 millioen. De overschotten van 1850 en 1851ten behoeve der vermunting zijn te zamen geraamd op ongeveer 5 millioen. Nopens de uitkomsten van 1852 kan nog niets met zekerheid worden op gegeven dccli de reeds verkregen uilkomsten doen de overige met vertrou wen te gemoet zien. Omtrent de plaatsing in Indie van 5 millioen 4 pCt. obligatien (wanneer dit cijfer mogt noodig zijn) bestaat geen twijfel. De inkomsten van Nederl. Indie, zullen ten gevolge van de voorgestelde regeling niet merkelijk verminderen. De Regering vertrouwt integendeel dat de loop der Indische finantien zoodanig zal zijn, dat de overschotten van 18531855 geheel toereikende zullen worden bevonden om de op de toe komst geschoven bijdrage van 7,000,000 te leveren. Mogt die verwachting zich niet verwezenlijken, dan zou de inwisseling der laatste recepissen eenige vertraging ondervinden. 's GRAVENHAGE 22 Junij. Bij Koninklijk besluit van 18 dezer, zijn benoemd tot Inspecteurs der jagt en visscherij voor de provinciën Noordbrabant, Mr. 11. Sassen; Zuidbol land, F. A. Verster; Noordholland, Mr. P. C. Visser; Zeeland, Jhr. H. J. J. llowier; Utrecht, Mr. A. G. J. Baron Tacts van Amerongen; Overijssel, Mr. J. L. van Rccde; Groningen, Jhr. Mr. W. C. A. Albcrda van Eckstein en Drenthe, Mr. 4V. Alingh. Z. M. heeft aan den Heer N. W. Baron MollerusMinister-Resident bij de Porte, den titel verleend van Buitengewoon Gezant cn Gcvolmagtigd Mi nister, buiten bezwaar der schatkist. Z. M. heeft de doodstraf, waartoe A. Dupont wegens moedwillige» doodslag door den Iloogen Raad was verwezenveranderd in 7-jarige tucht huisstraf. H. M. heeft voor een bewaarschool te Oosterbeek ƒ200 gegeven. Men houdt de benoeming van Mf. M. II. Godcfroi tot Minister van Jus titie thans voor zeker. De Minister van Binnenl. Zaken heeft bekend gemaaktdat de Phar- macopoea Neerlandica en de Nederlaiulsche Apotheekwaarvan de exem plaren van zijnentwege werden gewaarmerkt, op den lsten Julij dezes jaars verkrijgbaar zijn aan de Rijksposlkanlorentegen den prijs van 3 cn dat derhalve de Pharmacopoea Belgica op den eersten Januarij 1853 zal zijn afgeschaft. De Regering heeft aan de directie van de Maastricht-Akensche spoorweg maatschappij wederom een uitstel van één jaar verleend tot voltooijing van dien spoorweg, welke nu in Februarij 1854 zal moeten gereed zijn. De Minister van Marine zal Vrijdag geen gehoor verleenen. In Luxemburg zijn twee der schoonste eigendommen in vreemde han den overgegaan: de uitgestrekte landgoederen Beaufort en het Wal dh off zijn toegewezen aan twee liefhebbers uit Luik, voor den prijs van 512,000 francs. - Naar men meldt, moet dezer dagen door Mejufvr. C. Voogd, te Nieuw Loosdrecht (die beide armen mist) met do voeten eene schilderij geborduurd zijn geworden, waarvan de kunstige, fraaije en smaakvolle uitvoering cenen geduldigenmaar vooral ook talentvollen geest doet kennen en bewonderen. Hel stuk is bestemd voor de tentoonstelling van nationale nijverheid te Arnhem waarheen het reeds gezonden is. 