Ö^STEBIKIJK. AVEENEN10 Junij. De Keizer is te Pcsth door do geestelijke en burgerlijke overheid met groote plegtigheid ontvangen. De stedelijke Regering heeft een groot volksfeest ge geven en de stad is verlicht geworden. Z. M. heeft het een en ander bezocht. Vrijdag zou Z. M. zich naar Ketskemet begevenvergezeld door den Gouver neur van Hongarije, den Aartshertog Albrecht. De Minister van Onderwijs heeft den Keizer voorgesteld, om het besluit van 1848, bij 't welk de orde der Jezuiten is opgeheven, voor niet meer van algemeene toepassing te verklaren, en bij Keizerlijke verordening de plaatsen aan te wijzen, alwaar deze orde in 't vervolg weder collcgiën zal mogen vestigen. Van de zijde der Regering zijn eenige bijzonderheden bekend gemaakt nopens de geldmiddelen. Daaruit blijkt dat zij tot en met 1846 in voldoen den toestand zijn geweest; zoodat 1845 een overschot van 7J milioen florijnen heeft opgeleverd, en 1846, in weerwil van de destijds uitgebroken onlusten in Gallicie, nog ruim een millioen. In 1847 hebben de Italiaansche woelingen een tekort te weeg gebragt van 7 millioen, dat in 1848 met 45 en in 1849 met 125 millioen is verhoogd. Ook 1850 heeft nog eene uitgave van 251 millioen gevorderd en daardoor op de gewone inkomsten een tekort van 71 millioen doen ontstaan. Ter voorziening heeft men zijne toevlugt genomen tot het krediet van de Rank en tot papieren-geld, waardoor het metalen geld bijna geheel uit het verkeer is verdwenen. Eerst in 1851 heeft men middelen ter voorziening kunnen aanwenden. Alstocn is bet bedrag van de papieren-munt, dat kon worden aangehouden, gesteld op 200 millioen florijnen, doch tevens bepaald, dat het krediet der Rank nimmer meer ten behoeve van den Staat zou kunnen worden aangewend. Sedert zijn hiertoe verschillende maatregelen genomenonder anderen vrij willige leeningen. De eerste van 35 millioenis dezer dagen te Londen en Frankfortlot stand gehragt. De opbrengst moet strekkenom in de tekor ten te voorzien, die nog zouden kunnen ontstaan; om het overtollige papieren- geld in te trekkenen de schuld aan de Bank af te lossenopdat die weder in zilver zou kunnen betalen. Terwijl een derde der Kroonlanden slechts sedert kort aan een regtmatig stelsel van belasting is onderworpen, verbeteren de gewone inkomsten gaande weg, en hebben in 1850 ruim 180 millioen, in 1851 205 millioen bedragen. Men meent, op goede gronden, voor 1852 op 220 millioen te kunnen reke nen. Tevens wordt steeds met de meeste zorg gewerkt op eene vermindering van uilgavenweshalve men zich mag vleijendat eerlang de gewone uitga ven door de gewone inkomsten zullen worden gedekt. FRANKFORT. 11 Junij. De sacramcnts-processie had gisteren met groolen luister plaats. Op het domplein, waarover de buitengewoon lange trein trok, waren troepen in pa rade geplaatst en in den trein merkte men al de Katholieke leden van den bondsdag, van het corps diplomatiquevan de militaire bonds-commissieenz., op. ÏWITSERLAK1J. De kern van het aanstaande Pauselijke leger zal bestaan uit twee regi menten Zwitserselk van 3000 manvoor welke de manschap reeds hier te landen voornamelijk in de kleine kantons wordt aangeworven. Vóór het jaar 1852 ging die aanwerving met vele bezwaren gepaard; maar ten ge volge der veranderde tijds-omstandigheden schijnen deze grootcndecls opgehe ven te zijn. Er is plan tot het aanleggen van een' spoorweg van Genève naar I.yonwaarmede onze Regering zeer ingenomen is. ©ENE MAKKEN. KOPENHAGEN, 8 Junij. Bij twee Koninklijke besluiten van den 6den dezer zijn de gedwongene leeningen van 1849 en 1850, de vrijwillige binnenlandsche van 1850, de vrijwillige buitenlandsche van 1850 