'È'iuet'fle K«:uei' der /Stittett-fSenffvaal. Zitting van Maandag 21 Junij. In deze zitting is ingekomen een wcls-ontwerp tot verklaring, dat het al gemeen nut de onteigening vordert van percelen langs de nieuwe haven te Groningen. De Commissie van Rapporteurs heeft haar algemeen verslag uit- gebragt omtrent het wets-ontwerp betreffende het achterstallige aandeel van Nederland in de Russische schuld in Holland. De beraadslaging over dit wets ontwerp is bepaald op Donderdag aanstaande. Aan den Heer Schooneveld is verlof verleend om dienzelfden dag vragen te rigten aan de Regering betref fende de thans ten aanzien van het Ministerie beslaande onzekerheid. Dooi den Heer van Nispen van Sevenaer is verslag uitgebragt omtrent inlichtingen van den Minister van Financiën betreffende de rekening van het opgeheven Fonds voor de Nationale Nijverheid. Aan het slot van het verslag der Commissie van Rapporteurs (bestaande uit de Heeren van Goltslein, Hugucnin, Dullert, van Ilall en Godcfroi) over het ontwerp van wet, strekkende tot verhooging der staatsbegrooting voor het achterstallige aandeel van Nederland in de Russische schuld in Holland, wordt verklaarddat de groole meerderheid van die Commissiemet het oog op de verschillende bezwaren, die zich tegen de aanneming van dit wets voorstel verzettenen welke door het Regerings-antwoord niet zijn weggeno men, geene vrijheid vindt, om der Kamer de aanneming van het wets voorstel aan te raden. ROTTERDAM, 21 Junij. Heden is de eerste steen gelegd aan de hier in aanbouw zijnde tweede gas fabriek, buiten de voormalige Oostpoort, door de Jongeheeren A. D. D. Schret- len, G. van Limburgh, W. J. van Limburgh en IV. F. A. van Dam. Onder de vele gebouwen welke in den jongsten tijd alhier gesticht zijn en van den bloei en vooruitgang dezer gemeente getuigenkomt dit werk zeer in aan merking omdat zulks een sprekend bewijs oplevert niet alleen van de uit breiding dier gemeente, maar ook van den ondernemingsgeest barer inge zetenen. BUITEiYLAXüSCjiE BËillGTËN ENGELANSÏ. LONDEN, 19 Junij. Eergisteren heeft het Huis der Lords de wet op de burgerlijke militie aangenomen. Het Lagerhuis heeft do wet, waarbij de misdrijven in Ierland beteugeld wordennog tot 1 December a. s. verbindbaar verklaard. Gisteren heeft de Hertog van Wellington zijn gewoon jaarlijksch gast maal ter gelegenheid der herinnering van den slag van Waterlooop Aspley House gegeven. Des ochtends reeds hadden de vertegenwoordigers der mogendheden, die ten tijde van den slag met Engeland verbonden waren, en een aantal personen uit den hoogsten stand den grijzen Veldheer hunne hulde gebragt. Men herinnert zich niet dat ooit zoo vele personen op dezen gedenkdag den Hertog hebben bezocht. Het gastmaal werd bijgewoond door Prins Albert. Sedert het vorige jaar zijn 8 Hoofdofficierendie den slag van Waterloo bijwoonden, overleden. Dit jaar is bij de Vcreeniging der vrienden van ongelukkige vreemde lingen voor 2529 ingeschreven ruim het dubbel van het bedrag van bet vorige jaar. De uitgestrekte pakhuizen cn magazijnen van de Heeren Ilubbuck cn Zoonhandelaars in touwwerkolie verwwaren enz. digt bij de London- en St. Katharine's Dokken, zijn 11. Donderdag nacht door een hevigen brand geheel vernieldwaarbij ook de naburige panden veel schade hebben geleden. De vlammen sloegen zoo hoog boven de nabijzijndc gebouwen uitdat de dokken cn bet gehcele oosteinde der stad er door verlicht waren. De geleden schade wordt nog niet opgegeven maar de gebouwen waren verzekerd. De verhuizing naar Australië neemt verbazend toe. Uit Gravesend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 2