en de gedwongen helling van 1850 op de bezittingen en inkomsten, tot een gezamenlijk bedrag van 11,888,129 Mk. Ct., niet erkend, en alle aanspraak aan de houders dier aandeelen ont zegd. [De actiën dier leeningen stonden den 9(l n nog op 70 pCt.] Te Kongshcrg in Noorwegen is den 3den eene buskruidfabriek in de lucht gevlogen, waarbij 4 menschen zijn omgekomen. VEREENIGOE STATEN. Het groot Nationaal-Katholijkc Concilium, te Baltimore op 9 Mei geopend, is met veel plegtigheid op den 20stcn dier maand gesloten. Behalve de ge heime, hield het drie openbare zittingen. De geheelc R. Katholijke hiërarchie der Vcrecnigde Staten was daar vertegenwoordigd. Men telde zes Aartsbis schoppen en Bisschoppen. Volgens geruchten zijn er gewigtige besluiten ge nomen die na de goedkeuring van den Pausopenbaar zullen worden ge maakt. Men wacht een voorstelom in de Stalen het getal bisschoppelijke zetels met 7 a 8 te vermeerderen. Een stoomboot op de Mississippi en een naar New-Orleans bestemd zijn door de vlammen omgekomen; de lading der eerste had eene waarde van 150,000 dollars. OOST-IN©! E. BATAVIA, 24 April. Op 28 Maart zijn van hier naar Singapore verzonden 3894 stuks brieven waarvan 3008 van Marseille, 288 van Southampton en 598 van Triest. De Gouverneur-Generaal heeft een besluit genomen, waarbij zijne da- gelijksche bcmoeijingen met onderscheidene geringe zaken worden verminderd. De tijdingen van Palembang zijn gunstig. Alles was rustig. De Luit.- Kol. de Braauw schrijft van Ngoelah aan de Moesic, op 25 Maart 11., dat hij den 15J«> met 4 compagniën van het 5''c battaillon, op 160 praauwen, van 1600 koelies voorzien, van Palembang vertrok, en 24 Maart te Ngoelah aankwam. Hij vertrouwt echter de zaken nog niet geheel, en vindt voor de rust in de toekomst nog geen waarborg genoeg. Den 28st™ Maart arriveerde de flotille te Moeara-Klinger, en ook daar was alles rustig. 's Lands stoomschip Borneo, op 26 Maart te Batavia aangekomen, heeft van Sumanap berigt, dat het koopvaardijschip Catharina, hetwelk, te Ka- rang-Kembang, tusschen de eilanden Sapoedie en Poetrau was aan den grond geraaktmet hoog water is vlot gekomenen den 22slcn Maart te Soerabaija tot herstelling van schade was binnengeloopen. Bij besluit van Z. Exc. den Gouvern.-Generaal van Nederl.-Indievan den 164™ April, is aan den Vice-President, van den Raad van Nederl.-Indië, M*. J. F. AV. van Nes, één jaar verlof verleend naar Nederland, tot her stel van gezondheidonder de benoemingen telt men die van G. J. P. van de Poel, tot resid. van Pekalongan, en AV. P. H. Koeken, tol resid. van Tcrnate; tot lid der Hoofd-Commissie van Onderwijs, G. J. C. van Zijll de Jong; tot eersten Onderwijzer bij de gouvernements 1« lagere school te Soerabaija J. van der Tang, tot eersten Onderwijzer bij de gouvern. 2e lagere school te Samarang, F. J. Klatt; tot eersten Stads-geneesheer teSamarang, Dr. P. AV. B. de AVildetot Opperhoofd van de factory voor den Ned. handel op Japan Mr. J. II. Donker Curtiusthans Raadsheer in het Ilooggeregtshofbij den Raad van Justitie te Amboina, tot Officier van Justitie, Mr. L. G. Bouricius; te Makasser, tot Officier van Justitie, Mr. II. C. A. Thieme; bij de Sub- Commissie van Onderwijs teSamarang, tot leden, Mr. J. J. Delbaere en II. J. Merbottertot Secretaris Mr. II. A. des Amorie van der HoevenAdv. en Proc. bij den Raad van Justitie te Samarang. STABS BERI«TEN. BURGEMEESTER en AVETHOUDERS der Gemeente LEYDEN brengen bij deze ter kermis van de belanghebbenden, dat op den 124™ Jezer van den Heer Controleur der Directe Belastingen alhier is ontvangen, een Kohier voor de belasting op het Patentregt, dienstjaar 1851 en 1852, vierde vierendcel- jaars, executoir verklaard op den 8slea dezer maand en op heden aan den Heer Ontvanger alhier verzonden. En zal deze door plaatsing in de Leydsche Courant worden afgekondigd. Burgemeester en AVethouders voorn. Letden, 14 Junij 1852. VAN LIMBURG STIRUM. De Secretaris v. PUTTKAMMER. KENNISGEVING. Aanplakking der akten van vergunning voor liet gebruik van Stooin werktuigen. BURGEMEESTER en AVETHOUDERS van LEYDEN brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden in deze gemeente, eene ontvangene Circulaire van den Heer Commissaris des Konings in deze Provincie, van den 28sten Mei 1852, van den navolgenden inhoud: Aan de Burgemeesters en Wethouders der gemeenten in de Provincie Zuidholland. «Volgens Art. 12 van het Koninklijk Besluit van den 26stcn September 1833, Staatsblad N°. 58) houdende wijziging der vroeger voorgeschrevene veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van Stoomwerktuigenmoeten de akten van vergunning voor het gebruik dier werktuigen, na door den Commissaris des Konings in de Provincie gewaarmerkt te zijn. aangeplakt worden en blij ven op eene voor ieder zigtbare plaats in de vaartuigen en fabriekenwaartoe die akten betrekking hebben. «Dezelfde bepaling is ook toepasselijk op de teekeningen, welke bij sommige akten, ter harer verduidelijking, worden afgegeven en op de bewijsstukken wegens later van regeringswege gedaan onderzoek. De doelmatigheid hiervan behoeft geen betoog, dewijl een ieder zich ten allen tijde moet kunnen over tuigen, of, en wanneer het Stoomtuig en de Ketels onderzocht en goed bevonden zijn, en of de plaatsing en de wijze van het gebruik der toestellen overeenkomen met de bewijzen van vergunning cn met de daartoe betrekke lijke teekeningen. «Het is hierom dat bij het uitreiken van elke akte van vergunning de belanghebbenden ten overvloede op hunne verpligting nopens dit punt opmerk zaam worden gemaakt. «Bij het nader onderzoek, dat, naar aanleiding van Art. 8 van bovenge meld besluit, overeenkomstig de beschikking des Ministers van Binnenl. Zaken, vermeld in de Staats-Courant van 17 Februarij 11., plaats heeft, blijkt in- tusschendat die bepaling niet overal behoorlijk wordt in acht genomen maar dat, onderandcrcnin Stoomhooten de akten van vergunning in de bij lagen in plaats van steeds op eene voegzame en voor ieder zigtbare wijze in de groote kajuit te zijn aangeplakt of opgehangen zich niet zelden bevinden in de rookkamer, in het paveljoen, in de kast van den Kapitein of Conduc teur of wel aan huis bij de belanghebbenden. «Dit is in strijd met den zin en de letter van Zijner Majcsteits besluit van den 26sten September 1833 Staadshlad N°. 58). «Ik verzoek UEd. onder mededeeling van het vorenstaande, om daarvan kennis te geven aan de belanghebbenden in uwe gemeenteenom naauw- keurig toe te ziendat de bier bedoelde bepaling niet slechts in de Stoom hooten maar ook op alle plaatsenwaar men zich van Stoomwerktuigen onverschillig tot welk einde, bedient, behoorlijk worde in acht genomen en dat tegen de nalaligen of onwilligcn procesverbaal opgemaakt, en, ten be hoeve der vervolging, ter behoorlijke plaatse ingediend worde. 'sGravenhage, 28 Mei 1852. De Commissaris des Konings in de Provincie Zuidholland, van BYLANDT." De belanghebbenden worden mitsdien uilgenoodigd om voor eene behoorlijke naleving van het bedoelde voorschrift te zorgenook ter voorkoming van on aangename gevolgen van een verder verzuim in dit opzigt voor de nalaligen. Burgemeester en AVethouders voorn., Levden, 14 Junij 1852. VAN LIMBURG STIRUM. De Secretaris v. PUTTKAMMER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1852 | | pagina 3